Het Rotterdams Kookboek…

Het Rotterdams Kookboek, ingrediënten, recepten en achtergronden van 13 culturen.
Geschreven door Linda Roodenburg, foto’s van Carel van Hees.
Kosmos Z&K uitgevers BV., Utrecht.
In samenwerking met de Stichting Madame Jeanet Rotterdam
ISBN 90 215 41963.

Ik heb er met heel veel plezier in zitten lezen vandaag. Ik kreeg het boek voor mijn verjaardag, een echte verrassing. Vorig jaar had ik al ergens een recensie gelezen, maar het was er nooit van gekomen het aan te schaffen.

Een prachtig boek over de verschillende etnische culturen die in de stad Rotterdam wonen; hun leven, eetgewoontes, tradities enzovoorts.
Linda Roodenburg en Carel van Hees trokken met notitieblok en camera door de stad en noteerden de feesten, maaltijden, boodschappen van 13 verschillende koks, afkomstig uit dertien landen.
Ze volgden de kok of kokkin op een dag dat er een familie/vriendendiner werd voorbereid en klaargemaakt.
De boodschappen, de voorbereiding, het koken en de maaltijd zelf zijn op schitterende wijze in beeld gebracht.
De hoofdpersonen vertellen telkens iets over hun levensgeschiedenis. Hoe ze hier in Nederland zijn gekomen, maar ook hoe ze hebben leren koken en van wie.
De verhalen vormen de verbinding tussen de algemene historische achtergronden van hun eetcultuur en hun leven in nu Rotterdam. Naast de recepten en de familieverhalen is ook veel aandacht besteed aan het “boodschappen doen”, ofwel hoe kom je aan de juiste ingrediënten. Verschillende winkels, speciaalzaken en producten worden in aparte hoofdstukken beschreven.

Wat mij vooral boeit zijn de prachtige foto’s van de families, samen aan het koken. Samen aan tafel. Soms een groot feest met veel mensen, soms een familie van 6 personen die iets te vieren hebben.
Ieder op eigen manier, volgens eigen traditie.
Een heerlijk boek!

Geen recept, wel een boek!..

dim sum

De introductie van de eerstejaars studenten is nu begonnen en vanavond heb ik de eerste groepen deeltijdstudenten rondgeleid in onze onderwijswerkplaats
Ik werk niet zo vaak s’avonds maar deze eerste kennismaking en rondleiding doe ik altijd zelf.

Geen uitgebreid recept met foto, ook geen uitgebreid eten dus vandaag. Ik at een lekker broodje met zalm en salade en Paul nam vanavond genoegen met de soep met paddestoelen en groenten die we deze week al maakten.
Er is hier eigenlijk altijd wel soep in huis. Ik schrijf er nooit over bedenk ik nu. Misschien omdat wij de soep nooit bij de avondmaaltijd eten maar op andere momenten van de dag. Binnenkort wat soep-recepten!

Deze week stonden er na een lange vakantie drie enorme kratten met nieuwe boeken op me te wachten. (en natuurlijk een enorme berg e-mail en twee kratjes ‘gewone’ post.
Ik was vandaag toe aan de kratten met nieuwe boeken en één heb ik even mee naar huis genomen;

Veranderingen van het alledaagse 1950-2000.
Van Isabel Hoving, Hester Dibbits en Marlou Schrover. Uitgegeven bij Sdu uitgevers. ISBN 9012097738

Het boek gaat over de invloed van migranten op het alledaagse bestaan in Nederland. Wat mij, en misschien nog meer foodbloggers, interesseert is vooral het hoofdstuk over eetgewoonten en hoe die langzaam, onder invloed van andere culturen, zijn veranderd.

In de jaren twintig aten we héél lang gekookte, voorgeweekte macaronischoteltjes met rozijnen, nu willen we zo authentiek mogelijke Italiaanse gerechten. Eten in Chinese restaurants is voor ons algemeen goed geworden maar je komt er zelden een Chinees tegen.
Knoflook werd in ons landje lange tijd als ‘slecht voor maag en darmen’ ervaren, tegenwoordig prijzen voedingsdeskundigen dit kruid aan vanwege de goede eigenschappen.

Ook over onze eetgewoontes; “drie maal per dag een maaltijd, is tegenwoordig niet meer zo in ieder gezin aan de orde”. “wij zijn de grote grazers geworden”, ofwel wij eten op ieder moment van de dag. In het boek wordt veelvuldig geciteerd uit de grote, toen toonaangevende, kookboeken van de Amsterdamse, Haagse, en Vlaamse huishoudschool.

Het boek geeft een vijftal factoren die geleid hebben tot ons veranderende eetpatroon; ten eerste de gestegen welvaart. Ten tweede de huishoudtechnologische veranderingen (komst van allerlei apparaten) Ten derde de verstedelijking (minder plaats om ingemaakte producten op te slaan bijvoorbeeld). Ten vierde de industrialisatie (allerlei producten worden industrieel bereid en zijn voor iedereen te koop) En ten vijfde, ook mode is in de eetcultuur belangrijk geworden. Aandacht voor diervriendelijkheid en milieu hebben geleid tot de opkomst van reform-, ecologische- of biologische winkels.

Nog veel meer feiten en verhalen in dit aardige boek, een aanrader voor iedereen die meer wil weten over Nederland en de veranderingen die hier plaats hebben.

Ik lees met plezier nog een stukje verder. Maandag moet het boek weer terug naar school, de vakgroep MEM (mens en maatschappij) wil er ook eens in lezen!

© ellen

RUSLAND…

 

 

Tijdens mijn half geslaagde inkoopactie in de Grote Stad, vorige zaterdag, besloot ik nog even aan te wippen bij de Witte Boekhandel in de Veestraat. Voor een liefhebber van bedrukt papier is daar doorgaans niet veel te halen. De betere ramsj-spullen komen er niet terecht. En wat er wel ligt is vaak van bedenkelijk allooi. Een enkel pareltje maak het evenwel de moeite waard om de winkel toch in de gaten te houden. En gisteren trof ik zo’n pareltje.

 

 

Het boek heet: Rusland, een reis boordevol smaken en recepten. Het is geschreven door de Duits-Russische Ludmilla Suchich, bijgestaan door culinair globetrotter Barbara Boudon. De foto’s zijn van Michael Boyny en de vormgeving van de gerechten van culinair stylist Michael Pannewitz. De oorspronkelijke uitgave is Duits, en verscheen in 1999 bij Walter Hädecke Verlag. Ik bespreek de Nederlandse uitgave uit 2005, vertaald door Paulina de Nijs.

In totaal worden zo’n negentig recepten beschreven, recepten van allerlei aard. Per recept een korte inleiding, waar komt het vandaan (de Sowjet Unie was groot!), wat is de achtergrond. Dan een duidelijke opsomming van de ingrediënten en vervolgens een puntsgewijze beschrijving van de bereiding. De recepten zijn doorgaans niet echt ingewikkeld en prima na te koken.

Wat het boek echt aantrekkelijk maakt zijn de achtergrondverhalen, over de samowar, over steur, over de Russische gastvrijheid, over Siberië, over Pasen. Suchich schrijft er met veel kennis én liefde over.

Voorts zijn de foto’s van een hoge kwaliteit, alleen al daarvoor zou je het boek aan kunnen schaffen. De foto’s begeleiden de recepten nauwelijks, het zijn veeleer sfeertekeningen.

Zoals gezegd kocht ik het boek in de Witte Boekhandel. Ramsjwinkel De Sleghte voert het ook in zijn collectie. Ik zag hele stapels liggen, dat zal ook wel zo zijn in andere delen van Nederland en Vlaanderen. En dan, lezer let op! De prijs bedraagt zes euro. Het is haast misdadig om dat boekje in het schap te laten liggen.

Het boek is uitgegeven bij De Lantaarn in Soest en het ISBN nummer is 90-5426-333-4

Voor het Ministerie voldoet het boekje ook prima als aanvulling op die andere prachtuitgave van Dubois.

© paul

SARTRE, DE KAAS EN DE WIJN…

 

 Wie was Sartre ook al weer? Frans filosoof, denker, schrijver, activist, geliefde van Simone de Beauvoir. Overleed in 1980. In een eerder artikel zinspeelden we er al op, op de lievelingskost van Jean Paul Sartre: Munsterkaas met Gewürztraminer. Eind jaren dertig viel Sartre onder de mobilisatieplicht. Hij werd gelegerd in de Elzas, nabij de Duitse grens. Hij had iets van doen met verbindingstroepen. In die omgeving leerde hij het “Huwelijk van Smaken” kennen en hooglijk waarderen. Hij heeft er aardig over geschreven. Toen nu het Ministerie onlangs diezelfde smaaksensatie mocht beleven werd het plan geboren om er een artikel aan te wijden. (Aan Sartres bevindingen èn de onze.) En dat nu blijkt een probleem. Ik dacht de gewraakte regels snel terug te vinden in een van Sartres brievenboeken, maar dat valt tegen. Ellen is ervan overtuigd dat bedoelde zaken zijn te lezen in de Sartre biografie van Cohen-Solal. (En ik raak er steeds meer van overtuigd dat ze gelijk heeft.) In voornoemde boeken ontbreekt het aan notenapparaat aangaande culinaire zaken, zodat er dus niets anders op zit dan alles te herlezen. Dat is overigens geen straf, maar we hadden allebei andere plannen. Enfin…, morgennacht begin ik aan de biografie. We houden je op de hoogte.

© paul

ARTUSI, ASPERGES EN VIOOLTJES…

Bij de opening van het aspergeseizoen schiet me ieder jaar weer een verhaal van Artusi te binnen. Pellegrino Artusi leefde in Italie van 1820 tot 1911 en wordt door ingewijden wel de Escoffier van Italie genoemd. Artusi reisde heel Italie af, hij proefde en verzamelde en noteerde recepten. Zo ontstond zijn prachtige kookboek; “De wetenschap in de keuken en de kunst om goed te eten”. In het boek vertelt hij over de streekgebruiken, de taal, de mensen die hij ontmoet. Hij vergelijkt recepten en geeft heerlijk eigenwijze tips over voeding. Het boek bevat 790 recepten. De recepten zijn bijna allemaal nog prima te maken. De meeste gezondheidstips zijn natuurlijk wel wat achterhaald, hoewel hij voor die tijd, een verbazend goed inzicht had in wat goed, en wat niet goed voor de mens. Over Artusi en zijn boek later meer, nu even het stukje over de asperges.

 Hij (Artusi) schrijft ; Deze juweel van een groente-juweel niet alleen vanwege zijn vochtafdrijvende en spijsvertering bevorderende eigenschappen, maar ook vanwege de hoge prijs die hij op moet brengen- kan na het koken op verschillende manieren verder bereid worden, maar de eenvoudigste is tevens de meest gangbare, namelijk ze te besprenkelen met olie en citroensap.Hij geeft dan toch nog wat andere bereidingswijzen en besluit het aspergehoofdstuk met het volgende; Met een paar druppeltjes terpentijn in de po naast het bed kunt u de onwelriekende geur die asperges bij de mens teweegbrengen, veranderen in een heerlijke odeur van viooltjes. 

Ik heb het boek al jaren en denk steeds dat ik dit mooie advies toch eens moet uitproberen. Het komt er maar niet van! Ik zou ook heel graag willen weten hoe dit kan. Een chemische reactie? Is er iemand die mij hierover meer kan vertellen???

© ellen

WELSH RAREBIT…

Ik kwam Welsh Rarebit tegen in een artikel over tinnen soldaatjes en het duurde even voordat ik de link kon leggen. Maar toen was het er weer. Little Nemo in Slumberland! Was het niet het kleine jongetje Nemo dat de meest fantastische avonturen beleefde in zijn dromen? Dromen die werden veroorzaakt door het eten van Welsh Rarebit vóór het slapen gaan? Ik zocht mijn Nemo-album in de stripkast (járen niet ingekeken!) en begon te bladeren. Nergens een verwijzing naar Welsh Rarebit… Ik wist nochtans zeker dat er een verband moest zijn, ik vergis me zelden in dit soort zaken. Na een hoop gepieker, gezoek en geblader vond ik dan die andere strip van Winsor Mccay: Dream of a Rarebit Fiend. Beleeft Nemo prachtige sprookjesachtige avonturen in zijn dromen, in de Rarebitdromen gebeurt hetzelfde, maar dan grimmig en volstrekt surrealistisch. Beide serie’s liepen in het begin van de vorige eeuw als krantenstrip. (Dus honderd jaar oud, jaja!) Ze besloegen één pagina per aflevering en verschenen éénmaal per week. Little Nemo was gedrukt in kleur, de Rarebits in zwart-wit. De kwaliteit van de tekeningen, maar ook van het verhaal is uitmuntend. De inhoud getuigt van een ongebreidelde fantasie. De strips zijn volstrekt tijdloos, je zou ze vandaag weer kunnen publiceren. De maker, Winsor Mccay, leefde van 1871 tot 1934. Hij was de eerste tekenfilmmaker ooit: “Gertie the Dinosaur” (1914). Waarlijk een van de grootste striptekenaars aller tijden! Enfin… De hoofdfiguren uit Dreams of the Rarebit Fiend (steeds wisselensde karakters) beleven zoals gezegd bizarre en volstrekt surrealistische avonturen in hun dromen. En dat ten gevolge van het eten van het eten van Welsh Rarebit. Bij Welsh Rarebit blijkt het om toast te gaan. Op het internet zijn een aantal recepten te vinden die nogal van elkaar verschillen. Het volgende deed me wel authentiek aan. 0,2 liter donker bier 300 gram Cheddar 1 theelepel mosterd 20 gram boter 6 sneden brood peper, zout Het bier in een pannetje verwarmen, niet laten koken. De Cheddar raspen en al roerend in het warme bier laten smelten. Met de mosterd, peper en zout op smaak brengen. De oven voorverwarmen op 200 graden. De boter op een bakplaat of in een grote ovenschaal doen en in de oven laten smelten. Daarop dan de sneden brood leggen en dan de kaasmassa er over storten. Hoog in de oven (onder de gril) 5 minuten laten bakken. Warm serveren. Er schijnt in de Angelsaksische landen een taalstammenstrijd te woeden over de juistheid van de naam: is het Welsh Rarebit, Welsh Rarebites, Welsh Rabbit (who cares?).

© paul

KOKEN VOOR JE HOND?!?

 

Veel mensen zijn al blij als ze iedere dag voor zichzelf een fatsoenlijke maaltijd op tafel kunnen zetten.
Maar we moeten nu ook voor de hond gaan koken! Een nieuw kookboek verscheen bij uitgeverij Tirion;
Koken voor je hond” Geschreven door Donna Twichel.
Donna Twichel is Amerikaanse, hoe kan het ook anders. Zij is communicatiedeskundige en hondenliefhebster.
Het is volgens de schrijfster belangrijk dat je hond hoogwaardig kwalitatief voedsel voorschotelt. Dat hoeft niet te betekenen dat je moet “rommelen met onsmakelijk snijafval van de slager”, aldus Donna Twichel.

De stoofpot met varkensvlees en appel, de kalkoenkroketten en de tonijn met gesmolten kaas, het ziet er allemaal even heerlijk uit. Toppunt is de wortel/kalkoen/rijst verjaardagstaart mét kaarsjes. Verderop in het boek komen ook nog recepten voor hondenkoekjes en extra ‘luxe’ feestmaaltijden aan bod.

Na deze introducties komen de recepten zelf. Het aantrekkelijke van dit onderdeel is, dat het boek niet onderdoet voor het gemiddelde ‘mensen’-kookboek. Elk recept bevat een lijst met ingrediënten, aanwijzingen voor de bereidingswijze én een mooie foto. Het eten ziet er soms zo aantrekkelijk uit dat je er bijna zelf van gaat kwijlen. Verschil is alleen dat het altijd gefotografeerd is in een gezellig hondenbakje.

Alsof het allemaal nog niet genoeg is heeft de schrijfster ook nog een hoofdstuk gewijd aan zoete tussendoortjes. Omdat de meeste honden zoetekauwen zijn volgens haar.
Dit boek is een must voor degene die voor zijn hond wortelkluifjes, bananenkoekjes of pompoenhondjes wil voorzetten. Je zou er zelf bijna van gaan kwispelen!

Onze Max laat desgevraagd weten niet geïnteresseerd te zijn in deze flauwekul.
Hij wil een stinkend stuk pens en een rondje om de kerk!

WIE SCHRIJFT DIE BLIJFT…

 

Na de wekelijkse gang naar het vuilstort is het mijn gewoonte even binnen te wippen bij de kringloopwinkel. (Die zitten tegenover elkaar, hoe is het mogelijk?) Ik vond er al eens het mooie boek over het Slijtersvakblad ( en legio trivialiteiten die hier niet ter zake doen). Vanmiddag leek het op niks uit te draaien, tot ik bij de uitgang en stapeltje goed verscholen boeken zag liggen. Nonchalant trok ik het bovenst van de rij. Had ik het jubileumboek van de firma EDAH in mijn hand! (75 jarig bestaan.) Het Ministerie was er geen klant, bij de EDAH. Om nostalgische redenen is het echter een van de grootgrutters die blijft intrigeren. De firma is in onze directe omgeving gesticht in 1917 en lange tijd was EDAH de enige serieuze supermarkt in onze contreien. Mijn vader riep: “Mennke, gôh us wa kèès haole bai dun EDAH!” en ik begreep dat hij bedoelde dat ik naar de VIVO moest. Zo synoniem was EDAH met boodschappen en grutterei. En natuurlijk: sjem van dun EDAH, plèk plèk ( log 7 februari 2006). En passant viel mijn oog op een deeltje uit de Van Dishoek-reeks: Kreatief koken. Pastei en Patê van Ria Holleman (1973). Afrekenen levert altijd weer een komische scène op. Grote boeken één Euro, kleine vijftig cent. EDAH groot, Holleman klein, dat was duidelijk. Ingewikkelder werd het toen ik ook nog een mooi exemplaar van Kirsts’ 08.15 Omnibus te voorschijn toverde (antiquarisch, uitgave 1957). Dat boek is niet groot, maar wel zwaar, want dundruk. De kringloopjuffrouw besloot het volle pond te rekenen. Ik heb daar mee ingestemd.

© paul

RECEPTEN UIT HET GROTE BOEK VAN DE ALBESER KEUKEN…

Vanavond een recept uit dit boek; “Recepten uit het grote boek van de Albeser keuken”. We kochten het in Alba Italie, tijdens de natste voorjaarvakantie die we ooit meegemaakt hebben. Om een beetje droog te blijven bezochten we alle musea en kerken die we konden vinden en zo kwamen we op een tentoonstelling in Alba van de plaatselijke ‘heemkundekring’. Er was op dat moment een prachtige fototentoonstelling met als onderwerp de wijngaarden rond Alba. Alba ligt in het centrum van de wijnteelt in noord Italie, Er waren een fors aantal mooie boeken te koop, prachtig uitgegeven met veel foto´s. Maar alles natuurlijk in het Italiaans. De paar woorden Italiaans die ik beheers leken me niet genoeg om de boeken over wijn maken, truffels zoeken enzovoorts te kopen. Dit boek is behalve in het Italiaans, ook in het Duits uitgegeven, dus kochten wij de Duitse versie. De uitgave bestaat uit een fotoboek met achtergrondverhalen en dit deel met de recepten. Het is een verzameling van traditionele familierecepten en feestmenu´s. Uitgegeven door; Ordine Dei Cavalieri del Tartufo e dei Vini di Alba, in 1996. Behalve de wijn is Alba ook het centrum van de truffelhandel! (en ze maken er prachtige schoenen voor o.a. Gucci, helaas niet in mijn maat) De samenstellers van het boek hebben Albeser families geïnterviewd en de, vaak zeer oude, recepten opgeschreven. Eenvoudige gerechten, typisch voor deze wijnstreek zoals Rissotto al Barolo. Maar ook, hier niet te betalen, gerechten als Tartufi in insalata en Minestra di tartufi vind je in dit boek. De Minestra is een mooie gevulde kippensoep mét 50 gram truffel erin. (Witte Truffels kosten zo’n € 1400,- de kilo! Duur soepje dus) Ook een flink aantal feestmenu´s; voor Carnaval, het San Lorenzo feest, het San Luca feest, een menu voor Paasmaandag, en een afscheidsmenu als de zonen in het leger gaan. Een aantal restaurants uit Alba hebben  hun favoriete streekmenu opgeschreven in dit boek. Alle menu’s zijn voorzien van wijnsuggesties, met natuurlijk wijnen uit de streek. Kortom een prachtig boek om lekke

KNOFLOOKSOEP…

 

Ellen snottert en heeft een koude rug, collega’s blijven thuis vanwege winterongesteldheid, en ikzelf voel me ook al niet lekker. Het vriest en de wind komt uit Siberië, het is half bewolkt en er zit sneeuw in de lucht. De schrijver, dichter en voordrachtskunstenaar Johnny van Doorn beweert in zijn dagboekaantekeningen “Door de Weken Heen” een probaat middel te kennen tegen opkomende griepjes, winterdepressies en wat dies meer zij.

Hij schrijft: “Ik ging aan de slag onder de druk van de omstandigheden. 2 liter water aan de kook brengen, met daarin (schrik niet!) 30á 40 teentjes knoflook, van schilletjes ontdaan, plus 4 middelgrote aardappelen in blokjes. Als ‘t kookt 2 bouillonblokjes toevoegen; laten oplossen. “Echte bouillon”, getrokken van bv. runderpoelet, kan natuurlijk ook, maar bedenk wel dat de knoflook van zichzelf al een zeer sterk aroma heeft. Het vuur laag zetten, vervolgens in de pan: ‘n miniem scheutje olijfolie, Italiaanse kruiden, 2 kruidnagels, ‘n takje peterselie, ‘n laurierblaadje, een paar gekneusde peperkorrels, ‘n pietsje salie. Alles net zolang zacht laten koken (40 minuten) tot de teentjes en de aardappelblokjes zeer gaar zijn geworden. De bouillon door een zeef in een andere pan gieten. De massa die overblijft in de zeef met een lepel of vork fijnstampen, en volhardend door de zeef wrijven, waarbij de onderkant van de zeef steeds goed moet worden schoongemaakt. Ten slotte de soep op temperatuur brengen, wellicht naar smaak zout en peper uit de molen toevoegen en dan bestrooien met pikante gemalen kaas (beslist geen Parmezaanse-uit-een-pakje). Enfin, met stokbrood en een glas wijn erbij, weet je niet wat je proeft!

Johnny van Doorn stierf op 46 jarige leeftijd, 26 januari 1991. Het was een zaterdag, vandaag precies 15 jaar geleden. Er bestaat een recente uitgave van zijn verzameld prozawerk. Verder zijn nog een aantal dichtbundels courant. De VPRO geeft ruim 20 uren radiovoordracht uit. Op de foto: Wim Noordhoek en Johnny van Doorn (rechts) in 1986. VPRO Gids.

© paul