Recept om snel van een verkoudheid af te komen…

 

Het lijkt erop dat heel Nederland snottert en snift. De jaarlijkse verkoudheid slaat toe. Zeker hier in het Zuiden waar we een aantal dagen met teveel mensen, van te ongezonde leefgewoonten hebben genoten, vallen de slachtoffers met bosjes.

Bij toeval stuitte ik weer eens op het boekje “Cognac en Armagnac” van Wina Born.

In een stukje over cognac schrijft ze dat Harold H. Left in The International Record of Medicine (juli 1957) op basis van 39 publicaties van verschillende onderzoeken tot de conclusie kwam dat cognac een zeer gunstige invloed heeft op de spijsvertering enzovoorts enzovoorts. Maar waar het mij vandaag om gaat ;

Voor alle verkoudheidslijders, sniffers en snotters zegt Harold H. Left;
Als verkoudheid en griep, waar immers nog altijd geen afdoende geneesmiddelen tegen gevonden zijn, in alle hevigheid toeslaan, moet men de boze en kille wereld de rug toedraaien, met een warme kruik onder de wol kruipen en dan, zoals een aardige Engelse arts eens adviseerde: “aan het voeteneind van het bed een wandelstok rechtop zetten en er een bolhoed overheen hangen. En dan net zoveel hete cognac-groc drinken tot men twéé bolhoeden ziet”.

Volgende dag nergens meer last van!!! Het proberen waard?!

Afbeelding; Réne Margritte

© ellen

Berkhoekse calvados…

13 januari 2007 014

Op tien oktober van het vorig jaar schreef ik een stukje over de Cidre de Berkhoek. Althans over de wording daarvan. Nou, het gele goedje ontwikkelde zich wel degelijk tot appelwijn, maar te drinken was het niet…

Rian en Jeanne namen een kloek besluit en brachten het hele spul dan maar naar Henkie van de Belichting. Die toverde in het verleden al de mooiste eau de vie’s uit de meest onvolkomen vruchtenwijnen. En ook deze keer lukte het hem om er een goed stooksel van te maken. Het Ministerie kreeg een flesje aangeboden. Het smaakte jong, rauw, maar onmiskenbaar naar calvados. De geur ontwikkelde zich al redelijk en er was geen spoor van foezels (zeg maar slechte smaak- en geurstoffen). Een ferme 45 % alcohol bevatte de drank.

De verdere ontwikkeling van het goedje hangt af van de truuk met de eikenschilfers. Omdat ze op de Berkhoek geen eiken fusten hebben om de calvados verder te laten rijpen stoppen ze eikenhout in de afgevulde flessen. Looi- en andere zuren kunnen dan toch een beetje hun werk doen. Uit eerdere ervaring weet ik dat deze handelwijze de smaak nog fors kan oppeppen. Een beetje rauw zal het goedje altijd wel blijven, maar dat lijkt me niet erg. Ik houd wel van die typische scherpte van eigen stooksels.

Het etiket is ontworpen door Lotte van Eupotours. Let op de verspillende kabouter!

 

appelsnevel1

© paul

Cidre de Berkhoek.

 wijnjeanne

Echt het allerlaatste bericht van deze dag.
We kregen van Jeanne en Rian de bovenstaande foto per iemeel.

De appeltjes uit hun bongerd zijn geplukt en verwerkt. Een deel maakt furore als toekomstige appelwijn. Het zaakje staat al en week of drie te pruttelen. De planning is dat over pakweg drie maanden de transformatie tot cider een feit is. We houden je op de hoogte.

© paul

Créme de Cassis…

wijn 019

Buiten meet de thermometer een goede 30 graden, en binnen is het al nauwelijks minder warm. We maakten een ferme ochtendwandeling, de hond en ik. We liepen door de Pandelaarse kampen en via de gerenoveerde zandweg terug naar de Deel. Hond Max houdt het de rest van de dag voor gezien, hij ligt in de gang te slapen. Jan kwam op bezoek en we dronken samen koffie. Daarna moest er nog van alles in de tuin en het eind van het liedje was dat dit artikel het tot laat in de middag zonder tekst moest doen. Terzake nu:

Crème de cassis of Bessenlikeur, ik heb het altijd flauwe kul gevonden. Zelfs de beroemde Champagne-bessen cocktail heb ik altijd als een grapje beschouwd. Het goedje is me te zoet en te chemisch van smaak. Ons verblijf in Bourgondië zou daar geen verandering in brengen, dachten we, ook al is Crème de cassis één van de specialiteiten van het land. Ik had verder ook geen enkele moeite gedaan om iets meer van de Cassiswereld te begrijpen. Tot die ochtend van die wandeling. Dat plastic bekertje met dat rode vocht. Dat goedje, dat zo lekker smaakte bij ons vlees . Dat heerlijk en eerlijk geurde. En dat gemaakt bleek van een mix van jonge witte wijn en uitmuntende Crème de cassis.

Hoe zat het: Crème de cassis wordt op verschillende plaatsen gemaakt in Frankrijk, maar komt hij uit de Bourgogne, dan heet-ie (meestal) Crème de cassis de Dijon. Het betekent dat hij onder bepaalde omstandigheden en met de nodige beperkingen is gemaakt. Het woord Crème voor vruchtenlikeuren betekent in Frankrijk altijd dat het vruchtensap is verkregen door macereren, dat is het op natuurlijke wijze laten trekken van de vruchten (op pure alcolhol, op wijn, op azijn). Dit in tegenstelling tot Nederland en de rest van de wereld, waar een Crème zo kan heten zonder dat er ook maar één vrucht aan te pas is gekomen. Vandaar ook dat de Franse cassis geurt naar bessen. Verder leerden we dat Crème de cassis wordt aangeboden in sterktes van 16 en 20 % alcolhol. De cassis met het alcolholpercentage van 20 % bevat twee maal zoveel bessen als een crème met 16 %, maar slechts een achtste deel meer suiker. Vandaar de rijkere, vollere en fruitigere smaak. Een belangrijk deel van de Crème de cassis wordt nog door kleine producenten gemaakt en je kunt ze overal krijgen.

Traditioneel werd Crème de cassis altijd al met wijn gedronken, niet in de laatste plaats om de slecht wijn van een bepaald jaar toch drinkbaar te maken. Men noemde het gewoon blanc-cassis. De oudburgemeester van Dijon, Félix Kir, heeft in grote mate bijgedragen aan het weer populair maken van dat drankje, kort na de oorlog. Tegenwoordig heet de wijn-cassis mix dan ook Kir. En doe je het met Champagne dan heet het Kir Royal.

Op het Ministerie gebruikten we een lichte witte Portugese landwijn. Dat gaf met de cassis een voortreffelijk resultaat. Verder schonken we Kir Royal met behulp van Crèmant de Luxemburg en werd er geëxperimenteerd met diverse bieren. De uitkomsten waren meer dan bevredigend.

We schaften de Cassis van de foto aan in Beaune. Het is de beste die je kunt krijgen, en hij is ook nog eens van biologische oorsprong. Hij blijkt op een paar plaatsen in Nederland te krijgen (Amsterdam en Maastricht), en ook in Vlaanderen (o.a. Antwerpen.) En dat is goed te weten, want we zijn zo door onze flessen heen.

© paul

 

GRATIS FRUIT…

In eerdere artikelen wees ik al op de fruitbomen aan openbare wegen en plaatsen in Luxemburg. Het fruit dat deze bomen opleveren dient vooral tot meerdere eer en glorie van de Luxemburgse Eau de vie stokers. Het meeste van het openbare fruit is niet genietbaar als consumptiefruit, behalve dan in verstookte vorm. In het najaar zie je kinderen overal de onooglijke vruchtjes verzamelen. Zij kunnen daarmee een aardig zakcentje verdienen, de Stoker ziet ze graag komen. Doorgaans gaat het om appeltjes, maar ook pruimen en peren staan langs de kant van de weg. Overigens is er drie jaar geleden een laan van notenbomen aangeplant, openbaar en te zijner tijd door eenieder te oogsten, op slechts een paar honderd meter van onze Luxemburgse verblijfplaats. Wil je verder lezen, klik dan door naar Eau de vie de Prunelle en Bij Meneer Fisch…

© paul

BIJ MENEER FISCH…

We waren op bezoek bij meneer Fisch. We doen dat meestal wanneer we in Luxemburg zijn. Meneer Fisch is heerboer en destillateur. Hij vindt internationale erkenning met zijn stooksels en staat in Luxemburg bekend als één van de besten.
Hij verkoopt ook aan huis en je kunt op elk moment van de dag terecht. Ook zaterdag en zondag.
Altijd een vriendelijke ontvangst bij die man, en je wordt direkt meegetroond naar zijn heiligdom, de voorraadkelder. En altijd weer de vraag: “Wollen Sie schmecken?”
Vervolgens laat hij je proeven van de zaken waar hij op dat moment het meest van geporteerd is. Verder kun je overigens “schmecken” wat je wilt.

Het bedrijf is gevestigd in een prachtige carréboerderij, stammend uit de 18e eeuw (gelegen in het plaatsje Calmus, Gutland, Luxemburg).In die tijd is de eerste generatie Fisch ook begonnen met gedestilleerde drank. Aan de boerderij liggen velden met zwarte bessen. Die bessen vormden de grondstof voor de eerste likeurachtige drank uit de beginjaren, en die wordt ook nu nog geproduceerd. Inmiddels is het assortiment veel uitgebeider. Graan, frambozen, mirabellen, Williamsperen, kersen, appels, kwetsen, dat zijn de voornaamste vruchten voor de stook. Maar kan meneer Fisch een partijtje wilde pruimpjes aankomen, dan verstookt hij dat ook. Zo’n partij moet minstens 100 kilo wegen, anders loont het de moeite niet.

Meneer Fisch hanteert in princiepe één standaard voor elk stooksel. Gerijpt wordt op eikenhouten vaten tot de scherpte van de stooksels af is en de geurstoffen zich hebben kunnen ontwikkelen. De rijpingstijd is afhankelijk van de grondstof en het stooksel. Wordt een stooksel rijp bevonden dan wordt het gebotteld. Verouderen en narijpen op het vat doet meneer Fisch alleen voor eigen gebruik. Het is hem te ingewikkeld om allerlei verschillende standaarden per stooksel te verkopen. Goed is goed.
Jammer, vindt het Ministerie, want we mochten ooit uit zijn eigen (oude) vaatje tappen… Je weet niet wat je proeft!
Enfin… Dat wat je koopt bij meneer Fisch is een stooksel van een gemiddelde leeftijd, maar nooit echt jong. De kwaliteit is altijd goed, soms bovengemiddeld.
De prijs aan huis is prima.
Wij kochten een liter Mirabelle en 70 cl Kirsch en betaalden drieentwintig euro in totaal.

Ik schreef vorig jaar dat er nog 39 stokers zijn in Luxemburg, inmiddels zijn het er nog maar 35.
Ze vallen allemaal onder de Luxemburgse A.C. voor stooksel. Er wordt streng gecontroleerd. Officieel heet het: Marque Nationale des Eaux-de-Vie du Grande Duché de Luxemburg. (Sinds1985).

Klik door naar het algemeen artikel over Eaux-de-Vie, log 6 november 2005…

VACUÜM KOFFIE…

Cona systeem of Cona methode, zo wordt het systeem meestal genoemd. Eigenlijk heet het Vacuüm Koffie Methode. Cona is de merknaam van de belangrijkste producent van deze potten, maar er zijn nog andere producenten. Het systeem werd midden 19e eeuw ontwikkeld in Engeland en Duitsland, en daar wordt het heden ten dage nog volop verkocht (en dus gebruikt). Het gaat als volgt: grof gemalen koffie bevindt zich in het bovenste reservoir. In het onderste reservoir wordt water aan de kook gebracht. Door de druk van de waterdamp wordt het water omhoog geperst en vermengd zich met de koffie. Nadat de warmtebron is uitgezet wordt de koffievloeistof door het vacuüm met kracht naar het onderste reservoir gezogen. Het systeem is zo gemaakt dat je een heel heldere koffie, zonder enige verontreiniging, over houdt. Als je, zoals wij, gewend bent aan espressokoffie of koffie uit de cafetière dan doet de koffie uit de Conakan wat slap aan. Anderen zullen hem helder noemen, kwestie van smaak. Het onderste reservoir wordt als schenkkan gebruikt. In de koffiepottencollectie van het Ministerie staan twee van deze systemen te pronken. Verder bezit het Ministerie nog enkele potten van een aanverwant systeem, maar daarover een volgende keer. Onze potten dateren uit de jaren 30 van de vorige eeuw.

© paul

FIJNPROEVER (?) KLAAGT; MINDER KOFFIE IN SENSEO…

Zoals elke dag vanmorgen een heerlijk kopje koffie gezet in het kleine Meliorpotje. (Zie log 21 december 2005.) Ik doe er dan net zoveel koffie in als ik zelf wil. Dat is niet meer zo gewoon. Voor de senseodrinkers bepaalt Douwe Egberts de hoeveelheid koffie. Ik vind die senseokoffie toch al helemaal niet smaken, maar nu lees ik vanmorgen in de krant dat Douwe Egberts zomaar 0,3 gram minder koffie in de pads doet. Koffiedrinkers hebben geklaagd en wat bleek; al sinds mei vorig jaar bespaart Douwe Egberts op de koffie. Nu lijkt 0,3 gram bijna niets. Maar als je bedenkt dat Douwe Egberts per week 35 miljoen koffiepads produceert voor de Nederlandse markt, levert ze dat toch een besparing op van 10.000 kilo koffie. De prijs van de pads is gewoon omhoog gegaan in die tijd! Het verminderen van de hoeveelheid koffie moet absoluut niet gezien worden als bezuininging, aldus Douwe Egberts. Het heeft te maken met standarisering van het productieproces! Schandalig! Gewoon oplichterij. Wie niet meer uitgeknepen wil worden door Douwe Egberts, koop Eerlijk Koffie, dan worden er ook geen koffieboeren uitgeknepen!!!

© ellen

GRAPPA…

Zoals gezegd aten we gisteren buiten de deur. We kozen voor het restaurant van de Heer en Mevrouw Esposito. Een familierestaurant in de ware zin van het woord, want behalve meneer en mevrouw werken ook drie zonen en een nichtje mee. Het restaurant heet Al Visuvio, meneer Esposito is aan de voet van de vulkaan geboren. Ellen koos vitello tonnato en een mooie biefstuk met truffel en room. Een recept voor de vitello volgt binnenkort, want Ellen is vast van plan om het gerecht weer eens zelf te maken. Ik at bresaola met kaas en salade en hield het daarna bij een eenvoudige pasta met knoflook, olie en pepertjes. Bresaola is een soort rookvlees van runderstaart en wordt rauw en in dunne plakjes gegeten. Prima vlees. Het restaurant heeft een nieuwe huiswijn. Die wordt geproduceerd op drie kilometer van de geboorteplek van de restauranthouder. Hij was er apetrots op. De wijn is jong, en wat rauw, maar prima bij de maaltijd. De prijs-kwaliteitsverhouding is goed. Na de maaltijd liet men ons geheel vrijblijvend nog wat grappa’s proeven, erg aardig. Eén daarvan is het vermelden waard. Een grappa uit het noorden, gemaakt van de Barberadruif. De drank is negentien jaar oud, dus uit 1987. De smaak was meer dan goddelijk. Zacht maar duidelijk, zonder het flauwe dat oude grappa’s nog wel eens krijgen. Hij geurde mooi, maar niet overheersend. Grappa, zo zuiver als grappa maar kon zijn. Hier waren beslist geen andere aromaten aan te pas gekomen dan die van de droesem en die van het vat waarop de drank was gerijpt. Of ze deze grappa ook aan de man gebracht krijgen valt te betwijfelen. De prijs is een goede twintig euro per glas, en dat is machtig veel voor een dorpje in Zuid-oost Brabant.

© paul