Bijpraten…

perenbloesem

Het tempo zat er lekker in, één stukje per dag, soms twee. En dat voor een aantal dagen achtereen. Tot het noodlot toesloeg…

De valpartij met Hond Jaros veroorzaakte een infectie in een recente operatiewond aan mijn linker hand. Binnen enkele dagen was dat deel van mijn lichaam in het geheel niet meer te gebruiken. Met als gevolg ziekenhuisbezoek, extra behandeling en tijdelijke invaliditeit.

We hadden de zaken nog maar amper op orde, hier thuis, of de computer werd opgehaald voor een degelijke opknapbeurt. Natuurlijk het tegendeel van rampspoed, maar we waren dus even extra onthand.

Inmiddels is het apparaat terug, opgepimpt en wel. Inmiddels ook is Ellen alweer een aantal dagen uit de running. Zaterdagavond maakte ze een slipper op de overloop van ons huis. In haar val greep ze naar de trapleuning, die brak af en Ellen stuiterde een stukje naar beneden. Pijnlijke kneuzingen aan armen, rug en bil. Nauwelijks in staat om te lopen, zitten gaat helemaal niet. Blijft over: staan of liggen. Ellen kiest voornamelijk voor het laatste.

Daarbij wordt er door de Firma Snijders druk gewerkt aan onze keukenvloer. We krijgen nieuw Marmoleum. Geweldig natuurlijk, alleen blijkt het tijdstip wat beroerd gekozen, gezien de deplorabele staat van ons gezinnetje. Ook wil de smeervloer niet goed drogen en kost het me de grootste moeite om Hond Jaros van die vloer te houden. Er kan niet gekookt worden, en ergens anders gaan huizen is geen optie, gezien Ellens immobiliteit.

Verder gaat alles eigenlijk wel goed. We hebben zat steun en support van vrienden en familie, de perenbloesems van Marleen zijn een troost.

Wat er verder ook nog staat te gebeuren, ik ga je de komende maanden op de hoogte houden van een voettocht van 2400 kilometer, die vanochtend zijn aanvang nam. Ans en Jan zijn sinds enige uren op weg naar Santiago de Compostella.

© paul

Poolse Pierogi van de Helmondse zaterdagmarkt…

pierovi

Zoals nagenoeg elke week bezochten we de Zaterdagmarkt in Helmond. En ook nu weer kochten we er citrusfruit, noten en dadels. Nederlandse en Italiaanse kazen, verse sardines, groenten en kruiderij. Anemonen voor Marleen, tulpen voor Ellen en kruidenkaas voor Het Kind. De Jongste Bediende kreeg het notoire broodje kebab en voor mij was er een portie pierogi.

Naast alle Nederlandse marktkooplui vind je er Hongaarse, Turkse, Indonesische, Viëtnamese en Chinese neringdoenden op de markt. En sinds een goed anderhalf jaar is er dan die Poolse mevrouw en haar dochter. Ze staan met hun vreemde hoge kar aan de rand van de groentenmarkt, tussen de Grote Markt en de Koninginnewal. Ze verkopen er hun zelfgemaakte gevulde deegkussentjes. Je bestelt ze per vijf of tien stuks. Ze kunnen gevuld zijn met vlees, met kaas, met ui en aardappel. Maar de lekkerste (naar mijn bescheiden mening) zijn die met zuurkool en paddenstoelen. Officieel heten ze pierogi z kapusta i grzybami.

Pierogi zijn gevulde kussentjes van ongerezen deeg, een beetje te vergelijken met de Italiaanse ravioli, maar groter en halvemaan vormig. Ze worden gekookt en vervolgens rijkelijk overgoten met in boter gebakken ui. Je eet ze als voorafje, als hoofdmaal, als borrelhap. Je eet ze op de kermis, de jaarmarkt, bij het huwelijksfeest. Net als onze bitterbal, maar degelijker, voedzamer…

Pierogi komen voor in heel Oost-Europa, ook in de Oekraïne, in Rusland en op de Krim. Ze spelen een rol in de Joodse keuken, in de Baltische staten en in Finland. Ze heten dan altijd een beetje anders, het woord pierogi is onvervalst Pools.

Doorgaans loop ik even langs de kraam bij aanvang van onze markttocht. Ik bestel mijn portie en beloof die over een goed halfuur op te komen halen. Pierogi worden namelijk gekookt en de uien vers gebakken. Dat neemt nogal wat tijd in beslag en voor je het weet sta je een kwartier te wachten. Je kunt ze overigens ook ongekookt kopen en later het gerechtje afmaken. Ik warm de gekookte kussentjes met ui en boter thuis op in de oven, dat gaat prima. Je eet ze liefst warm, eventueel met een klodder zure room. Appelmoes schijnt een aangename begeleider te zijn, ik heb het nooit geprobeerd. Ook gesnipperde bacon of blokjes uitgebakken spek zijn geliefd, ik kan me daar vanalles bij voorstellen.

De pirosjki, die Ellen met regelmaat maakt voor grote gezelschappen, zijn ongetwijfeld familie van de pierogi. Alleen worden die niet gekookt maar gebakken. Het deeg is ook iets anders… Pelmeni komen dichter in de buurt!

Ik betaal voor mijn portie van tien stuks vier euro. Die met vlees zijn iets duurder.

©paul

Van die onschuldige ogen…

Jaros

Een vriendelijke vraag van een lezer: Ik weet het, het is een ‘eten/koken’-blog. Maar toch graag meer verhaaltjes en foto’s van Jaros.

Nou Aïda, misschien moeten we dat even niet doen. Hand Jaros bietste een pond gehakt van het aanrecht en vrat het meteen op! Die hond ligt hier voor onbepaalde tijd uit de gratie, dat zul je begrijpen…

Groet, Ellen-Paul

 

Guazetto di pesce e fagiolio (witvis met bonen en tomaten)…

Guazzetto di pesce e fagioli

Afgelopen najaar kocht ik een boek  van de Australische kookschrijfster en culinair uitgever Loukie Werle. De titel luidt: La Cucina della Mamma. Eronder staat dunnetjes gedrukt: De geheimen van Cucina Povera. Over de Italiaanse volkskeuken dus…

Het boek is mooi uitgegeven. Het is gebonden en omvat zo’n driehonderd pagina’s. De recepten zijn traditioneel, relatief eenvoudig, gemakkelijk na te koken en allemaal prima betaalbaar, naar het Romeinse credo: Più se spenne e pejo se magna. (Hoe meer je uitgeeft, hoe slechter je eet…)

Overdadig, paginagroot fotowerk van Alan Benson. Meestal vind ik een veelvoud aan foto’s zonde van de ruimte. Schrijf maar wat meer over eten denk ik dan, de plaatjes maak ik zelf wel. Maar in dit geval ben ik blij dat er gekozen is voor veel fotoruimte. Het levert schitterende prenten op. Het concept van de vormgeving is: linker pagina het recept, rechter pagina de foto. Dat maakt het boek ook een beetje tot een salontafelboek, maar ik ben er verguld mee.

Er zijn van die combinaties die ik niet verzonnen krijg. Een gerecht van bonen en vis bijvoorbeeld, het kwam nooit in me op. Terwijl, wanneer je er over nadenkt, het helemaal niet zo raar hoeft te zijn. Ik vond een recept van vis met bonen in La Cucina della Mamma. Ik paste het wat aan, omdat ik slechts voor ons tweeën zou koken en het oorspronkelijk recept voor vier personen geschreven is.

  • 300 gram gefileerde schelvis,
  • 200 gram kerstomaatjes,
  • 250 gram (gekookte) cannellinibonen,
  • 150 ml droge witte wijn,
  • 2 tenen knoflook,
  • een gesnipperd vers pepertje,
  • olijfolie,
  • verse platte peterselie,
  • peper en zout.

Verhit de olie en bak daarin de knoflook even aan, bij matig vuur. Voeg dan het pepertje, de gehalveerde tomaatjes en de wijn toe en laat alles een goede tien minuten pruttelen. Voeg dan de bonen toe en laat het geheel nog eens vijf minuten gaan, niet te hard, anders koken de bonen stuk. Maak af met zout en peper en een deel van de gekate peterselie.. De in brokken gesneden vis mag er nu bij. Laat de ingrediënten nog een goede tien à vijftien minuten gaan, totdat de vis gaar is. Heet opdienen in diepe, voorverwarmde borden. Strooi de rest van de peterselie over het gerecht. Voor ieder een partje citroen en een paar sneden geroosterd brood.

  • Door de witte wijn en de tomaatjes wordt je gerecht nogal nat. Het is tussendoor een beetje goochelen met de hitte onder je pan om de zaak in te laten koken, maar zodanig dat het niet droog wordt. Dat lukt best, maar je moet er wel bij blijven. De bedoeling is dat je een ingedikte tomatensaus overhoudt.
  • De smaak van de saus is uiteraard afhankelijk van de tomaten die je gebruikt. Die kerstomaatjes (cherrytomaten) zijn ideaal vanwege het zoet en het zuur wat ze afgeven aan de saus.
  • Beter zou zijn om zelf bonen te koken, maar daarvoor ontbrak me tijd en voorbereiding, ik gebruikte bonen uit blik. Ik koos voor cannellinibonen van Bonduelle. Ze waren stevig en smakelijk.
  • Ik nam schelvis voor dit recept omdat ik die nog had liggen. Elke witvis is echter te gebruiken, dat snap je wel.
  • We dronken er een glas Gewürztraminer bij. Een Pinot gris of blanc zou beter zijn  geweest.

© paul

Fietsen met Hond Jaros…

DSC_0012 - kopie

Het geweldige weer nodigt uit tot een ferme fietstocht met de hond. Hond Jaros doet het goed langs de fiets en ik heb de meest veilige methode voor ons beiden bedacht. Voor dit doeleinde gebruik ik de fiets van Marleen: geen stang, lage instap en terugtraprem. Ik wandel de anderhalve kilometer van ons huis naar de Witte Brug, neem daar de fiets, maak mijn ronde, zet de fiets terug en wandel de anderhalve kilometer naar huis.

Vandaag besloot ik redelijk vroeg op de dag te vertrekken. Ik wilde naar de Kokse Hoeve fietsen, en vandaar via Esdonk richting Boekel, om dan halfweg af te slaan terug naar het eigen dorp. Een knap lange tocht, maar Hond Jaros loopt hem doorgaans moeiteloos. Fietsen met een ADHD-hond is zoiets als fietsen op een E-bike. Je trapt eens wat, je schuift moeiteloos door het landschap, vermoeidheid komt niet voor in je woordenboek. De hond doet met liefde en plezier aardig wat werk.

En dan ineens blokkeerde het achterwiel van de fiets. Zomaar uit het niets, geen enkel voorteken. De tegengestelde krachten van een trekkende hond en een weigerend achterwiel maakten dat ik met fiets en al omtuimelde, met mijn snufferd in de modder dook en zeer krachtige magische verwensingen uitte. Het gedoe gebeurde op het verste punt van onze tocht. Een klein stukje verder lag de weg van Boerdonk naar de Kokse Dijk alwaar we aan de terugtocht zouden beginnen.

Met moeite maakte ik het achterwiel vrij en bewegend, zodat ik de fiets kon duwen. Voor enigerlei reparatie had ik natuurlijk geen spullen, ik moest lopen. Nu maakte het geen bal uit welke richting ik uitging, vooruit of teruguit. Het was allemaal even ver. Veel te ver! Een goede zes kilometer had ik voor de boeg, mét hond, mét kapotte fiets.

Ik hield nog even een ferm wandeltempo aan, maar al snel schakelde ik terug. De zon kaatste op mijn voorhoofd, nergens schaduw. De wegen kaarsrecht, kilometers lang. De kaniedassen kleurden dan wel oranje met hun ontluikend blad, beschutting tegen het felle licht en de brandende zon boden ze niet. Ik had het alweer helemaal gehad met deze zomer (maart ?!). Ik ben en blijf een herfstmens, een wintermens.

Tegen de tijd dat ik terug kwam in ons dorp verkeerde nog slechts mijn humeur in staat van onderkoeling, al het andere was oververhit. Ik zag ervan af om neer te strijken op een terras. Ik had er gewoon geen zin in, ik sjouwde door naar huis.

Ik kreeg van mezelf een glas pils, ik had het verdiend. Ik dronk het in de koelte van onze keuken. Een relatief voordeel van mijn debacle was dat ik mezelf zonder enig schuldgevoel kon ontslaan van al mijn verdere taken. Ik hoefde niks meer, ik kon schuldeloos gaan zitten lezen, of misschien een paar delen Game of Thrones kijken… Hond Jaros maakte intussen zijn kilometers in onze tuin. Van voor naar achter; en nog eens, en nog eens… Alsof hij nog helemaal niet uit was geweest. En daarna sliep hij de slaap der onschuldigen, op zijn eigen plek, in de zon, op de tuintafel. De Spaanse Sloerie

© paul

Eerst over Hotel-Restaurant Feldmann in Münster…

Münster DE

We bezochten de Duitse universiteitsstad Münster naar aanleiding van een tentoonstelling in het aldaar gevestigde Picasso museum. Maar het was ook een dagje uit, nu het voorjaar zich in alle toonaarden liet gelden. Ruim tijd voor een uitgebreide stadswandeling langs Hanzegotiek en noordelijke barok, afgewisseld met verbazend kunstig geïntegreerde moderne architectuur. En natuurlijk moest er gegeten worden.

We stonden wat te dralen voor Clemenskerk, een barok taartje, in de 18e eeuw opgetrokken als onderdeel van het klooster van de Orde van de Barmhartige Broeders. Hotel-Restaurant Feldmann is zowat tegen die kerk aangebouwd, je kunt er dan ook nauwelijks omheen. De menukaart op de gevel oogde aantrekkelijk en we waren toe aan een rustplek met voedsel en toilet. Het bleek een voortreffelijke keuze.

De menukaart was klein, maar divers. Goede Duitse keuken met een licht Italiaanse toets. En enkele streekgerechten. Ik koos Westfaalse bloedworst, geserveerd met uiencompote in bladerdeeg en toefjes aardappelpuree met appel. Bloedworst zoals ik hem nog nooit gegeten had. Zalvig zacht, smeltend in je mond, maar vol van smaak en heel delicaat, bijna zoet. De uiencompote kwam uit eigen keuken, degelijk vakwerk…Münster DE

Als gekend carnivoor ging Ellen voor een stuk rund: Omaha Beef Filet. Het schijnt een begrip bij vleesliefhebbers te zijn en op Ellens bord stelde de filet dan ook op geen enkele manier teleur. Maar liefst 225 gram Amerikaanse biefstuk, licht dooraderd, als boter zo zacht. En heel smakelijk…  Daarbij gebakken aardappeltjes en een romige kruidenboter uit eigen keuken. (Ik zet dat laatste er maar bij, het is tegenwoordig een uitzondering in de Horecaf…). Een on-Duitse salade erbij, met zacht groen, veel ei en broodcroutons, ook al zelf gemaakt. Dat alles onder een zachte mayonaisesaus.

We dronken een mooie droge Grauburgonder uit de Pfalz bij de maaltijd en een kop espresso (kwaliteit Milano) toe… De rekening bedroeg € 54,-

Alle lof over de bediening: accuraat en oprecht vriendelijk, zonder opdringerig te worden. Hoewel… Nadat ik de rekening had voldaan vroeg het meisje een beetje beschroomd of wij misschien uit Frankrijk kwamen. We keken elkaar verwonderd aan. Nee, uit Nederland… Het meisje leek nu echt in verwarring. Münster, en ook Restaurant Feldmann, ontving elke dag Nederlanders en die klonken toch écht anders?!

Het duurde even voordat het muntje bij ons viel. Ons Duits is van dien aard dat we best een flinke boom op kunnen zetten. Onze uitspraak en klank zijn echter onderhevig aan datgene wat we oppikken en gebruiken in Luxemburg. Ons Duits is doordesemd met Luxemburgs-Franse leenwoorden en onze uitspraak is wat zangerig. Wij zijn Zuiderlingen!

© paul

Runderstaart op z’n best (volgens mij)…

ossenstaart uit de oven
Ten overvloede: runderstaart, die koop je gewoon bij je slager. Het is prima vlees, doorgaans heeft je slager er al hapklare brokken van gemaakt. Je trekt er de beste soep van, en als stoofvlees laat het zich nauwelijks evenaren. Evenwel: een vragenrondje langs de vrienden en vriendinnen leert dat niemand, let wel: niemand, zich geroepen voelt om er een maaltijd mee te bereiden. Zonde toch, eeuwige zonde…

Enfin, je moet het allemaal maar zelf weten, wij blijven dat staartvlees met regelmaat eten, ook als soep. Ellen kocht het vandeweek, ik maakte het vandaag klaar. Ik gebruikte mijn eigen recept van 19 december van het afgelopen jaar. En ik werkte exact volgens mijn eigen beschrijving, maar…

Ik gebruikte een grotere pan en de temperatuur van de oven bleek hoger te staan. Ik moest dan ook twee maal wat vocht toevoegen. Da ‘s natuurlijk geen probleem, ik wil er alleen maar mee zeggen dat je je zaakjes wél in de gaten moet houden. Doe je dat, dan durf ik je blindelings succes te garanderen. Probeer het zelf…

Erbij een saus houdende pasta, genaamd Trottole. Espresso deden we vandaag niet, wel een stukje brie de meaux.

© paul

Carnavale…

 

Toon

Carnaval, feest van herkenning, feest van vervreemding. Feest van het Zuiden, feest voor het Vasten. Feest van iedereen…

Wonderwel krullen er ondanks alles wat spookachtige rafelranden rond de grenzen van het feest; onwillekeurig  moet ik altijd even aan Nightmare on Elm Street denken?

© paul

Citroenboontjes met bleekselderij en appel volgens Mevrouw Meijer…

boontjes met bleekselder en appel Mevrouw Meijer onderhield een kookrubriek voor NRC-Handelsblad vanaf 1973 tot ergens in het jaar 1987. Haar schrijfsels resulteerden in een kookboek (hoe kan het ook anders) getiteld De Avontuurlijke Keuken. Verder publiceerde ze over de Turkse keuken, over vegetarisch eten en (van geheel andere aard) over haar gedeelde kampervaringen met Anne Frank. Berthe Meijer overleed in 2012, ze was 74 jaren oud. Van haar Avontuurlijke Keuken bezitten wij de vierde druk, jaargang 2008, de eerste druk verscheen in 1988. Ik schafte ons exemplaar heel fortuinlijk aan in de ramsj, alweer enige jaren terug. Een rondje internet leert me dat het boek tegenwoordig gewild is en de prijzen de oorspronkelijke uitgaven overstijgen. De Avontuurlijke Keuken biedt een goede 600 recepten. Na nagenoeg elk recept volgt een menusuggestie, waarvan alle onderdelen weer teug te vinden zijn in het boek. Verder zijn de recepten gerangschikt naar de maand waarin ze het meest actueel zijn. De recepten zijn allemaal gemakkelijk na te koken en bieden toch aanzienlijk meer dan de gestampte pot. Al met al zou je probleemloos een jaar uit dit boek kunnen koken zonder ook maar een moment verveeld te raken. Mijn heer en meester Johannes van Dam schreef met warme liefde en grote waardering over Mevrouw Meijer. Als dat geen aanbeveling is… Vanavond kookte ik een bonengerecht na. Natuurlijk rommelde ik wat met de receptuur, maar dat hoort ook zo. Ik kookte voor twee personen.

  • 200 gram gedroogde citroenbonen (eventueel witte bonen), een nacht tevoren in de week gezet in ruim water zonder zout,
  • 2 eetlepels boter,
  • vers gemalen peper,
  • vers gemalen nootmuskaat,
  •  2 eetlepels room,
  • 250 gram bleekselderij,
  • 1 goudrenet,
  • 1 vers pepertje,
  • beetje limoensap,
  • zout.

Kook de bonen gaar met zoveel water dat ze onder staan. Doe er een lepel boter bij, vers gemalen peper, het gesnipperd vers pepertje en de nootmuskaat. De kooktijd beloopt doorgaans ongeveer twee uur, maar controleer tussentijds, bij sommige soorten bonen gaat het veel sneller. De bedoeling is dat aan het eind van de gaartijd het vocht grotendeels verdampt is. Voeg dan pas zout en slagroom toe. Laat de bonen vervolgens heel zachtjes doorpruttelen. Verhit de andere lepel boter. Daarbij gaan de fijngesnipperde selderij en de grof gesnipperde appel. Laat ze mooi uitzweten, niet te lang, ongeveer een minuut of zes. Schep de groenten vervolgens door de bonenschotel en voeg enkele druppels limoensap toe en verwonder je over hoe geweldig die smaken van appel, boon en selder zich samenvoegen. Dien heet op. Erbij bijvoorbeeld gegrilde lamskarbonades…

  • Tis en blijft gedoe met die bonen. Alle rassen en soorten reageren verschillend, elkeen heeft zijn eigen wel- en kooktijd. Afgezien van enkele algemeenheden is geen generaal advies voor te geven, je zult het zelf proefondervindelijk moeten uitvinden.

© paul

Bloesem van wilde appeltjes…

bloesem

Je kunt er dus écht niet meer omheen: lente

En wacht maar eens lezer, tot ik je de Japanse appelbloesems laat zien… Ik schreef dat in een vorig artikeltje. Nou lezer, asjeblief. Heb ik teveel gezegd? Mooi zijn ze, of niet soms? En niet alleen in het erkertje van onze boekenkast staan ze te pronken, in het plantsoen aan de Ruyschenberghstraat, waar ik ze bietste, zijn ze ook open gegaan. Gewoon in de vrije natuur.

Ellen verraste me gisteren met een fles whisky. Goed gekozen, een van mijn favoriete merken. Laphroaig heet deze, gemaakt onder en met de rook van Port Ellen.

Ik heb de fles in tact gelaten, ik moest vannacht immers werken en het staat zo raar om met een whiskykegel voor je broodheer te verschijnen.

Maar zo meteen, terwijl de grouwheid van de dageraad langzaam oplost in het licht van de dag, en jij nog ligt te doezelen in je warme bed, dan lezer, dan open ik de fles en schenk me een glas in van dat vloeibaar goud. Ik zet me in de zwarte fouteuil en ga een uurtje naar die bloesem zitten staren. En daarna slaap ik een gat in de dag. Nog één nacht te gaan…

© paul