Jam van zwarte en rode bessen…

zwarte bessenDe Jongste Bediende kwam hier even binnenhollen met een tas vol doosjes. “Bessen, ik heb ze maar snel geplukt voor de vogels alles opeten. Zie maar wat je er mee doet, jam, taart. Doei”… en weg was hij weer. Tja, zo gaat dat met fruit, het overvalt je op de meest ongunstige momenten; het is altijd te warm, geen tijd, geen zin. Maar fruit wacht niet, je moet het meteen verwerken. Door schade en schande wijs geworden zorg ik in de zomertijd altijd dat ik in ieder geval suiker op voorraad heb en een hoeveelheid glazen potjes. En een ventilator; het is of de duvel ermee speelt, altijd op de heetste dagen van de zomer komt er een berg fruit op mijn pad. Maar goed, niet klagen, ik ben heel blij als ik op zo’n hete dag een zak met bessen krijg of een plantage frambozen langs mijn wandelpad vind.  

Jam maken dus, bij 30 graden! Ik moest alleen even goed nadenken wat en hoe; het is al lang geleden dat ik zwarte bessen tot jam verwerkte. Met pitjes? Gelei maken? Aalbessen en zwarte bessen door elkaar gebruiken? Ach, te weinig tijd en te warm om er een groot punt van te maken. Paul verwijderde, zittend voor de ventilator, met een engelengeduld de steeltjes en bloemaanzet. Intussen maakte ik de potjes schoon.(Schone potten spoelen in gloeiend sodawater en naspoelen. Dan op de kop op een schone theedoek zetten) In de Elzas, waar veel zwarte bessen verwerkt worden, verwijdert men soms de pitjes met de aangeslepen punt van een ganzenveer; dat ging ons echt te ver! Ik besloot gewoon de rode en zwarte bessen, samen 2500 gram, door elkaar te gebruiken. Verder niet moeilijk doen, velletjes en pitjes gewoon in de jam laten. Ik had de bessen kunnen koken, vervolgens zeven door een doek, het opgevangen sap afwegen en dan suiker toevoegen en gelei maken. Te veel gedoe. Doe de bessen in de koperen confiture-pan en breng ze samen met 1 kilo geleisuiker aan de kook. Stamp een deel van de bessen stuk met een houten stamper zodat een deel wat kneust. Als alles kookt en de suiker helemaal opgelost is, nog één minuut doorkoken en dan snel de potten vullen. zwarte bessen
Ik gebruik altijd verschillende maten potjes, grote kleine door elkaar. Voordeel daarvan is dat je nooit met halfvolle potten zit.

Toch altijd weer een mooi gezicht zo’n voorraadje zelfgemaakt lekkers. Veel jam eten wij niet, maar er zijn altijd genoeg liefhebbers te vinden.

Ik ben niet de enige blogger die druk is met jam maken deze dagen. Lees ook de verhalen en recepten van Sophie van Wijnen en Antoinette Coops. Sophie maakte jam van aalbessen zónder stukjes en Antoinette maakte jam van aardbeien met Limoncello.

Enfin, inspiratiebronnen genoeg!

© ellen.

Pesto en pasta, natuurlijk zelfgemaakte pesto met basilicum uit eigen tuin…

pasta met eigengemaakte pesto Het was zo’n dag vandaag… brr, niks leuks te melden… allemaal ellende… en het regende ook weer… Tijd voor troosteten! De moed ontbrak mij om nog boodschappen te doen maar gelukkig waren alle ingrediënten voor troostrijk eten voor handen; basilicum, knoflook en goede olijfolie. Fatsoenlijke pasta, pijnpitjes en lekkere kaas. Alles wat je nodig hebt om een mooie pesto zelf te maken.

Vriendin Marleen zaait voor haar enorme tuin van alles in bakken, potjes en bakjes om zo iets minder kwetsbare plantjes uit te kunnen planten in de grote tuin. Soms is dat teveel, veel teveel. In het geval van de basilicum was het véél teveel! Ik kreeg dus een aantal zaailingen. Nog piepkleine basilicumplantjes. Onze tuin is te klein, veel te klein om rijtjes basilicum uit te zetten dus besloten we ze in een grote bloempot te plaatsen. En toen werd het tropisch warm… Daar is basilicum dol op! We zagen de planten met de dag groeien en vandaag al waren we aan oogsten toe. Precies op het goede moment was er de prachtige, krachtige geur van de planten om mijn humeur weer wat op pijl te brengen… Zelf pesto maken, dat is iets heel anders dan zo’n potje uit de winkel! Eigenlijk helemaal niet veel moeite, resultaat, geweldig.

Zorg dat je verse basilicum hebt. Gebruik alleen de mooie verse blaadjes. Een blender of keukenmachine is handig, stampen in een vijzel kan ook maar kost wat meer moeite.
basilicum in volle groei
Neem

  • 100 gram basilicumblaadjes
  • 3 eetlepels pijnpitten
  • 8 eetlepels goede olijfolie
  • 3 teentjes knoflook
  • een beetje zeezout
  • 50 gram Parmezaanse kaas en ongeveer twee eetlepels Pecorino
  • een flinke klont boter

Doe alle ingrediënten, behalve de kaas  en boter, in de keukenmachine en mix tot het een homogene massa is. Als je geen keukenmachine hebt kun je ook de staafmixer gebruiken.

Als je ook geen staafmixer hebt wordt het even flink werken. Snijd dan de blaadjes zo fijn mogelijk en doe alle ingrediënten in een diepe vijzel. Stamp dan tot alles mooi gemengd is. Met de hand duurt dat wel even maar het ruikt heerlijk!

eigengemaakte pesto

Schep de saus over in een kom en meng er nog 150 gram versgeraspte Parmezaanse kaas en twee eetlepels Peccorino door. In de buurt van Genua waar dit recept vandaan komt roeren ze er ook nog een flinke klont zachte boter door.

Kook intussen de pasta al dente en giet ze af. Voeg een lepel van het kookvocht aan de pesto toe en schep de pesto door de pasta. Bestrooi met nog wat Parmezaanse kaas.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Zwoele zondag…

IMG_4645
De zondagmiddag verliep in een aangename loomheid. We hadden Marjan en Marcel uitgenodigd voor een zondagse lunch. Het werd tijd om de afgelopen 30 jaar eens bij te praten, en een maaltijd leek daarvoor een uitgelezen gelegenheid. De gerechten waren enigszins op het warme weer afgestemd en de dranken smaakten aangenaam en verkoelend. Tot dan die vurige Bourgogne op tafel kwam, die was niet koel, maar leende er zich er onberispelijk toe om de conversatie te verdiepen.

Kort nadat de gasten in de late namiddag huiswaarts keerden, en wij de laatste hand legden aan de vaat, stond daar de Jongste Bediende op de stoep. Met de complimenten van Marleen overhandigde hij een partij bessen, rode en zwarte. Vers geplukt uit de tuin aan de Witte Brug; onbespoten, bijna biologisch en met liefde gekweekt. En daarbij ook nog een doosje kroesels. (Die vruchtenbolletjes blijken in andere delen van de wereld kruisbessen te heten.)

We klonken nog een glas koelte op de warmte van de dag en memoreerden de belangrijke zaken van afgelopen week. Ik herinner me daarvan nog enkele dingen die er echt toe deden, de rest is me ontgaan. Het werd wat wollig in mijn hoofd.

Die bessen zijn intussen verwerkt tot een mooie confituur, maar daarover morgen.

Over het toetje van onze lunch laat Ellen weten dat ze er niet over zal schrijven. Dat heeft ze namelijk al vaker gedaan, en overdaad schaadt. Geen nood lezer, klik eenvoudigweg op Roomijs met aardbeienpepersaus aan…

© paul

 

Wortel- sinaasappel- saffraansoep, een zomersoep

wortel- sinaasaapel- saffraansoep
De afspraak was al lang geleden gemaakt; we hebben allemaal een drukke agenda, maar vanmiddag zouden we dan toch eindelijk eens lunchen met oudste nichtje van Paul en haar man. Leuk om herinneringen op te halen onder het genot van een hapje lekker eten.

Ik had van alles bedacht, voorgerecht, tussengerecht, hoofdgerecht, dessert… een mooie lunch zou het worden… Tot de temperaturen deze week extreem begonnen te stijgen. Mij vergaat dan alle trek en de meeste mensen eten dan niet meer echt veel midden op de dag. Ik besloot dus het menu aan te passen en alles wat lichter te maken. Na lang bakkeleien met Paul kwamen we tot een menu voor tropische dagen;
een lichte zomerse soep van bospeen met saffraan en sinaasappel, daarna eigengemaakte ravioli met een vulling van ossenstaart en groentensaus en toe vanilleijs met aardbeien pepersaus.

De soep was een verrassend succes. Zeer geschikt voor tropische temperaturen, zomers, luchtig, lekker. Je kunt deze soep warm, maar ook koud eten. Ik vond het recept in een bundeltje kookboekjes dat ik eens kocht in Arlon op de markt. In het Frans dus. Eerdere probeersels uit de boekjes, (drie deeltjes in een cassette) leerden ons al dat de receptuur niet helemaal klopte. Geweldige ideeen, goede productinformatie, maar haperende beschrijvingen. Tel daarbij op dat ons Frans ook niet helemaal vlekkeloos is en je hebt zo iets geheel anders. Maar toch, de basis bleef, de rest gaf ik maar een eigen draai…
wortelsoep

  • Voor vier personen
  • 500 gram bospeen, van die mooie jongen worteltjes met vers loof, gewassen en geschild
  • 4 eetlepels olijfolie
  • 150 cc vers geperst sinaasappelsap
  • wat druppels Tabasco
  • de schillen van de worteltjes
  • bijna een liter water
  • 1 kippenbouillonblokje
  • een flinke pluk saffraan
  • kleine bolletjes buffelmozzarella
  • een paar takjes munt

Was de worteltjes zorgvuldig en schil ze met een dunschiller. Bewaar de schillen! Zet de schillen op met een liter water, een bouillonblokje en een plukje saffraan. Trek er op een laag vuur een bouillon van. Blancheer de takjes munt even in deze bouillon. Vis ze er na een minuut uit en laat ze even schrikken onder koud water. Bewaar de munt voor de garnering.

Hak de geschilde worteltjes in dunne plakjes. Verwarm in een pan de olijfolie en stoof daarin de worteltjes heel zachtjes even aan. Giet er het sinaasappelsap bij en stoof ongeveer 20 minuten. Schep sap en worteltjes in de blender. Zeef de schillenbouillon en voeg het bij de wortelschijfjes. Pureer tot je een mooie egale massa hebt. Voeg naar smaak wat druppels Tabasco toe.Je kunt dan kiezen of je de soep koud of warm wilt eten. Dus of koelen, óf nog even doorwarmen. De mo

Schenk de soep op borden of kommen. Schep op elk bord een paar bolletjes mozzarella en garneer met een takje munt.

 

Doperwtjes á la française…

verse doperwtjes
Wij proberen zoveel mogelijk seizoensgroenten te eten. Duurzaam, gezond en lekker. De meeste groenten eten we gewoon zonder er verder hemelhoogjuichende verslagen over te schrijven, seizoenen komen en gaan; dan zijn er veel pompoenen, dan de eerste boerenkool, de eerste zomerbietjes. Lekker allemaal zonder meer, maar er zijn een paar uitzonderingen, een paar groenten  waar we heel blij van worden… De eerste asperges, daar kijken we naar uit! We houden zo begin april de site van de familie van Dinter in de gaten… zijn ze er al? Het seizoen voor de asperges is maar kort, de laatste worden deze week alweer gestoken en dan is het weer afgelopen. Ik heb dit jaar niet veel geschreven over asperges, we aten ze vaak maar soms herhalen dingen zich en lijkt het niet de moeite waard om een recept hier weer te herhalen. Tja, en voor je er erg in hebt is het gewoon te laat…

Tijd voor een nieuw seizoenswondertje; doperwtjes, vérse doperwtjes! De jaarlijks terugkerende troost voor het einde van het aspergeseizoen. Als je zelf een moestuin hebt met van die lekkere erwtjes ben je een gezegend mens! De meesten van ons zijn echter afhankelijk van de nukken van de groentenjuweliers, en goed gesorteerde weekmarkten (in de super vind je ze al helemaal niet). Zo vanaf half juni is het opletten geblazen; opeens zijn ze er en even later is het alweer afgelopen. Eén weekendje weg en je kunt al te laat zijn. Ik moet toch de Jongste bediende eens zien over te halen een rijtje erwtjes in zijn tuin te zetten. Ik zal er als dank voor hem een lamsbout bij  klaarmaken!

Goed, afgelopen zaterdag was het zover, ik kocht een kilootje mooie verse erwtjes. Ik maakte ze vandaag klaar á la française. Ik vond het recept een paar jaar geleden bij Onno Kleijn en vind het nu ook in het boek “Echt Frans koken”, van Raymond Blanc. Het wijkt allemaal niet veel af, lekker is lekker. Voor de vegetariërs onder ons; laat het spek weg en voeg tegen het einde van de gaartijd wat vers gehakte kervel en peterselie toe. Als je geen zilveruitjes kunt kopen gebruik dan iets grof gesneden sjalot of gewone ui. Ik experimenteerde vandaag met zilveruitjes uit een potje. Ik zette de uitjes vanmiddag in schoon water en ververste dat enkele malen. Resultaat was niet slecht… iets knapperigs tussen de erwtjes, niet echt zuur, decoratief… Ik gebruikte voor de smaak toch maar gewoon ook nog een sjalotje…

  • voor vier personen
  • 20 verse zilveruitjes
  • 50 gram gerookt spek zonder zwoerd, in kleine stukjes gesneden
  • 25 gram boter
  • 2 dl water
  • een snuifje suiker
  • 400 gram gedopte erwtjes
  • het hart van een gewone krop sla, in vieren gesneden
  • zeezout en vers gemalen zwarte peper.

doperwtjes met sla, á la france

Smelt de boter in een stoofpan en stoof daarin de uitjes even aan. Ze mogen niet bruin worden. Leg dan de parten sla erbij en verdeel daarover de erwtjes, het spek en het lepeltje suiker. Stoof, op een heel zacht vuurtje, het geheel zeker 20 minuten, langer mag ook. Strooi er dan de vers gehakte platte peterselie, kruid met wat peper en zout en dien op met bijvoorbeeld nieuwe aardappeltjes.

Kopje espresso toe.
© ellen.

Salade met bietjes en tuinboontjes

Bieten-tuinbonensalade...
Ik loop een beetje achter met beschrijven van onze maaltijden, gewoon weinig tijd en soms herhalen recepten zich ook. Soms zijn gerechten ook zo lekker dat ik ze, al is het maar voor mijzelf, toch moet opschrijven om ze niet te vergeten. Paul schreef pas al over de eerste tuinboontjes, we aten ze dubbel gedopt. Dat was nodig omdat de boontjes iets te groot waren naar onze zin. Vorige week kocht ik nog een keer tuinboontjes en die waren zo mooi klein en jong dat dubbeldoppen niet nodig was. Ze waren erg lekker maar toch bleef er een flinke hoeveelheid over. Ik had gewoon teveel gekocht, expres eigenlijk. Ik wilde met het restant van de boontjes een salade maken zoals ik een paar jaar geleden al eens deed met verse zomerbietjes erbij. Ik had het recept toen uit de krant maar veranderde het meteen omdat de dressing die daar werd beschreven even niet haalbaar was. (niet alle ingrediënten in huis) en dus werd het iets anders. Ditmaal was het doel een maaltijdsalade dus voegde ik nog wat hardgekookte eieren toe, een paar overgebleven gekookte aardappelen en spekjes. Prima salade voor een mooie zomerdag.

  • 4 ons tuinboontjes, gedopt en gekookt
  • 4 bietjes
  • vier teentjes knoflook in de schil
  • 3 niet te grote gekookte aardappelen
  • 2 eetlepels kappertjes
  • 3 eieren hardgekookt
  • 1/2 rode ui in fijne ringen
  • olijfolie, ciderazijn, lepeltje mosterd,zout en peper
  • een handvol spekjes (biologisch, gerookt spek)
  • een handje rucola

 

Was de bietjes en leg ze met de knoflooktenen in een ovenschaal. Dek af met
aluminiumfolie en zet de schaal in de voorverwarmde oven op 180 graden. Laat de
bietjes ongeveer één uurtje garen. Laat ze wat afkoelen en pel de schil eraf.
Snijd ze in kleine blokjes. Bak de spekjes even uit. Maak een
dressing van de olijfolie, mosterd, ciderazijn, peper en zout. Ik mengde ook nog wat
van de mee-gegaarde knoflook door de dressing. Spoel de kappertjes goed af en
meng alle ingrediënten in een mooie aardewerk schaal. Schep alles voorzichtig om anders verkleurd alles van het sap van de bietjes.Geef er mooi knapperig brood bij.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Geroosterde aardappel

 

geroosterde aardappel

Aardappelen zijn niet meer onze dagelijkse kost, sterker nog er wordt zo nu en dan zelfs wat laatdunkend gedaan over de aardappel. Een AGV-tje schrijven sommige Foodbloggers, een AGV-tje staat voor aardappelen, groente en vlees. Zó gewoon, niet de moeite waard om te beschrijven. Pasta, rijst, vruchten en zaden uit verre landen zijn ín, aardappels niet, te gewoon. Maar zo’n hele gewone aardappel daagt toch eigenlijk juist uit om er geweldige dingen mee te doen. Zacht neutraal van smaak, makkelijk te behandelen, past zich overal bij aan… Je kunt ze koken, bakken, roosteren, pureren, gratineren, noem maar op. Een pleidooi voor de aardappel vandaag omdat deze gisteren zo mooi én lekker waren! Ik roosterde de aardappelen in de oven, maar maakte eerst de inkepingen en strooide daar zeezout tussen. Zo krijgen de aardappels een knisperig, krokant buitenlaagje en zijn ze van binnen lekker zacht. Als vetstof gebruikte ik ganzenvet, discutabel, niet supergezond, maar wel heel lekker. Je moet dat niet elke dag eten maar zo af en toe moet kunnen. Ik gebruikte mooie nieuwe aardappelen van ongeveer gelijke grootte.

Neem per persoon twee aardappelen of meer als je grote honger hebt. Wil je geen ganzenvet, of eendenvet gebruiken dan kan je ook olijfolie nemen.

  • voor twee personen
  • 4 of 5 mooie nieuwe aardappelen
  • 2 eetlepels ganzen- of eendenvet of olijfolie
  • wat grof zeezout
  • een paar takjes tijm
  • een stuk of 5 teentjes knoflook in de schil

geroosterde aardappel, voorbereiding

Verwarm de oven voor op 200 graden.

Boen de aardappels onder stromend water goed schoon. Snijd ze met een scherp mes in tot ongeveer een halve centimeter van de bodem. Maak hele dunne plakjes maar zorg dat de bodem aan elkaar blijft. Wrijf het zout tussen de inkepingen. Leg alle ingesneden aardappelen in een ovenschaal en schep op elke  aardappel wat ganzenvet.

Verwarm de oven voor op 200 graden. Rooster de aardappelen 45 minuten. Haal de schaal uit de oven en bedruip de aardappels nog een met wat vet. Schik een paar takjes tijm en de knoflookteentjes tussen de aardappels. Draai de oventemperatuur terug tot 160 graden en rooster nog 20 minuten.

Wij aten er een frisse komkommersalade bij en reepjes eendenborst. De teentjes knoflook zijn boterzacht, druk de knoflookpulp met een vork uit de schil en eet de pulp met de aardappel. Een hemels hapje.

Voor de vegetariërs; gebruik olijfolie in plaats van dierlijk vet en serveer er gebakken camembert bij.

Kopje espresso toe.

© ellen.

Taartje met romige vulling en zomervruchten…

IMG_4259
Op zaterdag mag ik graag iets bakken, een taartje, koekjes, cake noem maar op. Er komen op zaterdag altijd wel wat mensen die meehelpen om het gebakkene op te eten. Zo maakte ik twee weken geleden taartjes met lemmoncurd; een groot succes, ze waren nog dezelfde dag op. Ik schreef toen al dat ik het fonceerdeeg dat ik gebruikte meestal in een dubbele hoeveelheid maak. Ik gebruik de helft en vries de rest in. Heel handig op dagen dat ik niet zoveel tijd heb. vorige week zaterdag was zo’n dag; wel zin in iets lekkers, geen zin om deeg te kneden. Dus vóór we naar de Helmondse zaterdagmarkt gingen het deeg uit de vriezer gehaald en in de middag een taartbodem mee bekleed. Er is op dit moment allerlei mooi fruit te koop. Het maakt niet uit waar je de taart mee opsiert; aardbeien, besjes, frambozen het kan allemaal. Ik leg het fruit dan wel op een romige laag crème. Dat maakt het extra lekker. Omdat ik teveel creme gemaakt had voor de bodem,  zag de bovenkant er niet zo mooi uit. Ik besloot dat manco te verdoezelen met een laag confiture. Er stond al tijden een pot vlierbessen/appeljam in de kelder, die leek me heel geschikt.

Voor een vorm van 30 cm doorsnee (ik gebruikte een vorm van 24 cm doorsnee, vandaar dat ik wat teveel vulling had).

Voor het deeg:

  • 250 gram boter
  • 1 ei
  • 250 witte basterdsuiker
  • een snuifje zout
  • 2 eetlepels water
  • 500 gram bloem
  • 10 gram bakpoeder

Meng de boter, de basterdsuiker, het zout, het ei en het water. Kneed vervolgens de bloem en het bakpoeder erdoor tot je een mooi egaal deeg hebt. Laat het deeg verpakt in plasticfolie een paar uur rusten in de koelkast. Gebruik voor dit taartje een platte vorm doorsnee 30 cm. en gebruik de helft van het deeg, de rest vries je in voor de volgende taart.

Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkvlak tot een dikte van 3mm. Vet de vorm in en bekleed de bodem en de rand met het deeg. Leg een cirkel vetvrij papier op de deegbodem en leg er een noodvulling op. Ik gebruik hiervoor gedroogde boontjes. Je kunt de boontjes meerdere keren gebruiken. In de groothandel zijn ook echte ‘blindbak paletten’ te koop maar met boontjes gaat het prima. Vergeet niet tussen boontjes en deeg papier te leggen! Bak de bodem 20 minuten. Haal de bodem uit de oven en verwijder de noodvulling en het bakpapier. Laat even uitwasemen bij kamertemperatuur. Draai de oventemperatuur terug tot 180 graden.

  • Voor de vulling:
  • 300 ml créme fraiche
  • 135 gram suiker
  • 1/2 vanillestokje, opengespleten en het merg eruit geschraapt
  • 3 eieren
  • ongeveer 300 gram frambozen en 250 gram bessen (je kunt ook nog ander rood fruit gebruiken of een paar zwarte of witte bessen erbij doen. Maakt niet uit, als het er maar mooi uitziet

IMG_4260

Klop in een kom de eieren, crème fraiche en suiker. Voeg het merg uit het vanillestokje toe. Giet de vulling in de voorgebakken bodem en bak het geheel ongeveer 20 minuten op 180 graden tot de vulling stevig aanvoelt. Haal de taart uit de oven en laat afkoelen.

Strijk dan voorzichtig wat confiture over de vulling zodat alles bedekt is en schik dan bijvoorbeeld frambozen en  bessen op de vulling.

Lekker met een kopje espresso!

© ellen.

Boterkip met veel nootmuskaat

kip met nootmuskaat
Het was al weer een tijdje geleden dat ik dit gerecht maakte; kip met nootmuskaat, véél nootmuskaat! Ik las het recept bij Klary Koopmans. Klary deed inspiratie op bij het weblog van Jules Clancy, the Stone soup. Een weblog over ‘Minimalist Home Cooking’. Jules Clancy zegt dat de meeste gerechten gewoon lekkerder smaken als je het simpel houd. Zij gebruikt, peper en zout niet meegerekend, in de meeste gerechten slechts vijf ingrediënten en dat zijn dan vaak ook nog gerechten die in een minuut of tien op tafel staan. Een inspiratiebron, beslist de moeite waard om zo af en toe eens door te lezen!

Maar goed, zo’n recept gaat hier in huis dan een heel eigen leven leiden, ik voeg wat toe, en nog wat en opeens wordt het iets heel anders. Wat blijft is dat deze kip een hele zachte troostrijke smaak heeft. Een stoofpotje voor duffe dagen als het na een hittegolf weer gewoon gaat regenen en je een trui meer moet aantrekken. Ik hield me niet meer aan de vijf ingrediënten, ik gebruikte er meer. Het resultaat was in ieder geval precies wat we wensten.

Je kunt voor dit gerecht een hele kip nemen en de kip in stukken verdelen of delen kopen, bijvoorbeeld kippenpoten of kippenborst. Het maakt niet uit. Wat wel uitmaakt, ik zeg het misschien ten overvloede, koop een fatsoenlijke kip! Die plofdingen wil je toch echt niet meer in je pannen hebben. Ik gebruikte biologische kippenpoten van de Zwarte Hoevekip. Als je dit voor meer mensen maakt of een hele kip gebruikt, pas dan de hoeveelheden wat aan. Het hoeft allemaal niet zo heel precies, een scheutje meer room, wat meer wijn…

  • Voor twee personen
  • 2 biologische kippenpoten, met vel en bot
  • zout en peper
  • bloem
  • vers geraspte nootmuskaat
  • 1 sjalot heel fijn gesneden
  • 1 teentje knoflook, fijn gesneden
  • 1/2 glas droge witte wijn
  • 40 gram liefst geklaarde boter, boter dus
  • een flinke scheut room

Wrijf de bouten in met peper en zout en rasp er flink wat nootmuskaat over. Bestuif ze dan licht met bloem. Verwarm de boter in een braadpan en bak de kipdelen rondom bruin. Doe de sjalot en knoflook erbij en bak die zachtjes even mee. Blus dan af met de wijn en roer de aanbaksels goed los. Voeg wat water of bouillon toe en rasp er nog eens flink wat nootmuskaat over. Sluit de pan en laat de kip op een heel zacht vuurtje een uurtje sudderen. Doe er dan de room bij en laat die even inkoken. Dien de kip op met de saus en geniet! Wij aten er gestoofde venkel bij, een goeie combinatie.

Kopje espresso toe!

© ellen

 

 

 

 

Taarten met Lemmoncurd…

lemmoncurd pie
Je kunt de lemmoncurd die ik deze week maakte op allerlei manieren verwerken; als tussenlaag in cake of ander gebak, als smeersel op eigengebakken krentenbrood, vulling voor soezen, noem maar op. Ik gebruikte een deel van de lemmoncurd om er een taartje mee te vullen en ook dat kan weer op verschillende manieren; in de oven even bakken zodat je een knapperig korstje krijgt, of de lemmoncurd gewoon op het gebak strijken en zo serveren. Ik kon niet kiezen zondag en maakte van beide varianten wat.

Ik gebruikte voor de bodem fonceerdeeg á la Bakker Holtkamp. Ik maak dat meestal in een dubbele hoeveelheid en vries dan de helft in. Mits je het zorgvuldig in plastic verpakt blijft het deeg dan wel een paar weken goed. Handig voor de volgende taart, dan hoef je alleen het deeg uit de vriezer te halen en te laten ontdooien! Ik gebruikte de helft van het deeg voor twee kleine gebakjes met een doorsnee van 10 cm en één taartbodem met een doorsnee van 22 cm. De rest van het deeg ligt in de diepvries te wachten tot de volgende keer.

  • Voor het deeg:
  • 250 gram boter
  • 1 ei
  • 250 witte basterdsuiker
  • een snuifje zout
  • 2 eetlepels water
  • 500 gram bloem
  • 10 gram bakpoeder

Meng de boter, de basterdsuiker, het zout, het ei en het water. Kneed vervolgens de bloem en het bakpoeder erdoor tot je een mooi egaal deeg hebt. Laat het deeg verpakt in plasticfolie een paar uur rusten in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 200 graden.

lemmoncurd pie

De grote taart maak je als volgt: vet een vlaaibodem doorsnee 22 cm in.

Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkvlak tot een dikte van 3mm. Vet de vorm in en bekleed de bodem en de rand met het deeg. Leg een cirkel vetvrij papier op de deegbodem en leg er een noodvulling op. Ik gebruik hiervoor gedroogde boontjes. Je kunt de boontjes meerdere keren gebruiken. In de groothandel zijn ook echte ‘blindbak paletten’ te koop maar met boontjes gaat het prima. Bak de bodem 20 minuten. Haal de bodem uit de oven en verwijder de noodvulling en het bakpapier. Laat even uitwasemen bij kamertemperatuur. Draai de oventemperatuur terug tot 180 graden. Smeer een dikke laag lemmoncurd op de bodem van de taart en strooi er lichtjes wat poedersuiker over. Zet de taart dan nog 20 minuten in de oven tot de lemmoncurd een mooi lichtbruin korstje heeft.

De kleine taartjes maak je zo;

Vet kleine vormpjes goed in en bekleed ze met het uitgerolde deeg. Leg bakpapier op het deeg en wat boontjes of iets anders ter verzwaring. Bak de taartjes 25 minuten op 180 graden. Laat ze afkoelen en vul ze dan met de lemmoncurd.

Lekker met een kopje espresso!

© ellen.