Peertje met Pecorino in een jasje van pancetta

peertje met gorgonzola en pecorino
Het is nu het seizoen voor mooie sappige peren; Doyenne de Comice, Beurre Hardy, Wlliamsperen, het kan niet op en dit jaar zijn ze wel heel smakelijk! Mijn vader at alleen peren als, zoals hij dat altijd heel beeldend vertelde: “het sap bij het schillen tot mijn ellenbogen loopt”… Nou, dat is nu de tijd én de juiste oogst! De peren zijn dit jaar supersappig, spotgoedkoop en heel smakelijk. Je kunt er natuurlijk van alles en nog wat mee doen, perenstroop, jam, gelei noem maar op…

Een mooi voorgerecht voor vier personen, weer eens iets heel anders dan anders… peertje met kaas en spek!

  • Voor vier personen:
  • 4 kleine peren, bij voorkeur Beurre Hardy, Doyenne de Comice of Williamsperen
  • 30 gram Pecorino
  • 40 gram gorgonzola
  • 50 cl witte, iets wat zoete, licht bubbelende wijn ( ik gebruikte een Vernaccia di Oristano)
  • 25 cl kippenbouillon
  • wat olie
  • vers gemalen zwarte peper
  • 16 plakjes pancetta of gerookt spek.

Verwarm de oven op de grilstand tot 220 graden.

Schil de peren en verwijder het klokhuis maar laat het steeltje aan het klokhuis zitten. Snijd dat af op 1 cm en bewaar het, dit wordt het dekseltje.

Verwarm intussen de bouillon en de wijn in een smalle pan waar de peertjes precies in passen. Kook de peertjes daarin tien minuten. Schep ze voorzichtig uit de pan. Kook het vocht langzaam in tot een dikke siroop.

Meng de geraspte pecorino met de gekruimelde gorgonzola. Prak met een vork alles goed door elkaar en kruid met versgemalen zwarte peper.

peertje met gorgonzola en pecorino

Zet de peertjes in een met olie bestreken ovenschaal op een plak pancetta en vul de opening waar je het klokhuis verwijderd hebt met de kaas. Plaats het stukje klokhuis met het steeltje eraan weer terug als een dekseltje. Bekleed vervolgens de peertjes rondom, dakpansgewijs, met plakjes pancetta. Steek het laatste plakje pancetta vast met een prikkertje anders krult de spek om.

Zet de ovenschaal met de peertjes zo ongeveer 10 minuten onder de gril tot het spek mooi gekleurd is en de kaas gesmolten.

Intussen is de saus ingekookt tot een dikke stroperige saus. Maak de borden op met wat groen van jonge andijvie, witlof of andere slasoorten. Zet het peertje in het midden en druppel er wat van de siroop over.

Wij waren verrast!

Kopje espresso toe!

© ellen.

 

Chocolatier Neuhaus…

leuven, neuhaus...
De aanduiding Belgische Bonbons is een begrip over de hele wereld, je komt het dan ook overal tegen. Worden de bonbons buiten België gemaakt dan wil de producent met de geadopteerde benaming aangeven dat zijn chocoladesnoep van hoge kwaliteit is, komen ze evenwel uit België zelf dan is de kans heel groot dat ze ook van exquise kwaliteit zijn…

Bij ons bezoek aan de stad Leuven, een goede week geleden, vonden we onszelf verschillende keren terug voor de etalageruit van één van de vele chocolatiers die de stad rijk is. Er bestonden nog wel wat kleine neringdoenden, vaker betrof het echter winkeltjes, aangesloten bij een keten. (Onze voorkeur gaat uit naar die kleine zelfstandigen, maar het is nu eenmaal een trend om aan schaalvergroting te doen, je kunt het niet stoppen en je kunt er niet omheen…) En dat schaalvergroting niet altijd afbreuk hoeft te doen aan kwaliteit en eigenzinnigheid van een product bewijst de Chocolaterie-keten die luistert naar de naam Neuhaus. En wij wilden dat zelf bevestigd zien.

De oude Neuhaus was een Zwitserse apotheker die zich in het midden van de 19e eeuw vestigde in hartje Brussel. Naast zijn pillendraaierij deed hij ook een beetje aan chocoladeverwerking. En met succes, want na een aantal jaren verdween het apothekersspul uit de winkel en legde hij zich samen met zijn zoon helemaal toe op het vervaardigen van fijne chocolaterie. Ook kleinzoon Jean kwam in de zaak terecht, hij had aanleg voor het vak. Het was deze Jean Neuhaus die rond het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog de praline, het met zachte inhoud gevulde chocolaatje, uitvond. En zijn vrouw tekende voor de ontwikkeling van de Ballotin, de verpakking waarin nu nog steeds pralines worden verpakt. De reden was een eenvoudige; mevrouw Neuhaus ergerde zich blauw aan het feit er zoveel pralines sneuvelden door ze te verpakken in papieren puntzakken. Haar Ballotin loste dit euvel voor eens en voor altijd op.
leuven, neuhaus...

Naast de uitvinding van de praline en het vernuftige pralinedoosje heeft het Chocoladehuis een aantal klassiekers op zijn naam staan. In 1937 creëerden ze een herdenkingsbonbon ter nagedachtenis aan de in België zo geliefde Koningin Astrid die twee jaar eerder omkwam bij een auto ongeluk. Er kwamen snoepjes ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling in Brussel in 1958, en er werden bonbons ontworpen ter ere van het huwelijk van Boudewijn, Koning der Belgen, en zijn Fabiola. En er verscheen zo nog een en ander bij Neuhaus; al die zaken behoren tot op de dag van vandaag tot het vaste assortiment.

In 1978 verkocht de familie Neuhaus het bedrijf aan twee Franse broertjes en daarmee begon de internationalisering van het bedrijf. Intussen zijn er 1.500 verkooppunten wereldwijd, in 50 verschillende landen. De bonbons worden echter nog steeds met de hand gemaakt in het plaatsje Vlezenbeek, onder de rook van Brussel. Het plaatsje heeft slechts een goede 3000 inwoners, Neuhaus biedt werkgelegenheid voor 300 chocolademakers. (Ook de prestigieuze brouwerij Lindemans is in het dorpje gevestigd, goed voor ruim twintig banen. Men leeft daar in Vlezenbeek werkelijk van eten en drinken…)
macarons van Neuhaus

Voor het Kind en Andy namen we een doosje Macarons mee naar huis, zij hadden die dag de zorg voor Hond Jaros op zich genomen. Het Kind liet weten dat ze van een bijzondere kwaliteit waren, bijna zo goed als die van Ellen

Op die bonbons kom ik nog terug. Klik op de link en je kunt een filmpje bekijken van de  handmatige productie bij Neuhaus. Fictie of werkelijkheid, ik zou het niet weten, maar het water loopt je bij het aanschouwen in de mond…

© paul

 

Zuurkoolstoofpotje…

zuurkoolschoteltje
Drukke tijden hier op het Ministerie. Ik val je verder niet lastig met onze besognes, maar leeftijd begint enig tol te eisen. Ik voorzag een dag van kibbelen met de alom tegenwoordige bureaucratie, Ellen had gewoon een drukke dag in haar Biebje. We spraken vroeg in de ochtend af dat het pizza zou worden deze avond, afhaalpizza…

Gaande de dag raakte ik almaar meer gefrustreerd door de moderne manier waarop men vindt dat burgers zich hebben te gedragen, namelijk digitaal. Ik kreeg het geëiste niet via de computer voor elkaar. Gelukkig bood de mij kwellende instantie me een mogelijkheid om telefonisch in contact te treden met een helpdesk (90 cent per minuut, er zijn nog 7 wachtenden voor u.). Graag maakte ik gebruik van die diensten, al zou het me een dag salaris kosten.

De wat norse beambte die ik aan de lijn kreeg luisterde mijn verhaal aan en kwam vervolgens tot de conclusie dat het niet van deze tijd was dat iemand zijn zaken op andere manier dan digitaal wenste af te handelen. Einde gesprek!

Hier word ik dus écht gek van lezer. En morgen moet ik weer verder met mijn gedoe met der Overheid. Van de weeromstuit besloot ik die pizza’s te laten voor wat ze waren. Ik kon mijn frustratie wel kwijt in het maken van een simpel gerecht. Een zuurkoolschotel uit de oven.

Ik ga je in dit geval geen exacte opgave van ingrediënten geven; met wat je in huis hebt kan het alle kanten op, het lukt altijd…

Ik gebruikte twee rode uitjes en een sjalot. Ik hakte die fijn met twee tenen knoflook en bakte ze vervolgens in eendenvet op een laag vuur tot ze mooi begonnen te glanzen. Daarna voegde ik goed varkensgehakt aan de groenten toe en besprenkelde het geheel met peper en zout uit de molen. Het was nu zaak flink door te bakken, zodat het gehakt wat kleur kreeg. Ik bestreek intussen de bodem en wanden van een ovenschotel met boter. Op de bodem kwam vervolgens een laag zuurkool. Daarop stortte ik het gehakt. De schotel werd afgedekt met een laag aardappelpuree.

Je maakt het gerecht op elk moment dat jou wenselijk is; in de koelkast blijft het een aantal dagen goed. Het is dan een kwestie van opwarmen in de oven. Nagenoeg iedereen lust dit eten en velen waarderen het als troosteten. Kortom, je maakt er al je tafelgenoten blij mee…

© paul

 

Bokken in mijn bier…

bokbier
Het is weer zo ver, ineens liggen de schappen van slijter en super beladen met bokbier, ook wel bockbier genaamd. De vaste lezer kent mijn voorkeuren, ook weet hij dat het altijd weer een feestje op het Ministerie is wanneer het eerste bo(c)kbier van het jaar wordt aangevoerd.

Ik proefde dat van Bavaria al ruim een week geleden, en in de dagen daarna het Gulpener, het Brandt en dat van Alfa. Het Hertog Jan Bock dronk ik laatstleden zondag op de thuisbasis van het bier, van de tap wel te verstaan…

Er valt beslist een en ander over die bieren te zeggen, maar of dat er van komt valt te bezien… Want:

Misschien herinnert de lezer zich dat fenomeen van die cirkels in mijn bier. Enfin, het overkomt me nog met de regelmaat van de klok, ik kan er eigenlijk op gaan zitten wachten. En dat doe ik dan ook…

Zo ook die middag toen ik me op de bockbieren van jaargang 2014 stortte. Ik had in m’n eentje een proeverij ingericht, ik maakte wat aantekeningen en kreeg allengs de smaak flink te pakken. (Ik ben niet zo van slokjes nemen en spugen in een emmertje, ik vind dat zonde…)

Tegen de tijd dat ik Hond Jaros de relativiteitstheorie probeerde uit te leggen gebeurde er iets verbijsterends in mijn glas. Er verscheen zomaar uit het niets een duiveltje, of een bok, daar wil ik vanaf zijn (De bok is per slot het huisdier van Beëlzebub.) Ik schrok met rot. Ik vluchtte de keuken uit en ging zitten wachten op het bankje achter in de tuin tot Ellen thuiskwam.

Ellen liet zich niet zo snel van haar stuk brengen. Ze spoelde de bok door de gootsteen en sprak me daarna liefdevol, maar streng toe. Ze suggereerde dat ik het de komende tijd bij taptemelk zou houden, en in het weekend ranja. Misschien heeft ze gelijk…

© paul