Bacalao of gezouten kabeljauw…

8 juni 041

In een Portugees restaurant in Luxemburg at ik een paar keer bacalhao, een gerecht op basis van gedroogde kabeljauw. Een lekkere zilte smaak. Zelf had ik deze vis nog nooit klaargemaakt dus dat moest nu maar eens gebeuren. Ik kocht een hele bacalao tijdens ons laatste bezoek in Luxemburg. Paul schreef er hier al over.

De vis is al in stukken gezaagd. Zondag wil ik een Portugees gerecht maken met de bacalao, tomaten en uien. De stukken vis moeten voor gebruik minstens 48 uur in schoon water geweekt worden, dus heb ik vandaag de stukken vis in het water gezet. Het water moet een aantal keren ververst worden.
Als deze temperaturen aanhouden hebben we zondag een mooi zuiders gerecht op tafel staan in een zuiderse atmosfeer!

© ellen

Gegrilde entrecote met tomatensaus…

entrecote

Het is hier de hele dag al om te stikken zo warm, benauwd. Vanmorgen bedacht ik dat we wat vlees op de barbeque konden roosteren maar in de loop van de middag begonnen er steeds meer dreigende onweerswolken te komen. Om niet het risiko te lopen halverwege de maaltijd naar binnen te moeten vluchten heb ik het vlees gewoon op de elektrische gril binnen klaargemaakt. Het was bijna helemaal donker toen we gingen eten maar er is nog steeds geen drup water gevallen. Jammer, maar gewoon elektrisch grillen gaat ook prima.
Ik had een mooie tweepersoons entrecote gekocht. Een uurtje voor het grillen uit de koelkast gehaald en even gemarineerd in wat goede olijfolie met wat gedroogde oregano en grofgemalen zwarte peper en zeezout.
Ik had ook nog een paar lamsworstjes vanmorgen al uit de diepvries gehaald en langzaam laten ontdooien in de koelkast.

Bij het vlees maakte ik een Italiaanse tomatensaus;
1 eetlepel olijfolie
50 gram spek in kleine blokjes
2 klein uitje en vier teentjes knoflook, fijngesnipperd
1 blik kleine tomaatjes of stukjes tomaat
een scheut rode wijn ( ik gebruikte vandaag de Madiran)
1 eetlepel tripio tomatenpuree (driedubbel geconcentreerd)
peper, zeezout en wat gedroogde oregano
1 eetlepel kappertjes
6 zwarte olijven

Bak de ui, spek en knoflook even zachtjes aan in de olijfolie.
Voeg de tomatenstukjes toe en smoor even, doe er dan de tomatenpuree, oregano en wijn bij en laat het geheel zachtjes wat indikken. Breng op smaak met peper zout.
Strooi er de kappertjes en olijven over en laat de saus nog even sudderen
Een prima saus voor bij gegrild vlees.

aardappel met tuinkers
Wij aten er gekookte nieuwe aardappeltjes bij met veel tuinkers en een komkommersalade.
Heerlijk zo’n nieuw aardappeltje met wat gezouten Belgische boter en een pluk tuinkers!

Een glas Madiran smaakte uitstekend bij het geheel.
Espresso toe.

© ellen

Omelet…

1 juni 023

De foto was alweer dagen oud en dreigde te verdwijnen in de anonimiteit van ons Flickr-fotoarchief.
Maar hij is te mooi om te laten liggen, ik maak er dan maar een verhaaltje bij.

In haar cullinair dagboek Een omelet en een glas wijn vertelt Elizabeth David in het gelijknamige titelverhaal de volgende anekdote:
Het Hôtel de la Tête d’Or op de Mont-St-Michel, net voor de kust van Normandië was in het begin van de twintigste eeuw vermaard bij elke echte gourmet in Frankrijk, en ook ver daarbuiten. Ze voerden er een overdadig regime met al het goeds uit de streek. Het waren dit soort plattelandshotels die de ijzeren reputatie van de Franse keuken definitief vestigden. Madame Poulard bestierde kookpotten en keukenbrigade.
Echt beroemd werd madame Poulard door de heerlijke luchtige en mooie omeletten. Uit heel Frankrijk reisde men af om bij mère Poulard aan te schuiven en van de schuimige eierstruif te smullen.
Al snel deden de meest vreemde speculaties de ronde over de omeletten. Zo wist de één te melden dat dat madame Poulard water bij de eieren mengde, de ander beweerde dat het room was die voor het fantastische effect zorgde. Het lag aan een speciaal voor haar gemaakte pan, opperde een derde en een vierde wist zeker dat het van doen had met een “speciaal” voor haar gefokt kippenras. Het kwam zover dat er recepten in bladen en kookboeken verschenen van de omelette de la mère Poulard. Erg fantasievolle recepten, dat wel. Ergens werd zelfs gesuggereerd dat er foie gras in de stuif ging.
En natuurlijk liet elke auteur doorschemeren dat madame Poulard alleen aan hem of haar het geheim van de omeletten had toevertrouwd.
Robert Viel, werkend voor het tijdschrift La Table, gebruikte evenwel zijn gezonde verstand. Hij schreef madame een brief waarin hij vroeg hou het nu eigenlijk zat.
Het antwoord werd in 1932 gepubliceerd in La Table:

Monsieur Viel,
Hier is het recept voor de omelet: ik breek een paar goede eieren in een kom, ik klop ze goed, ik doe een flinke klont boter in de pan, ik doe de eieren erbij, en ik schud de pan voortdurend. Het doet me genoegen, meneer, als dit recept u bevalt.
Annette Poulard.

Ach lezer, koken is geen toveren. Het is werk. Je doet het met liefde, plezier en kennis van zaken.
Bij een omelet helpt een goede pan wél. Wij houden er speciaal een oude ijzeren pan voor appart. Die wordt niet afgewassen, slecht schoon gewreven met wat keukenpapier en onderhouden met wat olie.
Het resultaat zie je hier boven.

© paul

Buffels in Brabant…

buffels1

Meer konden we er even niet van maken, de vereiste tele-lens behoort nog niet tot het voor handen zijnde gereedschap van het Ministerie.
Wat je ziet is een kudde waterbuffels. Ze staan aan de weg van Asten naar Heusden mooi te zijn. De vorige keer dat we ze zagen liepen ze veel dichter bij, nu dus even niet.

De beesten komen uit Italië, maar van oorsprong hoort het ras thuis in tropisch Azië.
De bedoeling is dat de koeien uit deze kudde een kalfje werpen en daarna in de weer blijven met de productie van melk. De stieren hebben weer een heel andre rol in het systheem. Voorts zal van de melk de beroemde Mozzarella di Bufala gemaakt worden. Zo ongeveer de lekkerste verse kaas die er bestaat. En dat min of meer in onze achtertuin…

Hij wordt regelmatig in Nederland aangeboden, die Mozzarrella di Bufolo. Meestal betreft het dan kaas van koemelk, verrijkt met wat buffelmelk. Dat is voldoende om de typische smaak te verkrijgen die de kaas zo aantrekkelijk maakt.
Heb je de kans om de échte te proeven, die met onderstaand keurmerk, doe dat dan. Je weet niet wat je overkomt.
Het Ministerie is heel benieuwd hoe ze dat in Asten-Heusden aan gaan pakken. Of ze daar versneden kaas gaan maken, of echte van klare buffelmelk. We houden het in de gaten en komen er te zijner tijd op terug.

mozzarellabufala

© paul

Picasso in Düsseldorf.

picasso

Afgelopen zondag reisden we af naar Düsseldorf. In Museum K20 liep voor de laatste week de tentoonstelling Picasso, malen gegen die Zeit.
Vreemd genoeg werd het late werk van Picasso altijd ondergewaardeerd. Jef Geerardts schreef ooit over Antibes, “waar Picasso zijn laatste schilderijen afraffelde”. En ook op de tentoonstelling hoorde ik een wat oudere man zeggen dat het late werk toch écht de nodige diepgang miste. Ik was het daar niet mee eens, nooit geweest ook trouwens. Het hier gepresenteerde werk besloeg de periode 1960-1973. Kunsthistorisch mocht het dan niet het belang hebben van de kubistische periode van Picasso, of van de tijd van de grote deformatie (Guernica en Les Demoiselles), mij maakte het niet uit. Wat je hier zag was pure schilderkunst. Gemaakt in een grote haast maar altijd goed, en vaak briljant. Achtenzestig schilderijen, honderden prenten en tekeningen en een stuk of tien beelden. Wat een feest.
Na afloop bezochten we ook nog even de vaste collectie van het museum: Braque, Klee, Matisse, Margritte, Ernst, Beckmann. Enfin…, een El Dorado aan de Rijn.
Picasso heeft nooit veel aan eetschilderen gedaan. De mens en het portret zijn veel eerder zijn thema’s.
Op de tentoonstelling hingen twee stillevens met eten. Onze reproductie van laat te wensen over, het zij zo.

saffraansaus

Ik bezoek de laatste tijd schandalig weinig musea in Nederland. Dat is wel eens anders geweest. Ik moet een slag om de arm houden, want wie weet is er verbetering opgetreden, maar tot voor een paar jaar was het belabberd gesteld met de Horecaf in onze musea. De laatste keer dat ik het Rijksmuseum bezocht (toch onze nationale trots) was koffie niet te pruimen, de koek verdroogd en de rekening exorbitant. Het Rijks was geen uitzondering.
De situatie in Duitse musea is niet overal perfect, maar doorgaans stel je met gemak een maaltijd samen tegen een betaalbare prijs. Zo ook in Museum K20. Omdat het zondag was kon je slechts kiezen van een beperkte kaart. Ik bestelde mul in saffraansaus met aardappeltjes en gerilde paprika. Het gerecht kostte € 16,- en dat lijkt me alleszins acceptabel. Ellen at een mooie rumpsteak met zalvigzachte kruidenboter en gebakken aardappeltjes en sla. Zeldzaam lekker vlees, zei ze. De prijs kwam aardig overeen met mijn gerecht.
Een glas Veltliner erbij en een kopje espresso toe completeerden de maaltijd.
En daarna wandelen in de Altstadt.

© paul

Frankfürter Grüne Sauce, maar nét anders…

4 juni 027

In de volksmond heet het: vraag een willekeurige passant in Frankfurt welke zeven kruiden er in de Grüne Sauce gaan en het antwoord volgt direct en zonder haperen. Pimpernel, kervel, bieslook, peterselie, veldzuring, borage en tuinkers. Zo zit dat.
Ik wilde de saus maken voor bij de asperges. Het zou een uitstekende combinatie moeten opleveren. En dan heb je een probleem. Waar haal je al dat divers kruid vandaan? In Frankfurt biedt men de zeven kruiden aan in één pakketje, maar hier is het behelpen.

Ik ben naar De Wilde Bertram gegaan, de tuin van Flora Meijdam aan de Wijnboomlaan in ons dorp. Flora kweekt daar allerlei vergeten planten en kruiden, alles eetbaar. Ze had niet alles op voorraad, maar deed me uitstekende alternatieven aan de hand, zodat ik toch aan mijn saus kon beginnen.

Het kruidenmengsel bestaat nu dus uit kleine pimpernel, roomse kervel, schapenzuring, witte krodde, bieslook en platte peterselie. De borage was nog niet te oogsten, die ontbreekt dus.
Ik heb bij thuiskomst de kruiden gewassen en gehakt. Het was veels te veel. Ik gebruikte wat ik nodig had en stopte de rest in de vriezer.

Grüne Sauce:
3 hard gekookte eieren
3 eetl. wijnazijn
1 eetlepel milde mosterd
zout en peper
6 eetl. zonnebloemolie
250 gram zure room
2 sjalotjes
de gehakte verse kruiden

Ik drukte het eigeel door een zeef en het wit hakte ik fijn. Vervolgens voegde ik wijnazijn, mosterd, peper, zout en zonnebloemolie bij het eigeel en roerde het tot een saus. Dan de zure room erbij en de sjalotten en het gehakte eiwit. Vervolgens de gehakte kruiden toegevoegd en de saus was klaar. Wel diende hij nog een uur te staan om de smaken goed met elkaar te laten vermengen.

Groene saus gebruik je bij in-de-schil-gekookte-aardappelen, bij gekookt vlees, bij hard gekookte eieren. Wij aten de saus bij asperges.
Het bovenstaand recept is een basis-recept. De mogelijkheden om verder te spelen zijn eindeloos. Hij wordt wel bij vis gedaan en dan kan er extra dille bij. Wil je minder caloriën dan gebruik je yoghurt in de plaats van zure room. Maar ook kun je als smeuïge basis een goede mayonaise gebruiken.
De saus komt eigenlijk uit Italië en heet daar “Salsa Verde”. Italianen gebruiken natuurlijk olijfolie en doen er ook knoflook bij. Verder zijn ze vindingrijk genoeg om eindeloos op het thema verder te fantaseren.

© paul

Vlaamse stoof met kriekenbier…

4 juni 010
Er zijn van die dingen die je nooit doet terwijl ze zo voor de hand liggen. En kom je dan op het idee, desnoods geholpen door derden, dan begrijp je niet dat je niet al veel eerder…
Vorige week kocht ik mooi kriekenbier van de firma Mort Subite. Fruitig, fris en licht-bitter. Wat ligt er nu meer voor de hand dan een mooi stoofpotje maken met dat vocht?
Het is heel eenvoudig en het resultaat mag er zijn.

Voor twee personen:
2 schouderkarbonaden,
1 fles Gueuze-Kriek,
1 grote ui,
2 takjes tijm,
1 blaadje laurier,
1 klein tomaatje,
2 teentjes knoflook.
peper en zout uit de molen.
roomboter

Ik sneed de ui in ringen en bakte die in de koekenpan. Toen de ringen glazig werden snipperde ik de knoflookteentjes er grof doorheen en liet ze even mee bakken. Intussen had ik de karbonades in een andere pan in de roomboter aangebakken, om en om. I
Ik deed de uien bij het vlees en schudde er het flesje Kriek (25 cl.) bij om het hele zaakje verder te laten stoven. Tomaatje, tijm en laurier gingen er nu ook bij. Na één uur waren de karbonades heelijk mals en de saus geurig, licht zoet. We aten er gekookte aardappeltjes bij en gebakken spinazie met spekjes.

Ik heb een voorkeur voor Gueuze-kriek die niet zoet is. De kriek (een zurige kers) is van zichzelf heel mooi van smaak en te gebruiken in allerlei bakwerk, in vlaaien, in toetjes, en dus ook voor stoof. De “moderne” smaak vraagt om iets zoeters. De grote gueuzebrouwerijen (Belle Vue, Lindemans) zoeten hun bier bij, dat verkoopt beter. Ik zal altijd kiezen voor een “zure” kriek. De grote ui in het recept maakt het gerecht so-wie-so al aan de zoete kant. Maar goed, dat is een kwestie van persoonlijke smaak (nietwaar Ans?).

Een stukje Taleggio-kaas toe en een kopje espresso. Dat was het.

© paul

Bijzondere eieren…

1 juni 022
Het kwam er niet meer van, gisteren, om een fatsoenlijke maaltijd op tafel én op het weblog te zetten. De zaterdag is hier altijd een drukke dag; boodschappen doen, opruimen en de was, dat zijn van die dingen die blijven liggen tot de vrije zaterdag. Wij werken allebei 36 uur per week dus het komt er niet altijd van. Gisteren was de dag van het grote achterstallige onderhoud; de tuin, alle ramen lappen, een paar wasmachines was verwerken, het plafond afsoppen, de tuintafel repareren en ga zo maar door. Ik was dan ook blij dat de Keizer van Monera op bezoek kwam, een goede reden om er maar eens mee te stoppen.
Een mooi glas koele wittte wijn in een opgeruimde tuin was de beloning voor het werk!
Daarna kwam er natuurlijk nog veel meer bezoek en van de plannen om iets lekkers te koken kwam niets meer terecht.
We aten wat hapjes, stukje kaas, een paar lekkere gevulde olijven, een mooi italiaans worstje.
Later op de avond nog wat gebakken grotchampignons met spekjes, ui en knoflook, ruim bestrooid met platte peterselie en zwarte peper. Een flinke tomatensalade erbij met verse basilicum en wat olijvenbrood én een omelet.

Paul bezocht deze week een afscheidsreceptie van een oud-collega, hij trof daar een andere oud-collega, Heer Skukhorzel. We schreven al eerder over hem.
Heer Skukhorzel heeft kippen, in allerlei maten en soorten. De kippen hebben een prachtleven bij Heer Skukhorzel en krijgen uitstekend voer, vandaar dat de eitjes van deze kippen verschrikkelijk lekker zijn. Een simpele omelet wordt dan iets heel bijzonders!
Toen Paul en Skuk nog samenwerkten, was Skuk onze vaste leverancier van eieren, maar ook peultjes, aardbeien en tuinboontjes uit zijn eigen tuin. Heerlijk, jammer dat we zo ver van elkaar wonen. Misschien moet Paul maar weer in Nijmegen gaan werken…

© ellen

Bacalhau (Portugese spelling)…

meivakantie 2007 101

Je denkt: hier wordt ruwe tabak verhandeld. Of je denkt: de schoenlapper stalt zijn voorraad nieuw verworven leder uit. Mogelijk betreft het een inzamelingsactie van oud karton… Niets van dat alles. De aangeboden waar is niet meer of minder dan een partij hoogwaardig voedsel, luisterend naar de naam bacalhau.

Het is vis, bij voorkeur kabeljauw. Open gesneden, plat geslagen, zwaar gezouten en gedroogd. Geconserveerd voor de “eeuwigheid”. In onze contreien gold het ooit als belangrijk voedsel voor zeevarenden, maar ook voor het achterland dat verstoken was van verse vis. Stokvis noemden we het en iedereen was er mee bekend. Kom daar nu nog eens om…

Er zijn echter nog wel landen waar de stokvis een rol speelt in het dagelijks bestaan. Canada, de Scandinavische landen, het noorden van Rusland en Siberië. Zoek je het zuidelijker dan praat je over Spanje, Brazilië en Portugal. Dat laatste land is nog steeds grootverbruiker. Nergens wordt zoveel stokvis gegeten, het is er volksvoedsel nummer één. Een gemiddelde consumptie van 20 kilo per persoon per jaar, las ik ergens. Portugezen gebruiken de bacalhao voor de soep, als voorgerecht, hoofdschotel, ja zelfs als toetje. Gegrilt, gekookt, gestoofd of gebakken, maar ook rauw. Er is een Portugese zegswijze die beweert dat een meisje voor elke dag van het jaar een ander gerecht met stokvis moet kunnen maken, wil ze ooit aan een man geraken.

Wij kochten onze bacalhau in een supermarkt in Luxemburg. Dat is niet vreemd, er wonen ontzettend veel Portugezen in dat land. We betaalden € 10,- voor één kilo, het was een aanbieding. Het meisje van de visafdeling ging ons exemplaar met een zaag te lijf om er mooie moten van te maken, de vis is namelijk bikkelhard. Hij moet dan ook ontzout en geweekt worden in water vóór gebruik, achtenveertig uur lang. En intussen dient men met grote regelmaat het water te verversen.

De vis hangt intussen alweer een week of zes in onze kelder. Hij kan er nog tijden hangen want, zoals gezegd, hij is geconserveerd voor de eeuwigheid. Toch moet het er maar eens van komen om hem klaar te maken. Misschien komend weekend, wie weet?

© paul