Oogst 2015…

Oogst 2015...
Enfin, citroenboontjes voor de lekker, Groningse pronkbonen voor de mooi en monstransboontjes voor de eeuwigheidBorlottibonen zijn er voor de mooi, de lekker én de eeuwigheid, maar die zie je even niet liggen, die zijn al gedroogd en verpakt…

Je vroeg je af hoe het met de oogst was dit jaar? Ach, je ziet het, de gedopte boontjes mogen drogen op tafel. En dit is slechts een klein deel van het totale scala aan voedsel en andere genoegens dat de tuin aan de Witte Brug noemero vijf dit jaar opbracht.

Marleen en de Jongste Bediende zijn er eigenlijk de hele zomer zoet mee geweest, met die tuin. Schoot er in het voorjaar nog ‘ns een dag over die in ledigheid versnoept kon worden, de zomer betekende werk. Geen vakantie; werk!

Aardappelen en ajuinen, pepers en paprika’s, bonen en boontjes, selderie en peterselie, vlinderstruiken en anemonen, digitalis en zonnebloem, dahlia’s en rozen. Om maar eens wat te noemen…En dan waren er nog de hagen en heggen, de platanen en de elzen, de berk en de notenboom, het gras en het gazon. En natuurlijk de plantage zaailingen van allerhand allooi. Man-o-man, wat een werk.

Over de oogst van dit jaar zijn ze wel te spreken op de Witte Brug. Behalve dan dat het veel te veel is voor hullie tweeën. Je kunt dus dezer dagen de Jongste Bediende het dorp zien doorkruisen, peddelend op zijn transportfiets, de boodschappenkist afgeladen vol met ui en pieper. Hij bezoekt zo de vrienden en vriendinnen en laat op elke plaats een paar maaltjes onbespoten groenten achter. Zij blij, hij blij…

Ach, ik moet het nog hebben over die mosterdzaadplantage, die ze er dit jaar bij hebben gekregen, en ik moet het nog hebben over de talloze boeketten dahlia’s die er de afgelopen weken op het Ministerie belandden. Maar dat is voor een volgend artikel.

Die Borlottibonen, daar ga je snel wat van horen. Ellen heeft een deel van de nieuwe oogst in de week gezet, we zullen ze vanavond eten, op de een of andere manier…

© paul

Spreegurken…

Spreegurken...

Herinner je je de film Goodbye Lenin! nog? Natuurlijk wel, het was een jaar of tien geleden een hit in de Europese bioscopen. Cinema.nl schreef er destijds het volgende over: “De Berlijnse Muur is gevallen. De moeder (Saß) van Alex (Brühl) weet het niet, want ze heeft maanden in coma gelegen. Nu ze bij kennis is, moet Alex voorkomen dat zij zich opwindt. Ze moet er dus vooral niet achterkomen dat de DDR niet meer bestaat. Dus gaan Alex en z’n vrienden op zoek naar de Oost-Duitse tafelzuurklassieker Spreewälder Gurken en moeten ze voorkomen dat moeder het journaal bekijkt. De oplossingen zijn creatief. Het idee van Good Bye Lenin! – de derde speelfilm van regisseur Becker – kwam als geroepen in een land dat kriebelde van de ‘Ostalgie’.

Eenieder die je bevraagt over de film weet zich de scènes waarin Alex en zijn kornuiten de potten augurken aan het omkatten zijn als eerste te herinneren. Moderne etiketten van de augurkenpot af en oude oostbloketiketten erop; niet van echt te onderscheiden. En de moeder van Alex blijft in de waan dat tijdens haar coma niks is veranderd in de wereld.

Van zulke augurken dus kregen we geschonken van Ans en Alex (niet die Alex uit de film). Ze verbleven een tijdje in Berlijn en verkenden er de omgeving. En ze stuitten er op die augurken, want in en om Berlijn stuit je namelijk altijd op die augurken.

Ze worden dan ook kilogewijs gegeten in Berlijn en ommelanden. Er zijn recepten voor vers gebruik van augurken, maar verreweg het merendeel wordt verduurzaamd. Ze baden soms in azijn, maar doorgaans in gezouten water. Ze kunnen knackig zijn, of juist zacht. Ze danken hun smaak mede aan allerhande natuurlijke smaakmakers, maar dille hoort er altijd bij.

Enfin, die augurken van de Spreewaldhof zijn de echte: een glazen pot, zout, water en dille. En natuurlijk een stuk of twintig augurken. En dan heb je Spreewälder Salz-Dill-Gurken.

Het bedrijf Spreewaldhof  zet de augurkentraditie van de DDR voort. Ze hoefden de kwaliteit niet eens aan te passen, want die was altijd al goed. Slechts het etiket kreeg een wat moderner uitstraling. Hoewel…

(En even voor de lezertjes die altijd zaten te vervelen wanneer de meester op school de Duitse topografie behandelde: de Spree is een rivier. In Berlijn mondt hij uit in de rivier de Havel. )

© paul

Wortel- sinaasappel- saffraansoep, een zomersoep

wortel- sinaasaapel- saffraansoep
De afspraak was al lang geleden gemaakt; we hebben allemaal een drukke agenda, maar vanmiddag zouden we dan toch eindelijk eens lunchen met oudste nichtje van Paul en haar man. Leuk om herinneringen op te halen onder het genot van een hapje lekker eten.

Ik had van alles bedacht, voorgerecht, tussengerecht, hoofdgerecht, dessert… een mooie lunch zou het worden… Tot de temperaturen deze week extreem begonnen te stijgen. Mij vergaat dan alle trek en de meeste mensen eten dan niet meer echt veel midden op de dag. Ik besloot dus het menu aan te passen en alles wat lichter te maken. Na lang bakkeleien met Paul kwamen we tot een menu voor tropische dagen;
een lichte zomerse soep van bospeen met saffraan en sinaasappel, daarna eigengemaakte ravioli met een vulling van ossenstaart en groentensaus en toe vanilleijs met aardbeien pepersaus.

De soep was een verrassend succes. Zeer geschikt voor tropische temperaturen, zomers, luchtig, lekker. Je kunt deze soep warm, maar ook koud eten. Ik vond het recept in een bundeltje kookboekjes dat ik eens kocht in Arlon op de markt. In het Frans dus. Eerdere probeersels uit de boekjes, (drie deeltjes in een cassette) leerden ons al dat de receptuur niet helemaal klopte. Geweldige ideeen, goede productinformatie, maar haperende beschrijvingen. Tel daarbij op dat ons Frans ook niet helemaal vlekkeloos is en je hebt zo iets geheel anders. Maar toch, de basis bleef, de rest gaf ik maar een eigen draai…
wortelsoep

  • Voor vier personen
  • 500 gram bospeen, van die mooie jongen worteltjes met vers loof, gewassen en geschild
  • 4 eetlepels olijfolie
  • 150 cc vers geperst sinaasappelsap
  • wat druppels Tabasco
  • de schillen van de worteltjes
  • bijna een liter water
  • 1 kippenbouillonblokje
  • een flinke pluk saffraan
  • kleine bolletjes buffelmozzarella
  • een paar takjes munt

Was de worteltjes zorgvuldig en schil ze met een dunschiller. Bewaar de schillen! Zet de schillen op met een liter water, een bouillonblokje en een plukje saffraan. Trek er op een laag vuur een bouillon van. Blancheer de takjes munt even in deze bouillon. Vis ze er na een minuut uit en laat ze even schrikken onder koud water. Bewaar de munt voor de garnering.

Hak de geschilde worteltjes in dunne plakjes. Verwarm in een pan de olijfolie en stoof daarin de worteltjes heel zachtjes even aan. Giet er het sinaasappelsap bij en stoof ongeveer 20 minuten. Schep sap en worteltjes in de blender. Zeef de schillenbouillon en voeg het bij de wortelschijfjes. Pureer tot je een mooie egale massa hebt. Voeg naar smaak wat druppels Tabasco toe.Je kunt dan kiezen of je de soep koud of warm wilt eten. Dus of koelen, óf nog even doorwarmen. De mo

Schenk de soep op borden of kommen. Schep op elk bord een paar bolletjes mozzarella en garneer met een takje munt.

 

Aspergeschaal…

IMG_4370
Het seizoen is alweer gesloten. Op de feestdag van Sint Jan, 24 juni, werd er officieel gestopt met het steken van asperges. Hoewel het seizoen drie maanden duurt lijkt het in een mum voorbij. Zo schreef je een stukje over de primeurasperges, een ander moment zat je alweer te ploeteren op een nabeschouwing.

Wij eten asperges nooit buiten het seizoen. Hooguit komt er de rest van het jaar een enkele keer de groene variant op tafel. Asperges eten blijft exclusief. En dus zul je buiten het seizoen ook geen artikeltjes aantreffen over asperges.

We hadden onze eerste asperges op 31 maart. Nu ik terugkijk op de website blijkt op die datum ook het enige artikel over asperges te staan. Ik dacht dat we er vaker over geschreven hadden, maar dat schijnt een hersenspinsel te zijn.

Het is niet dat we ze niet vaker aten, want dat deden we wel. Het is eerder dat we dachten dat de lezer er mogelijk genoeg van zou krijgen, van alweer asperges. Waarschijnlijk is dat een onterechte gedachte, want we kregen er al opmerkingen over uit onverdachte hoek. Enfin, volgend jaar zullen we beter ons best doen.

De website van het Nederlands Asperge Centrum vermeldt: Hoera! Over 287 dagen begint het nieuwe aspergeseizoen…

Overigens moet ik je nog even wijzen op die aspergeschaal. Ik zocht al jaren naar zoiets, en op een moment dat ik er helemaal niet op bedacht was zag Ellen hem liggen in een vlooienmarktkraam, ergens in Wallonië.

Ik weet nog steeds niet of ik hem monstrueus moet vinden, of aardig, of mooi. Blij ben ik er in ieder geval wel mee. Op de bodem van de schaal ligt namelijk een stenen zeef op lage pootjes. Leg je de asperges op de zeef dan lekken ze uit, terwijl het overtollig vocht afdruipt in de ruimte tussen de bodem van de schaal en de zeef. Ik heb namelijk een onbeschrijfelijke hekel aan asperges die op de schaal liggen te drijven in hun vocht, en op deze manier voorkom je dat.

Ik geloof dat ik € 3,50 betaalde voor het ding…

© paul

Gegrilde aubergines van de BBQ…

Gegrilde aubergines...
Ik zit te tikken in een redelijke koele keuken terwijl Toon de Schilder bezig is met het soigneren van het uiterlijk van het Ministerie. En dat is een moedige onderneming bij temperaturen van ruim boven dertig graden. Hij staat daarbij de helft van de tijd in de schaduw, maar voor de andere helft brandt de zon hem ongenadig op zijn bast. Ik zal er in ieder geval voor zorgen dat hij voldoende vocht binnen krijgt.

Dit soort warmtedagen nodigen heel dwingend uit tot koken in de buitenlucht. Overal bespeur je tegen de avond de geur van smeulend houtskool. De BBQ-pakketten zijn voor super en slager niet aan te slepen.

De een verbrandt gemarineerde speklapjes en kromme worstjes van niet te definiëren aard, de ander gaart op een gecontroleerd vuurtje een stuk beef van anderhalf pond. Ieder doet het naar eigen goesting en behoefte: lang leve de lol. Even is roosteren onze nationale sport.

En bij al dat geschroeid vlees horen onmiskenbaar de geprefabriceerde salades die zo overvloedig worden aangeboden. Selderijsalade, wortelsalade, gemengde salade, enfin… Handig en snel klaar; je hoeft alleen het plastic deksel maar te verwijderen. Dat ze allemaal naar de zelfde kledderige mayonaiseachtige saus smaken wordt met gemak op de koop toe genomen. Wat jammer toch… Je hebt je vuurtje aan, je hoeft niks anders te doen dan er een beetje extra gebruik van te maken.

Snijd één of meerdere aubergines in de lengte in dunne plakken. Besprenkel ze met olijfolie en laat dat even intrekken. Peper en zout erop kan, is niet noodzakelijk. Rooster de plakken aan beide kanten gaar, dat gaat snel. Je moet erbij blijven, of in ieder geval dicht in de buurt, je ziet dan vanzelf wanneer je de plakken moet omdraaien en wanneer ze klaar zijn. Je kunt de plakken warm eten, maar koud smaken ze ook prima. Rooster tegelijkertijd een paar kleine tomaatjes. Leg ze niet boven het heetste gedeelte van je vuurtje. Verse knoflook kan er zo op, het hele bolletje met schil en al. Op een rustig gedeelte van de BBQ mag het langzaam garen. Zo ook de rode uien

En de saus uit het potje kun je gerust gebruiken, mits het een beetje een degelijk merk betreft. Maar zelf saus maken blijft toch altijd te prefereren. Wij maakten gisteren die saffraan-yoghurtsaus. Een ideale begeleider van de gegrilde aubergineplakken.

En zo ben je dan toch weer aan het koken… Maar bedenk lezer, een fatsoenlijke BBQ-maaltijd is áltijd werken. Niks voor niks, maar dan heb je ook wat.

© paul

 

Prakje…

Jop's voedsel...
Enkele dagen geleden is Jop begonnen aan de tweede fase van zijn culinaire ontdekkingsreis. Zijn melkdieet bouwt hij progressief af en daarvoor in de plaats komt dan het notoire groenteprutje.

Had hij aanvankelijk bedenkingen (het foute mondgevoel?), intussen kan de Kruimel zich al nauwelijks meer voorstellen dat er een leven bestaat zónder prakjes. Hij vindt ze heerlijk…

Geen potjesvoer, geen pre-fab. Nee, zelf geknutselde wortelprutjes, bonenprakjes en bananenkledder, samengesteld uit de fijnste, gezondste en zuiverste ingrediënten en gefabriceerd in de keuken van het Kind. Als lijnrechte afstammelinge van de beheerders van het Ministerie is het haar haar eer te na om het kroost op te zadelen met de zegeningen van de voedselindustrie. Ze doet het wel zelf…

En ach, Jop vindt het best. Hij rommelt wat door de box, doet zijn schoonheidsslaapje en stopt zijn duim in zijn mond. Tevreden wacht hij op het moment dat er weer zo’n prakje voorbij komt.

Jop laat u groeten…

© paul

 

Doperwtjes á la française…

verse doperwtjes
Wij proberen zoveel mogelijk seizoensgroenten te eten. Duurzaam, gezond en lekker. De meeste groenten eten we gewoon zonder er verder hemelhoogjuichende verslagen over te schrijven, seizoenen komen en gaan; dan zijn er veel pompoenen, dan de eerste boerenkool, de eerste zomerbietjes. Lekker allemaal zonder meer, maar er zijn een paar uitzonderingen, een paar groenten  waar we heel blij van worden… De eerste asperges, daar kijken we naar uit! We houden zo begin april de site van de familie van Dinter in de gaten… zijn ze er al? Het seizoen voor de asperges is maar kort, de laatste worden deze week alweer gestoken en dan is het weer afgelopen. Ik heb dit jaar niet veel geschreven over asperges, we aten ze vaak maar soms herhalen dingen zich en lijkt het niet de moeite waard om een recept hier weer te herhalen. Tja, en voor je er erg in hebt is het gewoon te laat…

Tijd voor een nieuw seizoenswondertje; doperwtjes, vérse doperwtjes! De jaarlijks terugkerende troost voor het einde van het aspergeseizoen. Als je zelf een moestuin hebt met van die lekkere erwtjes ben je een gezegend mens! De meesten van ons zijn echter afhankelijk van de nukken van de groentenjuweliers, en goed gesorteerde weekmarkten (in de super vind je ze al helemaal niet). Zo vanaf half juni is het opletten geblazen; opeens zijn ze er en even later is het alweer afgelopen. Eén weekendje weg en je kunt al te laat zijn. Ik moet toch de Jongste bediende eens zien over te halen een rijtje erwtjes in zijn tuin te zetten. Ik zal er als dank voor hem een lamsbout bij  klaarmaken!

Goed, afgelopen zaterdag was het zover, ik kocht een kilootje mooie verse erwtjes. Ik maakte ze vandaag klaar á la française. Ik vond het recept een paar jaar geleden bij Onno Kleijn en vind het nu ook in het boek “Echt Frans koken”, van Raymond Blanc. Het wijkt allemaal niet veel af, lekker is lekker. Voor de vegetariërs onder ons; laat het spek weg en voeg tegen het einde van de gaartijd wat vers gehakte kervel en peterselie toe. Als je geen zilveruitjes kunt kopen gebruik dan iets grof gesneden sjalot of gewone ui. Ik experimenteerde vandaag met zilveruitjes uit een potje. Ik zette de uitjes vanmiddag in schoon water en ververste dat enkele malen. Resultaat was niet slecht… iets knapperigs tussen de erwtjes, niet echt zuur, decoratief… Ik gebruikte voor de smaak toch maar gewoon ook nog een sjalotje…

  • voor vier personen
  • 20 verse zilveruitjes
  • 50 gram gerookt spek zonder zwoerd, in kleine stukjes gesneden
  • 25 gram boter
  • 2 dl water
  • een snuifje suiker
  • 400 gram gedopte erwtjes
  • het hart van een gewone krop sla, in vieren gesneden
  • zeezout en vers gemalen zwarte peper.

doperwtjes met sla, á la france

Smelt de boter in een stoofpan en stoof daarin de uitjes even aan. Ze mogen niet bruin worden. Leg dan de parten sla erbij en verdeel daarover de erwtjes, het spek en het lepeltje suiker. Stoof, op een heel zacht vuurtje, het geheel zeker 20 minuten, langer mag ook. Strooi er dan de vers gehakte platte peterselie, kruid met wat peper en zout en dien op met bijvoorbeeld nieuwe aardappeltjes.

Kopje espresso toe.
© ellen.

Salade met bietjes en tuinboontjes

Bieten-tuinbonensalade...
Ik loop een beetje achter met beschrijven van onze maaltijden, gewoon weinig tijd en soms herhalen recepten zich ook. Soms zijn gerechten ook zo lekker dat ik ze, al is het maar voor mijzelf, toch moet opschrijven om ze niet te vergeten. Paul schreef pas al over de eerste tuinboontjes, we aten ze dubbel gedopt. Dat was nodig omdat de boontjes iets te groot waren naar onze zin. Vorige week kocht ik nog een keer tuinboontjes en die waren zo mooi klein en jong dat dubbeldoppen niet nodig was. Ze waren erg lekker maar toch bleef er een flinke hoeveelheid over. Ik had gewoon teveel gekocht, expres eigenlijk. Ik wilde met het restant van de boontjes een salade maken zoals ik een paar jaar geleden al eens deed met verse zomerbietjes erbij. Ik had het recept toen uit de krant maar veranderde het meteen omdat de dressing die daar werd beschreven even niet haalbaar was. (niet alle ingrediënten in huis) en dus werd het iets anders. Ditmaal was het doel een maaltijdsalade dus voegde ik nog wat hardgekookte eieren toe, een paar overgebleven gekookte aardappelen en spekjes. Prima salade voor een mooie zomerdag.

  • 4 ons tuinboontjes, gedopt en gekookt
  • 4 bietjes
  • vier teentjes knoflook in de schil
  • 3 niet te grote gekookte aardappelen
  • 2 eetlepels kappertjes
  • 3 eieren hardgekookt
  • 1/2 rode ui in fijne ringen
  • olijfolie, ciderazijn, lepeltje mosterd,zout en peper
  • een handvol spekjes (biologisch, gerookt spek)
  • een handje rucola

 

Was de bietjes en leg ze met de knoflooktenen in een ovenschaal. Dek af met
aluminiumfolie en zet de schaal in de voorverwarmde oven op 180 graden. Laat de
bietjes ongeveer één uurtje garen. Laat ze wat afkoelen en pel de schil eraf.
Snijd ze in kleine blokjes. Bak de spekjes even uit. Maak een
dressing van de olijfolie, mosterd, ciderazijn, peper en zout. Ik mengde ook nog wat
van de mee-gegaarde knoflook door de dressing. Spoel de kappertjes goed af en
meng alle ingrediënten in een mooie aardewerk schaal. Schep alles voorzichtig om anders verkleurd alles van het sap van de bietjes.Geef er mooi knapperig brood bij.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Geroosterde aardappel

 

geroosterde aardappel

Aardappelen zijn niet meer onze dagelijkse kost, sterker nog er wordt zo nu en dan zelfs wat laatdunkend gedaan over de aardappel. Een AGV-tje schrijven sommige Foodbloggers, een AGV-tje staat voor aardappelen, groente en vlees. Zó gewoon, niet de moeite waard om te beschrijven. Pasta, rijst, vruchten en zaden uit verre landen zijn ín, aardappels niet, te gewoon. Maar zo’n hele gewone aardappel daagt toch eigenlijk juist uit om er geweldige dingen mee te doen. Zacht neutraal van smaak, makkelijk te behandelen, past zich overal bij aan… Je kunt ze koken, bakken, roosteren, pureren, gratineren, noem maar op. Een pleidooi voor de aardappel vandaag omdat deze gisteren zo mooi én lekker waren! Ik roosterde de aardappelen in de oven, maar maakte eerst de inkepingen en strooide daar zeezout tussen. Zo krijgen de aardappels een knisperig, krokant buitenlaagje en zijn ze van binnen lekker zacht. Als vetstof gebruikte ik ganzenvet, discutabel, niet supergezond, maar wel heel lekker. Je moet dat niet elke dag eten maar zo af en toe moet kunnen. Ik gebruikte mooie nieuwe aardappelen van ongeveer gelijke grootte.

Neem per persoon twee aardappelen of meer als je grote honger hebt. Wil je geen ganzenvet, of eendenvet gebruiken dan kan je ook olijfolie nemen.

  • voor twee personen
  • 4 of 5 mooie nieuwe aardappelen
  • 2 eetlepels ganzen- of eendenvet of olijfolie
  • wat grof zeezout
  • een paar takjes tijm
  • een stuk of 5 teentjes knoflook in de schil

geroosterde aardappel, voorbereiding

Verwarm de oven voor op 200 graden.

Boen de aardappels onder stromend water goed schoon. Snijd ze met een scherp mes in tot ongeveer een halve centimeter van de bodem. Maak hele dunne plakjes maar zorg dat de bodem aan elkaar blijft. Wrijf het zout tussen de inkepingen. Leg alle ingesneden aardappelen in een ovenschaal en schep op elke  aardappel wat ganzenvet.

Verwarm de oven voor op 200 graden. Rooster de aardappelen 45 minuten. Haal de schaal uit de oven en bedruip de aardappels nog een met wat vet. Schik een paar takjes tijm en de knoflookteentjes tussen de aardappels. Draai de oventemperatuur terug tot 160 graden en rooster nog 20 minuten.

Wij aten er een frisse komkommersalade bij en reepjes eendenborst. De teentjes knoflook zijn boterzacht, druk de knoflookpulp met een vork uit de schil en eet de pulp met de aardappel. Een hemels hapje.

Voor de vegetariërs; gebruik olijfolie in plaats van dierlijk vet en serveer er gebakken camembert bij.

Kopje espresso toe.

© ellen.

Dubbelgedopte tuinboontjes op Italiaanse wijze…

Dubbel gedopte tuinboontjes op Italiaanse wijze...
Evengoed was het een primeur voor ons: de eerste verse tuinbonen van het jaar. Ze waren er al wel eerder en in een mooier formaat, we kwamen ze al maanden terug tegen. Maar ze kwamen uit Verweggiestan en we beoordeelden ze té exotisch van aard…

We kochten afgelopen zaterdag op de markt onze eerste Europese tuinbonen, ze oogden prachtig. Thuis gekomen bleek de groente van iets mindere kwaliteit dan we op de markt hadden ingeschat. Tel daarbij op dat de bonen door omstandigheden nog een aantal dagen in de koelkast bleven liggen en je snapt dat ik vanmiddag na het polen niet bepaald overhield wat ik oorspronkelijk voor ogen had. Daar komt nog bij dat er nogal wat erg grote exemplaren tussen zaten.

In zo’n geval is er maar een ding wat je kunt doen: dubbeldoppen!

Dubbeldoppen betekent niet meer dan dat je, na het polen, de tuinbonen ontdoet van het buitenste vlies. Het is een eenvoudige klus, maar wel tijdrovend. Je snijdt met een scherp mesjes via de bovenkant de tuinboon (op de naad) overdwars door. Daarna kun je de twee zachte helften uit de harde buitenschil wippen. Nogmaals, het is een eenvoudige klus, maar het kost je tijd. Ik heb geen hekel aan dit soort handwerk. Ik zet een mooie langspeelplaat op of ik luister via de digitale snelweg een gemist radioprogramma terug. Het ontspant me en het levert ook nog eens iets speciaals op.

Het recept dat ik vervolgens gebruikte werd al eens door Ellen beschreven, met dank aan Mevrouw Hazan. Ze noemde het Tuinbonen zoals ze in Rome worden gegeten. Laat ik het recept nou toch terug vinden bij Mevrouw De Medici; daar heet het Toscaanse tuinboontjes. Enfin, Italianen onder elkaar, moet je maar denken…

Ik beschrijf het recept zoals ik het vanmiddag klaarmaakte.

  • 300 gram dubbelgedopte tuinbonen,
  • 50 gram gerookt ontbijtspek,
  • 1 sjalot,
  • olijfolie,
  • peper en (eventueel) zout uit de molen,
  • 4 eetlepels water,
  • wat vers gehakte peterselie.

Verwarm de olijfolie in een pan met een stevige bodem. Fruit hierin de gesnipperde sjalot langzaam glazig. Doe er dan het in dobbelsteentjes gesneden spek bij en laat dat zachtjes uitbakken, ongeveer een minuut of vier. Voeg vervolgens de tuinbonen toe en besprenkel alles met flink wat peper uit de molen. Schep even om zodat er zich een filmlaagje van vet om de boontjes voegt. Doe het water erbij en laat het gerecht dan 10 minuten op een zacht vuurtje stoven. Schep de boontjes in een voorverwarmde schaal, strooi er vers gehakte peterselie over en dien op.

  • Opmerkingen:
  • Of je zout gebruikt hangt voornamelijk af van je spek. Het is al snel teveel.
  • Tuinbonen, gewoon in hun buitenvelletje, ach, we aten ze al zo vaak, en het is een heerlijke groente. Duppelgedopte tuinbonen echter zijn anders, milder, en verschrikkelijk lekker. Alleen al voor die milde smaaksensatie zou je de moeite moeten nemen om het eens uit te proberen.
  • In Italië (maar ook in Portugal) worden zelfs hele jonge tuinbonen dubbel gedopt. Of ik dat er voor over heb weet ik niet, maar het moet wel iets vreselijk lekkers opleveren. (Ik zag ze wel eens op een markt aangeboden voor vreselijk veel geld…)
  • De gaartijd hangt af van de versheid van je tuinbonen. Proeven of het goed is heet het motto.

© paul