Druivenoogst…

druivenoogst

De paar druiven die er nu nog hangen laten we achter voor het gevogelte. Het is mooi geweest, we hebben genoeg geoogst. Het was een uitzonderlijk druivenjaar in onze tuin. Zelden smaakten de vruchtjes zo zoet.

Zondag plukten we de laatste lading van het jaar om er de feesttafel mee te versieren. Ellen vierde haar verjaardag. Tussen de schalen pirosjki de kaassoezen, de perentaarten en de kilo’s Hachis Parmentier speelden de druifjes een bescheiden rol, maar strikt decoratief was die niet. Zoals gezegd smaakten ze heerlijk zoet. En dat had de goegemeente snel door.

© paul

Jam, jam, jam… Pikante druivengelei

Gisteren ben ik begonnen met de druivenoogst. Zoals beloofd eerst een flinke zak vol naar de Witte Brug gebracht voor de broer van Marleen. We gingen met druiven heen en kwamen terug met een flinke zak vol peren (Triumph), peterselie en bonenkruid. Tja, Marleen en de Jongste Bediende waren ook aan het oogsten. Dat werd dus even werken! Het is niet alleen het oogsten, al dat fruit moet ook verwerkt worden natuurlijk. Terwijl wij naar huis wandelden rooiden ze op de Witte Brug alvast wat aardappelen en zo tegen de avond konden we op het Ministerie de eerst Ratte d ‘ Ardėche bewonderen. Maar over die bijzondere aardappel later meer, nu eerst de druiven; ik plukte de confiturepan vol, en nadat de steeltjes en ongerechtigheden verwijderd waren had ik nog 3500 gram druiven over. Die gingen in de koperen confiturepan. Vervolgens heb ik ze met een houten stamper wat plat geperst en aan de kook gebracht. 5 minuten door laten koken en toen door de puntzeef gegoten die ik bekleed had met een katoenen doek.  Na veel persen en wringen hield ik 2 1/2 liter helder sap over. Het sap ging terug in de pan samen met 1200 gram geleisuiker en om de gelei een pikant, kruidig tintje te geven

  • 1 theelepel gemalen kaneel
  • 1 theelepel gemalen nootmuskaat
  • 1 theelepel gemberpoeder
  • 1 theelepel gemalen piment
  • 1 theelepel chilivlokken.

Goed roeren en de gelei aan de kook brengen, een volle minuut doorkoken en dan snel in de potten gieten. De potten afsluiten omdraaien en op z’ n kop zetten. Vijf minuten zo laten staan en terug draaien.

Een lekkere pikante gelei, uitstekend geschikt  bij paté of varkensvlees of rode kool.

@ ellen.

image

Druiven

imageStja, die druiven… Het worden er ieder jaar meer… muurtje op het zuiden… Rijke oogst! Maar, ik moet bekennen dat we er al jaren niets mee doen. We eten een paar trosjes, delen wat uit… En dat is het dan wel. Blijven nog kilo’s over… Ieder jaar laten we de vogels snoepen van de restanten, dit jaar heb ik me voorgenomen om toch maar eens iets met onze druiven te doen. Jam is geen optie, de schilletjes van de druiven zijn te stug en druiven zijn zowiezo niet zo geschikt om tot confiture / jam te verwerken omdat er weinig pectine in de vruchten zit. Oplossing is dus een gelei te maken, of de druiven te verwerken in een een sapketel. Maar een sapketel heb ik niet! Wijze raad en goede adviezen worden op prijs gesteld!
Voor alle duidelijkheid: onze druiven zijn geen wijndruiven! Wij willen ook geen wijn maken! Er zijn meer dan genoeg goede wijnmakers!

Wie weet wat te doen met al die kilo’s druiven?

Het is Pruimentijd, dus Pruimentaart!

pruimentaart, recept van Edith

Wij zijn al dagen bezig met de nieuwe Hond Jaros; uitlaten, heropvoeden, laten kennismaken met onze vrienden… druk, druk, druk! Tijd dat het beest eens de gewone gang van zaken meemaakt. Gewoon een flinke maaltijd voor een hongerig gezelschap, taartje toe. Zo ziet zo’n Hond ook eens hoe het eigenlijk hoort te zijn in het leven…

Dat valt nog niet mee. Jaros is eigenlijk niet veel gewend, loopt dus voortdurend voor mijn voeten in onze toch niet zo kleine keuken. Hij is bovendien heel nieuwsgierig dus wil steeds met zijn grote neus overal bovenop staan. Vandaag dus wat struikelend gekookt en ondertussen Jaros wat bijgeleerd. Hij weet nu dat er uit dat lekker ruikende pannetje vlees tevoorschijn komt waar kleine velletjes en drelletjes van in zijn bak worden gelegd… Iiiieek, wat is dat? snuffel, snuffel… Lekker! Ach, hij leert het nog wel!

Waar Jaros helemaal niets van krijgt is de pruimentaart die ik vandaag maakte. Honden krijgen van mij geen zoetigheid. Nergens goed voor.
Maar goed, het is nu pruimentijd dus hoog tijd voor pruimentaart. Zie dat je pruimen krijgt van vrienden die een mooie pruimenboom hebben, of koop pruimen op de markt. In de Supermarkt zagen de aangeboden Reine Claudes er beroerd uit en ze waren bovendien stinkduur. Ik moest het vandaag doen met Opal pruimen, iets minder van smaak en kleur maar toch ook heel lekker.

◾ongeveer 750 gram pruimen, gehalveerd en ontpit
◾150 gram boter
◾1,2 dl melk
◾3 eieren
◾150 gram suiker
◾wat vanille (esence of een stokje even in de melk mee verwarmen en de vanille eruit schrapen)
◾250 gram gezeefde bloem
◾1 1/2 theelepel bakpoeder

Verwarm de oven voor op 170 graden, hetelucht of, 180 gewone oven).

pruimentaart, recept van Edith

Verwarm de boter met de melk in een steelpan en laat dan de vloeistof afkoelen. Klop de eieren met de suiker en de vanille tot je een luchtig, schuimig, mengsel hebt. Voeg dan voorzichtig de gezeefde bloem toe. Roer vervolgens het gesmolten boter/melk mengsel  door het deeg en schep alles goed om. Giet dan de helft van het deeg in een ingevette springvorm (23 cm). Leg daarop de in partjes gesneden pruimen. Giet de rest van het deeg erop en leg daarop nog wat partjes pruimen. Strooi er eventueel nog wat poedersuiker over en zet de springvorm in de oven. Laat de taart zo ongeveer 1 uur bakken.

Kopje espresso erbij en je hebt een prima dessert!

© ellen.

 

Aardbeien-amandeltaart… en een goed doel; “Gimmert goes Alpe d’Huzes”.

aarbeientaart 010
Eigenlijk is het nog een beetje vroeg voor aardbeien, er is gewoon nog niet genoeg zon geweest. Toch kocht is zaterdag aarbeien, dat kwam zo;
Op de parkeerplaats achter AH hier in Gemert, stonden zaterdag wat kraampjes opgesteld. Ik zag ze vanuit de verte en, nieuwsgierig als ik ben, moest ik natuurlijk even kijken wat er te doen was. Het bleek een actie van de mensen van “Gimmert goes Alpe d’Huzes”. Zuidoost-Brabant kent een kleine 50 teams die op 5 en 6 juni de Alpe d’Huez gaan bedwingen in de strijd tegen kanker. Het gaat om honderden fietsers en lopers en nog eens honderden vrijwilligers achter de schermen. Ook uit ons dorp Gemert gaat een flinke delegatie de berg beklimmen. De actie bij AH was één van de vele die het Gemertse team deze tijd heeft gehouden om geld bijeen te brengen. Er werden plantjes verkocht, koekjes, aardbeien en kaarsen en de opbrengst was natuurlijk helemaal voor het goede doel. Voor de rotsplantjes heb ik geen plaats in mijn tuin, dit soort koekjes eten wij nooit, dus kocht ik aardbeien en een kaarsje.

Omdat ze nog niet zo heel zoet waren om zo te eten bakte ik een taartje met de aardbeien.

Een springvorm van 23 cm, de randen invetten en de bodem bedekken met bakpapier.
De oven voorverwarmen op 160 graden voor hete lucht, 180 voor een gewone oven.

  • 175 gram fijngemalen amandelen
  • 175 gram fijne suiker
  • 175 gram zelfrijzend bakmeel
  • 175 boter
  • 3 eieren
  • 500 gram aardbeien, in plakjes gesneden
  • poedersuiker en wat citroensap of sinaasappelsap voor de garnering

Smelt de boter en meng dan alle ingrediënten, behalve de aardbeien, door elkaar.
Dat kan met de keukenmachine maar met de mixer in de laagste stand gaat ook prima.
Verdeel dan de helft van het deeg over de bodem van de springvorm. Leg daarop de in plakjes gesneden aardbeien en daarop de andere helft van het deeg.
Bak de taart dan 1 uur op 160 graden hete lucht of 180 graden gewone oven.

Laat de taart even in de vorm staan een maak de randen voorzicht los.
Je kunt de taart dan nog te bedekken met een laagje suikerglazuur.
Dat maakte ik met 75 gram poedersuiker en wat sinaasappelsap (ik had geen citroen in huis, maar sinaasappelsap smaakte ook goed) bij elkaar voegen en roeren tot je een hele dikke massa hebt en dan meteen uitsmeren over de taart. Garneer met een paar aardbeien.

11 mei 2007 015

Doneren aan het Gemertse team kan via deze link of onder andere via de blog van Bert Mickers.

© ellen.

Lamsvlees met kweepeer…

Het was een erbarmelijk jaar voor de kweepeer. Hoewel er op diverse plaatsen in Nederland van een redelijke oogst sprake kon zijn was het op de meeste plaatsen huilen met de pet op! Het laantje waar ik mijn kweeperen placht te stelen (zeker vijfentwintig bomen lang) gaf dit jaar nul vruchten. Nada, niks, rien, nothing (ham’n eggs). Niet één vrucht…

We waren dit jaar dus afhankelijk van import. De zaterdagse Helmondmarkt bood ze aan, en ook bij onze Turkse slager lagen de vruchten uitgestald. Hele mooie, bijna zo rond als een appeltje. We kochten er drie.

Ellen maakte vorig jaar een gerecht met lamsvlees en kweeperen, een recept van de onlangs met de Johannes van Dam-prijs bekroonde Mevrouw Roden. Ik vond dat destijds erg lekker en besloot het gerecht na te koken.

  • Voor twee personen:
  • 2 lamsschenkels
  • olijfolie
  • 1 flinke ui, in stukjes gesneden
  • 2 tenen knoflook, geplet en grof gehakt
  • pimentpoeder
  • gemberpoeder
  • zout en flink wat peper
  • 1 grote vleestomaat, in stukjes gesneden
  • bouillon
  • 2 kweeperen
  • sap van een halve citroen
  • kaneel
  • honing

Wrijf de schenkels in met pimentpoeder, gemberpoeder, peper en zout. Verwarm de olie in een pan, mét deksel,  die ook in de oven kan. Braad daarin de schenkels rondom bruin, voeg ui en knoflook toe en bak even mee. Doe er dan de tomatenstukjes bij en bak ze ook even. Voeg dan bouillon toe zodat de schenkels half bedekt zijn. Zet de pan, met de deksel erop in de voorverwarmde oven en laat ze, op 160 graden, in ongeveer 1 1/2 uur zachtjes stoven.

Zet intussen een pan water op en voeg daarbij het sap van een halve citroen. (het citroensap voorkomt dat de peren bruin kleuren) Snijd met een scherp mes de kweeperen in vieren en doe ze snel in het kokende water. Laat ze zachtjes ongeveer 10 tot 30 minuten pruttelen tot de peren zacht zijn. De kooktijd varieert nogal. Mijn peren waren in 10 minuten mooi gaar. Giet de peren af en laat ze afkoelen tot je de klokhuizen eruit kunt snijden. Doe ze dan in de pan met de lamsschenkels, met de vlezige kant omhoog. Strooi er wat kaneel over en druppel er wat honing op. Laat zo nog even stoven. Keer na vijf minuten de stukjes peer om en stoof nog een paar minuutjes.

[Het stukje hierboven knipte en plakte ik tot wat er staat. Ik dacht tijdens het werken Ellens aanwijzingen op de voet te volgen. Maar toch was het uiteindelijk resultaat anders dan de vorige keer. Beetje meer van dit, beetje minder van dat. Een iets andere behandeling van het vlees en een langere gaartijd (dit lam was een bijna-schaap). Zo zie je maar weer. Koken is jezelf verrassen. Het mooie zuurtje van de kweeperen was evenwel behouden gebleven.]

We dronken er een Spaanse sloeberwijn bij. ‘n Rooie, een alleskunner.

 © paul

 

Medjooldadels…

De nacht zit er goeddeels op, ik heb mijn werk gedaan.  Nog even koffie en thee maken voor het cliënteel en de vroege vogel die me komt aflossen, een korte mondelinge overdracht, en ik kan naar huis. Om half negen zullen Marleen en de Jongste Bediende op de stoep staan. Zij vergezellen ons deze ochtend naar de Helmondse zaterdagmarkt.

Een visje, stuk kaas, groenten voor een goede week. En bloemen voor Marleen, bloemen voor het Kind, bloemen voor onszelf. Waarschijnlijk een broodje shoarma aan de kraam en een haring aan het staartje.

En laat ik er aan denken: die overheerlijke dadels, luisterend naar de naam Medjooldadels. We kochten ze een paar weken geleden voor het eerst. Zelden at ik zulke lekkere dadels. Ze konden de concurentie aan met de dadels van Marleen.

Vers, maar hartstikke zoet. In tegenstelling tot de meeste dadels, die gedroogd zijn, zijn ze dus niet geconfijt. Nee, die milde zoetheid hebben ze van zichzelf.

Ze komen uit Noord-Afrika, meestal uit Egypte. Maar ook worden ze volop geproduceerd in Israël, met name in de Palestijnse gebieden. (Er ontspon zich dan ook vrijwel onmiddellijk een discussie aan onze keukentafel over de politiek correctheid van de vruchten. Kwestie van gestolen land en onderbetaalde landarbeiders. Ik weet het niet…).

Voor een pond dadels betaal je een goede zeven euro. De prijs is niet mis, maar dan heb je ook wat…

Medjooldadels lenen er zich toe om mee te koken. Maar zo opsnoepen is zeker zo aantrekkelijk.

© paul

Lamsvlees met pruimen en abrikozen.

lamsschenkels met pruimen en abrikozen
Het Joodse Pesach en het Christelijke Pasen vallen dit jaar op dezelfde datum, reden om maar eens in het kookboek “De Joodse keuken” van Claudia Roden te gaan zoeken naar een paasgerecht. Ik vond een mooi recept voor Pesach. Toevallig waren alle ingredienten aanwezig dus aten wij gisteren alvast een ‘paasmaal’. Idee voor onze lezers misschien om volgende week eens klaar te maken?
Mevrouw Roden schrijft over dit gerecht: Marokkaanse Joden namen de Arabische gewoonte over om op feestdagen met honing of suiker gezoet stoofvlees te serveren. Met Pesach werden tagines van schaap of lam gegeten om de lammeren te herdenken die de slaven offerden op de avond voor de exodus. Dit gerecht met pruimen is het populairst. Het specerijgebruik is heel subtiel en zelf vind ik het zonder honing al zoet genoeg.

Natuurlijk werd het gerecht hier gisteren weer íets anders. Het originele recept is voor 6 personen en er wordt een ontbeende lamsschouder gebruikt. Ik gebruikte twee kleine lamsschenkels en in plaats van pruimendanten gebruikte ik tutti frutti. Er stond hier al tijden een pot tutti frutti op sap en die moest maar eens op. De specerijen gebruikte ik wel precies zoals in het recept beschreven. De honing liet ik weg, ik vond het ook al zoet genoeg.

  • 1 grote ui, fijngehakt
  • een bolletje verse knoflook in vieren gesneden
  • 2 eetlepels olie
  • 2 lamsschenkles
  • peper en zout
  • 1/2 theelpel saffraanpoeder
  • 1/2 theeleple gember
  • 1/4 theelepel nootmuskaat
  • kleine pot tutti frutti op sap
  • 2 theeleples kaneel
  • 1-3 eetleplels honing (desgewenst)

Neem een niet te grote pan met deksel die ook in de oven kan. Fruit de ui en de knoflook zacht aan in de olie. Doe het vlees erbij en bak het aan alle kanten lichtbruin. Voeg zout peper, saffraan, gember en nootmuskaat toe. Giet heet water op het vlees tot het onderstaat. Zet de pan met deksel in een voorverwarmde oven en sudder het vlees 2 uur op 150 graden. Voeg zo nodig wat water toe. Doe er dan de tuti fruti met wat sap, kaneel (eventueel honing) en flink wat zwarte peper bij. Laat de stoofpot nu nog 20 minuten zachtjes sudderen. De saus zal dan mooi ingekookt zijn. Serveer met wat geroosterde amandelen en sesamzaadjes.

Kopje espresso toe.

© ellen.

 

Chocolade-amandeltaart met bloedsinaasappel en rum…

chocolade-amandeltaart met bloedsinaasappel en rum
Op zaterdag bak ik meestal iets lekkers; soms hartige pasteitjes of kaassoesjes, soms iets zoets, een appeltaartje of cake. Het amandeltaartje van vorige week was een succes. Iedereen vond het lekker. Voor herhaling vatbaar dus, ware het niet dat ik te weinig amandelen in huis had… Stom, ik had nog niet gelezen dat Mr Ooijer ook al een variant bedacht had; met minder ei en zelfrijzend bakmeel. Leuk om te lezen dat er met zo’n recept weer allerlei variaties mogelijk zijn. Laat tien mensen een gerecht klaarmaken en het wordt tien keer iets anders. Mooi toch?

Ik verving de amandelen door een ons zelfrijzend bakmeel en voegde cacaopoeder toe. Het resultaat was prima. Wat minder ‘vochtig’, maar toch heel luchtig van structuur. Er had misschien iets meer cacaopoeder in gemogen of met gesmolten chocolade overgieten lijkt me ook heel lekker. Volgende keeer dan maar…

  • 125 gram gemalen amandelen
  • 100 gram zelfrijzend bakmeel
  • 175 gram fijne suiker
  • 3 eetlepels cacaopoeder
  • 4 grote, of 5 kleine eieren
  • 1 bloedsinaasappel
  • en de rasp en het sap van nog een bloedsinaasappel
  • 1 glaasje rum

Bekleed de bodem van de springvorm met bakpapier. Smeer de zijkanten in met boter en bestrooi ze met wat fijne suiker.

Boen de sinaasappels goed schoon en snijd één van de sinaasappels horizontaal in dunne schijfjes. Leg de schijfjes sinaasappel in een mooi patroon op de bodem van de springvorm. Rasp de schil van de andere sinaasappel en pers het sap eruit. Bewaar het sap.

Doe de eieren in een kom en klop tot je een schuimig mengsel hebt. Voeg de suiker toe en blijf kloppen tot de massa mooi stevig is en je een streep kunt trekken met een mes. Spatel er dan voorzichtig de sinaasappelrasp, de gemalen amandelen, het cacaopoeder en het zelfrijzend bakmeel door en giet het beslag in de springvorm.

 

Verwarm de oven voor op 160 graden en bak het taartje in ongeveer 45 tot 50 minuten gaar. Laat de taart 5 minuten rusten. Stort de taart, met de onderkant boven, op een bord, verwijder de ring. Meng de rum met het sinaasappelsap en sprenkel dat over de taart. (als er kinderen meesnoepen kun je de rum beter weglaten, gebruik dan alleen sinaasappelsap. Geef er wat geklopte room bij.

Zo, er is nog een klein stukje overgebleven, dat wordt mijn lunch vandaag!

© ellen.

 

Amandeltaart met sinaasappel

sinaaasappeltaart

Bij het pêkskes maken hoort natuurlijk ook wat lekkers bij de koffie. Paul kocht zaterdag op de markt bloedsinaasappelen en het leek me wel mooi om de bloedsinaasappelen te gebruiken voor een Spaanse amandeltaart met sinaassappel. Het deeg bestaat uit eieren amandel, en sinaasappelrasp. Je bakt de taart eigenlijk ondersteboven en op de bodem leg je wat sinaasappelschijfjes. Bloedsinaasappels zijn dan extra decoratief.

  • Voor een springvorm van 18 centimeter:
  • 2 kleine, bloedsinaasappels
  • 4 grote eieren
  • 175 gram fijne suiker
  • 225 gram gemalen amandelen
  • 1 glas rum

Bekleed de bodem van de springvorm met bakpapier. Smeer de zijkanten in met boter en bestrooi ze met wat fijne suiker.

Boen de sinaasappels goed schoon en snijd één van de sinaasappels horizontaal in dunne schijfjes. Leg de schijfjes sinaasappel in een mooi patroon op de bodem van de springvorm. Rasp de schil van de andere sinaasappel en pers het sap eruit. Bewaar het sap.

Doe de eieren in een kom en klop tot je een schuimig mengsel hebt. Voeg de suiker toe en blijf kloppen tot de massa mooi stevig is en je een streep kunt trekken met een mes. Spatel er dan voorzichtig de sinaasappelrasp door en de gemalen amandelen.

Verwarm de oven voor op 160 graden en bak het taartje in ongeveer 45 tot 50 minuten gaar. Laat de taart 5 minuten rusten. Stort de taart, met de onderkant boven, op een bord, verwijder de ring. Meng de rum met het sinaasappelsap en sprenkel dat over de taart.

© ellen