Gisteren nog gepraat over de voor- en nadelen van een AGA fornuis, zie ik vandaag opeens dit prachtige fornuisje, gemaakt door Julia. Julia heeft belangstelling voor koken en alles wat er mee te maken heeft. Ze beschrijft ook heel mooi hoe je zo’n fornuisje moet maken, bijna een recept! Zie ook Eupotours.
Category Archives: keukengerei
WIJNKANNETJE…
Ik dacht dat ik het kocht in Bad Dürkheim in de Pfalz, maar bij nader inzien blijkt het uit de Elzas te komen. Van een hele gewone Blokker in Obernai. Dat moet dus zomer 2004 zijn geweest. Het is zo’n niemendalletje, zo’n heel gewoon ding, een massaproduct. En kom je het tegen dan loop je er meestal aan voorbij, zo gewoontjes, zo onopvallend. Het kost ook niks: 3 euro maximaal. En toch… Sinds het kannetje onderdeel van ons huishouden is gaan uitmaken hebben we het nagenoeg elke dag in gebruik. Bij elke warme maaltijd staat het op tafel als waterkan en in de zomer gaat het mee het terras op, gevuld met witte wijn. Een snelle berekening leert dat het kannetje al ruim zeven honderd keer dienst heeft gedaan. Zo’n eenvoudig kannetje! Toch kleeft er ook iets magisch aan het kannetje. Het groene handvat spreekt voor zich: dit is een kannetje voor witte wijn. Uit Duitsland, uit de Elzas, uit Luxemburg. Geen vergissing mogelijk. Ik schonk er op een dag rode wijn uit. Betrouwbare landwijn was het, we dronken hem met regelmaat (maar dan uit de fles). Geloof het of niet, de wijn smaakte niet… Vreemd toch?
© paul
BELASTING OP WEGWERPSTOKJES…
Chinezen die met stokjes eten zijn vanaf 1 april duurder uit. Op chop sticks zal een belasting worden geheven van 5 %, zo meldt het persbureau Xinhua. De houten wegwerpstokjes zijn een aanslag voor het milieu. Jaarlijks verbruiken de Chinezen 15 miljard paar stokjes. Voor de productie daarvan is 1,3 miljoen kubieke meter hout nodig. Eigenlijk niet zo’n gek idee, belasting op wegwerpspul. Afwasbare stokjes zou ik zeggen en allemaal zo’n mooi houtkacheltje! (zie log 21 maart) De stokjes op de foto zijn afwasbaar, wij gebruiken ze al jaren
HOUTKACHELTJE…
300 miljoen gezinnen koken hun maaltijden op een houtvuurtje. Dat betekent een aanslag op natuurlijke bronnen en als extra vervelend effect: ontbossing. Ook betekent het energieverspilling, bij open houtvuur gaat haast alle warmte ongebruikt verloren. Hetzelfde geldt voor het branden van houtskool, 90 % van de energiewaarde is al verdwenen voordat je aan koken toekomt. En dan is er het gezondheidsaspect. Rook en onverbrande gassen zorgen volgens de WHO (Wereld Gezondheids Organisatie) voor pakweg 1,6 miljoen slachtoffers per jaar. Paul van der Sluis werkt als chemicus bij Philips Research op de High Tech Campus in Eindhoven. Hij kreeg de kans van de Lampenmagnaat om een kacheltje te ontwikkelen dat bovenstaande problemen zou moeten reduceren. Het kacheltje is er inmiddels en het zit vernuftig in elkaar. Het is extreem zuinig. Je stookt het met hout of papier. Er zit een ventilatortje in de kachel dat er voor zorgt dat de luchtstroom optimaal is in het apparaat. Het ventilatortje draait op een thermo-electrische generator die weer in een ander gedeelte zit ingebouwd. De generator gaat werken door het kacheltje te stoken. Tegelijkertijd wordt er een batterij opgeladen die gebruikt kan worden om een lampje op te laten branden of een radio te laten spelen. Er is nauwelijks rook, en de schadelijke gassen worden via een slim systheem naverbrand. Een stukje hout ter grote van een sigarettenpakje volstaat om één liter water aan de kook te brengen. Het kacheltje komt binnenkort op de markt, de prijs is nog niet bekend. Kijk lezer, hier wordt het Ministerie nu vrolijk van! De foto komt van Philips.
© paul
TJOBÈK EN OELEK-OELEK, VIJZEL 3…
De eerste buurvrouw van het Ministerie was van Indonesischen bloede. Ze was een ware keukenprinses, en zo ook haar zus. Het was bij hen dat we voor het eerst het werkwoord oelekken hoorden gebruiken. Bedoeld werd dan het maken van sambals. Ze reserveerden daarvoor de zondagochtend. (Overigens werden er dan nog een heleboel andere bijgerechten voor de Indonesische keuken gemaakt.) Ze gebruikten bij allerlei bereidingen altijd de tjobèk, een platte, ronde stenen vijzel met een wrijfsteen uit hetzelfde materiaal, de oelek-oelek. Jaren later kwamen wij in bezit van het afgebeelde exemplaar. We kregen het van een Indischman die een oogje had laten vallen op één van de oma’s van het Ministerie. De vijzel was al heel oud, en werd begin jaren vijftig samen met de familie gerepatriëerd. God mag weten wat voor lekkers er in de loop van de tijd mee is gemaakt… Je gebruikt de vijzel namelijk niet alleen om kruiden en specerijen te pletten, maar ook bij de verdere bereiding van papjes, prakjes en sauzen. De tjobèk is te gebruiken als de porseleinen vijzel uit de Europese keuken. Maar door de typische platte vorm is hij minder geschikt voor het breken van peperkorrels of dat soort zaken. En een aïolie of mayonaise bereiden is al helemaal niet mogelijk. Kook je echter graag Indonesisch of Chinees dan is het beslist de moeite waard de aanschaf van een tjobèk te overwegen. Uit welke steensoort onze tjobèk is gebeiteld weet ik niet. Het oppervlak is ruw, en dat maakt dat het pletten en vermalen van de diverse ingrediënten een stuk gemakkelijker. In het onvolprezen kookboek van Beb Vuyk staan wel 25 recepten voor eenvoudige sambals. Het basisrecept gaat als volgt: 20 lomboks 2 eetlepels zout Was en snijd de lomboks, eventueel met de staafmixer. Wrijf ze met het zout op de tjobèk tot een brij. Doe ze over in een met sodawater afgewassen jampot en bewaar ze afgesloten in de koelkast. En ook Mevrouw Vuyk vindt de aanschaf van een tjobèk onontbeerlijk wanneer je serieuze zaak wilt maken van Indonesisch koken Beb Vuyk Groot Indonesisch Kookboek Culinaire Boekerij, Uitgeverij Kosmos, Antwerpen/Utrecht ISBN 90 215 9863 9
© paul
VIJZEL 2…
Voor een meer algemeen verhaal over vijzels kun je terecht op het log van 14 februari 2006. De vijzel van de foto is de tweede in reeks die het Ministerie aan je wil voorstellen. Ik kreeg hem kado als verjaardagsgeschenk van Jack en Leonore, maar Ellen herinnert zich iets anders. Wie zal het zeggen, het is alweer lang geleden. De vijzel is gemaakt van porcelein, dus keihard. De binnenkant is ongeglazuurd en fijn, maar een beetje ruw. De vijzel neemt geen geur-, smaak- of kleurstoffen aan. Je kunt er vochtige substanties in fijn stampen, maar het meest geschikt is hij voor het fijnmaken van zaken als gedroogde kruiden en specerijen. Je breekt als het ware de structuur kapot. Gestampte (verbrijzelde) peper bijvoorbeeld ruikt en smaakt anders dan wanneer hij gemalen is en je hebt de grofheid die je wenst heel precies in de hand. Ook de stamper is van porcelein en de doorsnede van de kom is acht centimeter.
© paul
POIRE-PEER…
Deze metalen peer siert sinds jaar en dag de vensterbank bij het zijraam. We hebben haar in een ver verleden gevonden op een vlooienmarkt in Arlon (de Schoone Stad Aarlen, België). Het is een tafelsierraad en dient ervoor om op een charmante wijze de aperitiefborrel, dan wel de “after diner” likeur te serveren. En zo mogen wij hem graag gebruiken. Het bovenstuk van de peer fungeert als deksel. In de buik bevinden zich zes piepkleine glaasjes. In het midden zou een flesje moeten staan, maar dat is gesneuveld. We hebben nog geen vervanging gevonden. Uit welke traditie de peer komt weten we niet, ook niet uit welke tijd. Feit is dat ze regelmatig tweedehands opduiken in Zuid België en Luxemburg. Toen Evert en Neel besloten er ook eentje aan te schaffen, was die in de kortste keren gevonden. Nieuw, in de winkel, hebben we de peer nooit aangetroffen. Navraag bij bekenden in het Groothertogdom leverde niets op.
Weet je meer over het verschijnsel, laat het dan weten. Het Ministerie houdt zich beleefd aanbevolen.
© paul
Tip: Pastamachine…
Ik ben niet zo’n fan van de Aldi winkels. Maar vanmorgen zag ik in de grote wekelijkse advertentie in de krant tot mijn verbazing een pastamachine voor € 9,99. Dat is heel veel minder dan ik betaald heb voor mijn pasta machine! Zou dat wel iets zijn? Paul heeft deze week vrij en werd op Aldi-bezoek gestuurd. (Er is altijd wel iemand jarig die zo’n machine altijd al… enzovoorts.) Paul heeft er een gekocht en tot mijn verbazing lijkt het een degelijk apparaat. Voor dat geld?! Kopen zou ik zeggen. Er gaat niets boven eigen gemaakte pasta met bijna niets (heb je de kosten er al uit). Ik moet eerlijk zeggen dat ik deze machiene niet uitgeprobeerd heb, maar het ziet er niet slecht uit. Kan bijna niet fout.
© ellen
VIJZEL 1…
We hebben er drie, vijzels. Dat is niet uit verzameldrang, maar omdat ze verschillend zijn en elk een eigen doel dienen. Vijzels gebruik je om dingen mee fijn te maken. Andere manieren dan vijzelen zijn: hakken, snijden en zo verder. Je gebruikt messen, een bijl, een wiegijzer, de koffiemolen, roerzeef, staafmixer of keukenmachine. Waarom zou je een vijzel gebruiken als het ook elektrisch kan? Om de doodeenvoudige reden dat staafmixer en keukenmachine véél kunnen, maar ook een aantal dingen niet. Het typische aan vijzelen is dat je de ingrediënten vermorzelt. Je breekt de structuur van de celwand van de ingrediënten en dat is in een aantal gevallen noodzakelijk en met geen ander “modern” keukenhulpmiddel te doen. Probeer een aïolie te maken in een keukenmachine en je zult zien dat het niets wordt. Wel krijg je een min of meer bruikbare knoflooksaus, maar aioli is het niet! (zie log 17 februari 2006). Mayonaise kun je in de vijzel maken, maar ook papjes van ansjovis, knoflook en zeezout. Enfin, bedenk ‘t maar. Pesto kun je maken in een keukenmachine, maar uit de vijzel is-ie beter. De vijzel van vandaag is bij uitstek geschikt voor bovengenoemde sauzen. We vonden hem op de markt in Helmond, waar sinds geruime tijd alweer een Portugees echtpaar staat met mooie keramieke handel, geconserveerde etenswaar en wat kruiderij. Bloedworsten uit Alentejo, gedroogde tomaten uit Extramadura, tahines uit Marocco, dat soort handel. En Natuurlijk deze vijzel. Hij is gebakken in Portugal. Het keramiek is vrij hard en het is geglazuurd. De doorsnee van de binnenkant is 12 centimeter.De stamper is van hout. Hij kostte zestien euro. Het karakter van de vijzel (geglazuurd aardewerk) maakt dat hij voor een aantal dingen niet geschikt is. Wanneer je bij voorbeeld peperkorrels wilt pletten, of andersoortige harde zaken, dan loop je de kans dat je de vijzel en de stamper beschadigd. Daarover morgen meer.
© paul
LELIJK KAASMOLENTJE. (KAASMOLEN 2)
Het Kind was het geklaag zat! Altijd dat gemopper over niet werkende kaasmolens. Het Ministerie heeft er in haar bestaan een fors aantal versleten, stuk gemaakt of afgedankt. En nooit was het goed. Het Kind schonk dus het Ministerie het afgebeelde exemplaar in de overtuiging een eind te maken aan het geweeklaag. Dat was schrikken… Het molentje van de firma Tupperware is uitgevoerd in een stijl die al weer enige jaren terug opgang deed in het disign- en kunstwereldje: Memphis. Alleen dan slecht gedaan. De “gezellige” kleurenknallen de keuken uit en ook van het materiaalgebruik wordt je niet vrolijk. Wat een lelijk ding! Eén pluspuntje: het molentje werkt. Het geheel bestaat uit 7 delen die gemakkelijk te monteren zijn en na gebruik als losse onderdelen in de vaatwasser kunnen. De kaas druk je met een plastic blokje op de rasp terwijl je aan de zwengel draait. Onder de container zitten anti-slip nopjes zodat ook bij fors kracht zetten (harde kaas) het geval niet over het werkblad wegglibbert. De trommelrasp (enige metalen onderdeel) is schuin geplaatst, zodat hetgeen je raspt in een ruime container valt. Na gedane arbeid haal je het bovenstuk eraf en sluit je de container met bijgeleverde deksel. Zelfs een stompje Parmakaas, achteloos vergeten in de koelkast en zo hard geworden als een kei, weet het molentje te verwerken. Ook geschikt voor het raspen van noten en chocolade. Het Ministerie maakt al weer geruime tij gebruik van het apparaat. Eén onderdeel wisten we toch stuk te krijgen, het werd kostenloos vervangen door de fima Tupperware. De prijs bedraagt anno vandaag: ongeveer 35 euro. Het aanzien van het ding doet pijn aan je ogen, daarom bergen we het na gebruik dan ook direct op. Zie ook log 30 januari 2006.
© paul