Voor een meer algemeen verhaal over vijzels kun je terecht op het log van 14 februari 2006. De vijzel van de foto is de tweede in reeks die het Ministerie aan je wil voorstellen. Ik kreeg hem kado als verjaardagsgeschenk van Jack en Leonore, maar Ellen herinnert zich iets anders. Wie zal het zeggen, het is alweer lang geleden. De vijzel is gemaakt van porcelein, dus keihard. De binnenkant is ongeglazuurd en fijn, maar een beetje ruw. De vijzel neemt geen geur-, smaak- of kleurstoffen aan. Je kunt er vochtige substanties in fijn stampen, maar het meest geschikt is hij voor het fijnmaken van zaken als gedroogde kruiden en specerijen. Je breekt als het ware de structuur kapot. Gestampte (verbrijzelde) peper bijvoorbeeld ruikt en smaakt anders dan wanneer hij gemalen is en je hebt de grofheid die je wenst heel precies in de hand. Ook de stamper is van porcelein en de doorsnede van de kom is acht centimeter.
© paul