DOLLE BOEL OP HET MINISTERIE…

Soms zit het mee, soms zit het tegen… Het Ministerie kreeg enige tijd geleden alweer een partij wijnen aangeboden, gratis en voor niets, vanwege schoonmaak. De gulle gevers hadden de goedbedoelde presenten, relatieschenken en anderszins overbodige flessen achter in hun keldertje geparkeerd (sommige voor respectabel lange tijd al). Het Ministerie ging uiteraard op het aanbod tot overname in, hoewel het niet zich niet al te veel voorstelde van de resterende kwaliteit. Des te groter was dan ook de verrassing over de staat van de wijnen. Vooral ook omdat een en ander zich nogal a-typisch had ontwikkeld. Een middelmatige Spaanse evalueerde door de jaren tot een bijna-topwijn, een landwijn uit de Gironde kon zich na 10 jaren meten met die van het betere Château. Die van een ander beter Château was echter niet eens meer te gebruiken om de azijnvoorraad van het Ministerie aan te vullen. Rare ontwikkelingen en geheel niet conform “de boeken”. Acht van de veertien flessen dronk het Ministerie met plezier, twee uit noodzaak en de rest vond een eerloze afgang via riool. Gisteravond vernietigde het Ministerie de laatste fles. Behalve de inhoud van de fles, verdween ook de tekst van dit log, vandaar dat er enige tijd een afbeelding zonder tekst te zien was.

© paul

YOHO AND A BARREL OF RHUM…

Vandaag op de kop af 200 jaar geleden vond de slag om Trafalgar plaats. De Engelse vloot onder leiding van Horatio Nelson versloeg een Frans-Spaans eskader En daarmee werd de hegemonie van Engeland (Britain Rules the Waves) een feit, voor de komende anderhalve eeuw. Nelson overleefde het gevecht evenwel niet. Hij heeft de uitslag van de zeeslag nog meegekregen, stervend op het dek van zijn vlaggenschip. In tegenstelling tot wat te doen gebruikelijk was (één-twee-drie-in-godsnaam, en dan overboord gekieperd worden) was het zijn laatste wil om thuis te worden begraven. Het probleem dat zich onmiddellijk voordeed was de conservering van het stoffelijk overschot. Trafalgar ligt immers voor de Spaanse kust en er dienden nog dagenlang oorlogszaken afgehandeld te worden.

Men vond een oplossing in het geniale idee om het lijk in een vat rum te conserveren. Wat er bij thuiskomst met de rum gebeurde is in troebelen van de tijd verloren gegaan. Het mag morbide zijn, maar ik vraag me al tijden af of het lijk niet eerder gemarineerd dan geconserveerd was, en hoe zou dat ruiken? Horatio kreeg zijn staatsbegrafenis en zijn standbeeld op Trafalger Square.

© paul

België; en ook Nederlandse wijnoogst!..

herfst 019
Wij zijn vandaag naar Belgie geweest, Borgloon om precies te zijn. Laten we maar zeggen privé. Het was prachtig weer, een schitterende najaarszon, de hele dag. We hebben in Borgloon gedaan wat we moesten doen, en zijn door het mooie Vlaamse landschap weer naar huis gereden. Tussenstop Maaseik. Lekkere koffie, en volgens de kenner van het Ministerie was de “Bockenrijder” uit Opittter Prima. Dat hadden we ook wel even nodig. De thuisreis langs dorpen en pleinen van Vlaanderen was prachtig. Het meest ‘waanzinnige’ herfstlicht dat je je kunt bedenken, prachtig. Kwamen we ook nog langs Thorn, daar waren ze Nederlandse wijndruiven aan het oogsten!!!!

© ellen

 

GIFT DÊH MENNEKE NÛ KWATTA 2…

Kwatta dankt zijn naam aan een plantage in het Suriname van de 19e eeuw. De familie van Emden was daar planter. Oorspronkelijk zou Kwatta de inheemse naam zijn van een apensoort. In het kort: in 1863 schaft Nederland de slavernij af, lang na Engeland en Frankrijk. Met name de planters, gesteund door ons eigen Grootkapitaal eisten van de regering financiële genoegdoening voor inkomstenderving, ze moesten nu per slot hun personeel gaan uitbetalen. Uiteraard kregen ze dat! Er werd een overgangsregeling getroffen en de uitgekeerde bedragen beliepen wel drie honderd gulden per ex-slaaf, toentertijd een astronomisch bedrag. Toen de geldstroom uit Nederland dan in 1873 ophield te vloeien hielden een hoop planters het voor gezien en keerden terug naar het Oude Vaderland, en beslist niet onbemiddeld. Zo ook de familie van Emden. Zij streken neer in Breda. En in 1884 werd de Cacao en Chocoladefabriek Kwatta opgericht in Breda. Kennelijk deed de familie het goed, want toen in 1909, door een wereldwijde crisis, de cacaohandel instortte overleefde de fabriek met name omdat ze verpakte repen chocolade aanboden. In die tijd werd het stadsleven in Breda nog beheerst door de prominente aanwezigheid van ons Militair Apparaat. Kazernes en de Koninklijke Militaire Academie. Of dit oorzaak of aanleiding is geweest kon ik niet nagaan, maar zeker is dat Kwatta contracten afsloot met Defensie en zo verscheen de reep in de kazernekantine. De bijnaam werd al snel: manoeuvre-reep. Kwatta voorzag de wervende kanten van de zaak en adopteerde de naam. Ook anderszins werd de nadruk gelegd op de verbintenis met de krijgsmacht. Er verschenen militairen in de reclames en later ontwikkelde men het Kwattasoldaatje als beeldmerk. Er kwamen vestigingen in Duitsland, België en Frankrijk. Na de oorlog bleef Kwatta nog lange tijd populair, maar uiteindelijk maakten ze er, letterlijk, geen chocolade meer van. In 1973 werd het bedrijf overgenomen door het Britse Continental Food. In 1977 vertrok het zware verliezen lijdende bedrijf uit Breda, in 1979 vonden de oude fabrieksgebouwen een gewelddadig einde onder de slopershamer. Exit Kwatta. Opmerkelijk en ook wel een beetje bizar is het feit dat ik gaande het schrijven van dit artikel aanloop tegen een stukje uit het onvolprezen tijdschrift Onze Taal. Dat maakt mij erop opmerkzaam dat Kwatta nog steeds rondwaart in het Nederlands spraakgebruik, en niet alleen in ons dialect.

 De reclamespreuk: Aller ogen zijn gericht op Kwatta komt voor in Terlaans Nederlandse Spreekwoorden(1986), in het Woordenboek van populaire uitdrukkingen(1998), Huizinga’s Spreekwoorden en gezegden(1994) en niet als laatste in de Dikke van Dale (editie 1999). Ik heb het na gekeken, in mijn editie uit de jaren tachtig is niets terug te vinden. Er wordt dan bedoeld met de uitdrukking dat iets of iemand in de belangstelling staat. Een tweede betekenis is dat iedereen in spanning zit af te wachten tot een derde iets onderneemt. Ooit gehoord? Ik niet.

GIFT DÊH MENNEKE NÛ KWATTA 1…

 En dan zat je op zondagmiddag met je opa en je vader in hun stamcafé. En ze speelden een partij jens. En jij slobberde genotvol je flesje 3-Es leeg met een fel gekleurd rietje. En na het biljartspel gingen ze kaarten. En jij begon je stierlijk te vervelen. En je wist dat het nog lang zou duren voordat ze er aan toe waren op te breken en naar huis zouden gaan. Je begon te kwallen. Het gevolg was berekend en verdacht, maar het succes was gegarandeerd. Deels door de invloed van spiritualiën en bier, deels uit schuldgevoel (ze hadden je ten slotte óók meegenomen om hun cafébezoek te legitimeren), riep een van beiden naar de kasteleinse: “Gift dêh menneke nu Kwatta.” Het kon niet donderen of het Droste, Verkade of Bensdorp was, in onze gewesten heette elke reep chocolade Kwatta. En dat geldt voor ouderen nog steeds zo. Kwatta staat als synoniem voor (reep) chocolade. Dat het een plaatselijk, gewestelijk of mogelijk Brabants gebruik is moge blijken uit het feit dat Ellen, die uit een geheel andere landsstreek komt, het gebruik van Kwatta als verzamelnaam uit haar jeugd helemaal niet kent. Sigarenmagazijn Verhees verkocht ze, maar ook Bert Maas, Ata de Mulder, de Vivo-winkel van de Kôster, wie eigenlijk niet. Er was een duidelijke code voor de diverse smaken, maar dat gold ook voor alle andere merken chocoladereep: Wikkels met rood opdruk voor puur, blauw voor melk en groen voor hazelnoot. Op de wikkels van Kwatta stond een soldaatje afgebeeld in een ovaal kader. Dat moest je uitknippen. Had je vijf soldaatjes gespaard, dan kreeg je een gratis reep.

© paul

GOED JAAR OM TE EIKELEN…

Hoewel de zon uitbundig schijnt is het guur aan het worden. De wind zit verkeerd.

Wandelend onder de bomen in de Hoef viel me op dat ik nog steeds geen beukennoot heb gezien, terwijl je vorig jaar slibberend over de derrie van gekneusde nootjes je weg moest vinden. Kijkt je omhoog, dan zie je dat de takken nauwelijks vrucht dragen.
Nee, geen beukennoten jaar… Van beukennotentaart en -rotsjes zullen er dan ook geen recepten verschijnen in deze rubriek. Het ontbeert Ellen eenvoudigweg aan grondstoffen. (En ik had nog wel zo’n aardige illustratie klaar liggen.)

Eikels, ja daarvan is het vergeven. Hele plakken stuk getrapte of stuk gereden eikels…
Je zou ze kunnen verzamelen, maar we hebben geen varken om ze aan te voederen. En om ons uiteindelijk te bekeren tot de “Eikelskoffiedrinkersbond”, nou nee, laat maar.

Wel een aardig plaatje: het komt uit de collectie van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie en het is in 1942 ontworpen voor het toenmalige Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart.
De kunstenaar is vermoedelijk Jan Wijga.

Zjak’s verjaardag

Het was heel gezellig op de verjaardag van Zjak. Er is natuurlijk heel wat gekletst en gezwetst. en ook reclame gemaakt voor mijn weblog, voor wie het nog niet kende.
Iemand vroeg mij eens iets te schrijven over het maken van pesto. Nou dat stond er gisteren al op, wat een service he Nellie? En nou nooit meer pesto met pindakaas maken, dat is misschien wel lekker, maar dan noem je het geloof ik, satésaus.
Karin had aan het eind van de middag pasta gemaakt met twee verschillende sauzen, één met kip en broccolli en één met tomaten en gehakt. Lekker was dat.
Is ook altijd heel gezellig zo met z’n allen eten. Maar daarover meer in het volgende log. Geen plaatjes ook want ik was het fototoestel vergeten mee te nemen. In ieder geval staat er wat we vandaag gegeten hebben.

RIKUS WASKOWSKY…

Rikus Waskowsky; 15 oktober 1932 – 14 april 1977 Vandaag op de kop af 73 jaar geleden werd de Groningse dichter Rikus Waskowsky geboren. Hij stierf te vroeg, in 1977. Een groot oeuvre heeft de man niet nagelaten, wel een fijn. Ik leerde het werk kennen via het toenmalige hoofd van de Jenaplanschool in ons dorp. Hij was bewonderaar en bezat nagenoeg alles van Waskowsky. Het ontbrekende heb ik later via de Universiteitsbibliotheek van Groningen naar Gemert laten komen. 

De volgende regels blijven gedenkwaardig: AARS POETICA (She got ev’rything she needs she’s an artist, she don’t look back)

“Dichten is net als koken: je pleurt maar wat in de pan als je koken kan.”

HERFSTVAKANTIE OP HET MINISTERIE…

Het hele ministerie heeft herfstvakantie, er moet dus van alles gebeuren; 

achterstallige correspondentie wegwerken, wassen, strijken, kasten uitmesten, lege flessen naar de glasbak brengen, het bureau van het ministerie opruimen, enz enz.
Er kwam geen eind aan; want toen moest er een stekkertje aan de lamp, en dat moest nog weggewerkt in de kast, en daar moest een gat voor geboord worden, en toen was de boormachineaccu leeg, dan maar met een beitel, dat geeft ook weer rommel, de stofzuiger erbij, stekker kan nu door het gat! He, he, even pauze en garnaalloempia’s gemaakt (zie vorig log).
Het bitje om de trafo vast te schroeven paste niet, dus weer zoeken naar het goede bitje of de goede schroef, Paul zoekt intussen een mooie kist voor de cullinaire prentbriefkaarten, en kiept een lade met lang vergeten foto’s om, die zouden we ook nog kunnen scannen, maar de printer/scanner doet het niet, ook gerepareerd, even uitlijnen, moeten toch nieuwe inktpatronen in, dan maar naar de winkel, lusten ook wel een glaasje wijn straks, hond blaft, er komt iemand; belangrijk, Neel met Julia, drinken een kopje thee. Pauze.

Boekenkasten opruimen, dat ook nog, eindelijk wat boeken wegdoen? De afdeling kookboeken puilt uit. Sommigen al jaren niet meer gebruikt, achterhaald of te triviaal bevonden. Die moeten nu maar eens weg!!! Daar moet natuurlijk zwaar over gediscusieerd worden op dit ministerie. Even tijd voor een glaasje. Hendrikje komt, en Vincent. Hendrikje neemt een paar boeken mee naar huis. Tussendoor de aubergines in het zout gezet, zie volgende keer…..
Al met al een hectische vakantiedag, soms kun je beter gewoon gaan werken.
Resultaat uiteindelijk een opgeruimd ‘schoon’ bureel, goed voor vele verse logs.