Anijsblokjes van de Ruijter (Bestaat dat nog?)…

anijsblokjes

We raakten erover aan de praat aan de keukentafel. Een lange reeks van opsommingen ging eraan vooraf, over wat je zoal at wanneer de winter zich in al zijn guurheid liet gelden, vroeger was het altijd winter…

Erwtensoep, stamp- en stoofpotten, rookworst, bloedworst, balkenbrij en gekookt spek. Grogs van suikerwater en jenever, warme chocolademelk met vel, koffie met een scheut vieux. En dan was er die zoete hete anijsmelk. Van hoe heette het ook alweer, De Grut…, De Gruit…, nee, De Ruijter. Anijsblokjes van De Ruijter. Iedereen aan tafel herinnerde zich die dingen nog, en iedereen ging ervan uit dat dat verleden tijd was.

Toen Ellen voorzichtigheidhalve de volgende dag bij de plaatselijke Ah informeerde of er nog zoiets bestond werd zij keurig naar het betreffende schap verwezen. Niet bij de zoetwaren maar bij de melkproducten vond je de anijsblokjes. Van De Ruijter. Ze bestonden dus nog…

Nu zijn wij op het Ministerie in het geheel geen gebruikers van zoetwaren op het brood, en kennelijk onze gesprekspartners van de vorige dag ook niet. We zouden anders geweten hebben dat De Ruijter de bevolking nog steeds voorziet van hagelslag en muisjes, van chocolade vlokken en caramelpasta. En dat al sinds 1860. Toegegeven, het bedrijf is tegenwoordig onderdeel van het grote Heinz-cocern, maar het bestaat dus nog. En ook leveren ze nog steeds die met anijsessance geïmprigneerde suikerklonten, luisterend naar de naam anijsblokjes.

Er is ongetwijfeld gesleuteld aan het uiterlijk van de verpakking, al was het alleen maar omdat er in de moderne tijd zo’n oerlelijke bar-code op moet. Maar het concept is gelijk aan dat van de jaren vijftig, ik herkende het meteen. Ook de geur van de anijsblokjes leek me gelijk aan die van vroeger. Tegenwoordig zitten ze in cellofaan, vroeger in een soort vetvrij papier.

En toen het Kind na een fietstocht door de barre koude die middag het ouderlijk huis bezocht, werd ze meteen vergast op een grote kop anijsmelk, mét een stuk appeltaart. Het Kind herinnerde zich dat ze van haar oma altijd vier klonten in een mok warme melk kreeg, Ellen was iets minder scheutig. Evengoed smaakte de anijsmelk net als vroeger…

warme melk met anijs en appeltaart

© paul

EINDELIJK… DE GROENE FEE?..

Enfin… Het was moeilijk te vinden, terwijl het bord toch eenduidige informatie verschafte. Linksaf naar de absint. We belandden min of meer bij toeval in Pontarlier aan de Zwitsers-Franse grens. Daar bevond zich de einige gaspomp in de verre omgeving. Wij logeerden in Salin-les-Bains, zo’n 40 kilometer westelijker, maar het loonde de moeite een stuk te rijden ten behoeve van de goedkopere brandstofinname. Het was zomer 2005 en de plaatselijke Katholieke Boerenbond organiseerde een absintfestival in het stadje Pontarlier. Het is daar van oudsher hét centrum van de absintproductie in Frankrijk. In het voorafgaand jaar had ik de fameuse drank (liefkozend Groene Fee genaamd) leren kennen en waarderen. Dit leek bij uitstek de kans meer te leren en meer te proeven. Het bier vloeide rijkelijk (in Frankrijk? Jazeker!) en er werden mondjesmaat een paar streekwijnen gepresenteerd. Dat was het wat betreft het drankaanbod. Een prachtige kraam van de Franse “Blauwe Knoop”, die stond er ook. Niks te proeven dus. De enige revelatie met betrekking tot absint was een ruim opgezette fototentoonstelling. Uitgestrekte alsumvelden in het begin van de twintigste eeuw, kuiperijen uit de omgeving, de grote brand bij Pernod in 1901. Wat me uiteindelijk nog het meest is bijgebleven zijn de plaatjes (in kleur) van de mobilisatie van het Franse leger in 1914. Een echte teleurstelling was ons bezoek nu ook weer niet. Er werd aardig muziek gemaakt. Er waren realistische zwaardgevechten en de boerenstand bood het beste aan van wat ze te bieden hadden. We kochten grote Jezusworsten tegen weggeefprijzen en een enorm brok Comtékaas. Ellen hield zich nog geruime tijd onledig met een prachtige Comtékoe. Dat avontuur is voor het nageslacht vastgelegd via de videomogelijkheden op haar mobiele telefoon (gekker moet het toch niet worden!). Het bovenstaand verhaal mag erg privé aandoen, maar bedenk wel lezer, het web-log is ook ons archief. Een serieus artikel over Absint-Absenthe-Groene Fee-Muse Verte-Fee Verte, het komt eraan.

© paul

Maaseik…

hert (de Beurs, Maaseijk).

Zondag maakten we een uitstapje naar de Vlaamse Kempen. We hadden daartoe de auto van de Jongste Bediende geleend, die van ons had weer eens mankementen. Doel van ons tochtje was een bezoek aan het Trappistenklooster van Achel, we wilden bier inkopen ten behoeve van een artikel voor Trappistbier beleven, ik kom daar op een later tijdstip nog over te schrijven.

Aangezien onze zaken bij de paters snel waren afgehandeld, besloten we de doorsteek te maken naar Belgisch Limburg, naar het stadje Maaseik. Veertien keramische beelden uit het Terracotta Leger van keizer Qin Shi Huandi worden daar in de Minderbroederskerk tentoon gesteld, dat wilden we zien. Maar eerst moest er gegeten worden.

Aan het centrale plein van het stadje bevinden zich een aantal restaurants en café’s. Het is er goed toeven, in diverse etablisementen genoten we in eerder dagen van een goede maaltijd en we brachten er, bij andere weersomstandigheden, uren door op de talrijke terassen die het plein telt.

We kozen deze zondag voor restaurant-café De Beurs, Markt 7. Een statig pand, maar ongedwongen, een beetje rommelig van inrichting. Eters en drinkers zaten door elkaar, het was er vol, maar niet luidruchtig. En geen opdringerige jengelmuziek uit de speakers.

De foto toont Ellens bord. Het ziet er wat rommelig uit, maar het smaakte meer dan uitstekend. Een hertenbiefstuk én een stukje van de haas. Botermals, prachtig rosé gebakken. De wijnsaus was een kalssieker uit eigen keuken. Erbij een groentenstoofpotje van wortelen, spruitjes, boontjes en verse paddenstoelen. Én een zalvige aardappelpuree. (Dat rare “hooi” was volkomen overbodig, dat stoorde alleen maar).

Ik nam een stoofpot van gevogelte, gesmoord in Orvalbier. Groots… Ellen dronk rode wijn en ik Orvalbier van een jaar oud, geserveerd op keldertemperatuur.

We zaten heerlijk rozig te worden in het restaurant, we bleven er veel te lang hangen. We besloten voor de tentoonstelling op een ander tijdstip terug te komen, we dienden weer redelijk op tijd terug thuis te zijn want we moesten in de vooravond nog naar het feestje van Sam

Ellen telde op een goed moment elf kinderen in het restaurant. En die gedroegen zich allemaal alsof ze dagelijks de horecaf frequenteerden. Ze hadden dikke pret, maar niks luidruchtig, niks gejakker om andermans tafeltjes, niks geblèr. Dat wil in Nederland nog wel eens anders wezen. Het lijkt bij ons eerder regel dan uitzondering dat het jonge grut met herrie en onbeschoft gedrag mijn café- of restaurantbezoek vergalt.

© paul

Driekoningen in Kessenich…

driekoningen 010

Ik wilde de doorsteek maken van Maaseik naar Thorn, maar niet via de N 78, ik wilde binnendoor. Dus nam ik in Kessenich een afslag die ons bracht op smalle wegels, langs grijze boerderijen en grauwe nieuwbouw. We reden drie keer fout.

Uit het niets doken dan deze drie Schonen op, aan de rand van een guur en winderig zondags Kessenich. Drie meiden als de Wijzen uit het Oosten, prachtig verkleed en met zorg geschminkt, zoals alleen tieners van die leeftijd dat kunnen. We zagen ze bij een hoeve aanbellen, er werd niet open gedaan. We stopten en nodigden hen uit om te poseren. Dat deden ze maar wat graag. En of ze een driekoningenlied voor ons mochten zingen. Ze hadden er twee op het repertoir, één klassiek, en één van hun zelf. Wij kozen voor het “eigen” lied.

De witte Koning zette met een ijle stem in, daarna vielen de twee zwarte Wijzen (twee?!) bij in een rap-achtig timbre. In grote lijnen kwam het er, aldus het lied, op neer dat wanneer de Wijzen dezer dagen te weinig geld ophaalden, hun alterego’s de komende zomer niet op vakantiekamp zouden kunnen. Tsja, en wat doe je dan als publiek? Je trekt je beurs…

© paul

Hoera! Hendrikje en Andy hebben een huis!!!

taart

Vanmorgen hebben onze dochter Hendrikje en haar vriend Andy een huis gekocht! Een mooie daad de laatste dag van dit oude jaar. We dronken vanmorgen samen al een glas champagne om het te vieren. De financieel adviseur kwam ook even langs, mét een taart en een mooie bos bloemen.

Hond Max viert geen feest vandaag, zoals altijd bij gevaar (vuurwerk, onweer) heeft hij zijn vaste veilige plekje opgezocht. Onder de computer is het goed toeven voor een bange hond. Zover mogelijk achter in het huis, ver van al dat enge vuurwerk!!!

Natuurlijk gaan Hendrikje en Andy vanavond met veel geknal de koop van het huis vieren. Ze stalden hun vuurwerk even in onze keuken. Die hond moest eens weten!!!

vuurwerk 001

© ellen.

Kaviaar voor de armen!

kaviaar

Dit berichtje in de NRC next trof me vanmorgen:

De politie in Milaan deelt met Kerst kaviaar uit aan de armen. Het gaat om een lading van 40 kilo Beluga- kaviaar die naar Italië werd gesmokkeld, maar door de politie in beslag is genomen. Twee mannen importeerden het vorige maand vanuit Polen. Testen wezen uit dat de kaviaar nog goed te eten is, maar niet al te lang meer kan worden bewaard. “Daarom besloten we om het aan de armen te geven”, zei inspecteur Juri Mantegazza tegen de Milanese krant Corriere della Serra. De kaviaar gaat naar opvangcentra voor daklozen of gaarkeukens. De waarde van de steureitjes is naar schatting 400.000 euro.

Dat is weer eens iets heel anders dan de voedselbank van de Frogers!

Foto www.Schmidtzeevis.nl

© ellen.

Lang leve de “Kitchen Sink”…

wijn en eend 001

Ik vroeg me de hele ochtend al af waarom, bij het zien van de foto, de woorden “kitchen sink” almaar door mijn hoofd dwarrelden. Ik heb zelden de neiging om dingen anders te benoemen dan in de Nederlandse taal, en soms in mijn Brabants dialect. En als ik al eens buitenlands bezig, dan is dat doorgaans het Duits. Ten leste ben ik maar gaan Googelen op “kitchen sink”, en verdorie, ik had het meteen. Het kwam door de Kitchen Sink Press, de uitgeverij waar Robert Crumb zijn werk deels heeft onder gebracht. Gisteren heb ik nog lopen rommelen met een paar van zijn albums, vandaar! Mens, mens, je associeert onbewust toch wat af op een dag…

Enfin, terug naar onze “kitchen sink”. Je begrijpt het waarschijnlijk wel lezer, ik geef hier een demonstratie van het vernietigen van wat eens nobele wijn is geweest. De flessen van Mieke zijn intussen voor het merendeel gekeurd, en meteen maar overgeheveld naar de gootsteen. Van de écht belegen flessen was er niet één nog drinkbaar. Ook die mooie Pinot gris van Boeckel had het helemaal gehad, Je kon achter het bederf nog proeven wat voor een mooie wijn het ooit was. Wat zonde toch.

Ook van de jongere sloeberwijn konden enkele exempels linea recta de gootsteen in. Rest ons nog een fles rode Côtes du Ventoux en de twee zoete Bordeaux’s (Hoe schrijf je het meervoud van Bordeaux?) Aangezien die laatste twee flessen enige overlevingskans hebben bewaar ik ze maar voor een “gelegenheid”. Wie weet…

In the mean time Fowks:

KeepOnTruckin

© Robert Crumb/ Kitchen Sink Press

© paul

Gute Nacht Freunde…

sneeuw 006

Het wordt laat, maar het is rust alom in ons huisje. Op het fornuis staat een pannetje kippensoep te trekken. Hond Max ligt al lang boven op bed, hij wél. Johann Sebastian Bach speelt een deuntje op de achtergrond, Himmelfahrts-Oratorium, BWV 11. Ellen redigeert haar kookschriftjes uit 1999. Er zijn verregaande plannen om die het komend jaar te publiceren (met dank aan onze correspondent in Moldavië). Ik beantwoord de post, die van het web-log, die van de mailbox. Er ligt nog zo’n hoop om over te schrijven, zo’n boel foto’s om te tonen, we raken hopeloos achter. Ik loop even naar buiten om nog een fles bier te halen. “Buiten” is onze natuurlijke koelkast. En dan sneeuwt het. Grote vlokken, op de heggetjes blijft de sneeuw liggen.

Wat is dat toch, die prentbriefkaarten romantiek? Waarom ontroert dat altijd weer? Waarom smelten wij weg voor de eerste sneeuw terwijl de eerste sneeuw gewoon smelt vanwege te hoge temperaturen? Valse romantiek? Misplaatste nostalgie? Ouwbollige sentimenten? Het zal allemaal wel lezer, het zal allemaal wel…

Ellen leest nog wat voor uit haar kookschriftjes, we moeten er om gniffelen. We schenken ons nog een consumptie in en maken aanstalten om naar bed te gaan.

Welterusten lezer,,,

© paul

Geschaafd landschap…

boleten 003

We hebben onze voorraad voor het komende jaar binnen. Netjes gedroogd en opgeslagen in glazen potten. En dat werd ook tijd, het paddenstoelenseizoen loopt af. De meeste boleten die je nu nog vindt zijn doorgeschoten, zompig en zacht. Laat staan, laat staan…

Achteraf kostte het niet echt veel moeite om nieuwe plekken te vinden, maar het neemt niet weg dat mijn bezorgdheid van een week of zes geleden nog steeds geldt. Niet wij paddenstoelenplukkers vernietigen de biotoop van de paddestoelenplant (mycelium), het zijn toch echt de lokale en provinciale overheden, de gebiedsbeheerders en Rijkswaterstaat. Ellen documenteerde een en ander voor mij.

Op de foto zie je een boom als het ware op een eilandje staan. Je ziet duidelijk het hoogteverschil tussen het eilandje en de rest van de bodem. Met graafmachines is er grond weggeschraapt, soms wel dertig centimeter diep. De paddenstoelenplant, die onder de grond leeft, is voor een deel, soms helemaal, vernietigd. En dat over kilometers lengte. En niet alleen gebeurt dit bij de wat belangrijkere wegen, ook de achteraflaantjes moeten eraan geloven. Het nut van deze ingrijpende wegwerkzaamheden is me nog steeds niet volledig duidelijk, maar het heeft onder anderen te maken met het afwateren van de rijweg.

De paddenstoelen zoals je ze ziet zijn slechts de vruchtlichamen van de eigenlijke plant. Die plant bestaat uit een wortelweb, mycelium genaamd. Hoe snel mycelium groeit is afhankelijk van de soort. Soms gaat dat razend snel. In het geval van de grotere soorten paddenstoelen duurt het meestal wel even. De meeste boleten, en zeker eekhoorntjesbrood, doen er jaren over om een plek te koloniseren.

In mijn afgeschraapte paddenstoelenlaan is soms wat mycelium blijven zitten. Manmoedig wringt hier en daar een eenzame vrucht zijn kopje door het zand. Maar het zal toch weer jaren duren voordat ik hier een respectabel maaltje zal plukken.

boleten 005

© paul