Zondagochtend…

3 apr. 2011

nieuwjaar 005

Mijn nachtdienst zit er bijna op. Dat verhaal over die Frietstraat bij de Abdij van Postel moet nog even wachten. Kwestie van veel klussen deze nacht, waardoor schrijven erbij inschiet. Het is intussen domweg te laat geworden.

De zomerse zaterdag heeft plaats gemaakt voor een natte zondagochtend. Vervelend voor de weekendrecreant, maar voor mij is het prima slaapweer. Ik heb nog één nachtje te gaan, dan begint mijn vrije week. Ik ben eraan toe…

Ik zet nog koffie en thee voor de cliënten, en daarna ontvang ik de vroege collega met open armen. Ik kachel naar huis, doe mijn rondje met hond Max en deponeer de weekendbijlage van mijn dagblad in de brievenbus van Zjak.

Ik bak croissantjes voor Ellen, uit zo’n kartonnen bus. Ik zal me een glas Ierse whiskey inschenken en ga tevreden naar bed. Welterusten lezer.

© paul

Kip of Haan?

28 mrt. 2011

kip of haan

Goed, ik ben geen echte boerin al woon ik in het Brabantse Zuiden, maar toch meen ik het onderscheid tussen een kip en een haan wel te kunnen zien. Meneer AH denkt er kennelijk anders over… Om alvast in de Paasstemming te komen; Haan zoekt Kip, of andersom…

© ellen

Laatste dag, en nog zoveel te doen…

kof 006

Ik koester ze met zorg. Die momenten met carnaval dat het even stil is in huis. Op de keper beschouwd zijn dat alleen de vroege ochtenden. Tussen de rommel van de vorige avond, met een kop koffie en de ochtendkrant aan de keukentafel. Ellen slaapt, hond Max doet alsof… Hij is op z’n hoede, elk moment kan die bende weer binnenvallen en dan is het gedaan met de rust… Ik weet wel beter. Het duurt nog uren voordat de sereniteit van de ochtendkeuken aan diggelen wordt gezongen.

Ik fludder wat door het wereldnieuws, eerlijk gezegt kan het me even allemaal gestolen worden. En dan stuit ik in het regio-catern op een levenbericht uit ons dorp. En verdomd, het gaat ook over het Ministerie.

We hebben dat te danken aan een fan van het eerste uur. Onze trouwste fan overigens (of was dat toch Nieta Br?). Enfin, we hebben het aan Wim te danken, die vermelding in de krant. Hij stelde onze Jongste Bediende voor aan het jounrnaille van Dun Buil. En hij stak tevens zijn geblutste loftrompetje over ons Ministerie.

Die Wim Ziet er overigens met carnaval altijd een beetje smerig uit. De rest van het jaar valt het best mee. Ik moest moeite doen om een “gave” foto te vinden. Het kan er zo mee door, lijkt me. Verder toon ik je nog een impressum van de zure maaltijd van gisterenavond en dan hang ik mijn lier in de wilgen.

Tijd om de soep voor vanavond af te maken, mijn onderscheidingen bij elkaar te zoeken en mijn consumptiebonnen te tellen.

Tot morgen lezer…

paul

Carnaval 2015...

Broodje kroket!..

18  februari 059

Zaterdag werd dan de échte carnavalsstart gemaakt. (Het indrinken op donderdag en vrijdag beschouwen we toch min of meer als “warming-up”.)

Jan en Ans kwamen afscheid nemen, zij vieren hun feest dit jaar in Dublin. En mét hen druppelde zo zoetjes aan het hele huis vol. Ik had me voor genomen die zaterdag de deur niet uit te gaan. Ik trek het niet meer, alle dagen op stap. Neemt niet weg dat thuis feesten een bijna even grote aanslag op mijn uithoudingsvermogen is.
Om een lang verhaal wat in te korten: de laatste gasten vertrokken zo rond het middernachtelijk uur richting huis of Dientje, de eerste “opgevers” stonden een uur later al weer op de stoep voor het notoire afzakkertje, de taxi, of gewoon voor de gezelligheid. Het uur tussen de gaande en de komende kon ik netaan besteden aan het grondig reinigen van keuken en kamer en een kort ommetje met de hond. En zo werd het dan toch nog snel een uur of vier.
Volgend jaar ga ik op zaterdag gewoon weer uit!

Natuurlijk was Ellen wél op reportage. In de keuken van Dientje liep ze neef Paul tegen het lijf, net op het moment dat hij zich te buiten zou gaan aan wat Carnaval zoal aan cullinairs te bieden heeft. Misschien moeten we die man inkopen als recensent voor het Ministerie?

© paul

Bikersontbijt!

13 feb. 2011

bikersvuurtje...

We verblijven sinds vrijdag in ons optrekje in Luxemburg. Even een paar dagen lekker uitrusten en niksdoen in serene stilte, tenminste dat dachten we… Bleek er op de camping nou net een bikersweekend te zijn… Zo’n twintig stoere motormuizen, zónder vrouwen en kinderen, vierden hun jaarlijkse mid-wintertreffen. Of het nou sneeuwt, vriest, of regent dat het giet maakt ze niet uit, zij vieren hun weekend. Natuurlijk maakten ze een enorm vuur om warm te blijven… Ze stookten een aanhanger hout op (en ook nog wat afgedankte stoelen). En natuurlijk moest daarbij flink gedronken en gezongen worden…

Gisteravond begon de vermoeidheid al wat toe te slaan. De verhalen over vrouw en kinderen werden sterker en vanmorgen waren het alweer bijna brave huisvaders…

Wilma, de beheerster van de camping zorgde voor een stevig ontbijt.

bikers

© ellen

En andere genoegens… (Kevelaer)

8 feb. 2011

hostiebakkerij kevelaar

Op de een of andere manier krijgen we onze vrije dagen maar povertjes op elkaar afgestemd. Maar gisteren ging het goed. We besloten onszelf een verzetje te gunnen en tuften op het dooie gemak naar het Zuiden. Via Oploo en Oirlo richting Broekhuizen. Daar namen we het pondje over de Maas naar Arcen. Het was een zonovergoten dag, de thermometer gaf 13 graden aan. Er was geen vooropgezet doel, het kon nog van alles zijn. Het werd uiteindelijk Kevelaer, dat katholieke bedevaartsoord nét over de Duitse grens.

We komen er wel eens vaker, daar in Kevelaer. Niet uit religieuze overwegingen, maar je kunt er lekker ouderwets eten. Degelijk Duits. Een glas wijn uit de Pfalz erbij en wie maakt je wat? Nou ja, de koffie is er overal beroerd…

Het is een en al Rijk Roomsch Leven daar in Kevelaer. Sinds er in de 17e eeuw wonderen geschiedden koestert men het plaatsje als Maria-bedevaartsoord. Op hoogtijdagen ziet het er letterlijk zwart van nonnen, broeders en paters. En hele scharen leken-gelovigen. Men trekt zingend en biddend door het stadje. Elke groep vanuit een andere hoek om vervolgens samen te komen op het centrale plein, bij de barokke Mariakapel. Daar worden volop offerkaarsen gebrand, zowel binnen als buiten. Het levert de gewijde gebouwen zwartgeblakerde wanden op. Het doet ons altijd wat middeleeuws aan.

De middenstand van Kevelaer is ook zo Roomsch als de Papen. Er is geen katholiek atribuut te bedenken of je kunt het vinden in het stadje. Miskelken, rozenkransen, kerkmissalen en heiligenbeelden. Elke heilige, wel te verstaan. En is er een niet op voorraad, geen nood. Hij of zij wordt besteld, dan wel vervaardigd. Volgende week afhalen!

En ze bakken in Kevelaer hosties. De broodmuntjes die in de Roomsche Riten het lichaam van Christus vertegenwoordigen. Ik herinner me dat er in mijn kindheid de spannenste verhalen de ronde deden over die hosties. Ze zouden bij die-en-die zusterorde gebakken worden. Het verhaal ging dat het op een geheime plaats gebeurde, maar sommige van mijn klasgenootjes wisten het klooster aan te wijzen waar de minibroodjes werden vervaardigd. In Kevelaer bakken ze ze in de stad. En ze worden gewoon aan de toonbank verkocht. Volgende keer nemen we zeker een zakje mee, nu kwam het er even niet van.

De boekwinkels van de stad zijn kleine catastrofes. Alleen religieuze lectuur. Wel is men dezer dagen doordrongen van de oecumenische gedachte. Je vindt er naast de Paus ook de Dalai Lama, en Che Guevara ligt solidair bij Moeder Theresa in het schap. Aan ons is het niet besteed. Gelukkig is er sinds enige tijd een ramsjwinkel. Die overstijgt de diverse geloofsgemeenschappen en biedt ook onderdak aan de schrifturen van deze en gene atheïst, agnost en anti-christ. Tegen afbraakprijzen! Wij schaften er een en ander aan: een thriller van Petra Hammesfahr, een dag- en brievenboek van Sebastian Haffner en twee biografiën. De ene over Heinrich Böll (lees die man!) en de andere over nog een kanon van de Gruppe 47, Martin Walser. Onze totale kosten waren een goede achttien euro!

De terassen in het centrum van Kevelaer stellen niet veel voor. Je mag er zitten omwille van het rookverbod, je komt dan als tabaksverslaafde toch aan je gerief. Het is niet de bedoeling om buiten, op straat, alcoholica te gaan zitten slempen, de cleres is daar niet van gediend. Op een vergelijkbare zonnige dag wilden we na de maaltijd in Hotel-restaurant Der Goldener Apfel nog een glas wijn gebruiken op het terras aan de straatzijde. De uiterst vriendelijke Oberkellner van het etablissement gaf ons te verstaan dat alcohol gebruiken in het openbaar niet op prijs werd gesteld in het aangezicht van de goedgelovige meute. Hij loste het dilemma echter op door onze wijn te schenken in colaglazen. Dus dronken we alcoholhoudend druivensap, geen haan die er naar kraaide.

Ach Kevelaer, je moet er geweest zijn… Wij verloren er gisteren weer een hoop tijd, en het stemde ons tevree. Van de geplande stoofschotel kwam die avond niks meer terecht. Daarvoor waren we te laat thuis. Ellen maakte echter in een handomdraai een ovenschoteltje met bonen, piepkleine chorizoworstjes, verse peterselie, een ei en tomaatjes. Ik vond het heelijk.

bonenschotel

© paul

It’s all over now, Paul…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het was mijn aller, aller eerste singeltje ooit: “It’s all over now”. Afgelopen week werd ik er abrupt en nogal confronterend aan herinnerd. De titel van de songtekst stond boven de rouwadvertentie van Paul T., en ook het rouwprentje kreeg de titel als motto mee. Op het omslag van het rouwprentje was niet de notoire foto van de overledene te zien, maar een obscene rode tong en dikke lippen, handelsmerk van de Rolling Stones sinds 1970. Het was duidelijk, en het was goed zo…

Vanmiddag namen we afscheid van Paul. Het was een waardig, liefdevol en hartverwarmend afscheid. Het was er druk… Het ging er over familie, over rooie politiek, over “Gimmert Zeuve” en over de Stones. Het ging over humòr met de klemtoon op de O en over bier. Heel veel bier… Het ging kortom over de Mens en mensen.

Iedereen had wel een anekdote paraat, ik ook…

Het is alweer en eeuwigheid geleden, we woonden nog in het andere huis en van enig Ministerie was nog lang geen sprake. Ik zag Paul in die tijd nagenoeg dagelijks. Kwestie van dezelfde etablissementen frequenteren. Hij had het dus best gewoon kunnen vragen, maar dat deed hij niet. Hij stond geheel onverwacht op de stoep van ons huis. Met een fazant. En of Ellen die zo-en-zo wilde bereiden, Paul had een kookboek met het gewenste recept onder zijn andere arm. En de bedoeling was dat we het beest samen zouden eten… En aldus geschiedde. Het kookboek mochten we houden, we hebben het nog.

Ach Paul, voor jou was het allang duidelijk. “Its all over now!”, meer zit er niet in. Ik ben geneigd je te geloven, maar ik heb toch wat twijfels. Misschien moet het wel zijn: “In Another Land”…

Groet, Ellen en Paul.

De start van het nieuwe jaar…

6 jan. 2011

nieuwjaar 009

Het nieuwe jaar start wat rommelig. Ellen bouwt van een nieuwe kast op de voorkamer van het bovenhuis, van multiplex. Dat heeft nogal wat voeten in aarde, en al verder werkend wordt het ontwerp aangepast en verbeterd. Een hele kuls, neem dat maar van me aan. Binnenkort is de zaak klaar en dan zullen we het resultaat trots tonen. Tussendoor neemt ze de ruimte om zich door de stapel boeken te werken die zich sinds de nadagen van het oude jaar heeft opgehoopt. Ik ben alweer een aantal dagen aan het werk voor mijn baas, daar valt eigenlijk niks over te melden.

Rommelig dus, wat eten en drinken betreft. Niet dat we iets tekort komen, maar het is nauwelijks de moeite waard om er verslag over te doen op dit web-log. Hoewel…

De fles Barolo kregen we geschonken van Marleen en de Jongste Bediende. Waarlijk een vorstelijke fles. Vol, zacht, koppig. Onwaarschijnlijk lekker. Hij was bedoeld om een Italiaans gerecht te begeleiden, maar het werd uiteindelijk een lunch-biefstuk. En de rest dronken we lui liggend voor de televisie met uitzicht op de avonturen van de Italiaanse BBC kok Antonio Carluccio. Het was zondag 2 januari.

De dag daarvoor, Nieuwjaarsdag, was het druk. Wel twaalf personen zaten aan de keukentafel en deden zich tegoed aan grote dranken en kleine spijzen. Zo’n spontaan feestje waarbij iedereen, min of meer toevallig, elkaar treft en besluit de rest van de dag in elkaars gezelschap te blijven. Zo’n feestje dat je wel elke week wilt organiseren, maar dat absoluut niet te organiseren is. Dat zijn charme ontleent aan de toevalligheid. Gelukkig weet je dat het beslist weer een keer zal gebeuren. Je hoeft er niets voor te doen.

© paul

Muizenissen van een bosmuis…

11 dec. 2010

muis

Binnendringen in je woonst doet hij normaal gesproken niet, de Apodemus sylvaticus, beter bekend onder de naam Bosmuis. Hij heeft er gewoon niks te zoeken, in jouw huis. Maar de forse kou en de witte sneeuwdeken van de laatste dagen dreven dit specimen waarschijnlijk naar ons keldertje. Hij wist kennelijk ook niet zo goed wat hij kwam doen. Ik heb althans geen schade kunnen ontdekken aan onze voorraad etenswaar.

Het beestje is op een of andere manier in een oude wijnkaraf beland, je houdt het toch niet voor mogelijk! Dat zou een huismuis nou nooit zijn overkomen…

En het beestje mocht van geluk spreken dat we toevallig op die dag op die bewuste plaats in de kelder moesten zijn. Voor hetzelfde geld kwamen we in tijden niet op die plek. Hij zou een gruwelijke hongerdood gestoven zijn.

Ik haalde de muis met karaf en al naar boven en zette hem op de tafel. Het beest was zichtbaar van slag, maar toen ik wat vogelvoer in de karaf strooide begon hij onmiddellijk te eten. Honger is kennelijk sterker dan angst.

We lieten het beestje rustig zijn buikje volproppen en gebruikten in de tussentijd onze avondmaaltijd. Daarna wandelde ik met karaf en muis naar het plantsoen, aanpalend aan de brandweerkazerne. Daar heb ik het beestje bevrijd uit zijn stolp. En met achterlaten van wat vogelvoer groette ik hem vriendelijk. De muis zocht meteen laag bossage op. Hij zal het wel rukken, hij is bosmuis…

© paul