Zaterdag werd dan de échte carnavalsstart gemaakt. (Het indrinken op donderdag en vrijdag beschouwen we toch min of meer als “warming-up”.)
Jan en Ans kwamen afscheid nemen, zij vieren hun feest dit jaar in Dublin. En mét hen druppelde zo zoetjes aan het hele huis vol. Ik had me voor genomen die zaterdag de deur niet uit te gaan. Ik trek het niet meer, alle dagen op stap. Neemt niet weg dat thuis feesten een bijna even grote aanslag op mijn uithoudingsvermogen is.
Om een lang verhaal wat in te korten: de laatste gasten vertrokken zo rond het middernachtelijk uur richting huis of Dientje, de eerste “opgevers” stonden een uur later al weer op de stoep voor het notoire afzakkertje, de taxi, of gewoon voor de gezelligheid. Het uur tussen de gaande en de komende kon ik netaan besteden aan het grondig reinigen van keuken en kamer en een kort ommetje met de hond. En zo werd het dan toch nog snel een uur of vier.
Volgend jaar ga ik op zaterdag gewoon weer uit!
Natuurlijk was Ellen wél op reportage. In de keuken van Dientje liep ze neef Paul tegen het lijf, net op het moment dat hij zich te buiten zou gaan aan wat Carnaval zoal aan cullinairs te bieden heeft. Misschien moeten we die man inkopen als recensent voor het Ministerie?
© paul