Ministerieuze ontmoeting met onze lezers in Luxemburg…

ontmoetting met Anneke

“Bent U Paul van het Ministerie?”

Wij zijn nog steeds in Luxemburg, gisteren arriveerden Ans, de ega van Jan, samen met De Jongste Bediende en Marleen. We vermaken ons prima. Gisteren hebben we lekker gegeten, een bezoekje aan het Campingcafé gebracht, en natuurlijk nog wat geroddeld en geborreld…

Vandaag was het tijd voor de serieuze boodschappen. Er moest dringend wijn ingekocht worden, Marleen had een pepermolen nodig, Jan moest zijn voorraad Rochefort aanvullen, Ans wilde worst voor de winterse stoofpotten, De jongste Bediende moest nog een paar Olifanten een pootje lichten en ik, ik wilde nu toch eindelijk de Bonuspunten van mijn Cactuskaart verzilveren!!!

Op naar de Supermarché dus! In alle vroegte vertrokken we. Eerst naar de Cora in Turpange voor de worsten uit de Gaume, zuurkoolspek en bier. Daarna naar de Cactus supermarché in Bertrange voor de wijn. Tegen de tijd dat we bij de Cactus waren hadden we al flinke trek en besloten we een broodje Krustenschinken te nuttigen. Paul niet, die ging voor de oesters, 6 stuks met wat brood, boter en een glas witte wijn. Paul slobberde net zijn laatste oester naar binnen toen hij aangesproken werd; “Bent U Paul van het Ministerie?” Ja, dat was hij. De vrouw die hem aansprak bleek een Nederlandse lezer van ons weblog. Ze vertelde dat ze een weekendje in Luxemburg was, met haar partner, en dat ze van te voren op ons weblog opgezocht had wat er zoal in Luxemburg te doen was. Ze zocht nog het adres van de Corasuper in Bertrange…

Wat Leuk! Zomaar een fan te ontmoeten in het buitenland, mét een lijstje van adresjes, van Meneer Fisch tot onze favoriete supermarché…

Marleen fotografeerde de ontmoetting. Anneke, leuk dat we je ontmoet hebben. Nog een fijn weekend in Luxemburg!

© ellen.

Route de la bière (in de Walen…).

brouwerij

Huis en haard worden met liefde en plezier beheerd door het Kind. Wij zijn even in de Ardennen. En (het gezeur begint weer…) de mogelijkheden om daarvan “live” verslag te doen zijn beperkt. Luxemburg, toch het rijkste land van de wereld, kan ons op deze plaats geen permanente verbinding garanderen. En dat terwijl er zat is om over te schrijven: Ans en Hijn waren er, Jeanne en Rian, en natuurlijk Eupotours op volle sterkte. En Vriend Jan. We aten samen, we dronken samen. Feest, feestjes, en dan weer feest… Nu is het weer en stuk rustiger, alleen Vriend Jan bleef nog logeren. De rest is al lang en breed weer thuis.

Vandaag deden Vriend Jan en ik een deel van de Waalse bierroute. We reden van Brasserie Les Trois Fourquettes in Courtil, via L’Achouffe naar Ebly en naar Breuvanne om uiteindelijk uit te komen bij de Brouwerij van Rulles. Het leek erop dat we alleen terecht konden in Courtil, maar ik vond het best. Daar in Courtil maken ze de tripel die het laatste jaar favoriet is op het Ministerie. (Ik kom er nog over te schrijven…)

Bij L’Achouffe bleek men te sluiten op een tijdstip waarop, naar mijn mening, een normaal mens de hongerigen voedt en de dorstigen laaft. Het mocht niet zo zijn. We zagen nog wel een touringcar vertrekken. De inhoud daarvan was goed doorvoed, en zo te zien had de brouwer ze ruim voorzien van al het lekkers uit zijn ketels. (Zij wel!)

Toen we later op de dag bij Brasserie Artisanale de Rulles aankwamen stond daar wéér die touringcar. Het bleek te gaan om een gezelschap van Vlaamse en Nederlandse amateurbrouwers die, net als wij, deze dag een aantal zuidelijk gelegen Waalse brouwerijen aandeden. We konden achter het gezelschap aan de brouwerij binnenglippen. Brasserie de Rulles biedt normaal gesproken geen mogelijkheden tot bezoek, anders dan op afspraak. Mazzelen dus… We dronken mee, we luisterden mee, en er ontstond een aardig soort van verwarring. Een deel van het gezelschap wist zeker dat wij bij hen hoorden, een andere deel bestreed dit. Het gezelschap begon al aardig beschonken te raken…

Nagenoeg niemand in dat gezelschap sprak ook maar één jota frans. De brouwer had niets met Vlaams. De hele conversatie verliep dus in steenkolenengels. Het klonk tamelijk belabberd. Met het engels van de brouwer was niets mis overigens. Alleen sprak hij het uit zoals Peter Sellers dat doet in The Pink Panther (Zis is ee beum, ee beum det expleuts…).

Het gezelschap werd al snel weer door een strenge reisleider terug de bus in gejaagd. Ze moesten nog naar de brouwerij van de Paters van Orval. Vriend Jan en ik kochten tripel, dubbel, kerstbier en de Grote Tien. Terwijl we nog even in de weer waren met een medewerker stormde de brouwer de ruimte in. “Maar mensen, de bus is al weg!”  We konden hem geruststellen. Wij zorgden voor ons eigen vervoer.

We zijn de bus niet achterna gegaan, wij wilden niet naar Orval. Het was mooi geweest. Door het zonovergoten golvend landschap van de Gaume, langs gloeiend goud gekleurde wouden reden we naar onze stek, waar Ellen ons opwachtte met een pannetje pompoensoep.

We hebben Jan begraven…

null

Dit verhaal gaat niet over eten en drinken. Je hoeft het niet te lezen, ik schrijf het voor Ellen en voor mezelf. En doe ik er anderen een plezier mee dan is dat mooi meegenomen.

Een goede maand geleden kreeg ik een telefoontje van Jan. Of ik nog eens in een werkgroep wilde? Nou nee, dat wilde ik niet. “Luister,” zei Jan, “het betreft de werkgroep Help Jan T. door het leven…

Ik begreep meteen wat hij bedoelde. Enige weken voor het telefoontje kwam Jan op een zaterdagochtend vertellen dat hij kanker had, en dat het terminaal was. Hij verzocht mij nu dus om voor een waardig afscheid te zorgen, hij was er zelf niet meer toe instaat. Harrie kreeg eenzelfde telefoontje, maar daar heette het aksiegroep. Evenzo bij Hans. Het mag duidelijk zijn dat er in dit geval geen sprake van weigeren kon zijn.

Jan voerde de regie, daartoe was hij nog wel in staat. Alles zouden we zelf doen. Niet alleen omwille van de speciale wensen van Jan, het was ook een budgettaire kwestie. Jan dacht dat we nog ruim tijd zouden hebben, een paar maanden tot een half jaar. Tot het fout ging natuurlijk… Maakte hij drie weken geleden nog een ballonvaart, begin vorige week kon hij nog nauwelijks uit zijn bed komen. We kregen plotsklaps haast.

Jan overleed in de nacht van donderdag op vrijdag rond half drie. In de aanloop naar het sterven was er vrijwel permanent bezoek. Jan vond het geweldig. Tot ver in de laatste avond van zijn leven genoot hij ervan, al was hij nog nauwelijks instaat tot communiceren.

We hebben Jan dinsdag begraven. En dat was een feest!

We hielden een afscheidsbijeenkomst in Jongerencentrum D’n Bunker, we brachten Jan met paard en wagen naar het kerkhof van de Oude Kerk. Daar droegen we hem ten grave, naar zijn plekje onder de oude rode beuk. Na een laatste groet wandelde het hele gezelschap terug naar D’n Bunker waar de afterparty plaats vond. Zo had Jan bepaald.

Er waren 185 gasten. Er werden fonkelende wijnen geschonken en er vloeide bockbier. En voor de liefhebbers had Jan zijn kistje wiet ter beschikking gesteld. Zelf gekweekt, zelf gedroogd. Het Ministerie zorgde voor brood en worst, koek, groenten en fruit. (Behalve de spacecake, die kwam van een ander Ministerie…) Het werd een geweldig feest. Er was niemand die zich niét vermaakte.

We hebben het allemaal zelf gedaan. Het drukwerk en de advertenties, de wake en bewaking van het sterfhuis. Het kisten en begraven. Al het regelwerk, al het bijkomend gedoe…

Iedereen die zich uitsloofde om het feest compleet te maken hebben we persoonlijk bedankt (en dat waren er velen!). Dit is niet de plaats om mensen nog een te vernoemen. Behalve dan Francine en Liesbeth. Die twee meiden hebben toch maar gezorgd dat Jan vredig zijn laatste weken sleet…

De doden hebben een plaats, de doden hebben een nummer. Zo bepaalt het onze burocratie. De begrafenisondernemer, die ons dezer dagen begeleidde bij de voorbereidingen van dit afscheid, moet geweten hebben van Jans passie voor film. Hij bepaalde het nummer, en wij schreven Jan in in het gemeente register. Hij heet nu officieel: J.T. 007…

Het is rommelig in huis. In de kamer, in de keuken. Overal slingeren aantekeningen, kattebelletjes, speeches, rouwdrukwerk en feestdrukwerk, rekeningen. Jan regeert over zijn graf. Vroeger maakte hij ook altijd een puinhoop van ons huis.

null

Paddenstoelen en de familie…

paddenstoelenboek

Ik heb er de afgelopen dagen al menig uur mee doorgebracht. Nog een paar bladzijden en ik heb het uit. Dat Worstenboek van Meneerwateetons. (Geduld Meneer, de resentie komt binnen enkele dagen…)

Afgezien van lezen, eten en drinken werd mijn tijd in beslag genomen door de paddenstoelenjacht. Ook vanochtend wandelde ik een uurtje door bos en dreef, Hond Max moest per slot uitgelaten worden. En zo sneed het mes van twee kanten…

Een ware explosie van aardappelbovisten, ik had er in jaren niet zoveel gezien. Letterlijk karrevrachten stonden er te pronken. Je kunt er jammer genoeg niets mee, met die aaradappelbovisten…

Thuisgekomen viste ik een deel van mijn paddenstoelenlectuur uit de kast en spreidde die uit op de keukentafel. Kwestie van bijscholing, het ophalen van herinneringen en het vergaren van nieuwe kennis.

In een Tsjechisch boekje trof ik een passage die ik je niet wil onthouden. Die is geschreven door ene J. Baier. Zijn kennis over paddenstoelen staat boven enige twijfel. En de manier waarop hij waarschuwt voor wat er allemaal mis kan gaan is grondig en oprecht. Zijn zakelijke benadering paart Baier aan een wat romantisch beeld van de paddenstoelenplukker. (Ik citeer uit de Nederlandse uitgave.)

Ergens in zijn “waarschuwingenhoofdstuk” schrijft Baier: “Afkeurenswaardig is het testen van een paddenstoel op eetbaarheid door de betreffende paddenstoel aan een familielid voor te schotelen en af te wachten of hij al dan niet ziek wordt…”

Ik heb er in het verleden kennelijk overheen gelezen, want ik herinner me de quote in het geheel niet. Het zou een humoristische waarschuwing kunnen zijn van Meneerwateetons, maar ik heb de indruk dat Baier het méént… Hij schrijft verder: “Treden er binnen een uur geen klachten op, dan zet de hele familie zich aan het maal. Maar bevat het gerecht bijvoorbeeld de groene knolzwam ( Amanita phalloides), die een incubatietijd van 8 uur heeft, dan zou dat wel eens de laatste maaltijd van de familie geweest kunnen zijn…”

Tja lezer, het is maar dat je het weet: voeder nooit vreemde paddenstoelen aan je geliefden… (of: als je dan al een familielid opoffert, doe het goed!)

Vandaag: Bockbier (van Hertog Jan)…

null

Toen ik vanochtend met mijn duf gezicht, de slaap nog in mijn ogen, de krant opensloeg grijnsde Mgr. (Monseigneur voor de niet-katholieke lezer) Antoon Hurkmans me tegemoet. Ik zat aan de koffie, hij stond met een glas bockbier in zijn hand… Hij had het aangeboden gekregen van een Brabantse Brouwer? Of van een Verbond?  Misschien van een Geheim Genootschap?!

Ik ben direct na het ontwaken niet op m’n best, ik weet het… Ik grom en ik heb geen last van complottheoriëen van anderen. Op de vroege ochtend ontwerp ik bij elk krantenartikel mijn eigen schrikbeelden…

“Hoezo hij ?.. En waarom?..” , dat spookte door mijn hoofd.  “Annexeren de Roomschen na al die jaren mijn favoriete bier?.. Kijk; die Trappistenpaterkes, die hebben recht van spreken, die staan met hun pollen in de mout te roeren. Maar zo’n Überpaap?”

Uiteindelijk leiden al die ochtendhumeurlijke  hersenspinsels tot niets, maar ze maken wel dat ik uiteindelijk fris, monter en energiek de dag kan beginnen. Ergo: ik schafte me vandaag welgemoed het eerste verse bockbier van dit jaar aan.

Bockbier kan prima verouderen, het wordt er alleen maar beter op. Brouwers zorgen er dan ook voor dat bockbier nagenoeg het hele jaar verkrijgnbaar is, kwestie van wat meer brouwen dan de markt vraagt in najaar en winter. Vandaar dat ik het hele jaar kan schrijven over bockbier. Maar een primeur blijft toch altijd weer iets bijzonders…

Enfin,.. mijn eerste verse bockbier: Hertog Jan Bockbier, bier van de hoge gisting.

Degelijkheid alom (stel je voor dat dat niet zo was bij Hertog Jan, je hele wereld stortte in…). Met zijn 6,5 % alcohol levert het een koppig bier op, maar laat je daardoor niet afschrikken. Je proeft de caramel, je ruikt die ook. Mooi schuim bij het uitschenken, prachtige kleur van het bier.  De geur geeft ook een vooraankondiging van het bitter in de smaak, kenmerkend voor bockbier. Romig zegt de brouwer, enfin,… van ons had het wel wat romiger gemogen. Op de achtergrond té veel zoet, dacht ik. Ellen, die beter proeft, vond het alleszins meevallen. Mooi bier, nou en of…

Uiteindelijk ben ik meer van de Belgische Bokbieren (zonder C!)., ik heb het je al meermalen laten weten. Maar Hertog Jan Bockbier hou ik erin. Ik zal er dit najaar nog meermaals plezier aan beleven..

Hertog Jan Bockbier

© paul

Welkom bij het Ministerie…

Featured

Een website over Eten, Drinken en Andere genoegens…

In 1999 schreef ik een jaar lang elke dag op wat we aten, dronken en alles wat daarmee te maken had.
Ik wilde zo voor mezelf het laatste jaar van de Twintigste Eeuw vastleggen. 
Dat bleek al snel een verslaving en na 1999 ging ik dan ook door met het schrijven van mijn kookdagboek. Stapels schriftjes schreef ik vol, tot ik in augustus 2005 de digitale mogelijkheden ontdekte van een website. Vanaf die tijd schrijf ik, samen met mijn partner Paul, op deze website over eten, drinken en andere genoegens.

Grote veranderingen! (Even bijpraten…)

tuinboontjes met bietjes 001 

“Vanaf vandaag moet er gewoon weer elke dag geschreven worden.” Zo luidt de dwingende mening van Ellen, en ik leg me daar bij neer. Zelf zint ze op nieuwe recepten, en om de daad bij het woord te voegen installeert ze zich achter de kookpotten en begint… De receptuur van haar handelingen volgt dan later op deze dag. Mijn artikeltje is bedoeld om je even bij te praten…

Eerst en vooral zal je opgevallen zijn dat er een nieuwe kop prijkt bovenaan de site. Het is een cadeau van Marleen, de Jongste Bediende en Eupotours (evertneeljulialotteflora). Neel ontwierp de kop, (evenals de oude…) en zo ook het nieuwe visitekaartje. De stijl van ons nieuwe uithangbord is iets formeler, wat gedistingeerder en erg groen… We zijn er bijzonder verguld mee.

Ik verbruik momenteel elke vrije minuut aan het overplaatsen van artikelen van het “oude” web-log naar deze web-site. Het is gruwelijk veel werk, maar het gaat me niet slecht af. Het is uiteindelijk toch een kwestie van gaan zitten, verstand op nul en vervolgens knippen en plakken. Intussen zijn er een goede veertienhonderd artikelen geplaatst en opvraagbaar.

Er staan momenteel twee zoekmachines in de kop. Gebruik de witte. De zwarte moet verwijderd worden, maar dat lukt nog even niet. En wanneer je die witte zoekmachine gebruikt moet je hem activeren met enter, klikken met de muis gaat nog niet.

Het merendeel van de links in de oude artikelen moet worden gerestaureerd, dat gaat nog maanden duren, heb geduld met ons lezer…

Fouten en tekortkomingen! Ach lezer, je zult er nog vaak over struikelen maar duid het ons niet euvel. We kennen all ins-and-outs van dit programma nog lang niet. [Dat geldt natuurlijk niet voor schrijffouten (bereiken-berijken?), daarvoor zijn we ter plekke, en wel onmiddellijk, verantwoording schuldig.]

Ik moet nou weer door met de oude artikelen. Maar eerst lekker eten…

 

Hartverwarmende reacties…

het zenuwcentrum van het Ministerie 011

Wij krijgen zoveel hartverwarmende, aardige, opbeurende reacties, dat het bijna een dagtaak wordt om ze allemaal persoonlijk te beantwoorden, vandaar dat ik jullie nu op deze manier even wil bedanken! Het doet ons goed dat er zoveel mensen reageren en met onze trubbels begaan zijn. Het oude web-log is helemaal verpest. Er staan nog maar 70 artikelen op van de 2600!

Door stom toeval ontdekte ik dat ik via mijn Goolge RSS reader de oude artikelen wel kon lezen! Er staan artikelen tot en met augustus 2006. Wij zijn dan dus nog één jaar kwijt. Ik weet geen andere manier te bedenken om deze artikelen over te brengen dan ze stomweg één voor één te kopiëren en daarna te plakken in de nieuwe site. De lay-out moet dan nog even aangepast worden en ook de datum moet ingevoerd worden. We voeren de datum in waarop het stuk geschreven is en de stukjes verschijnen dan keurig onderaan de site. Soms gaat dat in de haast wel even mis…Zo stond er vrijdagmiddag enkele uren een nieuwjaarswens bovenin de site te lezen….

Nou ja, foutje moet kunnen af en toe! Je kunt aan de rechterkant, helemaal beneden zien dat we inmiddels al een flink eind ingevoerd hebben. Op dit moment zijn we beland op 23 november 2008!

Mr Ooijer noemde het een echt monnikenwerk en dat is het ook, maar het is ook leuk om alle oude artikelen weer terug te zien (nee, lezen mag niet! dat kost teveel tijd!)

We hebben ook de categorieën wat beter ingedeeld en er een paar toegevoegd (we zijn nu toch bezig). De zoekmachine van deze site werkt bovendien aanmerkelijk beter dan die van het oude web-log zodat het terugzoeken van artikelen steeds beter wordt.

Stukjes schrijven over eten en drinken daar hebben we dus vandaag geen tijd voor gehad. Bovendien ben ik bezig de eettafel van de oude verflagen te ontdoen. Om beurten een stukje knippen en plakken en verfstrippen, zo brachten we onze vrije zondag door…

Natuurlijk moest er ook wel even gegeten worden, een paar lamskarbonaadjes, een aubergine, even gemarineerd en dan op het vuur…Tomatensalsa erbij en wat brood. Toch een prima maaltijd. Lekker buiten gegeten ook nog, eind september!

Héél handig zo’n verfstripper! Even het vuur aanwakkeren en je kunt grillen!

Kopje espresso toe, een goeie Tatort en nu nog even lezen in het nieuwe Worstenboek van Meneer.

© ellen

 

 

 

 

 

 

Treurig of boos?…

Quote

“Bach jat van Bach”, zei een ex-collega iedere keer, wanneer hij hoorde dat Johann Sebastian zijn Hoofd vol bloed en wonden, thema uit de Matheus Passion, weer eens gebruikt had in een door-de-weekse Cantate. Hij gaf daarmee aan dat Bach zichzelf op slinkse wijze recycelde.

Zoiets dergelijks doe ik nu ook. Bij de duizende foto’s die op onze foto-provider staan kan ik wel komen, ik krijg ze echter met geen mogelijkheid op de nieuwe web-site geplaatst. Dus ga ik maar surfen op het intetrnet, jat één van onze eigen foto’s die daar ergens rondzweft en plaats die bij mijn documenten. En dan kan ik er wél mee werken.  

Ik weet nog waar de foto gemaakt is, ik weet nog met wie we de artisjokken gegeten hebben. Ik herinner me zelfs (min of meer) de inhoud van het artikel op het web-log waar de foto bij hoorde. En dat is maar goed ook, want ik zal mijn geheugen de komende tijd nodig hebben. Naar het zich nu laat aanzien heeft men om en nabij twee duizend vijfhonderd en dertig artikelen van het Ministerie zoek gemaakt. Ons resten nog een schamele zeventig blogstukken, en zelfs daar kunnen we niet bij. Die staan gemutileerd en gemaltraiteerd, een beetje lelijk te zijn bij weblog.nl.

Het heeft allemaal te maken met bedrijfsovernamen, van de ene provider naar de andere, en de misverstanden die daaruit kunnen voortvloeien. En de botte ruzies die daaruit voortkomen (over onze kop en die van 390.000 ander web-loggers). Uiteindelijk gaat het om de poen. Gewoon spijkerhard Angelsaksisch kapitalisme…

Voor ons lijkt het in concreto te gaan betekenen dat ons hele archief naar de vaantjes is. Weg zijn de duizend recepten die Ellen schreef. Weg is mijn artikel over meneer Fisch, over de Keijzer van Monera, over de mirabellen van Fons. Weg zijn de vakantieherinneringen, de verhalen over de mooie wijnen, de mooie dingen, de mooie dagen. Weg de bespiegelingen van zondagochtend.

Zijn we boos? Ja natuurlijk zijn we boos! Dat levert ons op dit moment namelijk meer op dan wanneer we bedroefd of treurig zouden zijn. Boosheid levert stijdbaarheid op. Wat denkt men wel niet: dat we bij de pakken neer gaan zitten? Dat we in zak en as liggen treuren voor de buis, met een pijpje pils? Dat we het voor gezien houden en ons voor de rest voederen met friettent of afhaalchinees? Wat denkt men wel niet…

Ellen had al een mopper-artikel geschreven. Ik kon dus niet achterblijven. Enfin,… dat is dan gebeurd, nu moet het afgelopen zijn. We gaan iets heel moois van deze web-site maken. Ellen heeft de site eigenhandig gebouwd. (Applaus, hoedje af, driewerf hoera!) Er zitten nog een hoop onvolmaaktheden in, er zijn nog tal van mogelijkheden niet benut. Ellen werkt noest door, ze komt er wel uit. En zo niet dan zijn er aardige mannen en vrouwen die ons verder helpen. (Van mij valt weinig te verwachten, ik ben en blijf een digibeet…)

© paul

 

Snaaien in de pannen…

Tsjaa, je hebt nog veel verhalen en recepten tegoed lezer. Er is hier in die vier weken weer van alles gebeurd en omdat ik nog wat moet oefenen in deze nieuwe site nog één verhaaltje voor het slapengaan.

Er was eens een Jongste Bediende die het maar niet kon laten met zijn vingers in de pannen te zitten…

Het was op een mooie, Nederlands druilerige zaterdagavond, een goeie dag om gezellig aan de tafel van Het Ministerie wat te kletsen, wat te roddelen en wat achterklap te spuien onder het genot van een drankje…

Ik zag al snel dat er van de geplande maaltijd niet veel terecht zou komen en besloot voor de eventuele hongerige borrelaars maar een mooie tortilla te maken. Gekookte aardappelen waren er al. Wat eieren geklutst, peper, zout en vers gehakte peterselie erdoor, dan de in stukjes gesneden aardappelen, voorzichtig door het ei-mengsel scheppen. Een koekenpan op het vuur met wat olijfolie en daar het aardappel-ei-mengsel in doen. Zachtjes laten bakken en dan omkeren. Met dat omkeren begon de ellende…

Ik bedacht dat het niet zo handig zou zijn om de tortilla om te draaien in een keuken vol gezelschap en besloot de pan gewoon in de hete oven te zetten en dan zo de bovenkant te bakken.

De oven dus snel naar  200 graden gebracht, de pan (roestvrij staal met idem steel) erin gezet en de tortilla afgebakken. Dat ging prima, aan te bevelen! De pan even op de aanrecht gezet om een beetje af te koelen…en toen gebeurde het…

De Jongste Bediende stond even op van de borreltafel, liep langs de pan, wilde vast een hapje sneukelen, greep de gloeiende steel van de pan vast…

Koelen helpt echt! We hebben meteen de gootsteenbak vol koud water laten lopen en de verbrande hand erin laten koelen. Toen een emmer gepakt met koud water om het wat comfortabeler te maken voor de patient. Na een half uur koelen bleek de pijn nog steeds heftig. Broer Alex reed de Jongste Bediende, mét de emmer koud water,  naar de Eerste Hulppost van het ziekenhuis waar de brandwonden vakkundig werden gezalfd en ingepakt.

Gelukkig is de schade beperkt gebleven. De blaren vielen mee en de genezing is bijna wonderbaarlijk. De Jongste Bediende kan zijn hand gelukkig weer gewoon gebruiken…Maar voorlopig zal hij niet snel meer in de pannen snaaien…

Hoewel…

In ieder geval: bij brandwonden; blijven koelen met koud water, voorkomt erger!

© ellen.