De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 51…

Chemin St Jacques

17-05-2014. De etappe liep van Roquefort naar Mont-de-Marsan, 31 kilometer.

Het staat er écht, daar in Bougue. Nog negenhonderdzeventig kilometer te gaan, het grote aftellen is begonnen.

Maar eerst en vooral wensen Ans en Jan hun zusje Carla proficiat met haar verjaardag. Hurray, hurray, hurray

De vorige avond vond in de refugio, het pelgrimshuis, een hernieuwde kennismaking plaats met een medepelgrim, Jean-Pierre was zijn naam. Het weerzien was hartelijk en Ans en Jan nodigden de man uit om met hen de avonddis te delen. Roerei met groenten, een soepje vooraf.

Er waren nog drie andere Pelgrims in de refugio, hun doel was de Mariastad Lourdes aan de Spaanse grens.

En ach, Ans-Jan-Jean-Pierre, gedrieën was het lekker roddelen: Die gasten moeten naar Lourdes, het is de vraag hoe… Wat lopen ze beroerd… Hun corpulentie zal er zeker geen goed aan doen…. (De man uit dat gezelschap had longproblemen. Hij sjouwde in zijn rugzak zuurstofapparatuur met zich mee.) Hoe die toch ooit over die Pyreneeënpukkels moet geraken is me een raadsel…

En zo sukkelde men de voornacht in en was het tijd om te gaan slapen.

Na een relatief rustige nacht begonnen de wandelaars aan de volgende etappe. Het was 07.30 uur en Jean-Pierre liep een eind mee op. Al vanaf het begin konden de wandelaars flink doorstappen. Een groot deel van de tocht ging over een geasfalteerd fietspad, aangelegd in de bedding van een oude spoorlijn. Heel vlak en lekker gemakkelijk schrijft Ans. Het middagmaal werd gebruikt in de berm, op het gras en in de zon.

Na een verkwikkend dutje vervolgden de pelgrims de tocht, het werd er niet zwaarder op. Het ging zelfs zo voortvarend dat ze om 15.00 uur op een afgesproken plaats stonden, één uur te vroeg voor de afspraak. Deze dag zouden ze namelijk Froukje, Gijs en Guus treffen, die brachten hun vakantie door in dit deel van Frankrijk.
Armagnac en Guus

Een goed uur later dus vond de hereniging plaats. Guus moest wel degelijk wennen aan zijn oma. Hij had haar per slot al 54 dagen niet meer gezien en ach, zo’n kind vergat snel. Maar oma’s remedie, gewoon dat jong even doodknuffelen, deed wonderen.

Het plan om gevijven de nacht door te brengen op de camping waar men afgesproken had kon evenwel geen doorgang vinden. De plaats was alleen geschikt voor camperbussen, het sanitair abominabel en douchen was so-wie-so uit den boze.

Ans en Jan legden dan maar een claim op een slaapplaats in het pelgrimshuis van Mont-de-Marsan, terwijl Froukje, Gijs en Guus een degelijke camping opzochten, zo’n 20 kilometer verderop.

De avondmaaltijd was een feest. Froukje en Gijs hadden wat luxe lekkers ingeslagen voor de pelgrims en van thuis een Indonesische maaltijd meegebracht, bereid door Humprey, de vader van Froukje. Hij had Gado-Gado gemaakt, in het pelgrimshuis geurde het die avond naar de Gordel van Smaragd

Dank Humprey schrijft Ans, het was kei-lekker!

In de avond werd het Museum Despiau-Wlérick bezocht. Het museum bezit, naast sculpturen van de twee naamgevers, Despiau en Wlérick, een keur aan modern figuratief werk. Aansluitend volgden Ans en Jan nog een kleine workshop over restauratie van beeldhouwwerken, maar aangezien die in louter rad Frans gegeven werd haakten ze op enig moment toch af, té moe om nog ingewikkelde stof op te nemen…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 50…

 

madiran

16 mei, de etappe ging van Le Billon naar Roquefort, 26 kilometer.

Deze web site bestond nog niet en het was nog in de guldentijd. Ik zocht een mooie wijn voor eigen gerief. Iets voor in de schemering bij de kachel, in de luie stoel. Slijter Cor kende mijn voorkeur voor stevige Bordeaux wijnen. Maar omdat ik niets naar bevrediging kon vinden uit dat gebied adviseerde hij me een Madiran. “En neem dan meteen een goede…”

Ik had er nog nooit van gehoord, van Madiran. Maar Cors advies diende ik niet zomaar in de wind te slaan, hij had me al eerder aan juweeltjes geholpen. Ik kocht de fles, betaalde met vijftien guldens en kreeg één stuiver terug. Een forse uitgave voor een fles wijn, vond ik.

Die middag liet ik de wijn acclimatiseren, ‘s avonds dronk ik hem in mijn zorgvuldig geënsceneerde ambiance. En ik was op slag verliefd… Wat een wijn! De diepe geur van zwart fruit, van pruimen, van tuigleer, en ook een beetje hooi. Veel tanines, maar mild. En dan die kleur… Het Franse platteland, boers en elegant in één. Net zoals de romanheld d’Artagnan een onbehouden pummel is en tegelijkertijd een nobele vierde Musketier.

De Madiranwijn dankt zijn naam aan het dorpje Madiran. Het ligt aan de voet van de Pyreneeën, Ans en Jan scheren er langsaf. Het is de streek van de ganzenlevers, de grote stoofpotten, de pruimen en de Armagnac. De gerechten zijn er zwaar, zo ook de wijnen. “Vette” wijnen zo gezegd.

Ach, de Madiran. Twee maal reisden we af naar die streek, we zijn er nooit aangekomen. Altijd werden we onderweg opgehouden door andere aantrekkelijkheden, andere bezigheden en andere wijnen…

Zoals gezegd, een kilometer of dertig oostwaards en Ans en Jan zouden zomaar op het dorpspleintje staan van dat piepkleine plaatsje Madiran, hoofdstadje van een piepklein wijngebied. Maar wel met een eigen Appellation. Misschien dat de pelgrims…

Ach lezer, ik vond ook al dat de wandelaars een ommetje moesten maken naar deze brouwerij of naar die kaasstreek, wat kilometers naar het westen voor een mooie wijn, en een stukje naar het oosten voor de beste worstjes van Frankrijk. Ik heb makkelijk praten, ik hoef het niet te lopen…

Intussen bikkelden de wandelaars door in zuidelijke richting. Het was deze dag warm. Test voor Spanje schrijft Ans. De wandelaars moesten eraan wennen door de volle zon te lopen, met weinig of geen schaduw.

Het eerste stuk van de etappe ging door pijnboombossen. Na enige tijd kwamen de wandelaars weer uit op de oude spoorbaan waarop ze de dag ervoor ook al liepen. Oorspronkelijk was die baan aangelegd om hout uit de bossige streken af te voeren naar de houtzagerijen en papierfabrieken in het noorden.

De reizigers genoten van de tocht, een aantal van de antieke stationnetjes waren nog intact. Varens, pijnbomen, bloeiende brem en op brem lijkend stekelig gewas. Stromende beekjes, idillische stenen bruggetjes. Ans en Jan liepen over de spoordijk, een stukje boven het maaiveld. Dat verbloemde een beetje het ware karakter van de omgeving: zompig nat moeras.

Om 16.30 uur kwamen de wandelars aan bij de refugio, het pelgrimshuis van Roquefort. Die zag er nog nieuw uit, goed onderhouden.

In het plaatsje werd de lokale horecaf bezocht, ze schonken er koel bier van de tap. Er moesten boodschapen worden gedaan en later op de avond werd er gekookt.

En dan denkt de lezer: als de chroniqueur zo nodig over eten en drinken moet babbelen, waarom dan over wijn, terwijl die blauwschimmelkaas veel meer voor de hand ligt?..

Nou lezer, er zijn elf gemeenten in Frankrijk die naar de naam Roquefort luisteren. En het Roquefort van Ans en Jan is niet de roemruchte grottenplaats waar die prachtige blauwschimmelkaas vandaan komt. Dat Roquefort ligt een honderd kilometer oostelijker. Maar natuurlijk hadden ze daar wel naar toe kunnen wandelen, dat dan weer wel!

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 49…

le Ciron

15-05-2014. De etappe liep van Bazas naar Le Billon, 27 kilometer.

Daar waar het ijskoude water van het riviertje de Ciron in de veel warmere Gironne vloeit ontstaat door het verschil in temperatuur nevel. De ochtendmist bevordert de ontwikkeling van Grauwe Schimmel, althans zo gaat het verhaal in de streek waar Ans en Jan deze dag doortrokken. Telers hebben er een vreselijke hekel aan. Tal van gewassen kunnen beschadigd raken door de micropaddenstoel Botryotinia fuckeliana. Bij ons heet de schimmelinfectie ook wel Botrytisrot.

In dit deel van Frankrijk spelen evenwel andere belangen een rol. Ook hier zijn de groente- en fruittelers huiverig voor de schimmel. De druiventelers in en rond Sauternes, een stadje ten zuiden van Bordeaux, hebben de schimmel echter nodig om hun prachtige zoete wijnen te kunnen maken. Wanneer de schimmelinfectie in de warme vochtige herfst de huid van de druiven beschadigd, zullen de vruchten extra vocht gaan verliezen. Dien ten gevolge worden de druiven kleiner en worden het suikergehalte en de smaakstoffen meer geconcentreerd.  De Duitsers noemen het Edelfäule (edele verwelking) en de Fransen pourriture noble (nobele rotting).  De wijnen die uit de aangetaste druiven ontstaan vormen geweldig mooie zoete wijnen. Sauternes zijn als zoete wijn ongeëvenaard. Natuurlijk zoet, heel complex van geur en smaak en de consistentie is soms bij het stroperige af.

Als we die wijn tegenkomen gaan we hem beslist proeven schrijft Ans. Ach Ans, herinner je je die vakantie in Luxemburg nog, toen we in een speciaal afgesloten hoekje bij de wijnkoperij van een Grote Supermarkt die fles Chateau Petrus zagen liggen. Met een forse korting zou die fles over de toonbank kunnen gaan voor twaalfhonderd euro. Daar in dat hoekje lagen ook de Sauternes
le Ciron

Enfin,.. Geen wolkje aan de lucht, een heerlijk zonnetje. Zonder vest en met afgeritste pijpen op pad. Een bosweg leidde door de vallei van de Ciron naar het dorpje Bemos. Daar kon via een bruggetje de rivier worden overgestoken.

Een goede kilometer verderop in het plaatsje Beaulac troffen de wandelaars zowaar een terras. Er werd koffie gedronken en brood gegeten. Daarna ging de route over een voormalige spoorbaan, een lang, recht pad, dwars door een bosgebied. Af en toe waren de bielzen, de ijzeren rails en de slotbouten nog te zien.

De weg voerde naar Captieux. De mogelijkheid om er te slapen werd verworpen, daar er slechts plek was in een duur hotel. Zeven kilometer verderop was er plaats bij een particulier, dus blijmoedig zetten Ans en Jan zich weer in beweging. Dat wil zeggen, men sjokte naar een terras, want het plaatselijk supermarktje hield siësta van 13.00 tot 15.30 uur en de wandelaars moesten deze dag wél zelf voor het avondmaal zorgen. Maar ach, een glas bier in de middag is uiteindelijk niet de beroerdste verversing.

Nadat de leeftocht was ingeslagen vervolgden Ans en Jan het spoorpad. Onderweg werd de honger gestild met een grote maaltijdsalade. Na wat omzwervingen en een kleine omweg, dankzij de bewegwijzering, bereikten de wandelaars Le Billon; het was 18.30 uur.

Het plaatsje bleek te bestaan uit één huis. In een bijbehorend schuurtje leefden twee jonge mensen, het huis werd bewoond door een Oude Mevrouw. De Mevrouw hield er een aantal kamertjes op na om pelgrims te kunnen herbergen, een deel van de bovenverdieping van het huis was er voor gereserveerd. Het huis was oud en eenvoudig van inrichting, maar het was er proper.
billon

Er was nóg een groepje pelgrims dat een claim op een kamer had gelegd. Ze moesten echter afbellen in verband met een blessure van een van hen.

Hoewel de Oude Mevrouw een wat broze indruk maakte bleek ze nog volledig zelfstandig te functioneren. Ze woonde dan wel alleen en een heel eind achteraf, ze beschikte nog steeds over een auto. Die mobiliteit waarborgde mede haar autonomie. Pienter was ze ook….

Na een verkwikkende douche werd de rest van de avond voornamelijk schrijvend doorgebracht.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 48…

billon
14-05-2014. De etappe ging van La Reole naar Bazas, 27 kilometer.

Het grijze vee behoort tot het ras Bazadaise, het hoort in deze streek thuis en het dankt zijn naam aan de stad waar Ans en Jan naar opweg zijn. Het is een prima vleesras en het zijn mooie koeien. Ans nam wat kiekjes van een van de kuddes die de wandelaars onderweg tegen kwamen.

Bourgondië mag dan de naam hebben, dit gebied, de Gers, Landes, brengt sommige van de mooiste culinaire cultuurschatten van Frankrijk voort. Het prachtige zwarte Landeshoen, het beste ganzenvlees, de foie gras, de cassoulet, de armagnac. De geconfijte eendenpoot lijkt er wel uitgevonden. De wandelaars zouden er nog wat van meemaken…

Het verslagje van de Feestdag was aan de korte kant en het lag dan ook in de lijn der verwachting dat Ans er nog op terug zou komen. Met veel plezier vertelde ze over de tafel-avonturen bij Madame Odette.

Madame Odette was de gastvrouw voor die dag, ze ontving de wandelaars in haar eigen huis. En het leek wel een museum schrijft Ans, je keek er je ogen uit… Het huis stond dan ook bomvol met spulletjes en prulletjes. En alles van een respectabele ouderdom. Er waren een aantal rijk gemeubileerde slaapkamers, gereserveerd voor pelgrims. De antquiteiten dansten je tegemoet…

De wandelaars hadden eerder die dag nog even overwogen om de maaltijd te gebruiken in het stadje, het bleek echter een gouden greep om de avonddis te delen met Madame Odette. Ze schotelde de wandelaars een gevuld ovenbroodje voor, bij wijze van voorgerecht. Dan volgden de geconfijte eendenpootjes (hoe kon het anders hier in de streek!) met gebakken aardappeltjes en sla, vervolgens de vanzelfsprekende kaasplank en uiteindelijk aardbeien toe…

Met de wijn was het wat ingewikkelder gesteld. Madame Odette had een belegen Bordeaux uit haar kelder getoverd. De fles was bestoft, de kurk droeg wat schimmel aan de bovenkant, het hoefde geen bezwaar te zijn. Bedenkelijk was echter dat de fles niet helemaal meer gevuld was. Madame Odette vroeg Jan om de fles te openen. Toen hij de broze kurk had verwijderd bleek de wijn te zijn omgeslagen in een goede wijnazijn. Prima voor de sla, maar verder niet te gebruiken aan tafel.

De volgende Bordeaux die naar boven werd gehaald was een 1970er, de procedure werd herhaald en het resultaat was gelijk aan de vorige. Dan maar een Bordeaux uit 1968 geprobeerd. En ook deze werd door Ans en Jan als bedorven gekwalificeerd, maar aangezien Madame Odette hem best vond, dronken de wandelaars uit goed fatsoen een glas mee.
landes

Al met al was het toch een goede keuze geweest om hier bij deze vrouw neer te strijken. En Madame Odette vond het maar wát gezellig, ze praatte honderduit in een moeilijk te verstaan Frans. Of de vrouw een plaatselijk dialect sprak of een streektaal was niet duidelijk. Mogelijk sprak ze het Occitaans, die vroeg middeleeuwse oertaal, verwant aan het Frans, maar toch helemaal anders. In vroeger dagen werd die taal in het hele zuiden van Frankrijk gesproken, nu nog slechts door een paar honderdduizend mensen.

De wandelaars verstonden er in ieder geval geen sikkepit van, ze hielden het bij een beleefd oui of non, Madame Odette had niets in de gaten. En zo sukkelde de avond over in de voornacht, de dag was voorbij…

Na een verkwikkende nachtrust en een goed ontbijt bracht Madame Odette de pelgrims met haar autotje een eind scheuts. Het afscheid volgde en Jan bleef nog een tijdje doormijmeren over Madame Odette. Wat een lief mens; gul, aardig, opgewekt. Ze was misschien niet moeders mooiste, haar dochter was dat beslist wel! (Rare gedachtenkronkel en een beetje incoherent gedacht, maar je moet weten lezer, Jan is al een hele tijd van huis…)

De tocht van deze dag ging in stukjes over asfaltwegen, maar toch vooral over bospaden en langs de boorden van de Gironne. Prachtige vergezichten dienden zich aan.

In het dorpje Ondaurat ontmoetten Ans en Jan een groep hobbykunstenaars. Ze logeerden er een week en probeerden naar beste vermogen de abij en kerk van het dorpje op doek te vereeuwigen. Een en ander leverde de reizigers goede buurt op en de mogelijkheid om wat cultuur op te snuiven.

Ans en Jan waren op tijd in Bazas. Ze haalden er de sleutel van het pelgrimsonderkomen op, deden boodschappen en dronken een glas bier.

Het onderkomen voor die nacht was ondergebracht in een prachtige oude school. De wandelaars logeerden er in het jongensgedeelte, in het meisjesgedeelte hielden een aantal kunstenaars atelier.

Broer en zus keken terug op een dag met weer een hoop bijzondere ontmoetingen. Het meest tevreden waren ze echter met elkaars gezelschap…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, intermezzo: Armagnac…

after dinner...
Ik sloot mijn berichtje over dag 50, de Feestdag, af met een groet en de opmerking dat het Minsiterie een goed glas Armagnac dronk op het heil van broer en zus. Ik achtte die drank alom bekend bij de lezer, maar dat bleek niet zo te zijn.

Armagnac is de drank van de streek waar de wandelaars nu doortrekken, de Gascogne, de Gers. Men noemt hem wel het stiefbroertje van de Cognac, maar dat is naar mijn mening een misplaatste beoordeling. Een goede Armagnac kan met gemak de concurentie aan met een goede Cognac. Wanneer wij (Ellen en ik) de keuze hebben kiezen we voor Armagnac.

 Armagnac wordt gestookt (gedestilleerd) van de inheemse wijn uit de streek. De rauwe eau-de-vie die men zo verkrijgt moet daarna rijpen op eikenhouten vaten. Na drie jaar is de Armagnac drinkbaar, maar nog scherp, niet verfijnd. Beter is het om daarna nog een aantal jaren te wachten, de drank zal steeds zachter, complexer en edeler worden. De smaak is familie van die van de beter bekende Cognac, maar de Armagnac heeft een aardser karakter.

Het Armagnacgebied bestaat uit drie regio’s. De beste stooksels komen uit de Bas-Armagnac.

Ach, er valt zoveel te vertellen over de Armagnac. Mevrouw Wina Born, the Grand Old Lady van de Nederlandse culinaire journalistiek, schreef er een aardig en gedegen boekwerkje over. Het heet: Cognac & Armagnac en werd in de jaren tachtig van de vorige eeuw uitgegeven door Het Spectrum. Je vindt het nog wel eens antiquarisch. Heel lezenswaardig…

In de twaalfde en dertiende eeuw, toen zich, evenals nu, door de Armagnacstreek de stroom pelgrims zuidwaarts naar Santiago de Compostella bewoog via de passen van de Pyreneeën, was er ook een tegenstroom van Arabische pelgrims, vanuit het zuidelijk deel van Spanje, richting het noorden, op weg naar de Zwarte Madonna van Le Puy. Christen-Arabieren waren in die tijd nog talrijk!  De Arabieren beheersten toen al honderden jaren de kunst van het alcohol stoken, en het is meer dan waarschijnlijk dat zij hun kennis in de Armagnacstreek hebben weggeleerd. Vanaf de veertiende eeuw komt men in geschriften berichten tegen over stooksels in die contreien. In de streek Cognac volgde men pas een goede honderdvijftig jaar later.

Het zou verboden moeten zijn voor pelgrims om door deze omgeving te stappen zonder een glas van het vloeibaar rode goud te degusteren. Ik heb er evenwel alle vertrouwen in dat Ans en Jan op tijd hun glaasje zullen wegsnoepen.

Intussen zit ik alweer enige dagen zonder berichten van de wandelaars. Kijk ik op de kaart dan zie ik dat ze door een moerassig gebied trekken met nauwelijks bewoning, en dat voor een aantal dagen achter elkaar. Er zal wel geen WIFI zijn…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 47…

halfweg
13-05-2014. De etappe ging van Saint-Ferme naar La Reole, 20 kilometer.

Of je je glas half vol beoordeelt, of half leeg, het hangt doorgaans af van je humeur. En of Ans en Jan de helft van de tocht erop hebben zitten, of nog de helft moeten gaan, je mag het zeggen. In ieder geval vierden de wandelaars gisteren een feestje. Het was dag 50 van hun Lange Mars en de helft van het aantal kilometers zat erop…

Ans schrijft: deze dag is heel speciaal voor ons. De helft zit erop, de helft nog te gaan?! Vandaag een korte wandeling. Niks bijzonders over te vermelden. Met z’n tweeën verder. Lekker gewandeld, goed gebuurt. Plekje met bloemen gezocht voor onze lustrumfoto. Gelukt! Moesten wel zelf de foto maken want anderen durfden niet over de sloot te springen! In Reole de kerk en het gemeentehuis, in een voormalige benedictijner abdij (13e eeuw), bezocht. Lekkere Leffe gedronken en nu naar het volgende slaapadres. Liefs, JAns…

Ik heb er niks aan toe te voegen. Wij dronken er hier op het Ministerie een goed glas Armagnac op. Proost Ans, proost Jan…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 46…

kerk
12-05-2014. De etappe ging van Port-Sainte-Foy naar Saint-Ferme, 25 kilometer.

Uitstekend wandelweer in een prachtige omgeving. Daarmee is zo goed als alles gezegd over de tocht van deze dag.

Behalve dan dat Ans en Jan weer in gevecht waren met de bewegwijzering. Het geval wilde dat het Jacobsgenootschap Voye de Vezelay in het departement Gironde geen schildjes had geplaatst. Een ander Jacobsgenootschap verzorgde de wegaanduidingen. Die aanwijzingen evenwel strookten niet met de informatie en het doel van de wandelaars, verwarring alom dus. De pelgrims maakten een aantal kilometers extra omdat ze verkeerd waren gestuurd.

Een en ander was uiteraard niet bevorderlijk voor het humeur van Ans en Jan, maar gelukkig maakte de kennismaking met Alain en Josette de dag weer goed. Alain en Josette waren de hoteliers van het slaapverblijf voor deze nacht. En verder logeerden er nog vier andere pelgrims.
menneke

De wandelaars hoefden niet te koken, Alain en Josette verzorgden een uitgebreide maaltijd. Te beginnen met een groene soep met verse tuinkruiden en room. Dan de keuze uit een macaronischotel met bospaddenstoelen of een kipgerecht uit Martinique, het vlees overgoten met een saus van kokos, kerrie en gember. Als bijgerecht een groene salade en daarna de notoire kaasplank. Alles besproeid met een wijn uit de buurt, een Bergerac. Afgesloten werd er met een toetje. We genoten als Pelgrims in Frankrijk… schrijft Ans.

Na de maaltijd werden de pelgrims nog verrast met een rondleiding door de Abdij van Saint-Ferme. Paters woonden er niet meer, maar een deel van het complex was in gebruik genomen als gemeentehuis. Ook de abdijkerk was nog intact en diende nu voor de gelovigen uit het dorpje. Een imposant bouwwerk meenden Ans en Jan. De gids toonde de wandelaars een aantal inscripties, gekrast in de muren van de kerk. Ze zouden er mogelijk al zijn gemaakt bij de bouw van dit deel van het complex, ergens in de elfde eeuw…
menneke

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 45…

soepeters
11-05-2014. De etappe liep van Mussidan naar Port-Sainte-Foy, 32 kilometer.

De landstreek waar de wandelaars doortrekken kent een bloedig verleden. Talrijke Godsdienstoorlogen tussen katholieken en de hugenoten en de rondwarende Pest trokken hun spoor door het land. We zijn  dan in de 17e eeuw en noch arm, noch rijk  ontkwam eraan.

Een landheer uit de streek, genaamd Heer Montagne, raakte al zijn bezittingen kwijt ten gevolge van de oorlog. Zijn kasteel, de talloze boerderijen en al zijn landerijen. Zijn hele familie werd uitgeroeid door de vijand. Berooid trok hij daarna van boerderij naar boerderij om als een landloper te bedelen om een kom soep en een slaapplaats op stal, zijn lijfgoed was zijn enig bezit. Op een dag werd hij aan tafel genodigd door de Familie Chabrol. Hij ontwaarde daar een merkwaardig ritueel. Wanneer de familie het bord soep bijna leeg had gelepeld goot men bij het laatste beetje een ferme scheut wijn en slurpte dan het restant naar binnen.

Na de ondertekening van het vredesgedrag tussen katholieken en hugenoten kwam het nog redelijk goed met de landheer. De gulle maaltijden en de gegunde slaapplaatsen bij de boeren indachtig, werd de landheer een weldoener voor de pachters in de streek. Zijn faam als beschermheer van de derde stand drong door tot ver buiten de landstreek.

De gewoonte van de Familie Chabrol vergat hij nimmer. Sterker nog, hij adopteerde de gewoonte en goot voortaan altijd wijn bij de restanten van de soep. De gevleugelde woorden Je Chabrol worden nog steeds gebezigd in de streek.

Respect en liefde voor de natuur, eerbetoon aan de traditie, aan de ontmoeting rond de tafel, eenvoud, verdraagzaamheid, kwaliteit van het leven, de keuken en de smaak … 
soepeters

Het is het motto waarmee de leden van de Académie du Chabrol en Pays de Montagne zich vereenzelvigen. De gastheer voor deze dag, Monsieur Charles, is lid van dit Genootschap. Hij bedient de wandelaars in het kostuum van het Genootschap. De omschrijving van Ans betreffende de status van Monsieur Charles, is wel héél kort door de bocht: Hij slurpte zijn soep en kreeg er een diploma voor…

Het was al 08.30 uur toen de wandelaars aanliepen, die ochtend. Het zou een lange dag worden want er stonden 32 kilometers op het programma.

Wel onmiddellijk bood zich een overweldigend mooi landschap aan. Er werd gelopen over paden en paadjes, alles licht geaccidenteerd, niet te zwaar en met alle mogelijkheden om optimaal te genieten van de omgeving. Lekker weer vandaag.

Klokke twaalf werd de broodmaaltijd genuttigd op de traptreden van een kapel, en vrij kort daarna kwamen Ans en Jan de Antwerpse pelgrim met de camper weer tegen, Danny. Hij kwam de wandelaars tegemoet gelopen, hij was alweer op weg naar zijn automobiel die enkele kilometers noordelijker stond geparkeerd.

Danny haalde zijn camper op en reed ergens in de vroege middag de wandelaars achterop. Die vertelden hem dat ze op zoek waren naar koffie, maar ook Danny was geen uitspanning tegen gekomen en kon in die zin weinig betekenen. Hij reed dan maar door.

Na nog eens een half uur lopen stond daar Danny weer, geparkeerd op de stoep van een kerkje. Hij riep van verre: Hier op het plein is koffie. De reizigers speurden het pleintje af, maar van een café of koffiehuis geen teken. Ik bedoel hier, in de camper…

Enfin, verse koffie en een goed uur rust in de camper, dat was wat Danny te bieden had. Voorts vroeg Danny of hij een stuk mee mocht lopen. Ans en Jan stelden zijn gezelschap intussen erg op prijs, dus werd de tocht gedrieën hervat, het was intussen 14.30 uur. Al buurtend werden gegevens uitgewisseld. En dan bleek Danny in zijn arbeidzaam leven óók brandweerman te zijn geweest. Enfin,..

Port-Sainte-Foy is een zelfstandige gemeente, maar in feite is het een voorstadje geworden van Sainte-Foy-La-Grande, een wat meer stedelijke omgeving dus. Het was even zoeken, maar uiteindelijk werd er weer eens een gewone-mensen-terras gevonden met koel schuimend bier. Danny had er wel zin in, maar hij deed wat voorzichtigjes, hij moest het eind naar zijn camper nog teruglopen.
soepeters

Monsieur Charles had ik je al voorgesteld, hij bereidde voor de wandelaars de avondmaaltijd. Kippensoep, inclusief het slurpritueel, (ook Jan slurpte soep), gebakken aardappeltjes met een vleesburger, sla, kaas en een toetje. De man was een gezellige prater, zijn gezelschap vormde een aangename afsluiting van weer een unieke dag…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 44…

menneke
10-05-2014. De etappe ging van Saint-Astair naar Mussidan, 24 kilometer.

Die beroemde grotten van Lascoux waren de wandelaars al weer enige tijd geleden (op grotere afstand) gepasseerd. Maar het hele Zuid-Westen van Frankrijk is doortrokken van dat soort grotten, spelonken en onderaardse holen en er is op meer plaatsen grotkunst terug gevonden. Dat gaat zo door tot in Spanje.

Nu is het een bekend verschijnsel dat lange en eenzame tochten reizigers in verwarring kunnen brengen, zeker wanneer zij dwalen in meer exotische streken. Legendarisch zijn de verhalen van beroemde Noordpoolreizigers in wiens blikveld voortdurend groene Eskimo’s opdaagden. De verhalen ook van de Napoleontische legers op weg naar Moskou, trekkend door eindeloze berkenwouden. De soldaten van de Grande Armée zagen het geboomte op den duur aan voor oogverblindend vrouwvolk. Menige Betula onderging een groepsverkrachting.

Enfin, onze wandelaars hebben het merendeel van hun intellectueel kunnen nog op een rijtje, dat is wel duidelijk. Maar soms slaat de vermoeidheid toe, is de scherpte ervan af en verliezen ze hun kritisch vermogen. Dan hebben ze even geen last van goede smaak en laten ze het historisch besef voor wat het is.

Het bovenstaand plaatje bijvoorbeeld interpreteerden ze op enig moment als een prehistorische Pelgrim. Ze dachten zelfs dat hij hun de weg wees (ergens naartoe schrijft Ans. Ja, ja…) en: Of hij écht heel oud is weten we niet, de nietjes van de ondergrond waren al wel verroest… Nou ja lezer, nou ja,..

Het begon die dag so-wie-so al raar. Omdat ze vergeten waren om de wekker te zetten werden Ans en Jan pas om 06.50 uur wakker, knap laat. Zonder al teveel gehaast kon het dan ook zo zijn dat de reizigers pas om 09.00 uur vertrokken. De luchten oogden dreigend, maar het bleef droog, de hele dag.

De routeaanwijzingen van het Santiagoboek klopten al direct niet meer met de bewegwijzering van het plaatselijk Santiagogezelschap. Leidde het boek de reizigers van dorpje naar dorpje, de plaatselijke route volgde de Grande Randonnées, het Europese wandelweb, ontworpen voor die-hards, die van afzien hun tweede natuur hadden gemaakt.

Het risico om ook deze dag weer van alle herbergen, café’s en koffiehalteplaatsen verstoken te blijven trok de reizigers absoluut niet. Daar kwam nog bij dat er in de ochtend al eens een goede vier kilometer teruggelopen moest worden door gebrek aan goede aanwijzingen. Ans en Jan ontwierpen dus ter plekke hun eigen Camino, met goed gevolg…
soepeters

Er waren meer wandelaars die geen vat konden krijgen op de routes, ze hadden zich hopeloos verlopen. Toen dan Jan, als bedreven leidinggevende de staf van Zjoske in de hoogte stak, scanderend: Follow the Leader, had hij zomaar een hele klocht Nordic Walkers achter zich aan. Enfin,…

Onderweg kwamen Jan en Ans een man tegen uit Antwerpen, ze hadden hem al eens eerder ontmoet. Zijn naam was Danny.

Danny hield er een wat vreemde manier op na om de Camino te belopen. Hij woonde in een camper. Hij plaatst het vehicle ergens onderweg, liep dan een deel van het pelgrimspad, draaide om en ging terug naar de kampeerbus. Hij reed dan vervolgens naar de plaats waar hij die dag te voet gestopt was, om vandaar uit de volgende ochtend weer zo’n tochtte maken. Hij deed dat een aantal weken per jaar en hoopte zo ooit in de toekomst in Santiago de Compostella te geraken. Het leek omslachtig, en dat was het misschien ook, maar het wás een manier, nietwaar?

Al met al waren Ans en Jan zeer te spreken over de tocht van deze dag. De omgeving werd zienderogen anders, meer zuiders. Men zag er de eerste palmen, bamboe en bananenbomen.

Een beetje spanning aan het eind van de dag kon er nog wel bij. Het duurde zeker een uur voordat iemand op kwam dagen met de sleutel van het Pelgrimshuis. Al die tijd verkeerden de wandelaars in onzekerheid over een gedegen slaapplaats voor de nacht.

De avondmaaltijd moest worden gekookt op té kleine pitten, met té zware pannen. Maar uiteindelijk at men genoeglijk pasta met een groentesaus. Het logeeradres voor de volgende dag was geregeld…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, intermezzo: muziek voor Ans…

vakantie zomer 2013 Asquins

Weinig nieuws te melden, dus tijd voor een intermezzo…

Mijn liefde voor Oude Muziek (middeleeuwen, renaissance, barok) deel ik al sinds lange tijd met Ans. (Of Ans met mij, daar wil ik vanaf wezen.) Als ondersteuning bij deze artikelenreeks zou ik gebruik gaan maken van pelgrimsmuziek uit de twaalfde eeuw, dat leek me wel toepasselijk. Dus ik begon naarstig te zoeken in mijn platenkast, want ergens lag die cd met de Mirakelen van Sant’iago.

Tot mijn schande realiseerde ik me dat ik de muziek al jaren niet meer had afgespeeld en op de plaats in de kast waar de cd hoorde te staan vond ik nu heel andere dingen. Het zoeken nam zeer geruime tijd in beslag ten gevolge van de vloek van het teveel. Uiteindelijk vond ik het schijfje achter de Collectie Johann Sebastian Bach. Hoe het daar ooit verzeild is geraakt was me een raadsel, maar ik had het gelukkig weer terug.

Evenwel diende zich onmiddellijk en nieuw probleem aan. Hoe kreeg ik die muziek bruikbaar op de lap top? Zelf doen, daar ben ik te digibeet voor, en iemand inschakelen trok me niet aan.  Zoek gewoon op internet, Youtube misschien… was Ellens voorstel. Stom, stom, ik had daar zelf aan kunnen denken.

Enfin,.. de muziek en de teksten van de Mirakelen van Sant’iago komen uit een middeleeuwse boek, genaamd de Codex Calixtinus. De teksten zijn verzameld, en mogelijk voor een deel ook geschreven, door een Franse geleerde priester uit de buurt van Poitou. Later is het boek overgebracht naar de kathedraal van Santiago de Compostella, waar het zich nu nog steeds bevindt.

De Codex bevat naast de Jacobsliederen ook historische, hagiografische en literaire teksten. De geschiedenis van Karel de Grote en zijn vazal Roeland vind je er bijvoorbeeld in terug. De Jacobsliederen werden oorspronkelijk eenstemmig gezongen. Het boek stamt uit de 12e eeuw.

Anonymous 4 is een Amerikaans ensemble, het bestaat uit vier vrouwen. Zij leggen zich in hun praktijk helemaal toe op de muziek uit de middeleeuwen en de renaissance. Anonymous 4 brengt haar muziek uit op het prestigieuze label Harmonia Mundi France.

Het lukt me niet om een filmpje te plaatsen, dus wil je de muziek horen dan moet je zelf zoeken op YouTube (Anonymous 4, Santiago). Of je klikt naar hun web site. Daar is muziek zat te vinden, ook die voor Sint Jacobus… (En lukt het allemaal niet Ans, ik heb de cd teruggevonden en weer op de juiste plaats opgeborgen. Het komt wel, later, later…)

Intussen rammelen de artikelen en foto’s weer binnen via Ellens telefoon.  Maar nu is het toch mooi te laat om nog een paar uren te gaan zitten schrijven. Morgen is er weer een dag, we gaan naar bed en kijken er nog een oude Tatort-Krimi. Met Max Ballauf en Freddy Schenk in de hoofdrol…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>