Over Worst…

Het lijkt alweer en eeuwigheid geleden dat we en bezoek brachten aan Zaandam, vooral toch om aanwezig te zijn bij de boekpresentatie van het Worstenboek van Meneer Wateetons en Sjoerd Mulder. Daarna sloeg de hectiek toe op het Ministerie, je hebt erover kunnen lezen. Het ontbrak me aan rust, aan tijd, aan evenwicht om een degelijke recensie te schrijven.

Wel vond ik “tussen de soep en de aardappelen” de tijd om het boek te lezen. Twee maal zelfs! Ook dat maakt het bespreken van het boek er niet eenvoudiger op. Wat zeg je van een boek dat je van a tot z geweldig vindt? Hoe houd je dan nog een beetje afstand tot je onderwerp? Enfin,.. laat ik maar een poging wagen. Ik hoef per slot geen reclametekst te schrijven, ik spreek slechts mijn bewondering uit.

Over Worst heet het boek. En de titel dekt de lading volledig. Alles wat er over worst te zeggen valt wordt gezegd. Je leest over de geschiedenis van de worst, over soorten en variëteiten de wereld rond, over wat je aanschaft op je vakantie in binnen- en buitenland. Je leest over de leveranciers van de onontbeerlijke ingrediënten, het varken en de koe. Maar ook over kip, lam, geit, gans en wild (en paard…).

Het zwaartepunt van de lectuur ligt op het zelf bereiden van worst. In al zijn facetten! Stap voor stap wordt uitgelegd hoe je zelf je worsten kunt maken. Van Verse Worsten, via Gare Worsten naar Gefermenteerde Worsten. Voor elk van deze drie hoofdgroepen wordt omstandig beschreven hoe je tot een optimaal resultaat komt. In de hoofdstukken daaraan voorafgaand leer je welke materialen, hulpstukken en apparaten je nodig hebt. En beter nog, hoe je ze zelf kunt bouwen, doorgaans voor heel weinig geld. Met een beetje goede wil knutsel je zelf een fermentatie- en droogkast, een worstgun, een spuitzak en een rookoven.

Met de ruim zestig worstrecepten van over de hele wereld kun je zo aan de slag. Black pudding of boudin noir, Thüringer Rostbratwurst of saucisson de Toulouse, boterhamworst, Gelderse worst of hausmacher. Je zegt het maar…

Het boek leert hoe je zelf worsten kunt ontwerpen, geheel toegesneden op je eigen smaak. Mits je je maar houdt aan een aantal gezondheidsregels en hygiënevoorschriften. (De schrijvers gaan daar zeer uitvoerig op in, en terecht!)

Heel handig (verfrissend en nieuw, nieuw, nieuw…) is de achter in het boek opgenomen Supermarktworstgids. Een uitgelezen proefpanel keurde maar liefst 175 worsten uit het bestand van 20 supermarktketens. Nooit meer gokken, gewoon thuis even nakijken wat je wél en wat je niet moet aanschaffen.

Over Worst is niet alleen een handig kookboek, het is ook een hilarisch leesboek. Ik betrapte me erop dat ik bij elke pagina wel een keer moest grinniken, ja soms ronduit schuddebuikend lachen. Zo is er een lijstje opgenomen van filmtitels waarbij je één woord kunt vervangen door worst: De worsten van Nam Kee, The Man with the Golden Sausage… En deze: Four Sausages and a Funeral…  Maar goed, kom daar tegenwoordig nog eens om, om een boek waarbij je kunt lachen… Over Worst doet wat kolder betreft beslist niet onder voor dat andere boek van Wateetons en Mulder.

De Feestdagen komen al rap weer in het zicht. Nog een paar weken en de Goedheiligman viert zijn verjaardag. En dan is het nog maar en kippeneindje tot  de Kerst. Als ik jou een boek zou willen schenken, nou dan wist ik het wel…

Misschien moet je zelf even kijken naar wat Meneer Wateetons over zijn boek te zeggen heeft…

Paddenstoelen en de familie…

paddenstoelenboek

Ik heb er de afgelopen dagen al menig uur mee doorgebracht. Nog een paar bladzijden en ik heb het uit. Dat Worstenboek van Meneerwateetons. (Geduld Meneer, de resentie komt binnen enkele dagen…)

Afgezien van lezen, eten en drinken werd mijn tijd in beslag genomen door de paddenstoelenjacht. Ook vanochtend wandelde ik een uurtje door bos en dreef, Hond Max moest per slot uitgelaten worden. En zo sneed het mes van twee kanten…

Een ware explosie van aardappelbovisten, ik had er in jaren niet zoveel gezien. Letterlijk karrevrachten stonden er te pronken. Je kunt er jammer genoeg niets mee, met die aaradappelbovisten…

Thuisgekomen viste ik een deel van mijn paddenstoelenlectuur uit de kast en spreidde die uit op de keukentafel. Kwestie van bijscholing, het ophalen van herinneringen en het vergaren van nieuwe kennis.

In een Tsjechisch boekje trof ik een passage die ik je niet wil onthouden. Die is geschreven door ene J. Baier. Zijn kennis over paddenstoelen staat boven enige twijfel. En de manier waarop hij waarschuwt voor wat er allemaal mis kan gaan is grondig en oprecht. Zijn zakelijke benadering paart Baier aan een wat romantisch beeld van de paddenstoelenplukker. (Ik citeer uit de Nederlandse uitgave.)

Ergens in zijn “waarschuwingenhoofdstuk” schrijft Baier: “Afkeurenswaardig is het testen van een paddenstoel op eetbaarheid door de betreffende paddenstoel aan een familielid voor te schotelen en af te wachten of hij al dan niet ziek wordt…”

Ik heb er in het verleden kennelijk overheen gelezen, want ik herinner me de quote in het geheel niet. Het zou een humoristische waarschuwing kunnen zijn van Meneerwateetons, maar ik heb de indruk dat Baier het méént… Hij schrijft verder: “Treden er binnen een uur geen klachten op, dan zet de hele familie zich aan het maal. Maar bevat het gerecht bijvoorbeeld de groene knolzwam ( Amanita phalloides), die een incubatietijd van 8 uur heeft, dan zou dat wel eens de laatste maaltijd van de familie geweest kunnen zijn…”

Tja lezer, het is maar dat je het weet: voeder nooit vreemde paddenstoelen aan je geliefden… (of: als je dan al een familielid opoffert, doe het goed!)

Smaakexplosie in Zaandam en Het Worstenboek van Meneer Wat Eet Ons…

smaakexplosie en het worstenboek

Vandaag lag de recycling van ons weblog naar website even stil. Wij waren in Zaandam om de boekpresentatie bij te wonen van het nieuwste boek van Meneer Wat Eet Ons. Over de inhoud van het boek morgen meer, nu maar even heel snel onze belevenissen in Zaandam. Natuurlijk zouden wij nooit helemaal zomaar vanuit Brabant rijden om een culinair feestje in Zaandam te bezoeken (Vlaanderen biedt ons al zoveel culinairs) . Maar wij zijn Fan van Meneer en toen de uitnoding voor zijn boekpresentatie in onze mailbox viel, stelden wij onmiddellijk onze tomtom in op de reis naar het hoge noorden. Het beloofde een mooie dag te worden en dat was het ook. Wij hebben genoten van het Smakenfestival in Zaandam. Aardige mensen, mooie producten, biologisch, ecologisch, duurzaam en alles met veel smaak. Wij proefden prima oesters, genoten van het Texels bier, aten een bordje  paella met duurzame vis en als dessert was er natuurlijk eindelijk het Margarita-ijsje van Eetschrijven Een werkelijk ‘on-Nederlands’ ijsje! Ga dat proeven!

margarita ijs

Kopje espresso toe van de rijdende espresso-auto. Prima espresso, fairtrade natuurlijk, zoals alles op deze Smaakexplosie.

En dat is dan meteen een compliment aan de organisatoren van dit smaakfestival; ik heb genoten en zag mensen en kinderen om mij heen genieten van eerlijk, duurzaam geproduceerd eten. Afval werd netjes gescheiden, bij de ingang kregen we een aardenwerk bord om van te eten. (de spoelkeuken werd ons aangewezen, daar konden we ons bordje zelf spoelen voor de volgende gang…)(bordjes waren geleend bij de plaatselijke kringloopwinkel)

Mijn complimenten aan de organisatie van dit Smaakevenement: ik heb lekker gegeten, ik heb een fantastisch boek gekregen, ik zag mensen genieten van alle smaken, ik zag kinderen lekker smerig worden van het spelen met eten …

En morgen dan maar een echt verslag van Het Worstenboek, én van de worsten… ter plekke gemaakt, én gegrilld….

© ellen.

 

 

Josef Lada en het bier… (Tsjechische bierkultuur deel 1)

Quote

Overmoed, zo zou ik denken. Ik plaatste het plaatje gisteren met de bedoeling er zo snel mogelijk een spetterend artikel bij te maken. “Over de Tsjechische biercultuur”, toe maar! Ach lezer, het overkomt me vaker. In gedachten ontwerp ik een briljantje, maar wanneer ik dan op een later tijdstip ga schrijven blijkt er nog slechts een steenkoolsinteltje overgebleven… Laat ik maar beginnen en kijken waar het schip strandt.

Het plaatje is getekend door Josef Lada (1887-1957), een Tsjechische illustrator uit de vorige eeuw. In het moderne Tsjechië heeft hij evenwel nog steeds dezelfde cult-status als bij leven en welzijn. Zijn polpulariteit lijkt niet af te nemen, ook niet 60 jaar na zijn overlijden. Iedere Tsjech, groot of klein kent Lada’s werk en spreekt er met vertedering over. In de rest van de wereld dankt Lada zijn bekendheid aan de illustraties die hij maakte voor de schelmenroman De Lotgevallen van de brave Soldaat Svejk van Jaroslav Hasek (1883-1923).

Lada publiceerde ruim honderdtwintig kinderboeken, zeker zoveel romans voor volwassenen illustreerde hij. Het gelegenheidswerk (ex-libris, kalenders, affiches, industrieel grafiek) is talloos. Zijn werk kenmerkt zich door een eenvoudige en klare lijnvoering. Zijn kleurgebruik is  helder. De onderwerpen zijn altijd dicht bij ieders belevingswereld, een beetje een geïdealiseerde wereld, dat wel. De humor van Lada is ronduit ontwapenend.

Het Minsiterie heeft in de afgelopen decennia een keur aan werk van Lada bij elkaar gesprokkeld. Het Ministerie krijgt er geen genoeg van… Ook niet van van Svejk overigens, en van zijn geestelijke vader Jaroslav Hasek.

À propos, over die Hasek vallen talloze anekdotes te vertelen (ik doe het uit mijn hoofd, dus hier en daar zal het een of ander wel niet kloppen…). Zo was de man in het begin van de jaren twintig van de vorige eeuw redacteur bij het Praagse tijdschrift “De Wereld der Dieren”, een serieus blad, ter lering en vermaak van de Tsjechische mens ten tijde van het interbellum. Moderne communicatie en informatieversprijding stonden nog in de kinderschoenen, maar het volk was leergierig. Hasek maakte dankbaar gebruik van de omstandigheden, en in de plaats van onderzoeksjournalistiek te bedrijven schotelde hij het volk voor wat het volk wilde. Enge verhalen over enge beesten. Vanaf zijn stamtafel in het Bierhuis verzon hij de meest angstwekkende en fantastische fabeldieren, beschreef hun habitat en hun gewoonten, hun uiterlijk en hun nukken. Hasek schreef àltijd vanaf de stamtafel van het Bierhuis. Groot was de waardering voor zijn inovatief werk, ook al schemerde hier en daar door dat Hasek het niet zo nauw nam met de waarheid. En zo kon het gebeuren dat de hoofdredactie van De Wereld der Dieren” Hasek een grote somme gelds ter beschikking stelde om daarmee het westen van Europa te berijzen. Ook Vlaanderen en Nederland zou hij aandoen. Hasek installeerde zich in zijn Bierhuis en zette het op een verwoed schrijven. Over Brussel schreef hij, over Amsterdam. En over de vreemde fauna die hij aantrof aan het Noordzeestrand. Wekenlang ging dat goed, tot op zeker moment één van de hoofdredacteuren het Bierhuis bezocht waar Hasek zijn pennevruchten in elkaar draaide. De redacteur had nota bene nog diezelfde dag een artikel van Hasek zitten redigeren. Een artikel afkomstig uit Noord-Frankrijk… ( Een deel van de schrijfsels kreeg zijn beslag in de bundel De mensenhandelaar van Amsterdam.)

Enfin,.. Hasek werd op staande voet ontslagen, enige kans op journalistiek werk werd hem ontnomen. En aangezien hij nu niks te doen had begon hij dan maar te schrijven aan een roman. Hij schreef een van de grootste werken uit de wereldliteratuur: De lotgevallen van de brave soldaat Svejk… (vanuit het Bierhuis).

De andere Tsjechische held op het Ministerie heet Bohumil Hrabal. Ook een wereldliterator, ook een geweldig bierdrinker. Over hem later meer.

Zowel Lada, alsook Hasek en idem Hrabal waren liefhebber van het Tsjechisch Zwartbier. In Sveijks favoriete bierhuis U Kalicha (Het Kelkje) wordt dat bier nog steeds geschonken. Wij dronken het daar, we waren meteen verkocht…

Dit is geen artikel over de Tsjechische biercultuur geworden, hooguit over een fragment daarvan. Ik kan echter vandaag niet “korter” schrijven. Ik ga er maar een serie van maken. Misschien komt het dan nog goed…

© paul

Een omelet en een glas wijn…

omelet

Er zijn van die schrijvers die voortdurend opduiken aan de randen van je gezichtsveld en waarvan je al heel lang overtuigd bent dat je ze moet lezen. En even gemakkelijk verdwijnen ze weer uit beeld en je vergeet ze. Tot je om een of andere reden toch hun lectuur ter hand neemt en al snel verbijsterd constateert dat dit nu eigenlijk was wat je al jaren zocht. Zo verging het ons met het werk van Elizabeth David.

David werd geboren in Engeland in 1913. In de Tweede Wereldoorlog zwierf ze door onbezet Europa, in dienst van de Engelse overheid. Italië, Griekenland, Frankrijk en Egypte. Het zijn die landen die haar culinair hebben gevormd. Na de oorlog keerde ze terug naar Engeland, en daar statte ze een bliksemcarriëre als culinair journalist. “In less time than it takes to boil an egg”, schreef The Independant. Elizabeth David staat te boek als de grondlegster van de culinaire jounalistiek. Vóór haar bestond er eigenlijk niks. (Artusi, Brillat-Savarin en al die andere eetschrijvers deden fantastisch werk, maar journalist waren ze niet.)

In het boek Een omelet en een glas wijn bundelt David ruim zestig artikelen die ze schreef tussen 1952 en 1984 voor bladen als Spactator, Vogue en Sunday Times. De stukken gaan allemaal over eten en drinken, en altijd zijn ze geraffineerd in een context geplaatst. David kent haar klassiekers, maar neemt nooit iets letterlijk over. Ze is een kritische en een oorspronkelijke denker. Het is een feest om te volgen hoe ze tot bepaalde conclusies komt, hoe controversieel die ook mogen zijn. Haar productinformatie is soms wat gedateerd (het Engelse platteland ziet er sinds 1952 anders uit), maar altijd gedegen en met veel kennis van zaken geschreven. De stijl van schrijven is eigenzinnig, een tikkeltje arogant, heel Angelsaksisch. Tussen de regels door vind je recepten terug, integer en bruikbaar. Ellen kookte bijvoorbeeld de spaghetti met kippenlevertjesna, en afgelopen weekend nog de lemmon curd Elizabeth David stierf in 1992, haar werk is nog springlevend.

Elisabeth David, Een omelet en een glas wijn, Uitgeverij Scepter, ISBN 9072653130.

Soms begrijp je eenvoudig niet dat boeken het op een of andere manier niet trekken. Dit boekje ligt alweer enige tijd in de ramsj, voor een paar Euro’s. Het is ook te bestellen via Uitgeverij Pereboom en dan kost het € 12,- (ook géén geld!) Het is degelijk uitgegeven, met harde kaft, prima bladspiegel en een bruikbaar register.

© paul

En soms gaat alles verkeerd…, maar gelukkig hebben we nu “De Banketbakker” van Cees Holtkamp!

appeltaart, Holtkamp
U zit al dagenlang te wachten…U wilt nieuwe recepten en lezen over lief en vooral leed…? Tjah, het zat er gewoon even niet in! Soms gaat alles mis; “Ah Shit”, zou Meneer Wat Eet Ons schrijven!

Voor de liefhebbers van het Kleine leed onder de mensen; mijn computer ID op mijn werk was niet helemaal in orde en zoals je met menselijke problemen naar een arts gaat, ging ik naar de computerdokter, onze helpdesk. Daar wist iemand het probleem wel even op te lossen. Hij wiste in één klik al mijn instellingen en vervolgens, aahhh shit, ben ik vier dagen bezig geweest met het herstellen van… Lieve lezer, dit soort ongein maakte dat ik werkelijk geen computer meer kon zien, laat staan een aardig stukje schrijven voor dit web-log. Vandaag kan ik, met dank aan collega Elma, eindelijk weer normaal te werken. Mijn haat/liefde verhouding met de computer is weer enigszins hersteld en ik ga proberen een inhaalslag te maken op dit web-log, want gekookt, gegeten en gedronken hebben we natuurlijk wel in die tussentijd…

Zo experimenteerden we met, ja zeker, het moloculair garen van een biefstuk. Het resultaat was wel aardig, maar… nou ja, misschien schrijf ik er nog wel eens over…

Ik kocht deze dagen ook het boek “De Banketbakker”, van Cees Holtkamp. Wat een prachtig boek! Wat een aanwinst voor proevend en bakkend Nederland en Vlaanderen…

“Sinds de jaren vijftig is er geen Nederlands Banketbakkersboek meer verschenen: een lacune”, aldus Jonah Freud, die de redactie voerde van dit mooie boek. Nico Dijkshoorn schreef een ontroerende inleiding en vriend/patissier Jef Damme schreef in het voorwoord: “Cees, Je bent een ‘grote meneer’. Ik ben fier je vriend te mogen zijn. Moge je boek een aanzet zijn voor velen om het geluk te smaken en de voldoening te beleven die jij en wij- je vakbroeders-aan ons beroep hebben beleefd. Van harte Jef Damme Patissier”.

Ikzelf maakte twee jaar geleden kennis met één van de recepten van Bakker Holtkamp in een Allerhande, daarin stond het recept van één van zijn beroemde appeltaarten.. Een succes hier in huis inmiddels deze appeltaart, een mooi recept en niet al te moeilijk recept. Daarna las ik in het weekblad Vrij Nederland een artikel over de “trouwe lezers” van Vrij Nederland, waarin onder andere Bakker Holtkamp aan het woord kwam. Ik las het verhaal van Cees Holtkamp en begon nieuwsgierig te worden naar deze bijzondere bakker. Toen ik zag dat er een boek verschenen was met de recepten van Cees Holtkamp, heb ik het meteen besteld. Over deze bakker wilde ik méér weten en lezen!

En wat een genot, zo’n mooi boek, zulke goeie tips, recepten; Ik vind dit boek echt een aanrader voor iedereen die van bakken en banket houdt!

Cees Holktkamp heeft samen met Jonah Freud zijn recepten bekeken, gescreend, getest en vertaald naar de “gewone” keuken. Hij testte zijn recepten in zijn eigen keuken, met een gewone simpele oven, in zijn woning boven de Bakkerij-winkel. De recepten zijn dus zo geschreven dat ze ook thuis uit te voeren zijn. Simpel dus, maar tegelijkertijd wordt de lezer ingewijd in de ‘geheimen’ van het echte banketbakkersvak. Bakker Holtkamp schroomt niet om recepten te geven voor een mokkataart, waar je eerst banketbakkersroom voor moet maken, die je dan weer verwerkt in botercrème, die je dan weer nodig hebt bij de bereiding van mokkacrème… Niet flauw dus, zelf zo’n mokkataart maken! Maar het is allemaal te doen met de tips en trucks van deze bakker. En gelukkig staan er ook heel eenvoudige recepten voor basisdeeg, geleien, crèmes en een uitgebreid hoofdstuk over gereedschap in de keuken. Moeilijk om even een recensie te schrijven over zo’n mooi, eenvoudig en toch allesomvattend boek voor ieder die graag bakt…

Ik kan dit boek van harte aanbevelen! De echte warme bakker!

De Banketbakker; Van tarte tatin tot garnalenkroket. Cees Holtkamp en Jonah Freud. 2010 Uitgeverij De Kookboekhandel. ISBN 97890805688457. € 35,00.

 

© ellen.

Tian á la Elizabeth David…

Tian á la Elizabeth David

Ik ben een fan van de boeken van Elizabeth David (1913-1992). Paul schreef er al een over en haar recepten duiken regelmatig op in onze keuken en dus ook op dit weblog. Haar Lemmoncurd pie is één van onze favorieten. Ik was dus ook heel blij te lezen dat een van haar boeken opnieuw is uitgegeven. Ik ga het volgende week beslist kopen. Het tijdschrift Delicious publiceerde deze maand een artikel over Elizabeth David met een aantal van de recepten uit het boek. De Tian stond ons wel aan en gelukkig was ook alles wat ik ervoor nodig had gewoon in huis. Elizabeth zegt over dit gerecht: “Dit is een door mij verzonnen en sterk vereenvoudigde variant van de Tian, een boerengerecht uit de Provence. De Tian dankt zijn naam aan de ronde aardewerken schaal waarin hij wordt gemaakt. De ingredienten die worden gebruikt zijn sterkt afhankelijk van induviduele smaak en familietradities. Groene groenten en eieren zijn constante factoren, net als tomaten rijst en aaardappelen. De Tian wordt net zoals de Spaanse omelet of tortilla en de Italiaanse frittata heel vaak koud gegeten als onderdeel van een pick-nick of een zomerse lunch. Voor het mengen van de groente geldt dat de groenten het best warm kunnen zijnwanneer ze bij de losgeklopte eieren worden gevoegd. Verder is het van belang dat het mengsel zodra het klaar is in de ovenschaal wordt overgedaan, die dan meteen de warme oven ingaat. Als je het mengsel laat staan hebben de eieren de neiging naar boven te komen, zodat je een gerecht in twee lagen krijgt in plaats van één samengestelde, fraai gemarmerde koek”.

  • Tian dus van Elizabeth, voor vier personen:
  • 250 gram in de schil gekookte aardappelen
  • olijfolie
  • 500 gram verse spinazie
  • 6 ansjovisfilets
  • 6 eieren
  • 3 eetlepels geraspte kaas
  • Ik deed er ook nog een rood pepertje bij, voor wie van pittig houdt!

tian

Verwarmde oven op 150 graden. Pel de gekookte aardappelen en snijd ze in blokjes. Doe ze met de olijfolie in een aardewerken schaal met een doorsnee van 20 cm. Bestrooi ze met zout en peper en laat ze onafgedekt in de oven warm worden. Blancheer de spinazie 1 minuut en breng op smaak met wat zout. Hak de spinazie en voeg de knoflook en de gehakte ansjovisjes toe. Klop de eieren los. Doe de kaas erbij en de spinazie en tot slot de aardappelblokjes. Verhoog de oventemperatuur tot 190 graden, schep het mengsel in de schaal, besprenkel met wat olie en zet de schaal onafgedekt in de oven. Bak de Tian 25-30 minuten.

We aten er een lekkere entrecôte bij en natuurlijk was deze Tian veel te veel voor twee personen. De rest aten we de volgende dag koud als lunch en ‘savonds als borrelhapje.

Elizabeth Davids beste recepten. Uitgeverij Uniboek / Het Spectrum. € 39,99. ISBN 9789077330098.

© ellen.

Niederegger Marzipan…

snoepje

Duitsland had er weer een literatuurschandaal bij in 1910. De filosoof en politiek publicist Theodor Lessing haalde in een satire uiterst scherp uit naar de kriticus Samuel Lublinski. Misschien had hij dat niet moeten doen. De fine-fleur van de Duitse literatuur viel over hem heen. Stefan Zweig schreef een schotschrift over Lessing en Thomas Mann reageerde in een essay met ongekend felle woorden op de gewraakte satire. Mann bleef vervolgens nog jaren te pas en te onpas polimiseren over Lessing. Arme Lessing…

Lessing had uiteindelijk weinig weerwoord op al het gedoe. Hij hield het voornamelijk bij gemeenplaatsen aan het adres van Thomas Mann: “Sie sind kein Dichter! Nur ein hochgezüchteter Marzipan-Mann aus Lübeck.”

Ach, het heeft allemaal nog weinig belang, honderd jaar na dato. Van de inhoud van het conflict weet ik nauwelijks iets. Wel kende ik de anekdotische benaming Marsepein-Mann. Stefan Zweig, maar vooral toch Thomas Mann zijn helden op dit Ministerie en van je helden wil je een en ander weten. Ik heb het er altijd op gehouden dat Lessing bedoelde dat Mann een welopgevoed watje was, een blaaskaak. En ik vond de woordspeling wel aardig gevonden. Dat er een rechtstreekse verwijzing in zat naar de geboortestad van de Mann’s is me altijd ontgaan. Tot Jan en Ans terug kwamen van vakantie…

We bespraken de Duitslandreis van Jan en Ans vooraf. En aangezien ze ook Lübeck aan zouden doen gaven we hen als reisliteratuur de Buddenbrooks mee. En natuurlijk moesten ze het geboortehuis van de Mann’s bezoeken.

Bij terugkeer brachten ze een keur aan lekkers voor ons mee: bieren, worsten, likeur, en… marsepein. Want naast de familie Mann ontleent Lübeck internationaal vermaardheid aan dat amandelsnoepgoed. Wereld beroemd! Nooit geweten…

Ik herinner me geen verwijzing naar dat snoepgoed in het werk van Thomas Mann, maar Ellen weet zo een aantal plaatsen aan te wijzen in de Buddenbrooks. Zij kent het werk van Mann veel beter dan ik. En ook in de familiebiografie van broer Victor is er sprake van overdadig marsepein eten, met name met Kerst. In Der Untertan van Heinrich Mann vind je ook een aanduiding, namelijk wanneer dat verschrikkelijk karakter, genaamd Diederich Hessling, met gestolen geld marsepein koopt bij de plaatselijke bonbonier. Ik las het boek vandezomer , vandaar dat me de passage te binnen schoot.

Er zullen ongetwijfeld meer marsepeinmakers zijn in Lübeck, maar het bedrijf waar de stad zijn bekendheid aan ontleent heet Niederegger. Het bestaat al sinds 1806. Ze exporteren de hele wereld over. Het café waar het allemaal begon is er nog, het herbergt op de tweede verdieping een marsepeinmuseum. Wat 4711 is voor Keulen is Niederegger voor Lübeck.

Marsepein, zeggen ze bij Niederegger, het is zo eenvoudig als wat. Twee derde amandelpulp, een derde suiker. En nog wat rozenwater, en nog een beetje geheim… En wat je dan uiteindelijk krijgt is “top-snoep”. De Mann’s hadden er best meer over mogen schrijven!

© paul

Handboek voor de Vinex-jager..

Het is een goede gewoonte en een steeds populairdere bezigheid: bewust met je eten omgaan. Waar koop je in en hoe verantwoord is die aankoop? Hoe haal je het maximale uit je bereiding, met behoud van alle gezonde en voedzame stoffen? Ach, de meeste foodlog-lezer klinkt het bekend in de oren. En laten we wel wezen, zo moeilijk is het niet. Steeds meer verantwoorde producten worden aangeboden, ook in de supermarkt. Steeds meer eco en bio, steeds meer variatie zonder al te veel “foodmiles”. En het internet staat bomvol met recepten en tips die het leven gezond en aangenaam houden. We hebben het ons op een verantwoorde manier makkelijk gemaakt.

Zo niet de Vinex-jager! Hij jaagt in het voorgeborgte van de Grote Stad op slooteend en vijvermeerkoet. Hij stroopt parken af op zoek naar konijn en stadsduif en zelfs de cavia van de kindertjes is niet veilig. Hij brouwt zijn eigen bier, maakt kaas en worst en stook zelf zijn spiritualiën. Hij bereidt zich voor op erger tijden door te pekelen, te roken en te drogen. Hij is geen watje, hij is een ECHTE man…

De avonturen van de Vinex-jager zijn te boek gesteld. Alweer een paar maanden geleden verscheen de uitgave bij Prometeus. En onmiddellijk was het raak. Er kwamen artikelen in de Grote Dagbladen, radio en t.v. besteedden er meteen aandacht aan en elk gerenommeerd kook- of boekenblog wist er over te melden. Met welwillendheid werd erover het boek geschreven, maar ook maakte het een storm van kritiek los. Met name op het zelf vangen en slachten van wild blijkt in dit “alles-moet-kunnen” landje nog altijd een zwaar taboe te rusten.

Aan de auteurs zal het niet liggen. Zijn doen vrolijk kond van jachtmethoden met klem en val, met buks en hengel. Ze leggen haarfijn uit hoe je doodt, plukt en vilt. En natuurlijk hoe de zo gewonnen eetwaar te verwerken is tot meer dan acceptabele gerechten.

Die auteurs zijn Meneer Wateetons en Sjoerd Mulder. Sjoerd Mulder is stadsjager van beroep. Zijn belevenissen zijn te volgen op sjoerdmulder.nl. Meneer Wateetons eet, kookt en experimenteert, met wisselende uitkomsten. Hierover kun je meer lezen op zijn weblog Meneer Wat Eet Ons. Ben je oprecht geïnteresseerd in eten en drinken dan kan ik je die web-logs van harte aanbevelen.

Maar goed, het ging over het boek. In drie grote hoofdstukken wordt verteld hoe de Vinex-jager niet alleen overleeft, maar het leven zelfs aangenaam maakt. Het boek instrueert heel precies hoe het allemaal in z’n werk gaat, dat slachten en stoken, dat zouten en drogen. Als toegift krijg je een aantal recepten waarmee je het be- en verwerkte voedsel en de drank kunt toebereiden. De uitleg is nauwkeurig en helder, de toon is ronduit hilarisch. Het was al weer lang geleden dat ik zo vaak en zo hard moest lachen bij mijn lectuur.

Extra te vermelden zijn de werktekeningen van Tijs Koelemeijer. Een multirook-oven, een worst-gun, een destilleerapparaat en een kleine kaasmakereij. Met een beetje handigheid allemaal zelf te bouwen. (Spulletjes en onderdelen slingerden toch al rond in je huis, en de rest is te koop bij de bouwmarkt.)

Dit stukje had eigenlijk dienen te verschijnen vóór vaderdag (altans, dat vond de uitgeverij). Ik houd het erop dat het boek veeleer verplichte vakantielectuur is. Lui onderuit gezakt in je campingstoel bestudeer je de inhoud. Het levert je dolkomische momenten op, en dat is mooi meegenomen op zo’n blasé-camping in Hartje Frankrijk. En mogelijk kom je meer en meer tot het inzicht dat er bij thuiskomst een en ander moet veranderen. Je wordt Vinex-jager (m/v). Het belooft een hete herfst.

  • Handboek voor de Vinex-jager
  • Sjoerd Mulder/Meneer Wateetons
  • Uitgeverij Prometeus
  • ISBN 978 90 446 1426 8
  • € 16,95

© paul

De Knoflooksoep van Johnny…

7 sep 010

Een kop vol snot en ogen als spleetjes. Te weinig adem voor een lange wandeling en geen zin in een goed boek. Dat is zo ongeveer de stand van zaken op dit moment. Enfin, ik denk dat ik het gedoe snel moet couperen. Ik grijp terug naar een probaat middel van de helaas te vroeg overleden dichter en performer Johnny van Doorn. Ik maak zijn knoflooksoep regelmatig, en ik weet absoluut niet wat er nu zo gezond aan is, maar ik kikker er altijd mirakuleus van op. Deze keer (zoals nagenoeg élke keer) rommelde ik wat met de samenstelling zoals de Dichter die beschreef. Ik geef je het recept van mijn actueel brouwsel.

  • 2 liter bouillon,
  • 2 bollen knoflook (= 30 à 40 teentjes),
  • ‘n paar takjes selderie,
  • 1 lauwrierblad,
  • 1 takje thijm,
  • 3 blaadjes salie,
  • 10 gekneusde peperkorrels,
  • ‘n snuifje oregano.

Haal de velletjes van de de knoflooktenen en doe ze in de bouillon. Voeg de rest van de ingrediënten toe en zet de bouillon op een hoog vuur. Wanneer het geheel kookt kan de pan op het kleinste vlammetje en de soep mag één uur trekken. Zeef daarna de soep en verwijder de kruiderij. Pureer de knoflooktenen en doe ze terug in de soep. Klaar!

Opmerkingen:

  • Met bovenstaand recept maak je in feite een basissoep. Wil je wat meer vastheid, wat stevigers, voeg dan vanaf het begin in blokjes gesneden aardappel toe. Hoeveel hangt af van hoe dik je de soep wilt hebben. Ook experimenten met tomaat en aubergines leverden heel aardige resultaten op.
  • Ik had nog een metworstje liggen. Ik sneed een stuk in kleine dobbelsteentjes en liet die even meertrekken, nadat ik de soep had gezeefd en de knoflook gepureerd. Prima resultaat.
  • Veertig teentjes knoflook lijkt overdreven, maar bedenk dat die tenen door de kooktijd hun scherpte verliezen. Het pulp levert een uitgesproken smaak op, maar wel mild. Iets dergelijks gebeurt ook bij Ellens recepten voor lamsbout en haar kip met veertig teentjes knoflook.

© paul