Gruut, het bier van de Gentse Stadsbrouwerij…

Ik had al eens bier gedronken van Stadsbrouwerij Gruut. Bij Vriend Jan. Ans en Jan beleefden als onderdeel van hun Vlaamse vakantie een bijzondere middag en avond in brouwerij annex biercafé Gruut in hartje Gent. Ten gerieve van de thuisblijvers namen ze een aantal stalen mee naar huis. Blond bier, bruin bier en naar ik me herinner witbier. Ik heb het destijds dus geproefd, maar ik herinner me er evenwel niet veel van. Het maakte kennelijk weinig indruk op me.

Des te groter was de verrassing (overrompeling) op die gedenkwaardige lentedag in maart. Die dag dat we onze passie voor rozen en bier combineerden en uiteindelijk neerstreken in Arcen. Biercafé Hertog Jan Proeverij had het amberbier van Gruut op de tap. Naar het voorbeeld van Jan bestelde ik een glas en was direct verkocht. Lekker, mals, vol, granig en koel. Kijk ik naar de foto dan worden mijn speelkselklieren onmiddellijk geactiveerd. Ook nu weer! Bier om bij te kwijlen…

Enkele dagen later, toen ik me via het internet wat verdiepte in de Stadsbrouwerij Gruut, leerde ik dat er in de nabije omgeving van ons dorpje een verkooppunt is gestationeerd. Op een regenachtige zaterdagochtend toog ik naar Haps en ik kocht er wat ze aan Gruut op voorraad hadden: blond en amber.

Vervolgens de vreemst mogelijke gewaarwording. Ik dronk het amber op keldertemperatuur, en ik probeerde het ook in fors gekoelde staat. Het leek op geen enkele manier op dat roodgouden vocht van het uitstapje. Het smaakte me mat, niet verrassend, niet tintelend. Op enig moment stond het me zelfs een beetje tegen. En het blonde Gruut liet nog minder indruk achter.

Vreemd toch. Waren mijn smaakpapillen vertroebeld? Lag het aan de temperatuur van het bier, aan het glas, aan het brouwsel? Waren het de entourage van een vroege voorjaarszon, het aimabel gezelschap en een excellent humeur welke destijds op valse wijze een positieve vertekening van de werkelijkheid voortoverden? Was ik zo op het verkeerde been gezet? (Je hoort dat soort verhalen ook vaak van mensen die liters en liters wijn naar huis sjouwen, als souvernier van hun zonnige vakantie. Het smaakt echter nooit meer zoals het deed op dat Franse terrasje. En steevast krijgt de wijnboer de schuld!)

Ik weet het niet lezer, ik weet het niet. Ik ga opnieuw beginnen. Ik schaf me opnieuw van dat amber aan. Ik zal zorgen dat de omstandigheden optimaal zijn. Ik zal Vriend Jan op de proeverij vragen. En waarschijnlijk heb ik een mooi verhaal te vertellen. Wordt vervolgd…

 

 

Rozen en bier…

 

In het artikel van gisteren tipte ik het al even aan. Na een geslaagde rozenaanschaf is het goed vertoeven in Arcen. Dat is tradizie lezer, dat is tradizie…

De ochtend was nog niet geheel verstreken toen het vrouwelijk deel van ons gezelschap neerstreek op het zonovergoten terras van de Proeverij. Vriend Jan en ik namen evenwel direkt plaats ín het café, kwestie van zin in een sfeervollere ambiance. Gelukkig duurde het niet lang vooraleer we weer één klupje waren.

Wat dronken we zoal? Hertog Jan pils, natuurlijk van de tap voor Marleen en Ans. Het Kind koos voor een verrassend mooi kriekenbier van Kasteelbrouwer Honsebrouck. En Ellen, zoals zo vaak, nam Liefmans Goudenband.

Op de foto wat verscholen staan er dan nóg twee glazen. Oranje-rood bier, in fluitachtige bokalen. Gruut is de naam, en het is afkomstig uit de Scoone Stad Gent. Wat een bier lezer, wat een bier…

Ik kom er beslist nog over te schrijven. (“Poeh, hij wél, dat schrijft-ie altijd. En wanneer je dan later probeert het gewraakte artikel op te zoeken blijkt er gewoon niks te zijn…”   “Nee, echt waar, zwerens, beloofd, beslist, zulk mooi bier, moet beschreven, let op: morgen, eh, misschien overmorgen. Écht waar!”)

Cirkels…

De tijd van het zomergraan op de akkers valt veelal samen met de komkommertijd van de kranten. De politiek zit op z’n kont in die dagen, dus veel vreeswekkends valt er uit die hoek niet te verwachten.  En ook de economische krachten houden zich stilletjes. Crisis en recessie zijn op zijn vroegst pas in september weer aan de orde. Het zal mede daarom zijn dat er, elke zomer weer, hele pagina’s verschijnen over het fenomeen graancirkels. 

Mysterieus, fascinerend, maar toch ook een beetje beangstigend, dat gedoe. Talloze hypothesen doen de ronde over het ontstaan en de betekenis van die cirkels, maar die over buitenaardse inmenging doen het toch verreweg het best. Onaardse spokerijen doen het overigens ook goed. (Vraag het maar aan het Kind, gekend Dan-Brown-fan.)

Iets dergelijks overkomt mij ook lezer, maar dan met mijn bier. En het hele jaar door. Cirkels die op onverklaarbare wijze verschijnen in mijn glas.

Het begint meestal na een vierde fles Lupulus, maar soms ook na een zeker aantal pijpjes bockbier. Ik zit rustig te drinken en hup, het is er weer. Zomaar uit het niets… Ik schrik er iedere keer weer van. “Laat me met rust” brom ik in mijn glas. Of wanneer ik erg geschrokken ben: “Donder toch op!..”  Het mag niet baten…

Mijn angsten bezweren door hard te gaan zitten zingen wil nog wel eens helpen. Maar daar wordt mijn omgeving dan weer niet goed van.

Uiteindelijk komt het verlossend woord altijd weer van Ellen: “Je kunt toch ook gewoon minder drinken?” merkt ze fijntjes op.

Beschaamd neem ik nog een voorzichtig slokje. Ik zal het nooit meer doen

© paul

La Rulles Triple, edition spéciale Houblon Simcoe…

bier
Over de Tripel van La Rulles schreef ik al in 2007. Ik dronk toen voor de eerste maal bier van La Rulles en ik was meteen enthousiast. Mijn waardering voor bier en brouwer is sinds die tijd alleen maar groter geworden.

Ik had er al over gelezen, maar toen ik dan met Vriend Jan de brouwerij weer bezocht was daar de kans om het bier ook te proeven.

Het betreft een speciale uitgave van de standaard tripel van La Rulles. In wezen wordt er niks veranderd aan het gewone brouwproces, behalve dan dat de hopmelange die men normaal gebruikt wordt vervangen door één speciaal ras: de Simcoe.

Die Simcoe hop is een nog jonge variëteit. Hij komt uit de V.S. en werd ontwikkeld door Yakima Chief Ranches. In het jaar 2000 verscheen hij voor het eerst op de markt en in korte tijd werd de hop wereldberoemd. (Ik kom hem in ieder geval voortdurend tegen op brouwfora en bier web-sites. En altijd wordt er positief en met een zekere bewondering over gesproken.)

Simcoe hop voegt aroma toe aan het bier. Citroen en sparren- of dennenhout is wat je ruikt en proeft. En het bijzondere aan de hop is dat hij het bier zalvend zacht maakt, terwijl het volle bitter (en daar ging het toch óók om!) volledig behouden wordt.

Sinds een aantal jaren wordt er bij La Rulles gebrouwen met Simcoe. Ze doen dat aan het eind van de zomer. Eén brouwketel per jaar, niet meer, niet minder. Ze verbouwen er hun tripel mee tot een van de zachtste en delicaatste die ik ken. Man-oh-man…

De Simcoetripel kost nauwelijks iets meer dan de “gewone” tripel. Ik weet het niet precies meer, maar Vriend Jan denkt dat hij (aan de brouwerij) ongeveer € 4,- kost. De inhoud van de fles is 70 cl.

(Een lezer liet me vertwijfeld weten dat hij het nogal frustrerend vond, al die verhalen over bier dat hij nooit wist aan te komen. Wat een onzin! Je doet je best maar lezer, mij komt het ook niet aanwaaien. Je moet erop jagen, je moet ervoor je luie stoel uit. Wil je dat niet, dan doe je jezelf tekort. Je zult dan genoegen moeten nemen met het pover assortiment van de super om de hoek… Overigens is het eerste Rullesbier gesignaleerd in Nederland. Het is sinds kort te koop bij enkele gespecialiseerde bierwinkels. Zoek maar op internet…)

Varkensvlees met Orvalsaus

karbonaden in orvalsaus

Tja, wat kon ik nou anders maken na zo ‘n bier-expeditie… Biersaus natuurlijk!

Ik ben vandaag niet meegegaan naar de brouwerijen, ik was moe, doodmoe, een dagje lekker uitrusten leek me wel een goed idee. Jan en Paul  kregen een boodschappenlijstje mee en gingen op pad. Ze zouden zorgen voor karbonaadjes, room, en bier natuurlijk… Dat vlees, dat viel niet mee. Er wordt hier wat anders geslacht dan in Nederland en Paul kon geen slager vinden die het gewenste vlees, schouderkarbonade, kon leveren. Dan maar iets anders; een soort T-bone, maar dan van het varken. Ik prefereer schouderkarbonaden omdat die wat meer dooraderd zijn en je ze echt kunt stoven in de saus, zonder dat ze droog worden. Het vlees dat Paul meebracht was alleen geschikt om snel te bakken dus maakte ik de saus apart en voegde later de braadjus toe aan de saus.

  • Orvalsaus:
  • 1 flinke ui in dunne ringen gesneden
  • boter
  • bloem
  • bouillon
  • peper en zout
  • 1 theelepel mosterd
  • 1 laurierblad
  • 1/2 flesje Orvalbier
  • room

Smoor de uienringen zachtjes in de boter. Doe er de mosterd bij, strooi  er wat bloem over en roer goed om. Blus af met de Orval en roer tot je een gladde massa hebt. Voeg dan wat bouillon toe en laat even inkoken. Doe er dan een flinke scheut room bij en het laurierblad. Laat even inkoken en breng op smaak met peper en zout. Bak intussen de karbonaden snel om en om bruin. Haal het vlees uit de pan en roer de aanbaksels los met wat water. Voeg dat vocht bij de saus en roer nog even goed door.

Wij aten er fusilli lunghi paesani bij, een hand gemaakte, lange gedraaide pasta en salade van tomaten (coeur de boeuf) met broccoli (restje van gisteren) en mozarella. Beetje peper en zout erover en een scheutje olijfolie.

Kopje espresso toe in het café op de camping, mét een borreltje én de laatste roddels uit het dorp!

© ellen.

Route de la bière (in de Walen…).

brouwerij

Huis en haard worden met liefde en plezier beheerd door het Kind. Wij zijn even in de Ardennen. En (het gezeur begint weer…) de mogelijkheden om daarvan “live” verslag te doen zijn beperkt. Luxemburg, toch het rijkste land van de wereld, kan ons op deze plaats geen permanente verbinding garanderen. En dat terwijl er zat is om over te schrijven: Ans en Hijn waren er, Jeanne en Rian, en natuurlijk Eupotours op volle sterkte. En Vriend Jan. We aten samen, we dronken samen. Feest, feestjes, en dan weer feest… Nu is het weer en stuk rustiger, alleen Vriend Jan bleef nog logeren. De rest is al lang en breed weer thuis.

Vandaag deden Vriend Jan en ik een deel van de Waalse bierroute. We reden van Brasserie Les Trois Fourquettes in Courtil, via L’Achouffe naar Ebly en naar Breuvanne om uiteindelijk uit te komen bij de Brouwerij van Rulles. Het leek erop dat we alleen terecht konden in Courtil, maar ik vond het best. Daar in Courtil maken ze de tripel die het laatste jaar favoriet is op het Ministerie. (Ik kom er nog over te schrijven…)

Bij L’Achouffe bleek men te sluiten op een tijdstip waarop, naar mijn mening, een normaal mens de hongerigen voedt en de dorstigen laaft. Het mocht niet zo zijn. We zagen nog wel een touringcar vertrekken. De inhoud daarvan was goed doorvoed, en zo te zien had de brouwer ze ruim voorzien van al het lekkers uit zijn ketels. (Zij wel!)

Toen we later op de dag bij Brasserie Artisanale de Rulles aankwamen stond daar wéér die touringcar. Het bleek te gaan om een gezelschap van Vlaamse en Nederlandse amateurbrouwers die, net als wij, deze dag een aantal zuidelijk gelegen Waalse brouwerijen aandeden. We konden achter het gezelschap aan de brouwerij binnenglippen. Brasserie de Rulles biedt normaal gesproken geen mogelijkheden tot bezoek, anders dan op afspraak. Mazzelen dus… We dronken mee, we luisterden mee, en er ontstond een aardig soort van verwarring. Een deel van het gezelschap wist zeker dat wij bij hen hoorden, een andere deel bestreed dit. Het gezelschap begon al aardig beschonken te raken…

Nagenoeg niemand in dat gezelschap sprak ook maar één jota frans. De brouwer had niets met Vlaams. De hele conversatie verliep dus in steenkolenengels. Het klonk tamelijk belabberd. Met het engels van de brouwer was niets mis overigens. Alleen sprak hij het uit zoals Peter Sellers dat doet in The Pink Panther (Zis is ee beum, ee beum det expleuts…).

Het gezelschap werd al snel weer door een strenge reisleider terug de bus in gejaagd. Ze moesten nog naar de brouwerij van de Paters van Orval. Vriend Jan en ik kochten tripel, dubbel, kerstbier en de Grote Tien. Terwijl we nog even in de weer waren met een medewerker stormde de brouwer de ruimte in. “Maar mensen, de bus is al weg!”  We konden hem geruststellen. Wij zorgden voor ons eigen vervoer.

We zijn de bus niet achterna gegaan, wij wilden niet naar Orval. Het was mooi geweest. Door het zonovergoten golvend landschap van de Gaume, langs gloeiend goud gekleurde wouden reden we naar onze stek, waar Ellen ons opwachtte met een pannetje pompoensoep.

Vandaag: Bockbier (van Hertog Jan)…

null

Toen ik vanochtend met mijn duf gezicht, de slaap nog in mijn ogen, de krant opensloeg grijnsde Mgr. (Monseigneur voor de niet-katholieke lezer) Antoon Hurkmans me tegemoet. Ik zat aan de koffie, hij stond met een glas bockbier in zijn hand… Hij had het aangeboden gekregen van een Brabantse Brouwer? Of van een Verbond?  Misschien van een Geheim Genootschap?!

Ik ben direct na het ontwaken niet op m’n best, ik weet het… Ik grom en ik heb geen last van complottheoriëen van anderen. Op de vroege ochtend ontwerp ik bij elk krantenartikel mijn eigen schrikbeelden…

“Hoezo hij ?.. En waarom?..” , dat spookte door mijn hoofd.  “Annexeren de Roomschen na al die jaren mijn favoriete bier?.. Kijk; die Trappistenpaterkes, die hebben recht van spreken, die staan met hun pollen in de mout te roeren. Maar zo’n Überpaap?”

Uiteindelijk leiden al die ochtendhumeurlijke  hersenspinsels tot niets, maar ze maken wel dat ik uiteindelijk fris, monter en energiek de dag kan beginnen. Ergo: ik schafte me vandaag welgemoed het eerste verse bockbier van dit jaar aan.

Bockbier kan prima verouderen, het wordt er alleen maar beter op. Brouwers zorgen er dan ook voor dat bockbier nagenoeg het hele jaar verkrijgnbaar is, kwestie van wat meer brouwen dan de markt vraagt in najaar en winter. Vandaar dat ik het hele jaar kan schrijven over bockbier. Maar een primeur blijft toch altijd weer iets bijzonders…

Enfin,.. mijn eerste verse bockbier: Hertog Jan Bockbier, bier van de hoge gisting.

Degelijkheid alom (stel je voor dat dat niet zo was bij Hertog Jan, je hele wereld stortte in…). Met zijn 6,5 % alcohol levert het een koppig bier op, maar laat je daardoor niet afschrikken. Je proeft de caramel, je ruikt die ook. Mooi schuim bij het uitschenken, prachtige kleur van het bier.  De geur geeft ook een vooraankondiging van het bitter in de smaak, kenmerkend voor bockbier. Romig zegt de brouwer, enfin,… van ons had het wel wat romiger gemogen. Op de achtergrond té veel zoet, dacht ik. Ellen, die beter proeft, vond het alleszins meevallen. Mooi bier, nou en of…

Uiteindelijk ben ik meer van de Belgische Bokbieren (zonder C!)., ik heb het je al meermalen laten weten. Maar Hertog Jan Bockbier hou ik erin. Ik zal er dit najaar nog meermaals plezier aan beleven..

Hertog Jan Bockbier

© paul

Josef Lada en het bier… (Tsjechische bierkultuur deel 1)

Quote

Overmoed, zo zou ik denken. Ik plaatste het plaatje gisteren met de bedoeling er zo snel mogelijk een spetterend artikel bij te maken. “Over de Tsjechische biercultuur”, toe maar! Ach lezer, het overkomt me vaker. In gedachten ontwerp ik een briljantje, maar wanneer ik dan op een later tijdstip ga schrijven blijkt er nog slechts een steenkoolsinteltje overgebleven… Laat ik maar beginnen en kijken waar het schip strandt.

Het plaatje is getekend door Josef Lada (1887-1957), een Tsjechische illustrator uit de vorige eeuw. In het moderne Tsjechië heeft hij evenwel nog steeds dezelfde cult-status als bij leven en welzijn. Zijn polpulariteit lijkt niet af te nemen, ook niet 60 jaar na zijn overlijden. Iedere Tsjech, groot of klein kent Lada’s werk en spreekt er met vertedering over. In de rest van de wereld dankt Lada zijn bekendheid aan de illustraties die hij maakte voor de schelmenroman De Lotgevallen van de brave Soldaat Svejk van Jaroslav Hasek (1883-1923).

Lada publiceerde ruim honderdtwintig kinderboeken, zeker zoveel romans voor volwassenen illustreerde hij. Het gelegenheidswerk (ex-libris, kalenders, affiches, industrieel grafiek) is talloos. Zijn werk kenmerkt zich door een eenvoudige en klare lijnvoering. Zijn kleurgebruik is  helder. De onderwerpen zijn altijd dicht bij ieders belevingswereld, een beetje een geïdealiseerde wereld, dat wel. De humor van Lada is ronduit ontwapenend.

Het Minsiterie heeft in de afgelopen decennia een keur aan werk van Lada bij elkaar gesprokkeld. Het Ministerie krijgt er geen genoeg van… Ook niet van van Svejk overigens, en van zijn geestelijke vader Jaroslav Hasek.

À propos, over die Hasek vallen talloze anekdotes te vertelen (ik doe het uit mijn hoofd, dus hier en daar zal het een of ander wel niet kloppen…). Zo was de man in het begin van de jaren twintig van de vorige eeuw redacteur bij het Praagse tijdschrift “De Wereld der Dieren”, een serieus blad, ter lering en vermaak van de Tsjechische mens ten tijde van het interbellum. Moderne communicatie en informatieversprijding stonden nog in de kinderschoenen, maar het volk was leergierig. Hasek maakte dankbaar gebruik van de omstandigheden, en in de plaats van onderzoeksjournalistiek te bedrijven schotelde hij het volk voor wat het volk wilde. Enge verhalen over enge beesten. Vanaf zijn stamtafel in het Bierhuis verzon hij de meest angstwekkende en fantastische fabeldieren, beschreef hun habitat en hun gewoonten, hun uiterlijk en hun nukken. Hasek schreef àltijd vanaf de stamtafel van het Bierhuis. Groot was de waardering voor zijn inovatief werk, ook al schemerde hier en daar door dat Hasek het niet zo nauw nam met de waarheid. En zo kon het gebeuren dat de hoofdredactie van De Wereld der Dieren” Hasek een grote somme gelds ter beschikking stelde om daarmee het westen van Europa te berijzen. Ook Vlaanderen en Nederland zou hij aandoen. Hasek installeerde zich in zijn Bierhuis en zette het op een verwoed schrijven. Over Brussel schreef hij, over Amsterdam. En over de vreemde fauna die hij aantrof aan het Noordzeestrand. Wekenlang ging dat goed, tot op zeker moment één van de hoofdredacteuren het Bierhuis bezocht waar Hasek zijn pennevruchten in elkaar draaide. De redacteur had nota bene nog diezelfde dag een artikel van Hasek zitten redigeren. Een artikel afkomstig uit Noord-Frankrijk… ( Een deel van de schrijfsels kreeg zijn beslag in de bundel De mensenhandelaar van Amsterdam.)

Enfin,.. Hasek werd op staande voet ontslagen, enige kans op journalistiek werk werd hem ontnomen. En aangezien hij nu niks te doen had begon hij dan maar te schrijven aan een roman. Hij schreef een van de grootste werken uit de wereldliteratuur: De lotgevallen van de brave soldaat Svejk… (vanuit het Bierhuis).

De andere Tsjechische held op het Ministerie heet Bohumil Hrabal. Ook een wereldliterator, ook een geweldig bierdrinker. Over hem later meer.

Zowel Lada, alsook Hasek en idem Hrabal waren liefhebber van het Tsjechisch Zwartbier. In Sveijks favoriete bierhuis U Kalicha (Het Kelkje) wordt dat bier nog steeds geschonken. Wij dronken het daar, we waren meteen verkocht…

Dit is geen artikel over de Tsjechische biercultuur geworden, hooguit over een fragment daarvan. Ik kan echter vandaag niet “korter” schrijven. Ik ga er maar een serie van maken. Misschien komt het dan nog goed…

© paul

Karbonaden in kriek

karbonaden in Kriek

Stukjes schrijven in de vakantie is niet mijn sterkste ding, dat heb je vast al wel gemerkt lezer. Dat is niet omdat er niets over eten en drinken te vertellen valt. Het tegendeel! Gewoon geen tijd, of te druk met divers bezoek, of te lui…

Even bijpraten maar weer; zondag vertrok de familie Eupotours. Hun vakantie zit erop. De kinderen hebben nog een weekje, maar de ouders zijn alweer aan het werk.

Maandag arriveerde ook Paul weer in Luxemburg, zodat ik eigenlijk nauwelijks alleen geweest ben hier. We deden samen boodschappen in de SuperCora in het Concorde winkelcentrum in Bertrange. Een bijzonder goed gesorteerde Cora met een groot assortiment biologisch vlees en groenten. Deze Corasuper ligt dicht bij de stad Luxemburg en is gericht op een luxepubliek. Je ziet hier mensen winkelen met kleine mandjes. In zo’n mandje ligt dan bijvoorbeeld een pakje met gerookte kwartelpootjes en salade en een klein flesje champagne, of een dure fles wijn en een doosje met een doosje macarons in vier kleuren. Op de groentenafdeling worden de bladgroenten permanent beneveld door fris water en ik telde er 22 verschillende soorten tomaten! Prachtig om te zien, jammer dat ik maar voor twee mensen moest inkopen. Er ligt verpakt vlees maar er is ook een afdeling met een echte slager die uitsluitend biologisch, Label Rouge en vlees met een AOC keurmerk verkoopt. Ik kocht er een paar mooie dikke karbonaden (die worden dan ter plekke gesneden). Ik was van plan het vlees gewoon even snel in de koekenpan te bakken en salade erbij en wat gebakken aardappeltjes, ware het niet dat het hier inmiddels zo’n takkeweer was geworden dat we zin in herfstige stoofpotten kregen. Als het buiten regent dat het giet kun je maar het beste een troostrijk geurend pannetje op het vuur hebben!

  • voor twee personen
  • 2 dikke karbonaden, iets doorregen
  • boter
  • eventueel wat bouillon
  • 1 flesje Mort Subite kriek
  • 2 flinke uien, in ringen gesneden
  • wat tijm, laurier
  • peper en zout

Wrijf de karbonaden in met peper en zout en bak ze in de hete bote aan beide kanten bruin. Bak in een andere pan de uien even goudbruin aan en voeg ze bij het vlees. Giet een glas Kriek bij het vlees en voeg de kruiden toe. Laat de karbonaden zo ongeveer 45 minuten zachtjes stoven. Haal het vlees uit de pan en laat het vocht nog een beetje inkoken. Serveer met de uien en geef er witte boontjes bij.

Kopje espresso toe, met een borrel in ons geval (om de regen te verdrijven).

© ellen.

Bacchus van Van Honsebrouck…

24 jul. 2011

bacchus

De naam Van Honsebrouck zegt je waarschijnlijk niet zo veel. Dat zal gelden voor de Nederlandse lezer, maar waarschijnlijk ook voor de Vlaamse volger van dit blog. En dat, terwijl de brouwerij met die naam toch al honderd jaar aktief is, oorspronkelijk als brouwer van pilsners en andere bieren van de lage gisting.

In de jaren vijftig van de vorige eeuw nam Paul van Honsebrouck de brouwerij van zijn vader over. Hij had een andere kijk op zaken en besloot traditionele bovengistende bieren te gaan maken. Bieren in de traditie van West-Vlaanderen, de brouwerij ligt per slot in Ingelmunster. Vreemd genoeg gingen ze dan ook al spoedig een Gueuze brouwen. (Gueuzebier komt voornamelijk uit een heel andere streek van België, uit het gebied onder de rook van Brussel, de Zennevallei, het Pajottenland.)

Tegenwoordig zet de brouwerij hoog in op Kasteelbier. Mogelijk gaat er nu bij de lezer een lichtje branden, want dat bier wordt bij ons volop aangeboden. Een andere bekende is het Brigand. Ik kan en wil niet zo veel over die bieren zeggen. Hoewel ik ze wel eens dronk heb ik de smaak niet voldoende in mijn geheugen om er een waardeoordeel over te geven. Van die gueuze weet ik evenwel zeker dat hij me niet beviel. Te a-typisch en te zoet. Bacchus, dat is het bier waarover ik het wil hebben.

In een ver verleden kocht ik dat bier bij een slijter in een ons aanpalend dorp. Doordat de slijter op de fles ging (eigenlijk mét de fles ging) raakte ik verstoken van aanvoer, was het gedaan met Bacchusconsumptie en verdween uiteindelijk het bier uit mijn geheugen.

Toen ik met Vriend Jan een speciaalbierwinkel bezocht in de Grote Stad stond het daar ineens weer. De flessen knipoogden me toe. Bacchus, hoe smaakte dat ook alweer. Enfin, ik schafte me een paar flessen aan, dat zul je begrijpen.

Vlaams Oud Bruin staat er op het etiket, maar het type mag ook Vlaams Rood heten, en ook nog Vlaams Rood-Bruin. Puristen zullen je op het verschil in rood en bruin en oud wijzen, het zit echter allemaal écht dicht bij elkaar, daar in West-Vlaanderen. In wezen komt het er op neer dat het bier wordt gemaakt uit speciale mouten en verschillende brouwsels, waarvan een deel heeft gerijpt op eikenhout. Oud en jong maken de “blend”.

De foto geeft je een aardige indicatie van de kleur. Bij zorgvuldig schenken geeft het bier een mooie, wat vettige schuimkraag. (Ik was zo lang aan het klungelen met het fototoestel dat die kraag aardig inzakte…)

Ik laat in mijn vrije vertaling biergoeroe Michael Jackson aan het woord, want hij zegt precies wat ik bedoel, maar dan beter: “Het bier heeft een wat edik-achtig bouquet (azijn-achtig klinkt niet goed en dekt ook niet de lading). Een tikkeltje caramel proef je, en het hout van de eiken vaten. Tamelijk vol proeft het, licht zuur en rijp. De afdronk is van een prettig zuur als bij een droge riesling, of een beendroge champagne.”

Een bier, fris en stevig tegelijk. Uitstekend om op een zon-overgoten terras te genieten. Het beste van brouwerij Van Honsebrouck.

Let wel: Vlaams Oud Bruin heeft niks te maken met het Oud Bruin uit Nederland, helemaal niks…

En dan die bokalen op de foto: zie eens naar die bokalen. Zo beschaafd…, zo elegant…, en wat drinken ze lekker… Ik ben stik-jaloers op Vriend Jan. Ik ga de komende week op zoek naar die bokalen…

© paul