Fin de vacance…

fin de vacance

De vraag of het Ministerie definitief op z’n gat ligt kan ik gelukkig ontkennen. Maar wanneer mij die vraag gesteld wordt in de plaatselijke super (door meer dan één passant) dien ik toch even achter m’n oor te krabben…

Nee, we liggen niet op ons gat. We waren even met vakantie. En natuurlijk ken je de ellende van ons internetbereik in het Rijkste Land van de EU. Nou, in Frankrijk was het nog belabberder. Dat wil zeggen, op de plaatsen waar wij verbleven. Niks geschreven dus…

Donderdag kwamen we thuis. En er had die dag nog een stukje op de website geplaatst moeten worden. Maar toen kwam de Keijzer van Monera even langs, en Marleen en de Jongste Bediende, het Kind en Andy. En we spraken de ontdekte wijnen aan, de bieren, worsten en hammetjes. Niks geschreven dus…

Vrijdag was wasdag. En natuurlijk moesten we naar het Café van Meester Jan. Nou, geloof maar niet dat ik daarna nog een artikel kon schrijven. Ellen overigens ook niet…

De zaterdag verliep al bijna als van ouds. We bezochten de zaterdagmarkt in Helmond. De garnalen waren schandalig duur (onze visboer was het daar roerend mee eens), de oesters kostten minder dan een frikandel. Dat dan weer wel..

Evengoed hadden we die avond zeven eters. Een Bourgondische maaltijd werd het; vooraf kaassoesjes ofwel de echte Bourgondische Gougères, gevolgd door een mooie stoofpot, een echte Boeuf Bourguignon. Erbij om in sfeer te blijven, aardappelpuree met truffelboter en een salade. Ons gezelschap was tevreden. Een kopje espresso toe kwam er niet van, er moest nog meer bier en wijn geproefd worden…

Tja en vandaag lummelden we maar wat door de dag; een beetje lezen en beetje televisie kijken. Een deel van de vakantiefoto’s op Flickr gezet en daarna een paar oesters met een glas Chablis om de vakantie af te sluiten.

Morgen beste Lezer, doen wij weer verslag van wat er hier gegeten en gedronken wordt. Je hebt nog een heleboel vakantieverhalen van ons tegoed, maar nu gaan we toch eerst even Zomergasten kijken.

© Paul en Ellen

Côte a l’os van de grilpot…

roosteren

Ik vertelde gisteren over dat brok vlees op de gril. Nou, dit is ‘m dan. Het is rundsvlees, dik gesneden, mals.

Wanneer we zo’n stuk grillen bestrijken we het heel dunnetjes met wat olijfolie (marineren kan ook). Eenmaal op het vuur boven het rooster wordt het slechts een paar maal gedraaid. En altijd met behulp van een tang. Met een vork prik je er gaatjes in en verlies je te veel sap.

Door met de achterkant van een lepel of vork op het vlees te drukken voel je hoeveel weerstand er is. Aan de hand daarvan bepaal je of je vlees klaar is. Ik laat dat wijselijk aan Ellen over, ik bak daar niks van.

Is het vlees klaar dan laat je het zeker vijf, liever tien minuten rusten. Onder aluminiumfoli zodat het niet écht afkoeld. En dan versnijd je het stuk in reepjes. Je eet er met een aantal mensen van.roosteren

 © paul

Salade van broccoli en boontjes…

salade boontjes brocolli, tomaat 

Laatst aten we weer eens broccolisalade. Ach, dachten we, al zo vaak beschreven, laat maar gaan…

Nee, denk ik nu, het is alweer drie jaar geleden dat we het erover hadden en er zijn in die tijd een hoop nieuwe lezers bij gekomen. En overigens kun je niet iedere keer origineel zijn. Je herhaalt jezelf door de jaren, je kunt niet anders. Vandaar dus…

De foto dreigde alweer weg te zinken in het archief der vergetelheid, ik kon hem nog net redden.

Voor vier personen;

  • 400 gram broccoli
  • 4 tomaatjes
  • 1 lente ui
  • 300 gram speciboontjes
  • wat olijfolie en citroensap
  • 1 dessertlepel grove mosterd
  • peper en zout

Zet een ruime pan met gezouten water op. Blancheer de broccoliroosjes vier minuten in het kokende water en giet ze af. Laat de groenten even schrikken in ijskoud water dan blijven ze mooi groen. Doe hetzelfde met de boontjes (iets langer mag). Laat ze goed uitlekken en schik de roosjes en boontjes op een schaal. Schik de in partjes gesneden tomaatjes en de lenteui tusssen de andere groenten. Maak een dressing van citroensap, olijfolie, mosterd en wat peper en zout. Verdeel de dressing over de salade en dien op. Zon op tafel.

Erbij hoorde deze keer een enorme gegrilde côte a l’os, (clubsteak zeggen de Engelsen). Zo’n brok steak met een stuk rib. En een glas Spaanse rode…

© paul

kaasje in wijnblad…

roosteren

Wanneer je te weinig brandstof gebruikt heb je een probleem. Dus gooi je maar wat extra briketten, hout of houtskool op het stookrooster van je grilpot. Het zou zonde zijn wanneer je kostbare vlees hitte en tijd moest ontberen door je zuinigheid. 

Toch jammer denk ik dan altijd weer aan het eind van de maaltijd. Staat die pot daar te gloeien alsof het niks is. Er zou nog best een maaltje op geroosterd kunnen worden.

De laatste jaren lossen we een en ander op door te zorgen dat er altijd een paar rode uien klaarliggen. Of knoflook in een jasje van aluminiumfolie. Of een paar bananen. Zo heb je toch nog lol van dat nagloeien. En een aantal van die zaken zijn ook later, of de dag daarop, prima als bijgerecht of toegerecht. Nu de druivenstokken weer volop in blad staan is het de moeite waard om het kunstje met de verpakte kaas weer uit de kast te rukken.

Het vergt enige oefening, maar dan heb je ook wat. Zo’n gesmolten kaasje uit het blad lepelen is een genotvolle bezigheid. Een geweldig toetje, dat is het. In dit geval gebruikten we stukjes Comté, maar bijna alle andere kaas van kwaliteit is te verwerken. Als je ze maar goed verpakt…

Ellen beschreef de vouwkunst al eerder: klik hier en ook hier

© paul

Langste woord en andere genoegens…

Angus beef

We zaten op een Duitstalig terras, Marleen en ik. Uit de stapel kranten die er uitdagend lag te wachten op een op informatie beluste bezoeker, stak het puntje van de Bild Zeitung. Het is het meest abjecte dagblad van Duitsland en ik weiger er zelfs  mijn handen aan vuil te maken. Marleen is ook die mening toegedaan, maar nu grabbelde ze toch de krant uit de stapel. Achteraf maar goed, anders was er geen aanleiding om dit stukje te schrijven en zou ik de foto ook nooit hebben gebruikt.

Ergens tussen een honderdtal opgesomde feiten waardoor je Duitsland als je favoriete land zou moeten beschouwen stond het statement Langste woord uit de Duitse taal, mogelijk het langste woord ter wereld. Het luidde:

 Rindfleischetikettierungsüberwachungsaufgabenübertragungsgesetz

Nu schreef ik al eerder over het fabelachtig vermogen van onze Oosterburen om woorden aan elkaar te plakken:

Osterkaninchennasenbeutler is er een, ook fascinerend is Gaststättenfacharbeiter/in. Het zijn geweldige scrabblewoorden. Maar die rundvlees-enzovoorts-wet is onbruikbaar, het past überhaupt niet op het scrabblebord, het bestaat uit 63 letters…

Ik durf geen Nederlandse vertaling te geven van dat lange woord, maar het komt erop neer dat het de wet op rundvleesetiketten beschrijft en benoemd.

Een beetje onderzoek wees uit dat de naam van de wet nooit enig Duits woordenboek heeft gehaald. Daarvoor wordt het te weinig gebruikt.

Danzij die wet evenwel, weten we bijvoorbeeld dat Ellens stuk vlees op de foto afkomstig is uit Ierland en dat het beef van het Angusrund betreft. Verder wordt vermeld wie de producent is en waar die geografisch thuis hoort.

Jaja, en dat allemaal dankzij het (nog één keer hardop samen): Rindfleischetikettierungsüberwachungsaufgabenübertragungsgesetz!

© paul

De kanaaltjes van de blauwschimmelkaas…

 gorgonzola

Laatst kregen we het er weer over met ons bezoek. Die eigenaardige rechte kanaaltjes in de blauwschimmelkazen, wat doen die daar?  In Danablu, in Stilton, in Gorgonzola, in al die andere blauwschimmelkazen (want er zijn er nogal wat). 

De romantiek van de grotten waar kazen spontaan worden bevrucht door een blauwe schimmel ligt al lang achter ons. Misschien is er nog iets van terug te vinden in de grotten van en om Roquefort in het Franse departement Aveyron, maar ook daar wordt de kaas “geholpen” (en dat al honderden jaren…).

Aan het begin van het proces wordt de kaas-in-wording met een grove injectienaald geïnfecteerd met de blauwe schimmel, de Penicillium roqueforti. De schimmel verspreidt zich dan heel langzaam vanuit het centrum van de kaas naar de buitenkanten. Om dat proces te begeleiden en in de hand te houden wordt er tijdens de rijping een of meerdere malen met een aantal naalden in de kaas geprikt. Le fromage est piqué, zeggen de Fransen. Op deze manier creëert de kaasmaker holle zuurstofrijke banen in de kaas, die er voor zorgen dat de schimmel zich beter en evenwichtiger verspreidt. En dat nu is wat je terugziet wanneer je je kaasje aansnijdt.

Het kaasje van de foto luistert naar de naam Gorgonzola. We hebben het samen met ons bezoek tijdens het geleuter over blauwschimmelkazen opgepeuzeld.

Er blijven mensen die het idee onverkwikkelijk vinden schimmels te moeten eten. Fransen hebben daar doorgaans weinig last van en ze noemen dingen graag bij de naam. Eigenaardig genoeg vonden ze voor de blauwschimmelkazen een veel poëtischer naam uit: fromage à pâte persillée (kaas met peterselie-zuivel). Vreemd toch?

© paul

Requièm voor Hond Max…

max and mossels 004
Hond Max is niet meer. Vanmiddag rond een uur of vijf sliep hij in, hij zou niet meer wakker worden.

We zagen het al een tijdje aankomen, maar de laatste paar dagen kwam alles in een stroomversnelling. Ouderdom sloopte zijn organen, het leven sijpelde weg uit zijn oude lijf.

Max was al volwassen toen hij in ons gezinnetje belandde, toch heeft hij daar alsnog twaalf en een half jaar van deel uit gemaakt. En dat is héél lang. En we hadden er een beste maat aan!

Hond Max ligt begraven in de schaduw van een beukenboom. Met z’n zessen bewezen we hem de laatste eer. Het Kind was er en Andy, Marleen ook en de Jongste Bediende, en uiteraard Ellen en ik. Hond Max z’n rustplaats ligt in een singel aan het eind van de moestuin aan de Witte Brug nummer 5. Een betere plaats is niet denkbaar.

Een lieve groet aan Maja van den Akker, de dierenarts die Hond Max en ons het onvermijdelijke zo makkelijk maakte.

Rust zacht lieve Max…

© ellen-paul

 

 

Fijne vakantie…

meivakantie uit eten

Bij ons dartelen de kids al een week vrij rond. Rumoer op straat, ballen over de schutting. Het is vakantie. En zo zoetjes aan zal de rest van het land wel volgen. De eerste vrienden en vriendinnen zijn al afgereisd.

Volgende week sluit het Academisch Jaar, en dat betekent dat ook Ellens vakantie begint. Voor mij duurt het nog even, maar ik heb tegenwoordig zoveel vrije tijd dat er geen enkele reden is tot klagen.

De foto’s dateren van een eerdere vakantie (die van Hemelvaart) en behoeven enige uitleg. Het is namelijk een goede gewoonte om die Hemelvaartvakantie af te sluiten met een souper in Portugees restaurant Ribatejo in Wandhaff, Luxemburg. We bezetten dan met een gezelschap van een goede vijftien gasten de oude, tot eethoek omgebouwde kegelbaan. Dat doen we al jaren. En al jaren bestelt één van de jongsten uit het gezelschap een appeltaartje met vanille ijs als toespijs. Waarlijk een voortreffelijke keuze. Het ijs komt uit eigen keuken en het taartje wordt vers gebakken. En daar zit dan een piepklein addertje onder het gras.

Aangezien het taartje vers uit de oven moet komen wordt het geduld enigszins op de proef gesteld. Er verloopt altijd een respectabele tijd tussen het bestellen en het opdienen. Lotte, op wiens toetje we zaten te wachten, loste dit maal een en ander op door een klein concertje in te lassen.

Voorzien van voldoende witte en zwarte toetsen rammelde ze er een onvervalst Wohltemperiertes Klavier uit. Het was evenwel te snel voor ons… Ze ging dan maar over op Für Elise. Langzaam en wat gedragen gespeeld, zodat we het bij konden houden. En toen dan eindelijk de laatste klanken wegstierven was daar het toetje…meivakantie uit eten

 

Feest…

diploma-uitreiking Julia

En dan ben je dus geslaagd. Van de ene op de andere dag verandert je status. Was je al die jaren dat meisje, nu ben je die vrouw… (Bij jongetjes werkt het anders, weet ik uit ervaring. Die lopen altijd quasi volwassen te doen, maar blijven gewoon puber.)

Afgetrapte flatjes worden ingeruild voor High Heels, Red Bull maakt plaats voor Champagne Rosé. Zo zit dat…

Gisteren vond de traditionele inhuldiging plaats van de afstudeerders van het VWO en de HAVO. De meest geweldige voertuigen werden van stal gehaald en opgesteld in de Hoef, om vandaar in feestelijke optocht naar het Macropedius College te trekken, dwars door ons dorpje. We zagen een Lanz tractor, twee brandweerauto’s en drie stoere trucks. Een arrenslee, een rijdend massage instituut, koetsen en karossen. Een stel kevers, lelijke eenden en een snoek. Een Jaguar en een Maserati en twee gasten op een step. En dan vergeet ik een en ander, ik heb geen goed oog voor bijzondere auto’s. En al die vehicles dienden slechts één doel: de nieuwbakken diplomahouders in zegetocht naar het ultieme feest te brengen, naar het geslaagdenbal…

Julia van Eupotours behoorde tot de gelukkigen. Zij sloot haar carrière op het gymnasium af met een stuk of wat negens, wat achten en één zeven punt negen. Op gepaste wijze werd zij dan ook door het dorp geleid. Ome Ryan had er speciaal zijn Oude Schicht voor in de was gezet.

diploma-uitreiking Julia

 

Canarejal, ‘n lepelkaasje uit Spanje…

canarejal

Het kaasje wordt onder anderen aangeboden bij AH. Ellen zag het liggen in het schap en vroeg me of ik het misschien kende. Nee dus (maar intussen weet ik beter…).

Een rond schapenkaasje is het, afkomstig uit de provincie Valladolid in de autonome regio Castilië, noordwest Spanje. Met een doorsnede van een goede 8 centimeter, en een hoogte van 4. Het gewicht beloopt 180 gram. Een kleintje dus…

De melk zou zijn unieke smaak krijgen van het feit dat de schapen vooral snoepen van de wilde varianten van rozemarijn, salie, tijm en lavendel. De melk wordt rauw verwerkt op traditionele manier. Als stremsel wordt een extract van de distel gebruikt. En met name die distel zorgt voor het unieke karakter van de kaas: vloeibaar van binnen

Nou ja, helemaal uniek is dat nu ook weer niet. We kwamen vloeibare kaasjes tegen in Frankrijk, in Italië. En met name dat ene kaasje op dat terras in de Jura (kom, hoe heet het ook alweer?), dat kaasje dat je at met een lepeltje, samen met wildvreemde tafelgenoten, want het werd per tafel geserveerd… Dat kaasje maakte dat Ellen nu deze Spaanse wilde proberen…

De bedoeling is dat je de bovenkant (het kapje) van de kaas verwijdert. En met het aldus ontstane tonnetje kun je aan de slag. Gewoon uitlepelen, al dan niet gebruik makend van knapperig brood.

De smaak is zondermeer verfijnd. Dat typische van schapenkaas, maar heel zacht, heel mild. Licht kruidig, een tikkeltje bitter (van de distel). Kaasfondue zonder verhitting. Een feest aan tafel.

Ik liet Ellen lepelen. Zelf beperkte ik me tot de dikke korst. Die is ook prima te eten. En hij is net wat pittiger dan de zachte zuivel.

We betaalden voor het kaasje zes euro. Het lijkt misschien wat veel, maar met een blaadje sla erbij en een stuk brood heb je er een heerlijke lunch aan voor twee personen. Een fout broodje gezond bij Kootje op de hoek is duurder…

Het kaasje won in 2008 goud op de World Cheese Awards (voor wat het waard is). Het prestigieuze restaurant elBulli bouwde enige jaren terug rond het kaasje een complete maaltijd.

© paul