Een soort Goulaschsoep…

goulashsoep
Ik had het stikdruk de afgelopen dagen. En ook Ellen diende te woekeren met haar tijd. Voor een uitgebreide maaltijd was weinig ruimte. Maar aangezien de zaterdaggasten toch gewoon zouden blijven komen nam ik mijn toevlucht tot de beproefde truuk: ik maakte een maaltijdsoep.

Het recept kwam ik enige weken geleden tegen in een Duits jachttijdschrift van een bevriende Luxemburger, ik schreef het over in mijn Rode Boekje. In het oorspronkelijk recept werd hertenschouder gebruikt. Ik heb de receptuur wat aangepast, ik geef je de bereiding zoals ik die gisteren deed.

  • 1300 gram dikke sukadelappen,
  • 2 grote uien,
  • 3 tenen knoflook,
  • 500 gram aardappelen,
  • 500 gram paprika,
  • 100 gram tomatenpuree, bij sterk geconcentreerde puree iets minder,
  • 1 vers pepertje,
  • 3 flinke eetlepels paprikapoeder (mild),
  • 1 theelepel karwijzaad,(Kümmel),
  • 1 snuif oregano,
  • rasp van een halve citroen,
  • olie,
  • 3 liter bouillon,
  • wat geklopte room
  • peper en zout.

Maak het vlees schoon, haal zenen en dergelijke weg. Snijd het vlees in flink dobbelstenen. Bak het vlees aan en doe het dan over in een soeppan. Doe de tomatenpuree erbij en overgiet het vlees met de bouillon. Breng het geheel aan de kook. Snijd ui en paprika fijn en snipper de knoflook. Laat de ui en knoflook in een koekenpan op middelhoog vuur glazig worden. Voeg dan de in blokjes gesneden paprika toe en laat het geheel even stoven. Dan het paprikapoeder erbij en nog even laten bakken op hoog vuur. Maak vervolgens met een scheut bouillon en een houten lepel de aanbaksels van de bodem los en stort het geheel bij de soep. Voeg de oregano en het karwijzaad toe en het fijngesneden pepertje. Na een half uur kunnen de in blokjes gesneden aardappelen erbij en de rasp van een halve citroen. De soep mag op een heel laag pitje nog een ruim uur trekken. Afmaken met peper en zout.

De soep heet opdienen met een kloddertje geklopte room. Knapperig stokbrood en goede boter erbij.

© paul

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 42…

perigord
08-05-2014. De etappe ging van Sorges naar Perigueux, 24 kilometer.

Mijn Truffelatlas (bestaat die dan? Ja, die bestaat…), mijn Truffelatlas draagt als ondertitel: les diamants de la cuisine. En dat is wat ze zijn, die onderaardse paddenstoelen, de diamanten in je keuken. Heb je ze één keer geproefd, je vergeet die smaak nooit meer. Het plaatsje Sorges, waar Ans en Jan verbleven wedijvert al sinds jaar en dag met het Noord-Italiaanse stadje Alba om de titel: Wereldhoofdstad van de Truffel. De strijd blijft vooralsnog onbeslist.

In Alba vind je de prachtige witte truffel, Sorges heeft de donkere Perigordtruffel. Beiden van de hoogste kwaliteit en onvergetelijk lekker. Begin ik erover te stuiteren, dan houd ik niet meer op. Maar goed, die pelgrims waren op weg naar Compostella, dus laat ik het beperkt houden.

Ik schreef nogal wat over de goddelijke aardzwam. Wil je meer lezen dan kun je terecht bij het artikel Over Truffels en het vervolg daarop: Truffels. (Wat een originele titels, Paul! Enfin,..)

Zonder ook maar één truffel te hebben gezien (ze vermeldden er in ieder geval niks over…) vertrokken Ans en Jan uit Sorges. Ze hadden de afspraak gemaakt om in de avond Peter uit Hamburg, Carlos uit Porto en het koppel uit Parijs weer te ontmoeten in de refugio, het pelgrimshuis van Perigueux. Er zou dan ook gezamenlijk worden gegeten. De boodschappen voor het avondmaal waren de dag ervoor al gedaan, want deze dag was Nationale Feestdag in Frankrijk, men vierde de Bevrijding: Victoire 1945.

 

De wandelaars liepen ieder afzonderlijk in hun eigen tempo. Vooraf was hen het advies meegegeven om een bepaald soort pijlen te volgen, aangezien de bewegwijzering (even als de voorgaande dagen) nogal al eens tot verwarring leidde.

De wandelkaart gaf aan dat er na drie uren gelegenheid zou zijn om koffie te drinken in een herberg. Maar de wandelkaart was gemaakt door het Jacobsgenootschap en de gevolgde pijltje waren van een Perigordgezelschap. Die koffie konden de reizigers dus wel vergeten. De enige personen die Ans en Jan tegenkwamen in dit verlaten gebied waren de medepelgrims Peter en Gregor.

Gezamenlijk werd de lunch gebruikt aan de zoom van een woud. Oud brood (nooit meer brood weggooien!), een appeltje en een bakje yoghurt. En nog eens twee uren wandelen viel het besluit om aan de kant van de weg rust te nemen. Men sliep een klein uur op het gras van de berm, tot een grote hond het gezelschap wakker blafte.

Carlos uit Porto liep ruim voor het gezelschap uit. Hij was dan ook veel eerder bij de kathedraal van Perigueux. Op de trappen van die kerk zat hij te wachten. Hij maakte zich in hoge mate zorgen, waar bleef het gezelschap toch. Hij kon niet weten dat de wandelaars onderweg ruim tijd hadden genomen voor hun schoonheidsslaapje…
perigord

Ik weet niet precies waar, maar ergens in de afgelopen dagen kwamen de wandelaars het bordje tegen. Ze vroegen zich oprecht af of de informatie wel steek hield…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

 

Schouderkarbonade in Lupulus dubbel.

Vriend Jan en Dochter Loes kwamen terug van hun vakantie in Frankrijk. Maar eerst maakten ze nog een omweggetje naar Courtil, waar de Lupulusbrouwerij staat. Geheel ongevraagd bracht hij een krat Tripel mee voor de Jongste Bediende, en voor mij een krat Dubbel., 70 cl per fles, wel te verstaan. Ik was zeer verrast, ik was allang weer door mijn voorraad.

Een van de favoriete gerechten op het Ministerie is de in bier gestoofde schouderkarbonade. We eten dat vaak, zo ook afgelopen week. Ellen maakte voor de vorm nog een enkele foto, maar we zouden er niet over gaan schrijven. Dat hadden we al zo vaak gedaan (dachten we)…

Ik ben toch maar even gaan zoeken in het archief. En wat blijkt: in de zeven jaren dat het Ministerie publiceert beschreven we het gerecht slechts vier keer. En steeds nét weer iets anders qua ingrediënten en qua biertype. Daar komt nog bij dat het laatste artikel over het gerecht alweer enige tijd oud is. Enfin, alle reden om toch werk te maken van de schouderkarbonade in Lupulusbier. Het recept is bedoeld voor twee personen.

  • 2 schouderkarbonaden van onbesproken gedrag,
  • 2 sjalotjes,
  • 2 tenen knoflook,
  • 33 cl. donker abdijbier,
  • 1 takje tijm,
  • peper en zout uit de molen,
  • handvol gehakte verse peterselie,
  • boter.

Wrijf het vlees in met peper en zout. Smelt in een stoofpan boter en laat daarin op een middelhoog vuur de gesnipperde sjalotjes en de gehakte knoflook mooi glazig worden. Schep ui en knoflook uit de pan en zet even opzij. Doe dan het vlees in de pan en bak het aan de twee kanten bruin in de achtergebleven boter (voeg indien nodig nog wat boter toe). Giet er vervolgens het bier bij, de sjalotjes en de knoflook. Ook het takje tijm mag nu meestoven. Doe de deksel op de pan en laat het vlees stoven op een laag pitje.  In een goede 45 minuten tot één uur is het gerecht klaar. Een kwartier voor het einde van de stooftijd mag de helft van de gehakte peterselie in de pan. Is het vlees klaar dan leg je het op een voorverwarmde schotel. De saus maak je af met peper en zout, en je haalt het takje tijm uit de saus (dat heeft zijn dienst gedaan en kan weg).Giet de saus over het vlees of serveer in een sauskom. Dien warm op en werk af met de rest van de peterselie.

  • Wij gebruikten Lupulus bier, het donkere type. Aangezien dat in Nederland nog slechts mondjesmaat te krijgen is (en ook in Vlaamderen sporadisch) zul je in de meeste gevallen gebruik moeten maken van een ander abijbier. Er zijn er genoeg en je kunt ze gemakkelijk aankomen.
  • Lange tijd ben ik ervanuit gegaan dat het niet zo heel erg veel uitmaakt welk bier je gebruikt. Ik dacht dat door het stoven en de forse smaaktoevoegingen het typische, het eigene van het bier min of meer verloren gaat.  Daar ben ik inmiddels van terug gekomen. Het maakt wel degelijk uit. Om te ontdekken welke smaak je het best bevalt zul je moeten experimenteren.
  • Een stooftijd van een dikke vijfenveertig minuten is een aardige richtlijn. Wij stoven meestal wat langer, een beetje afhankelijk van de dikte van de saus. Let wel op dat de saus niet te droog wordt. Dan koekt de hele zaak vast en verbrand. En dat is eeuwig zonde…

© paul

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 41…

napoleon en het 5e
07-05-2013. De etappe ging van La Coquille naar Sorges, 35 kilometer.

De wandelaars liepen vandaag een heel stuk op de Route Napoleon. Vriend Jan vroeg zich af welke Napoleonsbaan dat wel was. Ik dacht het te weten: het betrof de tocht die Napoleon maakte bij zijn ontvluchting uit Elba tijdens wat later de Cent Jour, de beruchte Honderd dagen, ging heten. Niets is minderwaar, die tocht trok veel oostelijker. Enfin, ik had het kunnen weten, Napoleon ging eerst naar Grenoble, voordat hij zijn troon kwam opeisen in Parijs. Dus Ans, ik weet niet hoe die asfaltweg aan z’n naam is gekomen, ik weet niet of de colonnes van de Grande Armée erover hebben getrokken. En misschien gaat het helemaal niet over Napoleon Bonaparte. Er woonden nazaten van die andere Napoleon in deze omgeving. Ik bedoel Napoleon de Derde, ook al zo’n kwibus die zichzelf tot keizer kroonde…

Ik bedenk nu dat het wel eens een van de logistiek belangrijke heerbanen kan zijn geweest voor de Spanje-campagne van Bonaparte…

Fransen hebben nu eenmaal een gepassioneerde verhouding met de Kleine Keizer. Je vindt zijn naam door heel Frankrijk. Overal zijn er musea aan hem gewijd, en als Fransen maar enigszins het idee hebben dat Bonaparte naar hun stulpje heeft gekéken, dan wordt het al een Heilige Plek! (Je weet Ans, ook ik heb een haat-liefde verhouding met Napoleon Bonaparte…)

Het plaatje hierboven slaat uiteindelijk nergens op, maar ik vind het een mooi heroïsch schilderij. Ik kan er eindeloos over vertellen, maar daar is onze lezer, geloof ik, niet in geïnteresseerd. (Carl von Steuben: het 5e Regiment d’Infantrie de la Ligne zweert trouw aan Napoleon, 7 maart 1815.)

Enfin,… voordat de wandelaars op die Napoleonsbaan geraakten hadden ze er al 18 kilometer opzitten. Om 08.00 uur waren ze vertrokken, gelijktijdig met de andere pelgrims. Men verloor elkander al snel uit het oog, want ieder liep z’n eigen tempo. In het plaatsje Thivier kwam de groep weer bijeen, dat was namelijk de eerste pleisterplaats waar koffie kon worden gedronken. Het oude stokbrood van de dag hiervoor kwam nu goed van pas, er was verder nergens een bete broods te koop.

Ook viel hier in Thivier het besluit de tocht van deze dag te verlengen om er zeker van te zijn een slaapplaats voor de nacht te vinden. Dus werd er blijmoedig 12 kilometer aan de etappe aangeplakt. Grotendeels liep dit tweede stuk over die Napoleonsbaan. Een saaie rechte asfaltweg.
IMG-20140508-WA0008

Na deze lange dag was het goed toeven in het pelgrimshuis van Sorges. De Olijke Vijfling ontmoette er een jong stelletje uit Parijs, dat er ook verbleef, en verder werd men verzorgd door Marie-Therèse en Gerard, een echtpaar van een goede 75 lentes elk. Zij waren gastvrouw en -heer van de refugio.

Er werd in de plaatselijke supermarkt leeftocht voor de volgende dag ingeslagen, want op die dag zouden alle winkels gesloten zijn. Frankrijk vierde dan de Bevrijding van de Duitse Bezetting in Wereldoorlog Twee. Op de stoep van de supermarkt werd ook een stevig koud biertje gedronken, in de refugio was alleen koffie en thee op voorraad (en wijn, maar die was voor bij de maaltijd).
8 mei

Gerard kookte. Hij had een heerlijke risotto bereid. Ans was slim genoeg om naar het recept te vragen, voor het thuisfront. Ze kreeg het netjes geschreven aangeleverd. ( Waar is de boter?) Ik heb het Ellen nog niet gevraagd, maar ik geloof dat het recept aardig overeen komt met haar methode.

Risotto maken is een Kunst!

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Madeleine…

vakantierestanten

Hij doopte een madeleine-koekje in de bloesemthee, proefde en rook, en als bij toverslag trokken alle beelden uit zijn jeugd aan zijn geestesoog voorbij. Ik heb het over de beroemde “madeleine-scene” uit Prousts À la Recherche du Temps Perdu. Ik heb het boek nog steeds niet gelezen. Het prijkt ergens op mijn verlanglijst, vrij hoog zelfs. Maar de pakweg 3000 pagina’s die het munuscript telt schrikken me ook af.

Wel had ik al eens een madeleine geproefd. Uit het assortiment van Verkade, de Beukelaer of een andere koekenbakker. Ik vond er niet veel aan. Moest je daar nou zo’n drukte om maken? Had Marcel Proust niet beter een andere metafoor kunnen bedenken om zijn jeugdherinneringen aan op te hangen? Tja, dát dacht ik. Tot ik die madeleines van Lea Linster proefde…

Ellen had me er al eens over verteld, over die madeleines van Lea Linster. Ze worden elke dag vers gebakken in haar restaurants. Mevrouw Linster beschouwt de madeleine als haar uithangbord, als haar pièce de résistance.

Na elke maaltijd worden ze geserveerd, bij de koffie. En is de restaurantbezoeker enthousiast geraakt over het kleine cakeje, dan kan hij het, in kadoverpakking gehuld, meenemen naar huis. Wel geldt de stelregel: op de dag dat ze gebakken worden zijn ze op hun best.

Een knapperig bruin huidje aan de buitenkant, van binnen goudgeel. Geurend naar amandel en een vleugje citroen. Het smaakt naar cake, maar fijner. Vreemd genoeg laat Lea Linster in haar receptenboek Best of Lea Linster, Cuisinière het citroenrasp helemaal weg. Terwijl ik toch écht dacht dat ik citroen proefde…

Enfin, ik zal geen boze dingen meer denken over madeleines. Zoals altijd kun je niet generaliseren, het komt aan op de kwaliteit van de dingen. Bij de espresso-toe hoorde een klein bolletje vanille-ijs en een staafje schuimgebak. Maar het hoogtepunt was toch dat kleine bruine ding.

Overigens, waarom denk je dat het nieuwe paviljoen van Mevrouw Linster “Madeleine” heet?

© paul

* Dit artikel is een bewerking van een stukje uit 2010…

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 40…

8 mei
06-05-2014. De etappe ging van Flavignac naar La Coquile, 28 kilometer.

Het doel van deze dag was La Coquille. Naar het zich laat aanzien heeft de naam van het plaatsje (de Schelp) niks van doen met de Jacobsschelpen die de pelgrims op hun rugzak dragen en ook hebben ze in La Coquille weinig met de Coquilles-Saint-Jacques die regelmatig op mijn menu verschijnen. Evengoed prijkt er wel zo’n mantelschelp in hun wapenschild, dat dan weer wel.

Ga je er op letten dan zie je die schelpen overal opduiken. Toen we vorige week in een Waals restaurant Coquilles-Saint-Jacques bestelden, serveerde men ons de tweekleppers uit in glazen Jacobsschelpen. Bij het verlaten van het restaurant kwamen we lang het notoire rokersterras. Op de hoek van het terras stond een stapeltje wegwerpasbakken, juist ja, in de vorm van een Jacobsschelp. En teruglopend naar de auto passeerden we een Shell-tankstation. Heb je dat embleem al eens bekeken?

In onze fotocollectie hadden we al een aantal afbeeldingen van Jacobsschelpen uit de buurt van Vezelay. Gisteren kreeg ik er weer een partij bij, de pelgrims stuurden ze per elektronische snelweg. Ik denk dat ik ze nu maar serieus ga verzamelen, die schelpen. Ik laat ze te zijner tijd wel zien…

Enfin,.. op weg naar La Coquilles dus. Om 08.30 uur (laat voor hun doen) liepen de pelgrims aan, nu vijf in getal. Voor de avond had het gezelschap gezamenlijk geboekt bij de refugio, het pelgrims huis van La Coquilles. Evenwel viel de groep al snel uiteen, er was namelijk afgesproken dat ieder in zijn of haar eigen tempo zou lopen.

Hard werken onderweg, dat was het. De wandelaars lieten de Haute Vienne achter zich en schoven de Dordogne in. Het landschap veranderde wel wat, meer akkers, minder koeien. De adembenemende vergezichten echter bleven zich aandienen. Het is misschien wat saai om dat elke dag weer te moeten schrijven lezer, maar wanneer je ze in werkelijkheid ondergaat, schrijven Ans en Jan, raak je ontroerd tot op het bot. Het is genieten met volle teugen, maar laat niemand beweren dat de Camino de Santiago een gemakkelijke tocht is…

In het dorpscafé van een van de plaatsjes onderweg kwam het gezelschap weer bij elkaar. Ieder was toe aan een verse kop koffie en een uurtje rust.

De Dordogne leekt te kampen met té goed en té veel bewegwijzeren, er waren plaatselijke wandelroutes uitgezet en ook de Europese langeafstandspaden, de Grandes Randonnées trokken door het gebied, en natuurlijk het Jacobspad. En voortdurend kruisten die wegen elkaar of maakten gebruik van elkaars traject, aangegeven met op elkaar lijkende wegschildjes. Het was allemaal wat verwarrend.
8 mei

Aangekomen in La Coquilles werden de wandelaars onthaald door Henny, een Nederlandse vrijwilligster die regelmatig in het pelgrimshuis assisteerde bij de dagelijkse gang van zaken. In totaal was het gezelschap nu met z’n zevenen, er werd gezamenlijk gegeten.

Maar niet voordat Ans en Jan nog snel wat boodschappen deden en daarna een biertje dronken met Carlos uit Porto.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

Postische van Brouwerij Lion à Plume…

Brasserie Attert
Jong en ambitieus, dat is de kwalifikatie die je kunt hangen aan die Brouwgasten uit Attert in de zuid oosthoek van Wallonië. Hun brouwerij heet Lion à Plume

In 2009 werd de brouwerij opgericht en sinds vorig jaar draait men er met het huidige concept. Twee brouwmeesters telt het bedrijf, en verder niks. Men werkt min of meer volgens de methode van de Jonge Deense Microbrouwers. Dat wil zeggen dat men bieren ontwerpt, recepten schrijft, werkwijze en procédé bepaalt, om die dan vervolgens bij deze of gene microbrouwerij, ergens in den lande, uit te voeren. Het ligt in de lijn van de verwachting dat de gasten op den duur hun eigen microbrouwerij zullen stichten, maar voorlopig blijven ze hun ambulante werkwijze trouw.

Ik dronk twee van hun bieren vorige week voor het eerst. En ik was onder de indruk! Ook Vriend Jan, die ik gisteravond van het Saisonbier liet proeven was daar over te spreken. Het bier heeft alle kenmerken van het traditionele Saisonbier. Zacht, fris, licht bitter en een heel klein tikje zuur. Delicaat.

Het Imperial Russian Stout luistert naar de naam Postache. Imperial Russian Stout is een biertype dat in de achttiende eeuw ontstond uit het Engelse Stout. Het werd oorspronkelijk in Engeland voor het Russisch hof gebrouwen. De smaak van het bier is sterker aangezet dan die van het gewone stout. Het alcoholpercentage is ook aanmerkelijk hoger.

Imperial Russian Stout is over het algemeen niet zo gemakkelijk te vinden. Maar met name de moderne microbrouwers willen er zich steeds vaker aan wagen. Het bier heeft een typische sterke smaak, het is een bier voor de liefhebber.

De eerste slokken die ik nam vormden een vreemde sensatie. Maar toen ik eenmaal doorhad wat de brouwers bedoelden met hun bier was ik helemaal om. Wat een prachtig bier, wat een smaakrijkdom. En wat zag het er mooi uit.

De foto laat zien dat ik het bier wat lomp inschonk. Maar kijk eens naar die kleur, een mooier bruinzwart is er niet. En die mokkakleurige schuimkraag…

De smaak heeft het mooie bitter van de betere Stouts. Het bier smaakt en ruikt kruidig, je proeft een hint van citrusfruit, maar ook zoethout en zwarte chocolade (en nog een heleboel meer). De smaken zijn stevig aangezet, het geheel is erg complex. De afdronk is mildbitter en lang.

Ik vond het bier in Zuid Wallonië, de thuisbasis van de brouwers. Het bier is echter in heel België (ook Vlaanderen) te krijgen. En ook de Franse markt wordt bediend. Of het in Nederland wordt aangeboden weet ik niet.

Het bier wordt onder licentie bij verschillende brouwerijen gebrouwen, onder andere in Bastogne bij Brasserie Bastogne, en bij Brouwerij Anders in Halen (B).

Een geweldig bier voor de Stoutliefhebber. En aangeboden tegen gewone-mensen-prijzen. Voor 70 cl. betaalde ik € 4,-.  Voor een gelijkwaardig en vergelijkbaar Imperial Stout, gebrouwen in Nijmegen betaalde ik destijds € 12,- Ik bedoel maar…

© paul

 

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 39…

limoges e.o.
05-05-2014. De etappe ging van Limoges naar Flavignac, 27 kilometer.

Ik weet niet hoe het jou ging lezer, maar de laatste keer dat ik mezelf slapend aantrof in een café was ik dronken! Ach, daar kan in dit geval toch geen sprake van zijn. Hopelijk is het maar een heel kort slaapje, de koffie wordt koud…

Vroeg in de ochtend werd er afscheid genomen van Vriend Jan en Dochter Loes. En terwijl die laatste twee hun vakantiereis voortzetten in noordelijke richting, begaven Ans en Jan zich weer op de Camino, het Pelgrimspad.

Door schade wijzer geworden werd er bij de eerste de beste bakker die de wandelaars tegenkwamen stokbrood ingeslagen. Een wijs besluit, want de rest van de dag was er geen kruimeltje meer te krijgen in dit eenzaam gebied. Nergens een winkeltje, een bakker of een brooddepot te bekennen.

Wél op het juiste moment een café, dus met de koffie zat het snor. En het was daar dat de wandelaars Carlos uit Porto en Gregor uit Bonn terugzagen, pelgrims die Ans en Jan bij een eerdere gelegenheid al hadden ontmoet. Rusten en het uitwisselen van ervaringen vormden de hoofdmoot van het intermezzo. En daarna ging men getweeën weer verder.

Een pittige tocht, veel klimmen en dalen, maar de paden waren goed, de omgeving bosachtig en op de open plekken ontvouwden zich de vergezichten van Haute Vienne.
limoges e.o.

De refugio, het pelgrimshuis van Flavignac stond er nog niet zo lang. Het werd opgetrokken in 2005 door een Jacobsgenootschap uit de buurt. Evengoed had men in die relatief korte tijd al onderdak geboden aan een goede 2000 pelgrims. Ook Ans en Jan zouden er de nacht doorbrengen. En de hernieuwde kennismaking met die andere pelgrims, aan het eind van de ochtend bij de koffie, zette zich tegen de avond voort, ook zij hadden een slaapplaats geboekt in de refugio.

Samen met die twee andere gasten haalden Ans en Jan de sleutel op bij het gemeentehuis. Een dorpscafé bood de gelegenheid om een koel glas bier te drinken en daarna was het tijd om kwartier te maken. Bij de refugio bleek nog een andere oude bekende van Ans en Jan te logeren, Peter uit Hamburg
limoges e.o.

Men besloot de maaltijd gezamenlijk te nuttigen. Hiertoe deden Ans, Jan en Gregor nog snel wat inkopen. En terwijl ieder daarna bezig was met eigen zaakjes bereidde Jan de maaltijd: een pastaschotel en een tomatensalade. Gegeten werd er buiten, in het avondzonnetje.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

Salade van flageoletboontjes…

9 oktober 006

In tegenstelling tot in Frankrijk vind je de flageolets in Nederland zelden vers. En als droogboon vind je ze al helemaal niet. Zonde, want het is een lekker boontje.

In blik worden flageolets echter wel aangeboden, een aantal grotere conservenproducenten heeft ze in het assortiment. Wij kopen in Nederland doorgaans die van Bonduelle.

Het is een groen boontje, het smaakt niet melig, is een tikje zoet en heeft een fijnere smaak dan bijvoorbeeld de witte boon. Die uit blik zijn gaar en kunnen zo gegeten worden.

Wij hebben altijd flagolets op voorraad. Ze vormen een uitstekend bijgerecht bij gegrild vlees en bij vis. Je verrijkt er je groentenschotel mee en je maakt in een mum van tijd een salade. Dat laatste is zoals wij ze doorgaans gebruiken, op zijn minst een keer per week, hetzij als snelle lunch, hetzij als bijgerecht bij de avondmaaltijd. Wie schets mijn verbazing nu blijkt dat we de bonensalade nog nooit op deze web site hebben beschreven. Ook recente foto’s zijn niet voorhanden. Enfin…

  • Open een blik en stort de flageolets in een zeef. Spoel ze eventueel even met koud water. Laat ze uitlekken.
  • Snijd een kleine ui in ringetjes en meng die door de bonen.
  • Maak een dressing van olijfolie en wat azijn, peper en zout en giet die over de groenten. Meng goed en je salade is klaar.

En echt waar lezer, zo simpel is het. Natuurlijk kun je de salade verder naar smaak versieren, maar de basis is zo eenvoudig als wat.

In de salade op de foto gingen er verder cherrytomaatjes, ingelegde kappers en verse peterselie bij. Oregano in de dressing is prima. Een gesnipperd pepertje kan, ansjovisjes ook. En vergeet de knoflook niet.

Kortom lezer, je kunt met de basis duizend kanten in. Een beetje grabbelen in je keuken of kelder, een beetje combineren en je zet in luttele vijf minuten een maaltijd op tafel. Flageolets zijn gezond en kosten weinig.

© paul

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 38…

limoges e.o.

04-05-2014. De etappe ging van Saint-Laurant-les-Eglises naar Limoges, 30 kilometer.

Limoges was een oude Romeinse vesting, een kruispunt van Keltische handelswegen,  een middeleeuwse Bisschopsstad, een Cultuurstad, een Keramiekstad. Een van de drie Franse Nationale musea voor Keramiek was hier te vinden. De wandelaars mochten zich verheugen op wat meer stads comfort, maar eerst moesten zij er natuurlijk nog wel even naar toe wandelen…

Deze dag gingen de wandelaars op tijd op pad. Om 07.00 uur stonden ze al op de Camino. De dag hiervoor hadden ze de Creuse verlaten en stapten de pelgrims het departement van La Haute Vienne binnen. En ook hier weer prachtige vergezichten, langzaam verdwijnende mist en een doorbrekende zon. Het was evenwel bikkelen, zoals Ans het noemt. Over de eerste 15 kilometer deden de wandelaars maar liefst 5 volle uren. Dat zei wel iets over de zwaarte van het terrein; een gemiddelde van 3 kilometer per uur lag normaal gesproken ver onder het vermogen van Ans en Jan…

Gelukkig lag er deze dag wel een uitspanning aan het Pelgrimspad. Een stokoud café met een heel bijzondere uitstraling. Aan de bepleisterde muren hun niet één prent, niet één reclameschild, helemaal niets. Het meubilair stamde uit de negentiende eeuw, maar wel stond er een piano met bladmuziek. Van de w.c. hebben we een foto, kei skôn schrijft Ans. (Eh ja, waar is die dan?..)

Enfin, ze hadden er sterke koffie en het was er goed rusten. Dat hadden de wandelaars dan ook nodig, want na de afstap ging de tocht in alle zwaarte verder, oogstrelend mooi maar tot op het bot vermoeiend. Vriend Jan en Dochter Loes hadden hun vakantie zo gepland dat ze deze dag de reizigers nog zouden treffen, voor het laatst. Ze reden hen vanuit Limoges een stukje tegemoet. limoges e.o.

Terug in de Limoges liet men de stempel slaan en koos voor een verdiende verversing op een stads terras. Vriend Jan had intussen kwartier gemaakt. Hij verzorgde ook de avondmaaltijd. Een stevig soepje en een bord pasta. Het gezelschap bracht de nacht door in de Oude Kampeerbus.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>