De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 88…

Spaanse waterkruik
24-06-2014. De etappe ging van Melide naar Arzua, 18 kilometer.

Ezeltjeskruik noemde Jan van Gemert het ding. Jan bezat verschillende exemplaren, hij bracht ze mee uit Spanje. Ik was op slag verliefd op die kruiken en zeurde hem de kop gek ten einde er een van hem te kunnen overnemen.

Nu had Jan al jaren een oog op een van de Koreaanse potten die in onze keuken stonden te lonken, dus lag het voor de hand om een handeltje te maken: hij die ene Koreaanse pot, ik een ezeltjeskruik. En we werden er geen van beide slechter van: ik bezat twee nagenoeg identieke potten, ik kon er dus een missen. En Jan zat so-wie-so ruim in z’n kruiken.

Of de naam ezeltjeskruik authentiek was weet ik niet, ik heb altijd een vermoeden gehad dat Jan de naam zelf verzon. Maar het dekte wel min of meer de lading. De kruik werd gebruikt op reis of bij het werk op het veld om de dorstige boer of reiziger de kans te bieden zich te laven aan koel helder water. Hij (de kruik wel te verstaan, niet de boer) werd dan aan de haam of het zadel van paard, muildier of ezel gebonden. De kruik had een platte achterkant, zodat hij gemakkelijk tegen de flank van het beest bleef hangen en niet vervelend ging schommelen. Het materiaal waaruit de kruik werd gebakken was een eenvoudige, wat ruwe klei (vuile pijpaarde misschien) en glazuur ontbrak er in het geheel.

De reden dat dat glazuur ontbrak was eigenlijk een simpele. Dit soort kruiken werden ‘s nachts in de waterput gehangen. Ongeglazuurde gebakken klei was licht poreus en dus zoog de kruik zich vol koel water. En ook de inhoud was koel; bronwater kwam zelden warmer dan 10 graden opgeborreld.  En aangezien steen een slechte geleider was liet de kruik overdag slechts mondjesmaat zijn koelte los. Pas in de avond raakte het water aan de lauwe kant, maar dan werd de kruik weer voor een nacht in de waterput gehangen. Simpele natuurkunde, maar onwaarschijnlijk effectief in gebruik.

Enfin, de kruik hangt intussen al weer een jaar of vijfentwintig in onze keuken, je mag hem wel komen aaien als je wilt. Dit exemplaar komt uit Baskenland, maar ik begrijp dat ze in een grote delen van Spanje in gebruik zijn of waren. Bij nader inzien lijkt de kruik wel wat op die Tietjeskaas. Dat zal dan de Noord-Spaanse invloed zijn…
IMG-20140624-WA0000

En terwijl ik dat verhaal van die Ezeltjeskruik zat te verzinnen kwam er een foto binnen op Ellens telefoon, het was nog vroeg in de ochtend. Een afbeelding van een Caminobaken was het; Santiago 50 kilometer, het stond er echt! Op slag kreeg ik de kriebels, het einde van de reis was nu overduidelijk en onvermijdbaar in zicht.

Op 26 juni wilden de pelgrims Santiago de Compostella binnentrekken, zo stak het in de planning. Die afstand van een goede 50 kilometer kon dus uitgesmeerd worden over drie werkdagen. Over een slaapplaats maakten ze zich niet druk, er was zat te vinden zo dicht bij de Pelgrimsstad. Ook leeftocht inslaan vormde geen probleem meer. Geniet die laatse drie dagen zoveel mogelijk, hield een medepelgrim hen voor. En Ans en Jan dachten er precies zo over.

Een wekker werd er niet meer gezet, men zag wel… Tegen 07.00 uur stonden Ans en Jan op en om 07.30 was het tijd om op te stappen. Een eenvoudig ontbijt met geroosterd stokbrood en jam werd weggespoeld met een kop sterke koffie, Spaans ontbijt noemde Ans het…
IMG-20140624-WA0017

De dag lag open en de route was niet lang, alle tijd om her en der aan te leggen. Het begon al in de Santa Maria, een van oorsprong romaans kerkje in de vertrekplaats Melide, waar de reizigers onder de indruk raakten van de laat middeleeuwse freco’s.

In de buurt van de kerk had het Toersitenbureau zich gevestigd, daar moest de stempel worden gehaald. Daar ook kregen de pelgrims te horen dat er op de laatse 100 kilometer minimaal twee stempels per dag gehaald dienden te worden, wilde men in aanmerking komen voor het Santiago-diploma…  Het is niet geheel duidelijk hoe Ans en Jan hierop reageerden, maar het thuisfront was verbolgen.

Het zou betekenen dat de eerste de beste smurf die die  laatste ( en voor hem enige) honderd kilometer op z’n janboerefluitjes wandelde en wat stempeltjes liet slaan, aan het eind z’n speldje kreeg, terwijl wandelaars met 2400 kilometer in de benen het verder wel kunnen schudden. Welke Paap was hier uit de bocht gevlogen? Enfin, we zouden zien…

De hagelstenen van de vorige dag, groot als golfballen, waren nog niet geheel weggesmolten op de hogere delen van de tocht. Het was de sport om erover af te dalen, het leverde een aardig plaatje op.

Het was deze dag toch weer flink klimmen. De wandelaars vonden het niet erg, het ging hen gemakkelijk af. Maar begrijpen deden ze het niet helemaal; het voelde aan alsof men naar grote hoogte steeg, terwijl Santiago op korte afstand lag, op slechts 251 meter.

Door de eucalyptusbossen voerde de etappe naar Castaneda. In dat plaatsje lag een kerkje waar maar liefst drie prachtbeelden van Jacobus te vinden waren. Het loonde de moeite ze te fotograferen.
IMG-20140624-WA0005

In Azura werd dan geboekt bij de Pelgrimsherberg. Een prima plek om te zijn, vriendelijk en redelijk ruim van opzet. Een goed geoutilleerde keuken bezat de herberg ook, van alle gemakken voorzien om zelf een pelgrimsmaal te bereiden. Vreemd genoeg waren er dan geen pannen te vinden, en ook aan bestek ontbrak het er. (Bondje met de Horecaf…) Typisch voor de streek dachten Ans en Jan, ze hadden het al vaker meegemaakt. Zijn benieuwd of ze hier de cursus naaien zonder draad al gehad hebben schrijft Ans.

Maar goed, het werd verplicht buiten de deur eten, merkten de wandelaars wat benepen op. Wij, thuis aan de keukentafel (Ellen, Vriend Jan en ik) keken elkaar wat verwonderd aan toen we het verslagje uit Arzua lazen. Wat willen jullie nu toch? Jullie zouden gaan genieten, waarom dan geklaagd over ontbrekend kookgerei… Zoek een goed restaurant op, profiteer van de mooie Noord-Spaanse keuken, kies uitgelezen spijzen en laat je vollopen met de beste drank. Jullie hebben het verdiend…
IMG-20140624-WA0018

De lunch, deze dag, was niet oudbakken. Knapperig vers brood  en twee bakken Paterkesbier. En ach, dat kaasje…

Ans sliep die nacht in bed nummer 33. Het gaf al een beetje een thuisgevoel.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Verse kapucijners….

Kapcijners
En in een keer is het er weer allemaal, de markt ligt er vol mee. De verse peulvruchten jaargang 2014. Niet alles komt uit Nederland en het merendeel is kassenwerk, maar toch…  We aten intussen al verse doperwten, peultjes, tuin- en snijbonen.

Zondag waren de kapucijners aan de beurt. Ik schrijf het elk jaar en ik blijf me er altijd weer over verwonderen. Verse kapucijners worden mondjesmaat aangeboden, en voor slechts een korte periode. Het aantal mensen dat in mijn omgeving verse kapucijners eet is op één hand te tellen. Doodzonde, het is bijkants de lekkerste groente die ik ken…

Je poolt ze zelf, ik doe het graag. Naar aanleiding van de reacties die Ellen op de foto kreeg toen ze hem plaatste op Facebook, hebben nogal wat mensen daar moeite mee of een hekel aan. Onbegrijpelijk.

De kapucijnererwten gaan vervolgens in ruim water in de pan. Als het water kookt duurt het nog een goede zes minuten. Proef even of je ze gaar genoeg vindt. Wij hangen het aloude adagium aan dat je peulvruchten kookt zonder zout.

Giet de kapucijners af. Intussen heb je spekjes uitgebakken. Je schudt de kapucijners in een schaal en werkt de spekjes erdoor. Én een paar lepels spekvet uit je braadpan.

That’s all folks…

© paul

kapucijners

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 87…

IMG-20140623-WA0006
23-06-2014. De etappe ging van Hospital de la Cruz naar Melide, 24 kilometer.

Kyan was jarig, en dat was zelfs te merken op de Camino de Santiago de Compostella; opa’s rugzak was versierd, hij vierde ook een beetje feest voor zijn kleinzoon… Hiep, hiep, hoera voor Kyan!

Om 06.30 uur stonden de wandelaars op, een goed half uur later waren ze al onderweg. Bij de eerste de beste gelegenheid, en dat was al na drie kilometer, werd er ontbeten: gebakken eieren met spek.

Al snel toonde de omgeving zich heuvelachtiger, met hier en daar een behoorlijke klim. De route trok door heidevelden en door de Sierra de Ligonde, waar de granieten heuveltjes boven het groen uittorenden.

Het was nog een goede 75 kilometer gaans naar Santiago toen de eerste eucaliptusbomen zich aandienden. Al geruime tijd voordat ze in het zicht kwamen hadden Ans en Jan het geroken, die weldadige, wat prikkelende geur van eucaliptus…
IMG-20140623-WA0009

Er verschenen ook steeds vaker stenen kruisen aan het pad, Cruceiro’s, met daarop verbeeldingen van de Lijdensweg en het leven van de Maagd. Je vond ze heel Galicië door.

Op de juiste tijd kwamen de wandelaars aan in het dorpje Palaso de Rei, het was twaalf uur en tijd voor de lunch. Ditmaal niet met meegenomen brood en kaas, maar met een heuse snack: een smakelijke hotdog. Het leek bijna een frikandel speciaal schrijft Ans, we misten nog het gleufje en de uien… 

En verder ging het weer, nu door een vochtig gebied. Het was uitkijken geblazen, er moest voortdurend over stapstenen worden gelopen, ten einde geen natte voeten te krijgen. En voortdurend waren er die kleine boerendorpjes. En ook nu lag er weer overal mest voor de boerderijen en werden de koeien gehoed door de boer zelf. Het oogde er als 50 jaar geleden en zo rook het er ook.
IMG-20140623-WA0012Nagenoeg elk huis had een Horreos, een natuurstenen graanopslag op poten. Het was de Galicische manier om ongedierte bij het graan weg te houden.

In Melide vonden de wandelaars een slaapplaats. De reizigers waren nog niet binnen of er brak een hagelbui los. Stenen zo groot als golfballen!

En dan restte er deze dag nog een maaltijd en voetbal…
IMG-20140623-WA0008Ans en Jan ondertekenden hun berichtje met: JAns Lopez…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 86…

22-06-2014. De etappe ging van Ferreiros naar Hospital de la Cruz, 20 kilometer.

Queso de Tetilla heet het kaasje, Tietjeskaas. Je mag het grof vinden, je mag het grappig vinden, je mag zelf een naam verzinnen (Borstjeskaas, Bustenkaas), maar de kaas heet in het Spaans Tietjeskaas.

Het is een halfhard koemelkkaasje, friszurig met een iets zoutige boventoon. Het kaasje ontleent zijn aroma aan de koolzaadbloemen die het vee als voeder krijgt. Oorspronkelijk kwam de kaas uit de buurt van La Coruña en Santiago de Compostella, maar tegenwoordig mag hij in heel Galicië geproduceerd worden. Het kaasje heeft een Europees beschermde status. Het wordt ‘t liefst gegeten in blokjes gesneden of in plakken. Kweepeergelei is er een ideale begeleider bij.

Ans wist slechts virtueel van het bestaan van de kaas, maar toen zich deze dag een mogelijkheid voordeed om in het écht kennis te maken liet ze die kans niet voorbij gaan. Er moesten so-wie-so boodschappen worden ingeslagen en de grutterszaak waar de wandelaars binnenstapten verkocht ook kazen.

Ans vroeg in haar beste Spaans naar Tetilla. De man keek haar wat vreemd aan, hij verstond haar niet. Ze vroeg het nog eens, maar de man bleef zijn wenkbrouwen fronsen. Tot hem een licht opging. Ah, Queso de Tetilla sprak hij en maakte met zijn hand een bollende beweging ter hoogte van zijn borst. Dan troonde hij de wandelaars mee naar de kaashoek. Daar lagen ze netjes uitgestald, de Tietjeskazen. De kaas was zo zacht als een vrouwenborst, schrijft Ans… Het was slechts een klein intermezzo en het geschiedde in de stad Portomarin. Voordat de pelgrims die stad bereikten hadden ze er al de nodige kilometers opzitten.
IMG-20140623-WA0000

Een vroeg ontbijt was snel genuttigd en de wandelaars stonden dan ook al om 07.00 uur op het Pelgrimspad. Het had die nacht geregend en de hele atmosfeer ademde frisheid uit. De zon steeg langzaam boven de kim en de temperatuur voelde prettig aan. Het eerste stuk van de route liep over een onverhard pad, maar langs een autoweg. Gelukkig was er niet veel verkeer.

Na een paar kilometer draaide het pad van de weg af en leidde het de wandelaars door oude eikenbossen. Op sommige stukken was het pad afgeboord door met allerhand struweel begroeide muurtjes, dan weer waren het akkervelden en weilanden die het landschap vormden waar de weg doortrok.
IMG-20140623-WA0003

De stad Portomarin werd bereikt via een lange brug over de rivier de Miño. Aan het eind van de brug diende zich een hoge stijle trap aan die naar het centrum van de stad leidde. Een mooie stad, meenden de wandelaars, en erg rustig.

In 1962 damde men de Miño in om het Stuwmeer van Belesar te vormen. Ten gevolge daarvan kwam de oorspronkelijke gemeente Portomarín onder water te staan. Heel wat waardevolle historische gebouwen werden zorgvuldig afgebroken en in het naburige Monte do Cristo steen voor steen weer opgetrokken. Het bekendste voorbeeld was de romaanse kerk San Nicolás waarvan elke steen genummerd werd. Op veel stenen kon het nummer nog afgelezen worden. Als het waterniveau van het stuwmeer laag stond, zag men de overblijfselen van de oude gebouwen nog.
IMG-20140623-WA0004

Na het bezoek aan Portomarin en het kaasavontuur volgde nog een pittige klim. De pelgrims kwamen nauwelijks andere wandelaars  tegen. Het brood werd gegeten op een verlaten picknickplaats in het bos. Daarna legden Ans en Jan het laatste stukje van de etappe af om ten slotte te eindigen in Hospital de la Cruz, een nauwelijks dorp te noemen gat. Een Pelgrimsherberg, een restaurant en vier huizen, meer was het niet. Raar genoeg kwamen de wandelaars voor het eerst sinds tijden geen enkele bekende tegen.

De relatieve rust op dit deel van de route viel Ans en Jan reuze mee. Het was nog steeds niet écht filelopen en ook de drukte bij de diverse slaapplekken bleek te overzien.

De lucht begon te betrekken, er kwam regen. Snel werd de was binnen gehaald en opgeborgen. Het was tijd voor de avonddis.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 85…

IMG-20140602-WA0003
21-06-2014. De etappe ging van Samos naar Ferreiros, 28 kilometer.

Logroño zie ik je denken, daar kwamen die gasten toch al een dag of twintig geleden doorgetrokken. En ja, dat weet ik natuurlijk ook wel. Maar het gaat me hier om de artistieke kwaliteit van de tegel op de foto. Dat vind ik namelijk misschien wel de mooiste Jacobswegwijzer die ik in al die tijd gekregen heb. Destijds kon ik hem niet kwijt in het artikel en daarna schoof de foto steeds verder op in ons archief, op weg naar de vergetelheid. Tijd voor eerherstel…

De kracht zit ‘m in de tegenstelling van de strakke eenvoudige letter en de gestileerde schelp tegenover de organische pijl. Die picturale inhoud én de kwaliteit van de compositie verraden dat een beeldend kunstenaar zijn of haar best heeft gedaan. Het werk doet me onweerstaanbaar denken aan het oeuvre van de door mij bewonderde Antoni Tàpies, de Spaanse kunstenaar en Zenboedist, die met een op straat gevonden touwtje een meesterwerk maakte.

Vanaf een foto determineren is altijd ingewikkeld. Met paddenstoelen bijvoorbeeld doe ik het nooit! Je voelt niks, je ruikt niks, je kunt niet proeven. Je kunt alleen afgaan op wat je ziet en dan maar hopen dat de foto niet bedriegt. (Breng me een paddenstoel in levenden lijve en ik vertel je of je hem eten kunt..)

In het geval van deze bewegwijzering is uit de foto niet écht op te maken of die van keramiek is of van metaal, maar laten we er vanuit gaan dat het gebakken klei is. De witte letters en de schelp liggen verhoogd op het oppervlak van de tegel, ze zijn waarschijnlijk met behulp van een roller geglazuurd. De pijl echter is vormgegeven met een andere techniek, genaamd Verloren Was.

Je gebruikt vloeibare was (of een equivalent daarvan) en schildert een afbeelding op de kale tegel en vervolgens giet je een laag glazuur over de tegel, op de plaats waar was zit zal het glazuur niet pakken. Bij het bakken in de oven zal de was verbranden, het glazuur brand een huid op de tegel. Daar waar het glazuur zich niet kon hechten, op de plaats dus waar oorspronkelijk de was zat, ontstaat een afbeelding in de kleur van de kale, ongeglazuurde, gebakken  klei.

Bij het doorploeteren van al die Santiagoblogs op internet kwam ik meer afbeeldingen tegen van dit ontwerp, met andere plaatsnamen. Ik kon ze tot mijn spijt niet meer terug vinden. De wandelaars hadden evenwel andere zorgen aan het hoofd deze ochtend…
IMG-20140621-WA0003Om 06.00 uur ging de grote lamp aan in de Pelgrimsherberg en iedereen sprong uit bed, zo ook Ans en Jan. Het ontbijt werd in zeven haasten weggewerkt in de Bar aan de overkant, de wandelaars wilden snel op pad.

Na enkele minuten, ja wat dacht je, kwamen de pelgrims er tot hun verbijstering achter dat alweer de Staf van Zjoske ontbrak aan hun schamele bezittingen. Er zat niets anders op dan terug te lopen naar de Ontbijtbar. Tot hun schrik moesten Ans en Jan constateren dat de Staf daar niet was achtergebleven. Dan maar snel naar de Herberg, hopend dat daar nog vrijwilligers aanwezig waren en de deur nog niet was gesloten voor de dag. Evenwel bleek ook de Herberg niet het onderkomen voor het kleinood. Dan volgde er een tocht langs de Horecaf van Samos. De Staf werd uiteindelijk terug gevonden in het café waar de dag hiervoor het aankomstbier werd gedronken. Wat een geluk! schrijft Ans, alweer!
IMG-20140620-WA0002

Over de route vermeldt het verslag van Ans en Jan niet erg veel. Ook vandaag werd er veel geklommen en gedaald. Het wordt er niet gemakkelijker op nu we dichter bij Santiago komen schrijft Ans, pittige klimmetjes…

Evengoed was het een mooie tocht in een groene omgeving. En hoewel de wandelaars door een aantal kleine dorpjes trokken was de algemene indruk er een van verlatenheid. En die zochten ze ook, de wandelaars vonden het de moeite waard om een omweg te nemen ten einde de grote stroom van pelgrims op de Camino te vermeiden. In de middag regende het een beetje…
IMG-20140621-WA0004Jan, kun jij aan Paul vragen om de foto van het eten met onze Amerikaanse vrienden te plaatsen op de site? Zij kijken ook op het Ministerie! Groet aan allen…

Ans, je vraag is mij een bevel. Asjeblieft, op je wenken bediend. (Voor het thuisfront: dat mannetje met bril en hemelsblauw T-shirt is ons vreemd. De man met het donkerblauwe T-shirt is David, de Presbyteriaanse dominee en vader van het meisje met de groene trui, Karin. We hebben hen al eens eerder ontmoet. De mevrouw in het midden heet Bamy, zij is de echtgenote van David en moeder van Karin. De jongeman in de roestbruine sweater heet Tyler. Hij blijkt de vriend van Karin te zijn. Bamy en Tylor voegden zich bij hun geliefden om de laatste 100 kilometer van de Camino de Santiago de Compostella mee te lopen. Oh ja, die andere twee gasten zijn pelgrims uit Nederland.) Zoiets Ans?..

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Stoofpot van borlottibonen en cavolo nero…

stoofpot van borlottibonen en cavolo nero

Naar aanleiding van het Santiagoartikel en de Berza besloten we om een eerder stukje over een stoofpot met soortgelijke kool te herplaatsen. Ellen schreef het in 2010.

Gisteren hebben we in de tuin van de Jongste Bediende de laatste aardappelen geoogst. Er scheen een heerlijk zonnetje en het was een waar genoegen om zo het “avondeten” op te graven. De één hanteerde de riek, de ander groef de piepers op en weer anderen sorteerden de krieltjes eruit. Ik ging met een pondje kersverse krieltjes naar huis en ik sneed ook nog wat cavolo nero, een Italliaanse koolsoort. Nicoletta schreef er al eens over. Ik las haar informatie nog eens na en zag dat deze kool eigenlijk pas in de herfst geoogst wordt. Beetje vroeg dus, maar de kool smaakte er niet minder om!
cavolo nero

Ik had nog allerlei restjes in de koelkast en besloot een stoofpot te maken met deze kool en borlottibonen. Ik had de bonen de avond ervoor al in koud water te weken gezet.

Voor een flinke stoofpan:

  • 200 gram borlottibonen, 12 uur laten weken
  • 300 gram cavolo nero, in fijne reepjes gesneden
  • 1 ui
  • 2 winterwortelen
  • 1 laurierblad
  • 150 gram ontbijtspek in kleine blokjes
  • een stuk gerookte worst
  • een stuk gebraden verse worst
  • wat tomatenpuree
  • 4 teentjes knoflook
  • 1 ui
  • wat selderij en peterselie

Giet het weekwater van de bonen weg en zet ze op met koud water en een bouquet garni van selderij, peterselie,laurierblad een wortel en een ui. Kook ze in ongeveer 1 uur gaar (proef of ze klaar zijn). Voeg pas zout toe als de bonen gaar zijn! Vis het bouquet garni en de ui uit de pan en voeg de kool toe, de tomatenpuree, de stukjes spek en de gerookte worst. Laat het geheel 20 minuten zachtjes koken tot de kool gaar is. Je hebt nu prima soep. Ik schepte er een deel van de bonen en kool uit en maakte daarmee een ovenschoteltje.

Fruit de ui met de knoflook even in wat olijfolie aan, voeg eventueel nog wat stukjes ontbijtspek toe en bak ze mee. Schik in een ovenschaal en schep er een deel van de bonen en kool op. Doe er nog wat gebraden verse worst bij en wat van de vloeistof. Zet het schoteltje 20 minuten in een voorverwarmde oven. Geef er een salade bij en knapperig stokbrood.

En espresso toe!

© ellen.

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 84…

IMG-20140618-WA0009

20-06-2014. De Etappe ging van Fonferia naar Samos, 20 kilometer.

Ik weet niet goed waar ik moet beginnen lezer. Het einde van de pelgrimage zit eraan te komen. Ans en Jan hebben een reisschema gemaakt om te zorgen dat ze op een afgesproken tijd in Santiago zijn. Dat is belangrijk omdat er hulptroepen onderweg zijn vanuit Gemert. Hulptroepen (Marjan en Theo) die garant staan voor de repatriëring van de pelgrims.

En aangezien Ans en Jan de voorgaande maanden voortdurend lange marsen maakten, meer kilometers dus dan noodzakelijk was voor het tijdsschema, hebben ze nu tijd over. De etappes worden dus korter en de wandelaars zijn nagenoeg elke dag vroeg in de middag op hun plaats van bestemming.

Zeeën van tijd hebben ze; ze gaan te laat naar bed, ze frequenteren de Spaanse Horecaf, doen wat cultuur op en pappen aan met elke reiziger op het Pelgrimspad.  Ik gun het hen van harte, dat ongebreideld genieten. Mede daarom ging men toch op pad.

De onvermijdelijk euforie die de pelgrim oploopt op het laatste stuk van de Camino lijkt ook Ans en Jan in zijn greep te nemen. De verslagen die ik binnen krijg worden warriger, de dagen beginnen door elkaar te lopen, er passeren pelgrims de revue waarvan we nog nooit gehoord hebben, terwijl Ans en Jan het doen voorkomen alsof wij al tijden geleden vriendschap met hen sloten.

Ach, het is allemaal niet erg, behalve dan dat ik mijn eigen warrige geest tot het uiterste moet inspannen om er nog chocolade van te maken.

Zo verteld Ans over de avondmaaltijd van de vorige dag (en als Ans erover schrijft dan is het belangrijk, dus moet ik erover berichten).

Het was een pelgrimsmaal, genoten in de Herberg waar men logeerde, samen met een hele hoop andere pelgrims. Stoofvlees kregen de reizigers voorgeschoteld, met verse doperwten, paddenstoelen en die geweldige aardappeltjes uit de streek. Een punt amandeltaart als toespijs. Maar waar het vooral om ging was die goed gevulde soep aan het begin van de maaltijd. Bonen zaten erin, en aardappelen. Verder peulen, wortel en ui. En een lokaal ingrediënt, Berza genaamd. Ans accentueert die Berza, ze vond het bijzonder en smakelijk.
cavolo nero

Enfin, die Berza kenden wij vroeger ook. Hij heette dan Mergkool en werd aangebouwd als veevoer, bij ons in Brabant, op de zandgronden van Limburg en in Gelderland. In de jaren vijftig van de vorige eeuw teulde men nog een goede 900 hectare, in 1976 was het areaal gereduceerd tot één enkel hectare.

Berza wordt nog veel gegeten in Portugal en in delen van Spanje. Die Berza vond jij lekker Ans, misschien moesten we dan een bondje sluiten. Berza is een volle neef van de Cavolo Nero, de Italiaanse zwarte kool. De smaak en de structuur van het blad zijn dermate hetzelfde dat je ze bij een blinde proeverij niet kunt onderscheiden. De Jongste Bediende bouwde een paar jaar geleden die kool voor Ellen aan. Kijk jij die man bij terugkomst een beetje lief aan en het zou zomaar kunnen gebeuren dat we volgend jaar met z’n allen weer achter een bord Berza/Cavolo Nero zitten. Enfin, laat ik maar aan het verslag beginnen.
IMG-20140621-WA0002

Ans en Jan hadden zich voorgenomen om uit te slapen, ze konden het zich permitteren. Echter na maanden van vroeg opstaan bleek het onmogelijk om plotsklaps dat ritme te veranderen. Allebei waren ze om zes uur wakker en met moeite bleven ze nog een half uur liggen, toen hadden ze er genoeg van en stonden op.
Die nacht sliepen er een goede 70 pelgrims in de herberg. De meesten waren al op pad, maar Ans en Jan hadden alle tijd van de wereld, ze hoefden slechts 20 kilometer deze dag. Wil uit Friesland liep de afgelopen dagen op met de wandelaars, maar ze ging het nu rustiger aan doen, ze zou de reizigers slechts de eerste 10 kilometer begeleiden.

Na een rustig ontbijt begaven Ans en Jan zich op pad. Mist hing in het dal en de bewolking hing laag, maar de omstandigheden om te wandelen waren prima. Het eerste deel van de etappe trok door groene heuvelen en langs mooie oude dorpjes. De open mestvaalten brachten herinneringen aan het oude dorp in Brabant in gedachten, het rook naar vroeger, naar Ome Antoon en Tante Drieka

Na 10 kilometer namen Ans en Jan dan afscheid van hun reisgenote van de voorbije dagen. Dag Wil, tot ziens! En getweeën trokken ze verder. Naar de kloosterherberg van Samos ging de tocht, en om het elkaar niet te moeilijk te maken kozen de wandelaars een alternatieve route. Het lag in de lijn der verwachtingen dat de tocht aardig vlak zou wezen, maar dat pakte anders uit. Het was een aaneenschakeling van klimmen en dalen. Uiteindelijk maakte het niet zoveel uit, de wandelaars hadden voldoende hellende kilometers in de benen. Ook deze tocht ging ze gemakkelijk af en het landschap toonde zich weer van de schoonste zijde.
IMG-20140621-WA0001

Albergue de los Padres Benedictinos, zo heette de kloosterherberg, er was plek voor 70 pelgrims. Zelf koken behoorde niet tot de mogelijkheden, dus werd het avondmaal genoten in de Bar tegenover het klooster. Gislène uit Perpignan was tafelgenoot.

De broodnodige cultuur voor deze dag werd opgesnoven in een middeleeuwse kapel in de buurt van het klooster, onder leiding van een gids van het toeristenbureau. En daarna spoedden de reizigers zich weer terug naar de Bar tegenover het klooster, waar ze verder een aangename avond doorbrachten met Alex uit Zürich en een Mevrouw uit België.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Valkenswaard-Handel-Valkenswaard, de pelgrimage…

IMG_0224Gisterenmiddag trok de pelgrimsstoet aan onze voordeur voorbij, en deze ochtend idem dito, maar dan de andere kant in. De pelgrimage van Valkenswaard naar het Mariadorp Handel, kerkdorp van onze gemeente, een tocht van 40 kilometer.

De Handelse processie ontstond in het begin van de 18e eeuw, maar de Mariaverering, dus ook de aantrekkingskracht op pelgrims van overal, stamt uit de middeleeuwen.

Ondanks de secularisatie van de samenleving boet de processie niet in aan populariteit. Ook Ans en Jan liepen de processie meerdere malen. De stoet die gisteren voorbijtrok bestond uit duizenden pelgrims.
IMG_0226

En dan die prachtige knollen van paarden… Allemaal opgetuigd op z’n ‘s zondags, een stuk of dertig waren het er.

En al is het Ministerie al een eeuwigheid geleden van z’n geloof gevallen, we zijn ieder jaar weer onder de indruk van de processie, van de Marialiederen, van de bedevaartgangers.
IMG_0229

Er liepen overigens ook trouwe fans van de Wandelaars naar Santiago de Compostella mee. Een hartelijke groet aan Ans en Jan…

Succes volkje, tot volgend jaar…

© paul

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 83…

IMG-20140620-WA0005
19-06-2014. De etappe ging van Vega de Valcarce naar Fonferia, 24 kilometer.

Ergens onderweg kwamen Ans en Jan dit plaatje tegen. Het moet heel recent geschoten zijn, want het type huisjes, zoals op de achtergrond komt nauwelijks buiten Galicië voor en daar waren ze pas met deze etappe aangekomen.

Het lijkt alsof de afbeelding is uitgebeiteld uit een plaat steen, maar ze zou ook van metaal kunnen zijn, gegoten in een mal. In dat laatste geval mag je ervan uitgaan dat de afbeelding eerst in klei is gemaakt.

Het mannetje op de voorgrond speelt op een doedelzak, een Gaita. Een eenvoudig instrument vergeleken bij dat Oorlogskanon van Jan. Het heeft maar één muziekpijp, één bardon en een eenvoudige inblaaspijp met een beperkt fluitmechanisme.

Ik heb op zolder nog een Gaita liggen, ik kreeg hem lang geleden van Vriend Hijn. Hij ziet er klassiek Spaans uit: gele zak, rode franjes. Die van mij komt uit het Baskenland. Eigenlijk dient een Gaita van geitenvel te zijn gemaakt, overtrokken met een fijne stof. Het heeft iets primitiefs, maar ook iets romantisch. Bij die van mij echter bestaat de blaaszak uit de binnenband van een automobiel. Ik heb er nooit geluid uit gekregen. Tsja…

Ans en Jan maakten deze dag wél geluid. Puffen deden ze, hijgen en steunen, op zoek naar hun tweede adem. Er moest deze dag gewerkt worden. Ik geef je het etappedraaiboek van Ans.

Na 2 kilometer begint de klim op 620 meter. Na 6,5 kilometer op 920 meter, na 9 kilometer op 1150 meter, na 12 kilometer op 1250 meter, na 18 kilometer op 1270 meter, na 21 kilometer op 1340 meter, schrijft Ans…

Er werd dus een hoogteverschil geslecht van 720 meter. Dat is op zich al niet niks, maar je dient erbij te bedenken dat na elke klim er een afdaling volgde waarbij de pelgrims onvermijdelijk en noodgedwongen weer een fors aantal geklommen meters prijsgaven. En ach, het lijkt welhaast ondenkbaar, maar het verslag van deze dag, inclusief die rotklimmen was een blijmoedig verslag. De wandelaars hadden zelfs ruim tijd om flink wat cultuur op te snuiven onderweg.
IMG-20140620-WA0004

Om 07.00 uur waren ze vertrokken en al na twee kilometer begon de klim. Door het dal van Valcarce ging het eerste stuk en dan omhoog naar de top van de Cebreiro, op 1250 meter. De beloning was echter een overweldigend vergezicht, afgeboord met hoge bergruggen. De wandelaars staken er de grens over, verlieten Castillië en trokken Galicië binnen. Er was  een grenssteen geplaatst. Nog 152 kilometer naar Santiago stond erop.

Evenals het Baskenland en Catalonië was Galicië een autonome staat binnen de Spaanse grenzen. Men koesterde de eigen cultuur, men sprak er de eigen taal, een taal eerder gelieerd aan het Portugees dan aan het Spaans. Galicië had de hoogste bevolkingsdichtheid van Spanje en het gold tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw als een van de armste gebieden van West-Europa.

Ans en Jan namen de kans waar en bezochten een Palloza en bekeken binnen-en buitenkant. Die Pallozas gingen qua type en bouw direct terug naar Keltische tijden aan het begin van onze jaartelling. Je vond ze overigens in grote delen van Europa, deze bouwwerken. Maar dan slechts als archeologische site, slechts het grondplan was overgebleven. Hier, in Galicië, stonden ze in het echt. Ze waren tot voor kort nog in gebruik als overwinteringshutten voor het vee. In wat vroeger dagen huisde er ook het volk van Galicië in. Heden ten dage werden de Pallozas gekoesterd, gerestaureerd, opnieuw gebouwd.
IMG-20140620-WA0001

Een aardigheidje: toen aan het eind van negentiende eeuw de Etnografie in zwang kwam werd er uiteraard ook volop onderzoek gedaan naar het toen nog achterlijke deel van Europa. De Pallozas werden voor het eerst wetenschappelijk beschreven door de volkenkundigen; Duitsers en Britten waren daar goed in. Toen ze dan uit hoofde van hun onderzoek vroegen naar de naam van de bouwwerken kregen ze te horen dat het Pallozas waren. Wat de wetenschappers niet wisten was dat Palozza in de Galicische taal staat voor het woord Paleis; de authentieke naam voor de bouwwerken was Casa de Teito. En zo kwam dan de benaming Paleis in de wetenschappelijke analen van de historie van deze primitieve bouwwerken. De Galiciërs koesterden de naam tot aan vandaag als een geuzennaam.

In O Cebreiro werd dan de kerk bezocht. De pelgrims vonden er de Galicische Graal en nog ander wonderlijk zilverwerk uit de hoogtijdagen van de middeleeuwen. Met lede ogen zagen de wandelaars aan hoe de toename van de drukte en het toerisme aan de Camino de Compiostella O Cebreiro langzaam veranderde in een soort Efteling. Jammer, maar waarschijnlijk onvermijdelijk.
IMG-20140620-WA0003

De hoogvlakten en dalen in het vervolg van de etappe waren dan weer oogstrelend. Het goede open weer maakte dat de reizigers onwaarschijnlijk ver konden kijken, Galicië oogde nog groen. En toen dan de top van de Alto de Poio, op 1340 meter, werd bereikt trakteerden Ans en Jan elkaar op koel schuimend bier. Het was de ultieme beloning na deze klimtocht. De laatste vier kilometer naar Fonferia liepen naar beneden.

De Pelgrimsherberg in Fonferia bleek een aangenaam onderkomen. Er werd gezamenlijk gegeten. Daarna volgde een gezellig avondje voetbal. En de wandelaars gingen wéér te laat naar bed.

En dan was er onderweg nog dat mannetje, laten we hem Don Q. noemen. Hij had een ateliertje waar hij stokken en staven maakte voor de pelgrims naar Santiago. Je kon ze bij hem kopen, ze waren niet duur. Ans en Jan raakten aan de praat en mochten zijn werkplaats bekijken. De Staf van Zjoske vond hij maar niks, die dikke knobbel aan het eind was hem te onpraktisch.
IMG-20140620-WA0000

Ach lezer, allemaal naijver en achterklap. Wat denkt zo’n mannetje wel niet. Onze Staf van Zjoske niet goed? Nou ja…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 82…

IMG-20140618-WA0010
18-03-2014. De etappe ging van Cacabelos naar Vega de Valcarce, 25 kilometer.

Mogelijk is het je opgevallen lezer, maar van die Kabouters hoor je weinig meer. Toen Ans en Jan eenzaam liepen te zwerven door de wouden van Frankrijk, soms dagen verstoken van enig menselijk contact, ja toen wel…

Dezer dagen is het waarschijnlijk te druk, té veel pelgrims op de Camino, om de fantasie de vrije loop te laten. De noodzaak om via hallucinatoire visioenen weerstand te bieden aan ontbering en verlatenheid zijn ver op de achtergrond geraakt.

Ook al is nu de bewegwijzering van het Pelgrimspad vele malen beter dan in Frankrijk, de dag hiervoor liepen de pelgrims dan toch weer eens hartstikke verkeerd, het kostte hen zomaar een aantal kilometers extra sjouwen. Waarom riepen ze nu niet de hulp in van die Kleine Mannen?

Duende noemen ze hem in Spanje. Het is duidelijk een etnisch afwijkend type, vergeleken met de Noord-Europese Dwerg. Hij (en zij ook) staat de mensheid ten dienste als wegwijzer. De Duende brengt het grotemensenvolk thuis wanneer dat verdwaald is in het bos.
Goya

En er is meer bekend over het Duendevolkje. Zo wonen ze in de muren van oude gebouwen en huizen, en het liefst in de buurt van de slaapkamer van kleine kinderen. Ze houden er de gewoonte op na om ‘s nachts de teennagels van de kindertjes te knippen. Op zich is daar niks mis mee, maar de Duendes bezitten een tamelijk gebrekkige fijne motoriek, zodat een en ander nogal eens leidt tot de amputatie van een teentje. Zeggen ze in Spanje

Fransisco Goya maakte de afbeelding, dus zal ze betrouwbaar zijn. Het is een ets-auqatint en ze behoort tot een serie van 80 prenten, allen met als onderwerp het bijgeloof, onwetendheid en onkunde. Los Caprichos was bedoeld als een artistiek experiment waarmee Goya de universele dwaasheden van de Spaanse gemeenschap waarin hij leefde wilde uitbeelden. Hij maakte de serie in 1797 en 1798, een paar jaar voordat hij zich ging toeleggen op het uitbeelden van de verschrikkingen van de Napoleontische Oorlogen die zijn land in verderf stortten. Als modern kind van zijn tijd hing Goya de Verlichting aan. Een deel van de prenten is dan ook ronduit antiklerikaal.

Of Goya de Grootste Spaanse Kunstenaar Ooit is, ik weet het niet. Ik zou zomaar nog een stuk of vijf Grootste Kunstenaars kunnen opsommen. Maar zijn belang is evident; zowel politiek als artistiek…

Enfin, de wandelaars hadden aan het begin van de dag andere zaken aan hun hoofd. Hier kun je alleen maar slapen schrijft Ans, dus zonder ontbijt op pad…

Gelukkig deed zich al na drie kilometer een mogelijkheid voor om de valse start goed te maken. In een klein eethuis nam men gebakken eieren met spek, een eenvoudig maar effectief pelgrimsontbijt. Pieros heette het plaatsje waar de herberg stond.

Als snel na de vroege maaltijd liepen de wandelaars Villafranca del Bierzo binnen, een in de 12e eeuw gestichte stad. Klein Santiago werd ze sinds de vroegste tijden ook wel genoemd, als gevolg van de aanwezigheid van talloze kerken en kloosters en andere voorzieningen voor de pelgrims. Al vanaf het begin vestigden zich veel Fransen in de stad, aangemoedigd door de Franse overheden. De naam van de stad verwijst ernaar…
IMG-20140618-WA0005Verder ging dan de tocht door een glooiend landschap. Vriendelijke dalen, kabbelende beekjes,hooggelegen akkers en wijngaarden. Een groot deel van de tocht, zo’n 15 kilometer, trok langs een brede asfaltweg. Het was evenwel niet écht vervelend, de omgeving maakte veel goed. En het was dan wel heet en er was weinig schaduw te bekennen, de gedachte aan koel bier bij een laatste stop voor het einddoel van de dag maakte alles draaglijk.

De slaapplaats werd geboekt in de Gemeentelijke Herberg van Vega de Valcarce. Snel douchen, een maaltijd bereiden, gezamenlijk eten en het was alweer tijd om een café met televisie op te zoeken. Dat was in Spanje geen enkel probleem, álle café’s hadden een televisie. Om 18.00 uur begon de wedstrijd en de rest werd al snel geschiedenis.
IMG-20140618-WA0014

We beseffen steeds meer dat het eind in  zicht komt schrijft Ans, en dit geeft ondanks dat het bijna afgelopen is ook een heel goed gevoel.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>