Spelt…

spelt

In het boek “Made in Italy”, van Georgio Locatelli staat een mooi recept voor Borlottibonen met spelt. Het recept stond al een tijdje op mijn lijstje ‘nog eens te maken’. De borlottibonen zijn hier inmiddels zeer geliefd, in de soep of heel simpel met een tomatensaus. Over spelt wist ik niet veel. Locatelli schrijft in zijn boek dat bloem van spelt, Farro in het Italiaans, al door de Romeinen gebruikt werd voor brood en pasta. Daarom heet bloem in het Italliaans ook Farina. In Italie wordt de spelt niet alleen tot bloem gemalen, ook de hele korrel wordt gebruikt. De speltkorrels worden gebruikt in soepen, maar het gekookte graan kan ook worden gebakken en met rozijnen en olijven vermengd bij stoofschotels gegeven worden.

In Wikepedia staat het volgende over Spelt;

Spelt (Triticum spelta) is een soort grove tarwe Het kan gegeten worden in plaats van gewone tarwe. De smaak is iets anders dan die van gewone tarwe. De kafjes van gewone tarwe laten ook heel makkelijk los, terwijl die van de speltkorrel zeer vast zitten. Dit betekent dat ze er met een pelmolen afgepeld moeten worden voordat de speltkorrel gemalen kan worden.

Spelt is ontstaan in het Midden-Oosten, waar de soort al minstens 3000 jaar wordt verbouwd. In de Middeleeuwen werd spelt verbouwd in Europa in Zwitserland en Duitsland en Tirol. Spelt speelde een grote rol in de voedingsleer van de heilige Hildegard van Bingen. In de twinstigste eeuw is spelt bijna geheel verdrongen door gewone tarwe (Triticum aestivum), omdat speltgraan minder opbrengt per hectare, en omdat het pellen in de pelmolen extra tijd en geld kost.Spelt is ontstaan in het Midden-Oosten, waar de soort al minstens 3000 jaar wordt verbouwd. In de Middeleeuwen werd spelt verbouwd in Europa in Zwitserland en Duitsland en Tirol. Spelt speelde een grote rol in de voedingsleer van de heilige Hildegard van Bingen. In de twinstigste eeuw is spelt bijna geheel verdrongen door gewone tarwe (Triticum aestivum), omdat speltgraan minder opbrengt per hectare, en omdat het pellen in de pelmolen extra tijd en geld kost.

Spelt komt nu weer in de belangstelling bij de biologische landbouw omdat het minder bemesting nodig heeft, beter resistent is tegen ziekten, en een zogenaamde harde korrel met een hoog gehalte aan gluten heeft wat gunstig is voor het bakken van brood. Dit hoge gehalte aan gluten zorgt er overigens wel voor, dat spelt niet geschikt is voor mensen met coeliakie (gluten-intolerantie), wel bijzonder geschikt voor mensen met tarweallergie.

Sinds enige jaren wordt spelt ook weer in Nederland verbouwd. Meestal werken telers, molenaars, bakkers en leveranciers binnen één bepaalde streek samen aan de speltproducten. Succesvolle speltprojecten lopen in Ommen, Limburg, rondom Pieterburen en rondom Oss en Boxtel.

Tijdens onze laatste vakantie in Luxemburg zag ik in de supermarkt zakjes met speltrijst (de korrels dus) liggen, geteeld in het Parc Naturel Haute-Sûre (Lux). Onder leiding van het “Speltgenootschap” wordt daar ecologisch spelt geteeld. Deze spelt wordt onder andere gebruikt in de Luxemburgse bierbrouwerij Simon.

Hoog tijd dus om eens te gaan experimenteren met spelt. Ik besloot het Italiaanse recept voor soep met spelt en Borlottibonen te maken. Een grote pan soep op zaterdagavond is hier altijd goed.

De spelt moet eerst 24 uur geweekt worden en de Borlottibonen ook. Dus stonden er vrijdagavond twee grote kommen op het keukenblad; één met speltkorrels en één met Borlottibonen.

borlottibonen

Recept volgt!

© ellen

Borlottibonensoep met spelt…

borlottibonensoep met spelt

Locatelli schrijft in zijn boek:”Made in Italy” over deze soep dat Farro (spelt) traditioneel in gerechten voor feesten en festivals verwerkt wordt omdat men zegt dat het eten van spelt je gelukkig maakt! Misschien omdat spelt zoveel heilzame eigenschappen heeft; spelt bevat meer eiwitten dan linzen, veel voedingsvezel en samengestelde koolhydraten. Wat wil een mens nog meer? Nou ja, het moet natuurlijk ook nog wel lekker zijn! Proberen dus maar, vrij naar Locatelli;

  • Borlottibonensoep met spelt;
  • 200 gram spelt
  • 200 gram gedroogde borlottibonen (of 500 gram verse), knoflook, bleekselderij, salie, olijfolie
  • 4 tenen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 flinke wortel, fijngesneden
  • 1 ui, 1 rode ui, fijngesneden
  • 1 kleine rode paprika, zaad verwijderen en heel fijn snijden
  • 1 stengel bleekselderij, fijngesneden
  • 2 eetleples tomatenpuree
  • wat rozemarijn, salie en peterselie om te garneren
  • olijfolie
  • zwarte peper en zout.

De spelt wassen en 24 uur weken in koud water. De borlottibonen ook 24 uur weken in koud water, het water bij de bonen af en toe verversen.

Giet de bonen af en doe ze in een ruime pan samen met een paar tenen knoflook, een stengel bleekselderij en een bosje salie. Giet er koud water bij, ongeveer 2x het volume van de bonen. Zet de pan op het vuur en breng de bonen aan de kook. Schuim het water af en voeg dan een flinke scheut olijfolie toe. Doe de deksel op de pan en kook de bonen in ongeveer een uur gaar. Voeg pas zout toe als de bonen gaar zijn anders worden ze taai. Schep de bonen uit de pan en houd ze apart. Haal ook de knoflooktenen en de selderij eruit, die hebben hun werk gedaan. Bewaar het kookvocht.

Verwarm in een andere pan wat olijfolie en smoor daarin de groenten zachtjes gaar. Voeg de tomatenpuree erbij en roer alles goed om. Doe er dan het kookvocht van de bonen bij en 2/3 van de bonen. Pureer met de staafmixer alles tot een gladde massa.

Schep de spelt uit het weekwater en voeg ze bij de soep. Laat alles op een laag vuur 30 minuten koken tot ook de spelt gaar is. Blijf wel roeren, de spelt bindt de soep en zet makelijk aan in de pan. Als de spelt gaar is zijn de korrels ongeveer tweemaal zo groot als een korrel risottorijst.

Voeg dan de rest van de bonen toe en breng de soep verder op smaak met peper en zout. Schep de soep in de borden en besprenkel met een scheutje van de beste olijfolie. Strooi er nog wat vers gehakte platte peterselie, salie en rozemarijn over en geef er stokbrood bij met gezouten boter.

Voor de verstokte niet-vegetariers kun je er eventueel wat gebakken spekjes bij serveren, echt noodzakelijk is dat niet.

Zoals altijd was het druk op het Ministerie, genoeg volk om de pan soep tot de bodem leeg te eten. En wij waren het allemaal helemaal eens; van deze soep wordt je echt even helemaal gelukkig!

© ellen.

Eend met tutti frutti…

Eend met tutti frutti

Ik had een mooie tamme jonge eend en wilde er iets bijzonders mee doen. Stapels kookboeken met vele recepten voor jonge eend waren allemaal nét niet dat waar we zin in hadden; eend met sinaasappel, eend met vijgen, eend met zuurkool, eend met rode kool of witte kool, ik wilde toch iets nog anders. Wel leuk zo eens een paar uurtjes in de kookboeken neuzen, ik doe altijd weer een hoop inspiratie op.

Nu stond er in onze kelder al heel lang een pot met tutti frutti, ooit gekregen van de Jongste Bediende en Marleen. Zij waren uit eten geweest in een bijzonder restaurant, de naam is me helaas even ontschoten, en kregen na afloop een mooie wekpot met tutti frutti mee naar huis. De vruchten waren door de chefkok zelf ‘op sap’ gezet en gewekt. Ik besloot om deze tutti frutti te gebruiken bij mijn eend. Ik maakte de pot open en waarlijk hemelse geuren stegen op. Dit was geen gewone tutti frutti, dit geurde en smaakte heel bijzonder. Wijn, armagnac, fruit, niet al te zoet, een geur die me deed denken aan goede Franse plattelands restaurants. Ik twijfelde nog even of ik rode of witte wijn zou gebruiken maar koos uiteindelijk voor een rode Madiran.

 tutti frutti

Als je deze eend wilt maken moet je eerst zelf tutti frutti maken. Te koop bij delicatessenzaken of notenwinkels. De vruchten moeten eerst geweekt worden en daarna even gekookt met wat suiker en wijn. Voeg in dit geval ook een scheut armagnac toe.

  • Eend met tutti frutti:
  • een jonge panklare eend van ongeveer 2 kilo
  • tutti frutti
  • 3 blaadjes salie
  • een glas rode wijn
  • 100 ml olijfolie
  • zout, peper
  • een mespunt kaneel, een mespunt gemalen kruidnagel
  • een snee wit brood of een klein broodje

Meng kruidnagelpoeder, kaneel, peper en zout door de olijfolie. Bestrooi de binnenkant van de eend met peper en zout en vul hem met een deel van de vruchten en de salie. Naai de opening dicht en bind de poten wat op. Bestrijk de buitenkant van de eend met het oliemengsel. Verwarm de oven voor op 200 graden. Leg de eend op de borstkant in een braadslede en laat hem 30 minuten braden op 200 graden. Draai de eend om en breng de temperatuur omlaag tot 160 graden. Bestrijk nog eens met de olie en laat de eend nu nog anderhalf uur langzaam garen.

Verkruimel intussen het brood. Meng het sap van de tutti frutti met de rode wijn en bestrijk daarmee de eend regelmatig tijdens het braden. Gebruik een deel van het sap om het brood in te weken.

Eend met tutti frutti

Haal de eend uit de oven en houd hem warm. Zeef het braadvocht en schep het vet eraf. Verwarm de rest van het sap/wijnmengsel en voeg het braadvocht erbij. Knijp het geweekte brood uit en roer het door de saus. Als je goed krachtig roert zal het brood helemaal oplossen en de saus binden. Verwarm de rest van de tutti frutti. Leg de eend op een schaal en verwijder het bindgaren. Schik de vruchten er omheen en dien op. Geef er de saus apart bij. Wij aten er beetgare spruitjes bij en gekookte aardappeltjes en natuurlijk een mooi glas Madiran.

Espresso toe, een bijzondere maaltijd!

© ellen.

Runderstooflapjes met paddenstoelen en rode wijn…

runderstoof met rode wijn en gedroogde boleten

“Ik wil vanavond stoofvlees”,riep Ellen nog toen ze zich ‘s ochtends uit de voeten maakte, op weg naar weer een dag hard labeur. Ik kreeg nog net mee dat ze doelde op een gerecht uit de rubriek De Volkskeuken (Volkskrant), van de hand van Sylvia Witteman.

Witteman beschrijft in dat artikel onder anderen het gebruik van de “slow cooker”, het moderne elektrische equivalent van ons aloude petroleumstelletje. In die slow cooker laat je gerechten heel langzaam garen. Vlees wordt botermals en alle smaakstoffen komen uiteindelijk optimaal tot hun recht, er gaat niets verloren.

Ik heb geen slow cooker, en het petroleumstel verdween in een ver verleden naar een verzamelaar. Ik probeerde dan maar iets dergelijks na te bootsen met een goed afsluitende pan, het kleinste gaspitje en metalen vlamverdeler (afdekplaatje). Ook het recept heb ik wat naar mijn hand gezet, want Sylvia Witteman kookte een grote portie, van wel 2 kilo vlees. Zoveel had ik niet in huis, en zo veel wilde ik ook niet. Het gerecht voldoet nu voor vier personen.

  • 500 gram runderlapjes,
  • 1 grote ui, fijn gehakt,
  • 1 middelgrote winterwortel in schijfjes,
  • 2 tenen knoflook, fijn gehakt,
  • 2 takken tijm,
  • 1 blaadje laurier,
  • 1 flinke hand gedroogde paddenstoelen (boleten),
  • 1 kop bouillon,
  • 1 flink glas rode wijn,
  • snuifje bloem
  • boter,
  • peper en zout.

Bestrooi de runderlapjes met peper en zout en bak ze in hete boter aan weerskanten bruin. Fruit in een andere pan de ui, knoflook, wortel, tijm en laurier. Wanneer alles glazig geworden is, stuif je er de bloem overheen. Laat alles nog even doorfruiten en stort dan de groenten op het vlees. De wijn en de bouillon erbij en daarop de gedroogde paddenstoelen. Zet alles op zo laag mogelijk vuur en ga wat anders doen. Na vijf uur is je gerecht klaar. Zeldzaam mals vlees in een prachtig geurende saus.

De paddenstoelen hoef je niet te weken, dat gebeurt vanzelf tijdens het stoven. Ik gebruikte wat weinig bloem, dus de uiteindelijke saus was aan de dunne kant. Let wel op dat je pan goed afsluit. Indien niet, dan zal bij zo’n lange gaartijd de zaak droog koken. Ik gebruikte een grote hapjespan. Een caserol is ook prima. Ik liet het vlees vijf uur stoven op het kleinste pitje, dat dan nog was afgedekt met een kookplaatje. Misschien was mijn gerecht al een uur eerder klaar, wie zal het zeggen.

We dronken er een uitstekende Corbieres bij, die beschrijf ik nog wel eens…

© paul

runderstoof

Speculaasjes…

speculaas 008

Wat te doen met twee logeerkinderen op een druilerige zondagmorgen? Ze voelen zich te oud om naar de Sinterklaasintocht in het dorp te gaan kijken en met z’n tweëen is het huiswerk in een mum van tijd gemaakt en geleerd. Ook ónze Duitse en Nederlandse grammatica zijn weer helemaal opgefrist na de hardop-overhoring van de tweeling. Gewoon even de van buiten te leren woordjes van de keuken naar de kamer zingen…heel bijzonder zo’n tweeling aan het werk! Daarna nog een bezoekje aan oma, die woont hier vlakbij. En toen dreigde de verveling even toe te slaan. Een langsfietsende zwarte Piet bracht ons op het idee om een flinke stapel speculaasjes te bakken. De hele keuken plakt nu, zelfs de laptop plakt (even het recept opzoeken…) maar de beide dames hebben zich uitstekend vermaakt, het huis geurt heerlijk en de speculaasjes zijn voortreffelijk!

lotte en flora bakken speculaas lotte en flora bakken speculaas

lotte en Flora bakken speculaas lotte en flora bakken speculaas

Voor een flinke stapel kleine speculaasjes heb je nodig;
500 gram bloem
250 gram bruine basterd suiker
1 snufje zout
125 gram boter
1 zakje bakpoeder 1 groot ei
2 eetlepels speculaaskruiden
wat koude melk.

Meng bloem, bakpoeder, zout, suiker en de kruiden goed door elkaar. Snijd er dan met twee messen de boter door zodat je piepkleine klontjes boter hebt. (voor de kinderen was één groot mes gevaarlijk genoeg, zij hebben de boter er met de hand door gekneed.) Voeg het ei erbij en kneed met koele handen alles tot een mooie deegbal. Leg het deeg, ingepakt in folie, een half uur in de koelkast. Rol het deeg dan uit op een met bloem bestoven aanrecht en steek er figuurtjes uit.

Lotte en Flora zijn uren bezig geweest met het uitsteken van figuurtjes en de resten weer opnieuw uitrollen. Van het allerlaatste flinterje deeg werd een pepernootje gevormd.

Bak de speculaasjes in een voorverwarmde oven in ongeveer 20 minuten op 180 graden.

Lekker bij een kopje espresso!

De nieuwe rasp…

mosselen 026

Al weer tijden geleden vertelde ik je over onze zoektocht naar het ideale kaasmolentje. Ik heb het niet gevonden…

Dat hele mooie metalen exemplaar is vooral geschikt als keukensierraad. En die van Tupperware voldoet behoorlijk, tot de kaas echt hard wordt. Dan komt ook die in de problemen. Dan waren er nog een paar schaven die je in de hand houdt. In kookprogramma’s op de televisie zie ik daar de culi-sterren altijd driftig mee in de weer. En dat gaat ook aardig zolang je niet meer dan wat flintertjes over je gerecht wilt raspen. Maar wat te doen als je kaas al aardig hard aan het worden is en je toch een grote hoeveelheid hebben wilt?

We gebruiken uiteindelijk dan toch maar de gewone rasp. Vooral bij ingedroogde Parmasaanse of kontjes hard geworden Goudse vergt het enige behendigheid om te voorkomen dat je je vingers meeraspt, en moet je erg hard drukken dan wordt je gereedschap instabiel en loop je de kans dat apparaat en kaas door de keuken zeilen.

Onze laatste vakantie bracht ons weer eens in de Moeselsstad Trier, altijd aangenaam voor een dag vertier. Oudste stad van Duitsland, ooit voor korte tijd hoofdstad van het Romeinse Rijk, en niet te vergeten, Karl Marx werd er geboren.

Ergens aan de Grote Markt heeft de prestigieuse keukenhulpfabrikant WMF een ramsj-winkel ingericht. Ze verkopen er hun doorgaans peperdure restanten voor normale-mensen-prijzen. Altijd leuk om even binnen te wippen.

We vonden er de rasp van de foto. Zoals je ziet is het apparaat kegelvormig. Er zit een grote knop op die het je makkelijk maakt om het ding te fixeren. Je gaat er gewoon met je gewicht op hangen. Onder zit een rubberen rand die zorgt dat de zaak niet aan het schuiven gaat. Er zitten drie fucties aan het ding: een fijne rasp om bijvoorbeeld citroen te raspen, of gember, of mierikswortel. Een grovere voor onder anderen de kaas en dan nog een een hele grove voor de wortel, komkommer, aardappel. Het ding is ongeveer vijfentwintig centimeter hoog. We betaalden er veertien euro’s voor.

We gebruiken hem intussen al enige tijd en we zijn ronduit tevreden. Hier gaan we nog een hoop plezier aan beleven…

© paul

Gehaktballetjes en lamsworstjes uit de tajine met couscous en komkommersalade…

gehaktballetjes in tomatensaus

Dit weekende logeren Lotte en Flora bij ons. Hun ouders gaan een paar dagen uitwaaien. Het is al weer lang geleden dat ik met koken en boodschappen doen rekening moest houden met kinderen. Dus even goed nadenken wat er voor extra boodschappen gedaan moesten worden en we wat vandaag zouden eten; niet te scherp, niet te exotisch, géén spruitjes, wel een toetje, cola, chips, dropjes, chocolade…Een karretje vol ongewoon spul en dan blijken ze toch gewoon liever een bekertje melk te drinken…Eten was voorheen ook niet zo simpel met deze dames; ze waren nogal kieskeurig. De laatste tijd zijn ze echter dol op nieuwe smaken en eten bijna alles; Couscous dan maar met gehaktballetjes en lamsworstjes in tomatensaus met een eitje.

Een salade van komkommer met een dressing van Grieksse yoghurt en mayonaise met flink wat koreander erbij.

  • Voor vier personen:
  • 400 gram rundergehakt, peper,zout, raz-el-hanout kruiden en koreander
  • 4 kleine lamsworstjes
  • 4 eieren
  • 1/2 liter tomatensaus
  • 1 ui en een teentje knoflook, fijgesneden
  • flink wat verse koreander

Meng het gehakt met de kruiden en draai er balletjes van. Braad de balletjes bruin in een koekenpan met wat olie. neem de balletjes uit de pan en bak de worstjes in dezelzelfde olie ook even bruin.

Verwarm de tajine en bak daarin de ui en knoflook. Voeg de tomatensaus toe en de gehaktballetjes erbij en de worstjes. Laat alles zo rustig even stoven met de deksel op de tajine. Strooi wat vers gehakte koreander over de saus en breek vier eieren in de tajine. (Zorg dat je verse eieren hebt die blijven mooi in vorm, oude eieren lopen breed uit) Sluit de tajine en laat de eieren stollen. Dat duurt een paar minuutjes. Test af en toe of ze gaar genoeg zijn. Ze mogen niet te hard worden. Strooi nog wat vers gehakte koreander over de saus en dien op met couscous.

Voor ons een kopje espresso toe, voor de kids een banaan en mandarijntjes met chocolade…en daarna film…

© ellen.

Mosseltjes uit de hand…

mosselen 016

Gisteravond aten we weer eens gewoon mosseltjes “uit de hand”. We kochten ze in de super, het huismerk van AH. Het individu van de foto was exemplarisch voor de hele kook. Prachtige mosselen! Het hele seizoen al waren ze van dit formaat. Goed mosseljaar…

Een halve knolselder in dobbelsteentjes, een prei in ringetjes, een uitje fijn gesneden en een paar tenen knoflook grof gehakt, een pepertje, ontdaan van de zaadlijsten, en klein gemaakt. Olijfolie in de mosselpan warm laten worden en dan de groenten erbij. Alles even glazig laten worden . De mosselen erop storten en een scheutje witte wijn toevoegen en het vuur hoog. Even de deksel op de pan. De mosseltjes hoeven maar een paar minuten, en je maaltijd is klaar.

Daarbij wat stokbrood en zelf gemaakte mayonaise. De pan gaat zo op tafel. Naar believen neem je een mossel, of je lepelt wat groenten uit de pan. Het kookvocht is een uitstekend soepje geworde. Alles in een. Een glas Rivaner maakt de maaltijd af.

Kopje espresso toe.

© paul

Varkenshaasje met roquefortsaus…

varkenshaasje met roquefortsaus

De trouwe lezers hebben het denk ik wel gemerkt; het rommelt hier al weken in huis. Druk, vakantie, ziek geweest, onverwachte toestanden, lange werkdagen. Gevolg daarvan; rommelig eten, geen tijd om erover te schrijven! Wij begonnen onze rustige maaltijden te missen. Het eten, maar zeker ook even de tijd om samen te praten en van het eten te genieten. Ik weet niet hoe anderen dat doen maar wij komen af en toe tijd tekort. Deze week hebben we dus maar eens een start gemaakt met “onthaasten”, rustig koken, genieten en een beetje bijpraten en vandaag eindelijk weer een stukje met een recept! Bij deze dus:

  • Varkenshaasje met Roquefortsaus: Voor twee personen
  • 1 biologisch varkenshaasje
  • peper en zout
  • wat geklaarde boter om in te bakken
  • 1 glas droge witte wijn, ik gebruikte vandaag Rivaner
  • 75 gram Roquefortkaas in kleine stukjes gesneden
  • een flinke scheut room
  • wat verse platte peterselie, fijngehakt

Wrijf het haasje in met peper en eventueel wat zout. Verwarm de boter en bak daarin het vlees rondom bruin. De gaartijd is heel afhankelijk van dikte en gewicht van het haasje. Reken op ongeveer 16-18 minuten voor een varkenshaas van 450 gram. Het vlees mag nog een beetje rosé zijn. Haal het vlees uit de pan en houd het warm onder folie. Roer de baksels los met de witte wijn en voeg de stukjes Roquefort toe. Laat ze langzaam smelten en voeg de room toe. Laat de saus nog wat inkoken en doe er vlak vóór het opdienen de peterselie bij.

Serveren met gekookte aardappltjes en broccoli.

Kopje espresso toe. Eindelijk weer een ‘gewone” maaltijd en nog snel op tafel ook!

© ellen.

Luxemburgse peren…

luxemburg oktober 2009

Wat hebben Luxemburgers met peren? We vragen het ons af, en we ondervroegen autochtonen. De antwoorden waren niet bevredigend…

Toch is de peer als verschijningsvorm signifikant in het Groothertogdom, om niet te zeggen prominent aanwezig.

De Luxemburgse eau-de-vie-de poire behoort tot de beste van de wereld. Elk van de 38 officiële alcoholstokers heeft hem in zijn repertoir. En in de buffetkast van de “goede kamer” prijkt de metalen peer, onmisbaar bij het nuttigen van het digestif na de zondagse maaltijd. Het worden er minder, maar je vindt toch nog volop Leiperen tegen de boederijen, vaak van majesteitelijke vorm en respectabele ouderdom. De perelaar als erfboom zie je in nagenoeg elke tuin. Bij een groot diner horen peertjes van aardappelpuree. Elke supermarkt, elke traitteur biedt ze aan. En dan is er perengebak, perenbrood en er zijn chocolaatjes gevuld met perendrank. Er bestaat een fruitbier met perensmaak en je vindt Luxemburgse sekt verrijkt met Poire Williams.

Het peertje hierboven troffen we er aan bij een bakker. Zelf gemaakt, van de beste amandelspijs. Daar was geen witte boon aan te pas gekomen.

Maar hoe het nou zit met de Luxemburgers en die peren blijft een vraagteken.

© paul