Coca d’ espinacs, ofwel eenvoudige Spaanse pizza’s

coca d'espinacs, kleine spinaziepizza's

Je begrijpt wel beste lezer, wij zijn deze dagen een beetje op de Spaanse tour. De wandelaars passeerden de Spaanse grens en wij proberen ons zoveel mogelijk in hun wel en wee te verplaatsen. Het leek me een goed idee om weer eens van die eenvoudige Spaanse broodje te maken. Coca’s zijn een soort kleine pizza’s, maar dan zonder kaas. Geitenhoeders in de Spaanse bergen maken deze eenvoudige broodjes sinds een eeuwigheid.

Puristen zullen je vertellen dat een coca wordt gemaakt van deeg dat alleen uit water en meel bestaat dat men in de zon spontaan heeft laten rijzen. De coca wordt ingesmeerd met zout en olie en gebakken in de as van het vuur van een geitenhoeder. Het vuur zou branden op geitenkeutels zodat je zou verwachten dat de resten daarvan aan de onderkant van je coca te vinden zijn.

Ik kon zo snel geen geitenkeutels vinden dus bakte ik de coca’s in mijn eigen komfortabele oven thuis. We namen de broodjes mee voor onderweg en aten de rest hier op de camping op. Over een paar dagen als ons gezelschap gearriveerd is, wil ik toch de echte geitenhoedersversie eens proberen te maken. Zonder de keutels maar wel gebakken in de as van het kampvuur. Wordt vervolgd dus!

Goed, de thuisversie:

  • Voor acht kleine pizza’s
  • 500 gram bloem
  • 1 zakje gedroogde gist ( ik los de gist op in 150 ml lauw water en voeg dat mengsel dan toe aan de bloem)
  • dan nog ongeveer 300 ml water
  • snufje zout
  • 1/2 eetlepel olijfolie
  • 250 gram verse spinazie, fijngehakt
  • 2 lente-uien, in plakjes
  • 2 teentjes knoflook, in flinterdunne plakjes
  • 1 eetlepel pijnpitten
  • per coca één dungesneden ansjovisje

coca d'espinacs, kleine spinaziepizza's

Vorm kleine bolletjes van het deeg en laat die onder een doek rijzen. Kneed het deeg nog eens door en maak er platte schijven van van ongeveer 12 cm doorsnee en nog geen cm dik.
Leg de deegrondjes op een bakplaat en bekleed ze met de spinazie, pijnpitten, ansjovis, ui en knoflook. druk de spinazie goed in het deeg en besprenkel rijkelijk met olijfolie.
Strooi er wat zout over en laat de coca zo ongeveer 10 minuten narijzen.

Zet ze dan in een voorverwarmde oven en bak ze op 220 graden in ongeveer 15 minuten gaar. Haal ze uit de oven en sprenkel er nog wat olijfolie over.
Serveer met een mooie tomatensalade en wat geroosterd vlees, of gewoon zó, als lunch met een glas koele witte wijn.

© ellen.

Een mooi zomerdag; een feestje en daarna: simpele pasta; wat spek, knoflook, een sjalot, een paar tomaatjes en een paar blaadjes basilicum…

simpele spaghetti
Vanmiddag waren wij op het feest van Tante Nellie, de tante van Paul, een zusje van de moeder van Paul. Tante Nellie werd deze week negentig jaar en haar kinderen besloten dat dit heuglijke feit gevierd moest worden. Alle neven en nichten waren uitgenodigd en bijna iedereen was er ook. Wat leuk om onder het genot van een hapje en een drankje al die mensen weer eens te zien! Het werd een echte familiereünie. Leuk, staat er een mooie jonge vrouw voor je die zegt ‘ik ben nog wel eens met mijn moeder bij jullie op bezoek geweest, ken je mij nog’? Ik moest even goed nadenken en zag toen opeens het kleine meisje weer voor me… nu een echte beauty geworden… Tsja en zoals dat gaat, wij, de neven en nichten, worden ouder, we beginnen zo her en der wat kwaaltjes te krijgen, we praatten over ‘met pensioen gaan’, over hoe het is om lekker niets meer te hoeven doen, of hoe fijn het is om nog te mogen werken… Stralend middelpunt van het feest was natuurlijk Tante Nellie zelf. Ze genoot er zichtbaar van om al die mensen weer eens om haar heen te hebben, weer eens bij te praten, te horen hoe het met iedereen ging.

Kortom, het was een mooie middag, ik ben blij dat ik al die mensen weer even gezien heb en vooral goed te zien dat het Tante Nellie zo goed maakt. Zo wil ik ook wel negentig worden!

Thuis moest er natuurlijk nog wel even een maaltijd op tafel komen. Geen zin in meer in moeilijke dingen. Ik maakte een simpele pasta:

  • 1 sjalot, fijngesneden
  • 1 teentje knoflook, geplet en fijngehakt
  • 8 kleine tomaatjes, in partjes gesneden
  • een klein stukje gerookt spek (van de Sumiranboerderij) in kleine dobbelsteentjes
  • een Spaans pepertje, in hele fijne reepjes gesneden
  • beetje basilicum
  • olijfolie

Pasta koken. Beetje olijfolie in een andere pan  verwarmen en daarin sjalotsnippers, pepertje en knoflook even zachtjes aanbakken. Spekjes erbij, tomaatjes erbij. Even sudderen. Intussen is de pasta klaar. Afgieten en bij het ui- knoflook- tomaatmengsel voegen. Goed omscheppen en snel opdienen. Een supermakkelijke maaltijd! Salade erbij en toe nog een paar aardbeien.

En natuurlijk, een kopje espresso!

© ellen.

 

 

 

 

Langzaam gegaard buikspek

buikspek
Ik denk dat veel mensen in gedachten zo’n lijstje hebben met “dingen die ooit eens moeten gebeuren”. Dat kan variëren van “eindelijk de zolder opruimen, of één keer van die berg abseilen”, tot hele simpele dingen die je al heel lang eens wil doen maar wat er maar niet van komt. Ik heb een enorme waslijst van nog te doen dingen, ik ga die hier niet allemaal opnoemen er moet nog iets te wensen overblijven nietwaar? Maar dat ene recept wat er maar nooit van kwam… Juist! Langzaam gegaard buikspek, dat wilde ik nou al heel lang eens klaarmaken. Simpel, zou je zeggen, doe je toch gewoon even! Maar zo eenvoudig ligt dat niet.

Wij eten al jaren geen varkensvlees meer van varkens uit fokbatterijen. Er komt hier alleen nog biologisch, diervriendelijk gefokt varken op tafel. We kopen het vlees meestal bij de Sumiranboerderij een enkele keer ook bij een goede bioslager. Ik zou zo’n stuk buikspek natuurlijk best bij de dames van de Sumiranboerderij kunnen bestellen maar dat komt er gewoon maar niet van. Toen we deze week wat winkelden bij de Hanos groothandel zag ik daar in het schap een prachtig stuk buikspek liggen, biologisch, van het Zweeds Landvarken. Eindelijk! Natuurlijk een veel te groot stuk voor ons tweetjes maar voor de zaterdagdis met veel mensen was het precies een mooie hoeveelheid. Ik las zo hier en daar wat recepten en gaf er mijn eigen draai aan; een beetje ‘Chinees’.

  • Voor 8 personen:
  • 1500 gram buikspek uit één stuk, de zwoerd was eraf gesneden, de vetrand niet.
  • voor de marinade;
  • 4 teentjes knoflook, fijngeknepen
  • een stukje gember, ongeveer 5 cm, fijn geraspt
  • 2 eetlepels honing
  • 1 eetlepel hoisingsaus
  • 3 eetlepels sojasaus
  • 1 eetlepel rijstazijn
  • 1 theelepel vijfkruidenpoeder
  • 1 theelepel sesamolie

Kerf met een scherp mes een ruitpatroon in de vetrand van het vlees. Roer alle ingrediënten door elkaar tot een mooie marinade en laat het vlees daarin minstens 8 uur marineren. Af en toe een keer omdraaien en inwrijven.

Verwarm de oven voor op 220 graden. Leg het vlees op een rooster en plaats dat op een lekbak. Laat het vlees 20 minuten braden op 220 graden. Schakel de thermostaat terug naar 90 graden en laat het vlees zo nog 2 uur garen. Haal het spek dan uit de oven en laat het even rusten op een plank. Snijd het dan in dunne plakken en geniet!

Werkelijk overheerlijk vond ons gezelschap! En dat was het ook; smeltend zacht, prima van smaak! We aten er nasi goreng bij, wat komkommer en boontjes met pepertjes en wat kokos.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Gestoofde Anjou-duifjes met armagnac…

Gestoofde Anjouduifjes met Armagnac
Niet echt een ‘doordeweeks’ recept maar och, we hadden wat te vieren… Vind je dit gerecht te begrotelijk voor een doordeweekse dag, dan kun je het recept altijd nog bewaren voor een feestelijke gelegenheid. Zo’n Anjou-duifje is namelijk niet goedkoop. Ik kocht ze bij de Hanos. Er werd mij vriendelijk gevraagd of ze versneden moesten worden of schoongemaakt en natuurlijk antwoorde ik dat ik dat zelf wel zou doen. Daar had ik eigenlijk achteraf wel spijt van want alles, hart, longen, maagje, lever enzovoorts zaten er nog in. Je hoeft niet bang te zijn voor groene, bittere gal, die hebben deze duifjes niet, dat scheelt. Ik sneed de duifjes in de lengte doormidden, verwijderde alle ingewanden, spoelde ze goed schoon en depte ze droog. De levertjes bewaarde ik, die heb ik apart even kort gebakken met wat peper en zout; een klein smulhapje.

Het idee om weer eens duifjes te eten kwam van Paul, hij is dol op duif en we hebben ze al lang niet meer gegeten. Paul houd niet van rood of rosé vlees dus zocht ik een recept waarbij de duifjes langzaam gestoofd worden. Dat viel niet mee! alle moderne recepten gaan uit van rosé gebraden duivenborst. Ik kwam terecht bij Escoffier. In zijn boek “De klassieke Keuken” staan talloze recepten met duif. Ook gestoofde duif. Jammer dat er nergens temperaturen vermeld worden. Ik moest het dus zelf maar een beetje gokken: niet rosé, maar ook niet droog door te lang stoven! nou ja, een beetje Escoffier en een beetje van mijzelf…

  • Voor twee personen;
  • 2 Anjou duifjes, schoongemaakt en gehalveerd
  • peper en zout
  • wat geklaarde boter
  • ongeveer 20 kleine uitjes, gepeld
  • ongeveer 20 kleine of 10 grote champignons (de grote in kwarten snijden)
  • een scheut armagnac
  • een paar plakjes panchetta
  • wat kalfs- of kippenboullion
  • peterselie

Verwarm de oven voor op 120 graden. Bestrooi de helften met peper en zout. Verhit de boter en bak de duivenhelften rondom bruin. Bak in een andere pan de uitjes en de champignons mooi lichtbruin. Bekleed van een ovenschaal of pan met deksel de bodem met de plakjes panchetta. Leg daarop de duifjes en schik de uitjes en de champignons eromheen. Blus het braadvocht van de duifjes met de armagnac en roer de aanbaksels los. Voeg een flinke scheut bouillon toe en verwarm even. Giet de jus over de duifjes en sluit de pan hermetisch af. Laat de duifjes zo 45 minuten garen in de oven.

Gestoofde Anjouduifjes met Armagnac

De duifjes waren niet meer rosé, maar ook niet te droog, gewoon heel lekker! Ik vergat dat het eigenlijk handiger is om de duifjes te halveren en dan de vleugeltjes er meteen af te snijden. Er zit nauwelijks vlees aan die vleugeltjes. Ik sneed ze na het braden af, staat ook mooier op het bord!

Wij aten er verse krieltjes bij en een salade en natuurlijk een glas rosé d Anjou!

Kopje espresso met een glaasje armagnac toe. Een feestelijk dinertje!

© ellen

 

Pasta met truffel…

pasta met truffel
Paul was deze week “in de truffels”, hij las erover, hij schreef erover én, dat kon natuurlijk niet uitblijven, hij wilde truffels eten! Tja, best, dat doen we dan wel een keertje dacht ik. Een goed Italiaans restaurant wil wel eens een vleugje truffel over de pasta schaven.  Gaan we wel eens eten bij … Maar Paul kon zolang niet wachten… truffel moest er komen! Ik hoorde er een paar dagen niets meer over, de zucht naar truffels leek verdwenen. Tot Paul helemaal enthousiast terugkwam van een wandelingetje met Hond Jaros. “Vanavond eten we truffel, ik heb een potje gekocht bij AH!” Oei, Paul toch, je zou beter moeten weten. Truffel uit een potje!

Volgens het opschrift bevat het potje 10 gram Italiaanse zomertruffel. Verpakt in Italie, houdbaar tot 12/11/2016. Het potje koste iets meer dan vijf euro en bevatte één kleine truffel.

Nou ja, Ik kookte goeie pasta. Verwarmde een beetje olie met wat knoflook en een gedroogd pepertje, schepte dat door de pasta en draaide het potje open… Dan zou er een explosie van aardse geuren uit zo’n potje moeten floepen, helaas, een zwak briesje truffelgeur. Goed misschien smaakt het wel prima. Konden we eindelijk ons mooie truffelschaafje gebruiken…
pasta met truffel
Ik schaafde wat truffel over de pasta en we proefden… niets! Jammer! Pasta aglio olio was lekkerder geweest! Zonde van het geld ook! Ik wil best een keer geld uitgeven om die echte truffelsmaak te kunnen genieten, maar dit was niks! Kan je nog beter één goedkoop ansjovisje door de pasta mengen, dat kost je ongeveer 10 cent en geeft beduidend meer smaak!

Goed, daar trappen we niet meer in. We aten de pasta, die toch wel wat smaak had door de toevoeging van knoflook en peper. En we aten er een salade bij van één mooie grote coeur de boeuf – tomaat met alleen wat supergoeie olijfolie, een beetje peper en zout en een paar blaadjes basilicum, Simpel maar ó zo lekker!

Kopje espresso met een moederdag – bonbon toe!

Weer wat geleerd!

© ellen.

Bacalhau met eiersaus

bacalao
Wij zijn nog steeds in Luxemburg, het land waar zoveel Portugezen wonen dat alle winkels ruim voorzien zijn in Portugese etenswaren; olie, olijven, brood, groenten, ‘platte kippen’ voor op de gril en natuurlijk veel vis. Allerlei soorten vis, octopus, garnalen en schelpen, je vind ze in elke supermarkt. Heel speciaal is de gedroogde kabeljauw, genaamd Bacalhau, ik schreef er al eerder over, ik maakte visballetjes met deze gedroogde kabeljauw: bolinhos de bacalao (Spaanse spelling). Voor de Bolinos gebruikte ik gedroogde bacalhau. Die moet je 48 uur weken in water, het water af en toe verversen. Een tijdje geleden ontdekte ik dat hier in de supermarkten en gespecialiseerde winkels, ook bacalhau uit de diepvries te koop is. Deze vis is al geweekt en ontzout. Na ontdooien dus meteen klaar voor gebruik. Tja,wij hadden wel zin in deze vis maar om nu op de camping gedroogde vis 48 uur in water te weken… Mooie oplossing dus, diepvries bacalhau!

Ik maakte er vandaag een gerecht mee met aardappelen en saffraan en een eiersaus erbij. Voor de eiersaus had ik eigenlijk 5 eetlepels peterselie nodig, helaas, zoveel groeit er nog niet in ons tuintje. Ik gebruikte een paar grote bladeren wilde spinazie die nog over waren van gisteren, dat smaakte prima.

Ik geef je dus het recept voor diepvries bacalao. Als je die niet kunt krijgen gebruik je gewoon gedroogde bacalhau. Die moet je dan wel 48 uur in schoon water weken. Het water af en toe verversen.

  • Voor vier personen
  • De Vis
  • 500 gram bacalao in vier stukken
  • 1 flinke ui, in grove stukken
  • wat peperkorrels, een laurierblad, wat verse tijm.

Schik de vis met in een pan en leg er de ui en kruiden omheen. Giet er zoveel water op dat de vis net onderstaat. Breng aan de kook en schep het schuim af. Laat de vis zo in ongeveer 15 minuten gaar koken. Schep de stukken vis uit de bouillon en houd ze apart.

  • De aardappelen
  • 4 grote of 8 kleine vastkokende aardappelen, geschild en in blokjes gesneden
  • 4 eetlepels olijfolie
  • 2 sjalotten, grof gesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 4 gedroogde chilipepers
  • 1 laurierblad
  • een plukje saffraandraadjes, in de vijzel met wat van de visbouillon fijn geroerd
  • een paar zwarte olijven, Portugese uiteraard…

Verwarm de olie en smoor daarin de ui,de knoflook en de pepertjes. Voeg dan de aardappelstukjes erbij, de saffraan, de olijven en het laurierblad. Giet er zoveel bouillon van de vis bij dat alles net onderstaat. Smoor de aardappels zo in ongeveer 15 minuten gaar.

  • De eiersaus
  • 2 eetlepels olijolie
  • 100 gram gerookt spek in fijne blokjes
  • 1 flinke ui in ringen gesneden
  • 2 gedroogde pepers
  • 2 hardgekookte eieren, fijngeprakt
  • 5 bladeren van wilde spinazie, fijngesneden

viscain
Doe de olijfolie in een sauspan en smoor daarin het spek, de uien en de pepers even aan. Voeg de spinazie toe en de kruimeltjes ei en doe er wat bouillon bij. Smoor nog even tot je een mooie dikke saus hebt.

Leg, als de aardappels bijna gaar zijn de stukken vis op de aardappelen en laat ze zo nog even goed doorwarmen.

Dien het gerecht op in diepe borden en serveer er de saus apart bij.

Kopje Bica toe!

© ellen.

 

 

 

Pasta met tonijn

pasta met tonijn

De voorraadkasten in onze stacaravan dat is toch wat anders dan thuis. We proberen hier altijd een soort basisvoorraad te hebben maar niet alles is vorstbestendig dus in de winter gaan alle dingen die kunnen bevriezen mee naar huis.

Bier bevriest, en frisdrank zonder suiker ook. Blikken met tomaten zijn niet vorstbestendig. In het voorjaar moeten we dus alles aanvullen. Blikken tomaten, frisdrank, water, bier en wat blikjes met tonijn zijn dingen die we altijd in huis hebben om een snelle maaltijd klaar te kunnen maken. Wat soorten pasta en rijst, een zak uien en een paar bollen knoflook horen ook standaard bij onze keukenvoorraad en dan kom je al een heel eind om een simpele maaltijd te maken.

Na een hele dag rondrijden en avonturen beleven in dit mooie land had ik niet veel zin meer om een ingewikkelde maaltijd te maken. Spaghetti met tonijn is in zo’n geval één van onze snel-klaar gerechten.

  • voor twee personen
  • 1 blikje tonijn
  • 1 blik gepelde tomaten
  • wat olijfolie
  • 1 ui,fijngesneden
  • 1 teentje knoflook, geplet en fijngesneden
  • 4 kleine gedroogde pepertjes
  • een paar kappertjes

Verwarm de olie en bak daarin de ui en de knoflook even aan. Voeg de pepertjes erbij en de tomaten. Even een beetje in laten koken, de tonijn en de kappertjes erbij en klaar. Dit gaat zo snel dat je de spaghetti al moet opzetten voor je aan de saus begint.

Groene salade erbij en een kopje espresso toe!

© ellen.

Koop natuurlijk wel dolfijnvriendelijke tonijn, liefst lijngevangen. Beter voor het milieu en beter voor de dolfijnen.

Lamsrack met gepofte knoflook…

lamsrack
Het is vandaag 1 mei, een feestdag in Luxemburg, België, Frankrijk, Italië, Duitsland… en ga zo maar door. Behalve in Nederland, daar is iedereen gewoon aan het werk. Hier in het dorp Septfontaines (Luxemburg) werd vanmorgen de jaarlijkse 1 mei optocht gehouden. De Fanfare en de Memorial Club trokken driemaal door het dorp en eindigden hun tocht bij het enige café dat het dorp nog rijk is: Camping Café An der Hoh. Daar werden, zoals ieder jaar, de kransen van vers beukenblad aangeboden aan de kasteleins van het café: Joop en Wilma. Ach beste lezer, het is ieder jaar hetzelfde, maar het is een mooie traditie. Iedereen drink wat in het café, de fanfare speelt nog een deuntje en dan is het alweer tijd om naar huis te gaan voor de lunch, of het bos in te trekken voor de BBQ.

Onze Jongste Bediende zegt al jaren dat hij wel eens mee wil spelen met de fanfare maar het komt er maar niet van. Druk, druk, druk. Zou toch wel een aanwinst zijn; hij is waarschijnlijk de enige die ‘lopend kan blazen’, een duet met de grote tromspeler, kleine Lex, zie ik in gedachten wel tot een mooi samenspel komen. Volgend jaar dan?

Omdat de dag nog lang was, besloten wij maar uitgebreid te lunchen. Er lag nog een prachtige lamsrack te wachten en er was prima brood, goeie knoflook en groene sla.

  • voor twee personen
  • een lamsrack zo groot als je lust
  • wat boter of olie om in te bakken
  • zeker 8 tenen goede knoflook, met schil
  • peper, zout, rozemarijn

gepofte knoflook
De lamsrack zeker een half uur van tevoren uit de koelkast halen. De oven voorverwarmen op 180 graden. Wrijf het vlees in met peper en grof zout. Verhit (geklaarde) boter in een platte pan en bak daarin het lamsrack snel rondom bruin. Voeg dan de ongepelde knoflooktenen toe en schep ze snel om en om zodat er wat vetstof aankleeft. Leg dan het vlees op een bakplaat in de oven en schik de teentjes knoflook eromheen. Leg er nog een takje rozemarijn bij en laat het vlees en de knoflook zo nog 20 minuten garen. Haal het vlees uit de oven en laat het onder folie even rusten. Snijd het rack in mooie stukjes en serveer met de gepofte knoflookteentjes. Je drukt de knoflook op het bord uit de schil, werkelijk heerlijke pulp! Geef er verder gekookte aardappelen of brood bij en een groene salade.

Kopje espresso toe en dan op naar de diverse festiviteiten in het land!

© ellen

 

Aardbeien

aardbeien
… “en geef deze aardbeien maar eens aan dat Ministerie”, met deze woorden ploften twee bakken aardbeien op onze keukentafel. “Met de groeten van de Aardbeienhof, want als ze deze niet lekker vinden…” Aldus sprak de Jongste Bediende, namens John van Rooij, aardbeienteler in ons dorp. John is een muziekmaat van de Jongste Bediende en al blazend spreken zij ook wel over de handel en wandel in de aardbeienteelt. De Jongste Bediende liet zich, namens ons, wel eens ontvallen dat wij de meesten rassen aardbeien flauw en waterig vinden. Moeilijk om een echt smakelijk ras te kopen dat geurt en vol van smaak is. De teelt van de meest gemene deler is makkelijk en goedkoop, levert veel, niet al te kwetsbare aardbeien op en, nou ja, tel uit je winst. John houdt zelf ook van smakelijke, geurende aardbeien en trok zich dat commentaar toch wel aan. Hij startte dit jaar met de teelt van een aantal nieuwe, echt smakelijke rassen en de eerste resultaten mochten wij proeven. Nou belanden die aardbeien net op de vooravond van ons vertrek op onze keukentafel. We proefden er een paar en waren onder de indruk; heerlijke zomerse aardbeiengeur, vol van smaak, sappig. Kortom heerlijk. En hoe heet deze voortreffelijke aardbei dan wel? Tja, dat wist de Jongste Bediende niet meer. “Iets van Bosaardbeitjes ofzo, ik bel John wel even…”

We weten het nog niet. We pakten de aardbeien voorzichtig in en namen ze mee naar onze stek in Luxemburg. Ik at er zo tussen het uitpakken van de bagage nog wat van en gisteren dienden ze als dessert na onze maaltijd. Iedereen vond ze heerlijk. Eén kleine portie bleef over en die hebben we in het Campingcafé aan Wilma geschonken. “Heu, die zijn echt lekker!”

Nou ja, hoe ze heten weten we niet, maar wij willen alleen nog deze aardbeien! Dank je wel John, we komen er op terug!

© ellen.

Update: De Jongste Bediende heeft John  even gevraagd hoe deze aardbeien heten; Het ras is Mare des bois!

Kip met dragon en trompette de la mort…

kip met paddenstoelensaus
De oplettende lezer zou het kunnen zien aan de bordjes… wij zijn weer in Luxemburg! Ook Ans en Hijn en Evert en Neel zijn hier dus we besloten samen te eten, wel zo gezellig! De voorraad in onze caravan was uitgeput dus moesten we eerst even flink shoppen in één van de grote supermarkten hier. Keuze genoeg, maar wij gaan toch altijd erg graag naar het Shoppingcenter Belle Etoille waar inpandig een grote Cactus super gevestigd is. De Cactus had deze week alle bio artikelen in de reclame gedaan en er lagen prachtige biologische kippen. Niet van die kleintjes, het minste gewicht was zo’n anderhalve kilo. Voor ons zessen volstond een kip van bijna 2 kilo. Ik deelde de kip in 12 stukken; de poten in tweeën, de borststukken ook doormidden, twee vleugels en de rug in tweeën. De rugstukken staan nu op het fornuis, daar trek ik een beetje bouillon van (morgen risotto)

Paul had van thuis wat gedroogde Trompette de la mort meegenomen, die gebruikte ik voor de saus en de dragon uit ons kruidentuintje gaf de saus nog meer smaak, een mooie combinatie!

  • een flinke kip in stukken
  • wat boter en olie om in te braden
  • 2 sjalotten, fijngesneden
  • 2 tenen knoflook, geplet en fijngesneden
  • een klein handje gedroogde Trompette de la mort, even geweekt in wat koud water, fijngesneden
  • een flinke pluk verse dragon, fijngehakt
  • scheutje witte wijn
  • scheut room
  • 1 eetleple vloeiende bloem
  • peper en zout

Neem een grote braadpan en verhit daarin de olie en de boter. Braad alle kipdelen rondom lichtbruin aan. Voeg de sjalot en knoflook toe en laat even mee bruinen. Blus dan af met een scheutje droge witte wijn en het weekvocht van de paddenstoelen. Laat de kip zo een half uurtje sudderen. Voeg er dan de paddenstoelen bij en de helft van de dragon en een flinke scheut room. Laat nog een half uurtje sudderen tot de kip gaar is. Bind de saus zo nodig met wat vloeiende bloem en laat nog even indikken. Strooi er dan de rest van de dragon over en breng verder op smaak met peper en zout.

Wij aten er peterselie aardappeltjes bij en bleekselderij gestoomd in wat boter. Aardbeien toe!

© ellen.