Gerard van Lankveld, Keizer van Monera…

Aankondiging in het Gemerts Nieuwsblad, dinsdag 20 december 2011:

De NCRV zendt donderdag 22 december een portret uit van Gerard van Lankveld, geboren te Gemert in 1947. In het programma Showroom presenteert Joris Linssen de wondere wereld van Gerard van Lankveld, kunstenaar, klokkenmaker, vernufteling.      (Ned 1, 22.20 uur ).

Ja lezer, diezelfde Gerard die je nagenoeg elke zaterdag aantreft aan onze dis, ergo, de Keizer die je ziet verschijnen in nagenoeg elk artikeltje over het verloop van de zaterdagen op het Ministerie…

En er is meer: de Kerstbijlage van het Eindhovens Dagblad (ook die van het Brabants Dagblad?) ruimt fors plaats in voor het fenomeen Monera, komende zaterdag, 24 december aanstaande.

Wij kennen hem als de goedlachse drinker, cabaretesk scherp in zijn observaties, hilarisch in het beschrijven van wat hij zoal weer heeft gezien of beleefd. Maar ook kennen we Gerard als de “Grumpy Old Man”, kankerend op alles wat de wereld te bieden heeft. En als-ie eenmaal kankert, hoed je lezer, wat hij is nauwelijks nog tot de orde te roepen. Enfin, enige directieve vermogens zijn me niet vreemd, dus meestal keert de wal het schip…

Gerard hult zich graag in zijn underdog rol, verstoken van enige aandacht, verschopt en verstoten. Niets is minder waar!

Welke Nederlandse kunstenaar kan zich beroepen op een expositie in het meest prestigieuze Architectuurmuseum ter wereld, het DAM in Frankfurt am Main

So-wie-so, de exposities die de Keizer ten deel vielen roepen de jaloezie op bij de meeste vakgenoten hier ten lande, alsook wereldwijd. Ik ga al die exposities en tentoonstellingen niet opnoemen, het zijn er veel te veel.

Twee biografieën in druk verschenen er tot nog toe over zijn leven. En een kinderroman waarin de hoofdpersoon een afsplitsing is van onze Keizer (of klokkenmaker!).

Het Museum Dr. Guislain te Gent (B) richtte een kabinet in waar permanent topstukken uit het oeuvre van de Gerard  worden geëxposeerd. Een kabinet voor de Keizer alleen!

Films over zijn leven werden er gemaakt, met als hoogtepunt de documentaire van de Belgische cineast Josef Devillé, als aanvulling op de biografie die Ton Thelen schreef in het jaar 2005.

Tijdschriften over Outsider Art, zowel hier als in het buitenland publiceerden toonaangevende artikelen over Monera Carcos Vlado, zoals het keizerrijk van Gerard heet.

Het blog Outsider Environments Europe van Henk van Es besteedt ruim aandacht aan het fenomeen, wereldwijd. Tot in de Oekraïne wordt er over hem gepubliceerd.

Kom je ons dorp binnen gereden of gelopen, je kunt niet voorbij aan de monumentale poort genaamd Klaïda!

Enfin, dit stukje wil niet meer zijn dan een aankondiging van zaken die in het nabije verschiet liggen. Voor inhoudelijke info klik je door naar onze linken. Vergeet daarbij niet ook even te kijken op de web site van de Keizer van Monera….

Hij miskend? Ach lezer, wij weten wel beter…

 

Bedankt en merci…

Om hersenverweking te voorkomen dient men zich er terdege van bewust te zijn dat er een UITknop op het televisietoestel zit. Voorts dient men zichzelf voortdurend te oefenen in het gebruik van die knop. Zo niet, dan blijft er geen tijd over om een boek te lezen, vergeet men de goede vrienden, komt er niets meer terecht van het bereiden van een mooie maaltijd en mist men de genoegens van uitgebreid natafelen. En uiteindelijk verandert de inhoud van de hersenpan in grijze drab…

Het klinkt pathetisch, misschien elitair (linkse hobby?) en niet helemaal van deze wereld, maar ik probeer me aan het adagium van de UITknop te houden. En dat lukt me heel behoorlijk. Natuurlijk realiseer ik me dat ik op deze manier verstoken blijf van zaken die ik eigenlijk wél wil zien, wél wil horen. Maar ik kan het niet opbrengen om voor de buis te gaan zitten wachten tot er iets voorbij komt dat van mijn gading is en in de tussenliggende tijd alle trivia van de wereld te moeten konsumeren.Het Ministerie heeft de televisie uit de woonkamer verbannen, al ruim dertig jaar geleden, dat helpt. De maatregel beschermt tegen landerig misbruik van tijd en werkt aan het behoud van relaties.

Om toch niet helemaal verstoken te blijven van het miniscule beetje waardevols dat zo nu en dan via de kabel naar onze woonst wordt gezonden maken we gebruik van een opnameapparaat. Het vergt wat leeswerk (in de VPROgids) en zorgvuldig kiezen, maar voorts is de kans niet denkbeeldig dat je nu en dan een juweeltje kunt conserveren om op gepaste tijd af te spelen. Vanavond was er tijd om zo’n juweeltje terug te kijken. De documentaire Bedankt & merci van het Vlaamse duo Kat Steppe & Nahid Shaikh, onlangs uitgezonden door het tweede Vlaamse publieksnet Canvas.

Bedankt & merci vertelt het verhaal over vijf Belgische volkscafés, dorpscafés, in de Vlaamse Westhoek. Het verhaal van de uitbaters, de jongste 75 jaar, de oudste 86. De film vertelt ook het verhaal van de klanten die vastgelijmd zitten aan de toog en de tap, het verhaal van een uitstervende sociale gemeenschap waar niemand zonder de ander kan leven. In indukwekkende en vaak verstilde beelden word je deelachtig gemaakt van vriendschap, van verlangen in de tijd, van eenzaamheid, van humor en bespiegeling. En soms van melancholische troosteloosheid. Een recencent van Cinenews.nl beschreef het als volgt: De tijd, en wat die aanricht in de lijven en hoofden van de personages, dat is het thema van deze film.

Ik ken ze, die cafés. Of liever, ik kende ze. Want ook hier, net over de grens in de Kempen, had je ze. En ook hier verdwenen ze in rap tempo. Gesloten wegens overbodigheid, soms vervangen door een modern etablissement. Verdwijnend cultureel erfgoed…

Het affiche van de film heb ik wat lompgroot geplaatst, ik vind het zo mooi. De foto toont één van de uitbaters, bezig met de dagelijkse routine: het doodslaan van de talrijke vliegen.

Bedankt & merci is waarlijk een juweel, gemaakt in 2009 en uitgebracht in 2010. Over de makers weet ik weinig te vertellen, ik vond geen informatie. (Behalve dat ze twitteren, maar dat doe ik dan weer niet…) Het afgelopen jaar draaide de film in de Belgische theaters en op festivals. En eindejaar verscheen hij dus op de Vlaamse televisie. Binnenkort komt de DVD uit.

Het is te hopen dat een verlichte ziel in Hilversum deze film voor uitzending aankoopt. Hij of zij zal er een hoop mensen plezier mee doen, en in ieder geval mijn vertrouwen in de Nederlandse treurbuis weer een beetje opkrikken.

© paul

En andere genoegens…

ZusAns en zusNeel

Eén enkel telefoontje was voldoende om ons op zondagmiddag naar Helmond te doen spoeden. Zus Ans en Zus Neel verzorgden een huiskamervoorstelling in het kader van de Rijpelenberg Kunstroute, een wijkfenomeen dat alweer zijn derde jaargang kende. Je kon op allerlei plaatsen in de wijk, bij allerlei mensen thuis, kennis maken met d’rlui Kunsten en Kunstjes. Kunst met een grote K, kunst met een kleine. Op ieder nivo en voor elk wat wils. Zo dus ook ten huize van Ans-Hijn-Titus aan het Drentehof. (Het kon niet missen, de grijsgeschilderde gevel wees de weg…)

De Zussen hadden in een breder ensemble een forse staat van dienst op de kleine podia in de regio, we hadden hen al vaak zien optreden. Maar nu hun carrière een andere wending nam en zij zich uitdrukkelijk als duo presenteerden wilden wij er als eersten bij zijn. Tussen de schuifdeuren, zogezegd…

Liefst vier keer die middag pakten zij uit met hun nieuwe programma. Er was slechts materiaal beschikbaar voor een vol kwartier, maar wij waren onder de indruk. Dat belooft wat voor de toekomst, wanneer het programma helemaal af is en twee maal drie kwartier zal omvatten. Een titel of naam voor de voorstelling én voor het duo is er nog niet.

Zang, dans, sketch. Een komische musical voor Twee Dames. Vol overtuiging en overgave gebracht, met de vloermat als speelvlak. In moordend tempo werkten de Zussen zich door het repertoir.

Niet elke voorstelling was het volle bak, maar bij de laatse, die van vijf uur, dreigde de huiskamer te klein te worden. Het publiek vermaakte zich kostelijk, was verbaasd en enthousiast. Luid applaus na afloop…

© paul

Kurosawa, rauwe vis, paddestoelen en wier…

kurosawa

Kwam je langs op Google, dan heb je het beslist gezien. Akira Kurosawa zou vandaag, 23 maart, honderd jaar zijn geworden. De Grote Meester stierf echter nog in de vorige eeuw, op 6 september 1998. Achtentachtig lentes heeft de man mee mogen maken.

Ik zag zijn werk voor het eerst bij de Gemertse Filmklup 8 1/2, het was het begin jaren tachtig. Dodeskaden, zo heette mijn eerste kennismaking. Ik was na afloop sprakeloos. In de jaren daarna begon ik aan een verwoede inhaalslag, ik wilde álles van de man zien. En nu, dertig jaar verder, héb ik alles gezien, met uitzondering van zijn eerste drie films. Het meeste werk zag ik drie of vier maal, en sommige films nog veel vaker.

Kurosawa bewoog zich tussen twee werelden. Voor ons was hij dé Japanse Grootmeester bij uitstek, de Japanners vonden hem een vertegenwoordiger van de westerse cinema. Kurosawa was een man van het grote gebaar, van het universele drama. Hij vetaalde Hamlet en Macbeth filmisch naar het Japan van de 16e eeuw, hij verfilmde Tsjechov. Hij filmde in de Sovjet Unie, hij maakte wonderbaarlijk Amerikaanse whisky reclames. Talloze filmmakers zijn aan hem schatplichtig, zowel in oost al in west.

Ik eerde de Grote Meester vandaag met een eenvoudige maaltijd van rauwe vis, zeewier en paddestoelen. En daarna bekeek ik Seven Samurai, aan de keukentafel, op de laptop…

© paul

Zhu Da en de Afhaalchinees…

flowerinjar

Door een artikel van Mr. Ooijer werd ik aan de Ministerie-traditie herinnerd. Tijd om er weer eens werk van te maken.

We aten vanavond afhaalchinees. Gegrild varkensvlees met mie. Ik bestel daar traditiegetrouw een groentegerecht van gestoofde kool bij. En even traditiegetrouw repliceert het Chinese mevrouwtje aan de afhaalbalie dan: “Dat is Indonesisch!” Het zij zo…

De traditie op het web-log bestaat eruit dat ik Chinese kunst toon in de plaats van een afhaalmaaltijd. In dit geval een inktschildering van Zhu Da, ook wel genaamd Bada Shanren. Hij leefde van 1625 tot 1705. Zij biografie vind je HIER.

Hoewel het een bijna abstracte (nou vooruit: een ver doorgevoerde expressionistische) schildering is die qua vorm en inhoud heel modern aandoet, is het in feite een oud schilderij. (Zhu Da overleed in het jaar dat Johann Sebastian Bach als jonge man naar Lubeck trok om er de grote orgelmeester Buxtehude te ontmoeten, om maar eens iets te noemen.)

De schilder bedient zich van een minimum aan middelen, een paar vlekken, een paar strepen. En toch is de voorstelling eenduidig. Een wit vaasje met een wulpse bloem. Bij nadere beschouwing bestaat het witte vaasje uit niet meer dan twee lijnen. Door de dikte van die ene lijn wordt ruimte gesuggereerd, het vaasje staat écht, het komt los van de achtergrond.

Ook de compositie doet heel modern aan. Alles speelt zich af in het rechter onderkwartier van het papier, en toch zakt de voorstelling niet weg in die richting. De zwaarte van de bloem houdt het evenwicht in stand. En reken maar dat dat rode stempeltje links onder daar niet voor niets staat. Wat verschrikkelijk mooi toch…

De schildering bevindt zich in de collectie van de Freer and Sackler galleries in Washington.

© paul

Wannes van de Velde, 1937-2008…

wannes

Na gedane zaken brachten we zondagavond nog enige tijd door voor de televisie. Ik had de videorecorder al ingeschakeld om de hoofdfilm op Canvas op te nemen. Er was evenwel een programma ingelast, een documentaire van enige jaren terug over de zanger/dichter Wannes van de Velde. “Vreemd”, dacht ik, “Er zal toch niet gebeurd zijn?” Ellen stelde me echter snel gerust. In zeven haasten spoedde ik me daarna naar mijn broodheer, ik moest die nacht werken. Bij binnenkomst was mijn eerste handeling het inschakelen van het radiotoestel op kantoor. Afgestemd op Clara, de klassieke muziekzender van de Vlaamse radio, dat is zo mijn gewoonte. En ook daar werd een documentaire over Wannes van de Velde uitgezonden. De korte zoektocht op internet, die ik daarop ondernam, leerde me dat er er wel degelijk wat was gebeurd. Wannes van de Velde was overleden. Vorige week maandag al, 10 november. Ik heb er niets over gelezen in mijn Nederlandse Kwaliteitskranten, en het Belgisch Televisie Journaal had ik die week niet gekeken.

Geen idee heb ik of Wannes van de Velde enige bekendheid geniet in Noord Nederland, maar ik betwijfel het. Zoveel Vlaamse kunst kan op een of andere manier de barrière van de Grote Rivieren niet slechten, of wordt gewoonweg niet gepruimd. Vlaanderen is en blijft exotiek voor de Randstad.

Wij leerden het werk van Wannes van de Velde kennen aan de keukentafel bij Peer en Marjola. In een hoek stond de oude koffergramofoon, en daarop werd muziek gespeeld van Wannes van de Velde. Volksdeuntjes leken het, maar het was meer. En de teksten lieten zich aanhoren als pure poëzie. Poëzie in een onvervalst Antwerps. Dan weer lyrisch, dan weer romantisch, maar bijna altijd strijdbaar.

Kort daarna ontdekten we Mistero Bufo. Een theaterproductie naar Dario Fo, uitgevoerd door de bloem van het nieuwe Vlaamse theater, genaamd de Internationale Nieuwe Scene. Muziek en Nederlands/Vlaamse teksten van Wannes. Rauw, strijdbaar, eerlijk tot op het bot. Daarna zijn wij Wannes van de Velde nooit meer vergeten…

Er is op het Ministerie niet één feest, of er wordt gezongen. Liederen van Wannes van de Velde horen bij het vaste repertoir. “Pieter Breughel”, “Mah Sofieke”, “Stôn al jaore in de Reigen”, ach lezer, de lijst is lang…

Wannes van de Velde hield zich bezig met het volkslied, maar ook met flamenco en jazz. Met theater en met literatuur. Hij schilderde en maakte grafiek, hij deed aan poppenspel en had een eigen theatertje in Antwerpen.

In 2001 werd er lymfatische leukemie geconstateerd, een ziekte die hij in 2005 volledig onder controle zou hebben. Het herstelproces had evenwel dermate veel van zijn lijf gevraagd dat Wannes van de Velde nog nauwelijks in staat was op te treden. Hij verscheen nog slechts sporadisch in het openbaar. Op 10 november van dit jaar is hij overleden, 71 jaar oud.

wannes

Hier kun je doorklikken naar een korte biografie van Wannes van de Velde, zoals die verscheen op de internet-site van de Vlaamse kwaliteistkrant De Morgen. De foto boven dit artikel komt ook uit die krant, we hebben de auteur niet kunnen achterhalen om toestemming te vragen voor publicatie.

© ellen-paul

Monera in het Deutsches Architekturmuseum…

Outsiders-Van-Genk

Zoals wel vaker op zaterdag zaten er nogal wat mensen aan, aan onze avondmaaltijd. We aten spaghetti Bolognese met een frisse zomersalade. De grote afwezige was de Keizer van Monera, terwijl die toch nagenoeg élke zaterdagavond zijn opwachting maakt. Dat komt zo:

De Keizer verblijft in het buitenland. In Duitsland. Hij neemt deel aan een tentoonstelling die geformeerd is rond het werk van de Nederlandse Outsider-kunstenaar Willem van Genk. In het Deutsches Architekturmuseum in Frankfurt am Main. Dit weekend is de opening. En voor wie het nog niet wist: het Deutsches Architektumuseum is een van de belangrijkste musea ter wereld op het gebied van bouwkunst.

Gerard kon deelnemen aan deze tentoonstelling door de niet aflatende inspanningen die Dr.Ton Thelen zich sinds jaren getroost om de kunst van Gerard die plaats te bieden die ze verdient. Inspanningen die onder anderen leidden tot de wondermooie expositie in het Museum Dr. Guislain te Gent (B). En die leidden tot publicaties in toonaangevende kunstbladen als RAWvision. Ook heeft Thelen er zorg voor gedragen dat het werk van Gerard van Lankveld op een deugdelijke manier wordt ondergebracht en beschermd. (Gerard heeft onder anderen een eigen kabinet in het Dr Guislainmuseum.)

In de plaatselijke en regionale pers was er niets terug te vinden over de tentoonstelling (van WERELDFORMAAT!). Wel lazen we over een geit die dronken achter het stuur zat, over een echtpaar dat al 50 jaar ruzie heeft en over de boerenknecht uit Handel die in augustus naar de Nationale Kampioenschappen Koeienmelken wordt afgevaardigd. (“Nerveus Toon?” “Nou Bert, dè vèlt wel mee. As de biste mar stil blieve stoan dan moet ut lukke…”)

Enfin…, Frankfurt ligt niet in de Peel, en dan taant onze belangstelling als snel, niet waar?

De tentoonstelling in Frankfurt loopt nog tot 24 augustus, dus je hebt alle tijd om er te gaan kijken. Op Youtube staat de film die … maakte over leven en werk van Gerard van Lankveld. Ik probeer later op de dag een link te maken. De afbeelding boven dit artikel is een schildering van Willem van Genk. Ik leende het plaatje van Museum Dr. Guislain.

De fotograaf Frank Brouwers maakte een reportage over Gerard van Lankveld. De foto’s tonen niet zoveel van “het Genie als Kunstenaar”, maar ze geven een mooie inkijk in de huiselijke omstandigheden van Gerard. Wil je de fotos zien, klik dan HIER

Ton Thelen schreef een boek over leven en werken van Gerard van Lankveld: Monera Carkos Vlado. Bij het boek hoort een DVD met de documentaire Monera van de Belgische cineast Josef Devillé. Boek én DVD zijn samen verkrijgbaar voor € 35,-, wat een schijntje is gezien het gebodene. Ben we geïnteresseerd, laat het even weten…

© paul

De keuken, Ah Xian en andere genoegens…

 

ah xian

Het vordert gestaag met de keuken. Ellen is bezig met het aanbrengen van de tweede en definitieve laklaag. De uiteindelijke kleur laat zich omschrijven als “warm zand”. Misschien kan het Ministerie morgen al een impressie op dit web-log plaatsen. Ik vraag me af of een en ander nog consequenties heeft voor het fotograferen van onze gerechten, nu alles zoveel helderder wordt.

Enfin…, de vervolgprojecten dienen zich al aan. De mosterdgele meubels in de keuken detoneren, die moeten nu dus ook anders. Zo ook het verlaagde gedeelte van het plafond. En wie weet wat nog…

Vandaag aten we pizza. Uit de doos, want we konden even niet bij de grote borden. Het kwam er nog niet van om te koken. Het huis staat overhoop en de keuken is onbruikbaar. Maar er gloort hoop. Ellen vroeg me straks, in de vroege ochtend, een bio-kip te kopen in Malden, zodat er op zondag weer iets uit eigen pot te genieten valt.

Voor de Afhaalchinees van gisteren heb je nog een “kunstje” tegoed. Ik houd het bij de actualiteit en je mag zelf het nodige leeswerk doen.

In het Gemeentemuseum in Den Haag loopt op dit moment een tentoonstelling van de Chinese kunstenaar Ah Xian. De man woont en werkt sinds de jaren 80 in Australië. Heel bijzonder werk maakt die man. Zijn beelden zijn verwant aan die van pop-art kunstenaars als Duane Hanson,  maar tonen tegelijkertijd de volle rijkdom van de traditionele keramiekkultuur van China. En natuurlijk moet je ook meteen denken aan dat fabelachtige aardewerken leger van Keizer Qin Shi Huang.

Voor informatie over de actuele tentoonstelling lees je een en ander bij het Gemeentemuseum Den Haag. Verder kun je nog wat extra plaatjes vinden op de site van Der Westen, afkomstig van de tentoonstelling in de Kunsthalle Recklinghausen.

ah xian 2

© paul

Ni Zan, Bamboe en andere genoegens…

 

bamboe

Prachtig runderstoofvlees had Ellen uit de vriezer gelegd. Een ingelaste baby-sit-klus zorgde er echter voor dat het vlees pas laat kon worden opgezet. Het was dus eenvoudigweg niet op tijd gaar. En om te voorkomen dat het avondeten gelijk ging vallen met het moment dat ik naar mijn werk zou vertrekken, besloten we het vlees te bewaren voor de maaltijd van de volgende dag. Voor vanavond bezochten we de Afhaalchinees in de Molenstraat. Enfin…, het eten was voedsel, en dat was dan dat. Traditiegetrouw laat ik in het geval van Afhaalchinees een andersoortig plaatje achter op dit web-log. Een plaatje waar ik plezier aan beleef, en hopelijk jij ook.

Bamboebladeren heet deze inktschildering op papier. Hij werd gemaakt rond 1369 door de schilder Ni Zan die leefde van 1306 tot 1374, dus onder de Yuan-dinastie en de eerste jaren van de Ming-dinastie. Ni Zan stond vooral bekend als landschapsschilder, maar als een soort tweede vakspacialisatie had hij het schilderen van bamboe.

Het getoonde blad is 30 bij 30 centimeter. De afbeelding loopt af aan de onder- en bovenkant, je mag ervan uitgaan dat de tekening oorspronkelijk groter is geweest.  De begeleidende tekst van het museum waar dit blad zich bevindt (Freer Sackler) spreekt van de sobere, uitsparende stijl van Ni Zan. Eén, twee bamboetakken in diverse grijstonen tegen een lege achtergrond. Maar dít blad staat helemaal vól! De randen zijn bestempeld alsof er een kind bezig is geweest. Geen stukje mocht onbenut blijven. En verder staan er teksten op het blad. De tekst links boven is in ieder geval later toegevoegd door de dichter Qian Weishan. De eerste regel luidt: “Mijn oude vriend wist hoe hij bamboe moest schetsen…”

Wat is er nu eigenlijk van de schilder zelf? Alleen de tekening, of ook die overdaad aan stempels? (Eén of twee stempels horen er op zo’n blad te staan. Maar twintig?…) En die tekst rechts, is die origineel? De linkse tekst in ieder geval niet, wisten we al. Vreemd, raadselen. Toch vind ik het een prachtig blad, de bamboeschildering én alle “vervuiling” erom heen. Het wordt welhaast barok…

© paul

C.C. Wang en andere genoegens…

C.C. Wang

Meestal betekent “eten van de Afhaalchinees” op dit web-log dat je een fraaie afbeelding van keramiek krijgt voorgeschoteld. Maar niet altijd. Ik liet je in dit kader al eens wonderschoon werk zien van Qi Baisi. Vandaag een andere twintigste eeuwer, de schilder en kalligraaf C.C. Wang.

Geboren is C. C. Wang in de provincie Jiangsu in China in het jaar 1907. Naast een juridische opleiding werd hij geschoold in klassieke Chineese schilderkunst en kalligrafie. Hij koos uiteindelijk voor het beroep van kunstenaar en maakte snel furore in het vooroorlogs China. Vanaf 1940 doceerde hij aan de Academie van Shanghai. Al van voor de Tweede Wereldoorlog stammen zijn contacten met de westerse wereld. Hij verzorgde onder anderen tentoonstellingen in London en werkte mee aan Duitse antropologische publicaties. In 1949 verliet hij China en vestigde zich in de Verenigde Staten. Hij leefde daar tot aan zijn dood in 2003. In de USA verwierf hij grote bekendheid, zijn werk hangt tegenwoordig o.a. in het Metropolitin Museum of Art in New York.

Kunstzinnig maakte Wang een soort ontwikkeling door die een beetje te vergelijken is met die van Picasso of Miro. Evenals deze twee klassiekers was ook Wang traditioneel opgeleid en beheerste het vak tot in de puntjes. Maar al snel begon hij te onderzoeken wat hij met het geleerde kon, anders dan de traditie voorzetten. Toen hij naar de Verenigde Staten kwam sloot zijn werk al naadloos aan bij het Amerikaamse abstrakt expressionisme.

Het is vreemd, ik heb me wel eens bedacht dat de techniek van het kalligraferen zich uitstekend zou kunnen lenen om te gebruiken in hedendaagse schilderkunst. Iemand als Alechinsky doet in feite ook iets dergelijks. Nooit echter heb ik me gerealiseerd dat die ontwikkeling al lang en breed op gang is gekomen in China zelf. Dat is wel erg westers gedacht van mij. Alsof anderhalf miljard Chinezen niet in staat zijn om zoiets zelf te bedenken.

Wat ik zo mooi vind aan het werk van Wang is de altijd aanwezige mix van traditie en modernisme. Je kijkt onmiskenbaar naar oosterse tekens, maar het geheel komt je tegelijk heel vertrouwd voor, heel westers. Verder is Wang de meester van de compositie. Het klopt altijd. Het meeste van zijn werken bestaat uit “over-all” composities. Het hele papier is vol gekrabbeld en niks staat elkaar in de weg. Het is druk en rustig tegelijk.

Enfin…, ik wilde een kort tekstje maken bij een mooi plaatje, het is een epistel geworden bij Grote Kunst. Je mag van mij de tekst vergeten hoor, maar kijk nog even naar de plaatjes. Mazzel toch, dat wij zo nu en dan Afhaalchinees eten.

© paul

C.C. Wang