Meestal betekent “eten van de Afhaalchinees” op dit web-log dat je een fraaie afbeelding van keramiek krijgt voorgeschoteld. Maar niet altijd. Ik liet je in dit kader al eens wonderschoon werk zien van Qi Baisi. Vandaag een andere twintigste eeuwer, de schilder en kalligraaf C.C. Wang.
Geboren is C. C. Wang in de provincie Jiangsu in China in het jaar 1907. Naast een juridische opleiding werd hij geschoold in klassieke Chineese schilderkunst en kalligrafie. Hij koos uiteindelijk voor het beroep van kunstenaar en maakte snel furore in het vooroorlogs China. Vanaf 1940 doceerde hij aan de Academie van Shanghai. Al van voor de Tweede Wereldoorlog stammen zijn contacten met de westerse wereld. Hij verzorgde onder anderen tentoonstellingen in London en werkte mee aan Duitse antropologische publicaties. In 1949 verliet hij China en vestigde zich in de Verenigde Staten. Hij leefde daar tot aan zijn dood in 2003. In de USA verwierf hij grote bekendheid, zijn werk hangt tegenwoordig o.a. in het Metropolitin Museum of Art in New York.
Kunstzinnig maakte Wang een soort ontwikkeling door die een beetje te vergelijken is met die van Picasso of Miro. Evenals deze twee klassiekers was ook Wang traditioneel opgeleid en beheerste het vak tot in de puntjes. Maar al snel begon hij te onderzoeken wat hij met het geleerde kon, anders dan de traditie voorzetten. Toen hij naar de Verenigde Staten kwam sloot zijn werk al naadloos aan bij het Amerikaamse abstrakt expressionisme.
Het is vreemd, ik heb me wel eens bedacht dat de techniek van het kalligraferen zich uitstekend zou kunnen lenen om te gebruiken in hedendaagse schilderkunst. Iemand als Alechinsky doet in feite ook iets dergelijks. Nooit echter heb ik me gerealiseerd dat die ontwikkeling al lang en breed op gang is gekomen in China zelf. Dat is wel erg westers gedacht van mij. Alsof anderhalf miljard Chinezen niet in staat zijn om zoiets zelf te bedenken.
Wat ik zo mooi vind aan het werk van Wang is de altijd aanwezige mix van traditie en modernisme. Je kijkt onmiskenbaar naar oosterse tekens, maar het geheel komt je tegelijk heel vertrouwd voor, heel westers. Verder is Wang de meester van de compositie. Het klopt altijd. Het meeste van zijn werken bestaat uit “over-all” composities. Het hele papier is vol gekrabbeld en niks staat elkaar in de weg. Het is druk en rustig tegelijk.
Enfin…, ik wilde een kort tekstje maken bij een mooi plaatje, het is een epistel geworden bij Grote Kunst. Je mag van mij de tekst vergeten hoor, maar kijk nog even naar de plaatjes. Mazzel toch, dat wij zo nu en dan Afhaalchinees eten.
© paul