Mijn helden, deel 1…

bosch-app-3
De Jeroen Boschtentoonstelling in het Noord-Brabants Museum loopt nog tot in de maand mei. Wij waren er, Ans en Vriend Jan ook. Marleen en de Jongste Bediende mochten op een later tijdstip het genoegen smaken en samen met ons nog 379.994 andere bezoekers. Zou je er nog naartoe willen, maar heb je geen kaartje gereserveerd, dan kun je het schudden lezer. Ze zijn daar in Den Bosch totaal uitverkocht.

Ik ben blij dat ik erbij mocht zijn, ook al was het door omstandigheden uitgerekend tijdens ons bezoek extra druk. Ik kon niet altijd zien wat ik wilde zien, ik werd meermaals verdrongen door sensatiebelust volk dat probeerde een selfie te maken met een van de topstukken van de heer Bosch. (De man heette overigens van zichzelf Jheronimus van Aken, maar dit terzijde…) Enfin…

Vijftig jaar geleden was ik er ook, op die grote Boschtentoonstelling, jaargang 1967, in Den Bosch, als snotneus van vijftien lentes jong. Van die tentoonstelling heb ik nog veel minder gezien, behalve dan massa’s volk vóór me. Slechts één schilderij is me bijgebleven, en dat blijkt achteraf apocrief te zijn… Maar sinds die tijd ben ik oprecht bewonderaar. Een tijd lang las ik alles wat er gepubliceerd was over Bosch, over de Late Middeleeuwen, over de Vroege Renaissance. En dat alles om die waanzinnige schilderijen van Bosch te begrijpen.

Ik heb er veel van geleerd, van die zelfopgelegde studie. Ik heb een beeld van de Middeleeuwen waar menig geschiedenisstudent een puntje aan kan zuigen. En over de Renaissance wil ik met eenieder een forse boom opzetten. Van de beeldtaal van Bosch snap ik echter nog steeds geen fluit. En ik ben de wetenschapper nog niet tegen gekomen die me verder kan leiden, terwijl hullie er toch voor hebben geleerd. Men spreekt elkaar voortdurend tegen en iets eenduidigs heb ik niet in al hun referaten kunnen ontdekken.

Voorbeeld: neem het uiltje dat aldoor terugkomt in de schilderijen van Bosch. Dat uiltje is een verwijzing naar de duivel, die met smaak meekijkt op het menselijk ongemak. Maar ook is het de boodschapper van God, dienende de Heer als een soort van superspion in dit tranendal. Het beest vertegenwoordigt in een andere conceptie de wijsheid van de Oude Grieken en kondigt daarmee de Renaissance in de Lage Landen aan, maar ook is het een symbool van voorchristelijke tijden, een heidens symbool dus.

Écht waar, ik heb dat allemaal teruggevonden in gerenommeerde studies. Kunstbeschouwing en Kunstgeschiedenis zijn wetenschappen lezer, maar dan wel  dunne. En als het gaat over de beeldtaal van Bosch-van Aken dan wordt het alras anorectisch. Om met Bosch te spreken: het flubbert als diarree uit het lijf, maar soms schijt men ook zwaluwen… Waarom niet?

Lezer, laat Bosch met rust. Nooit zullen we begrijpen waarom er vogelbekdieren met een blokfluit in hun onderbuik rondlopen op zijn doeken. En dat hoeft ook niet. Steeds vaker raak ik ervan overtuigd dat al die griezels slechts een fantasievolle verbeelding  zijn van het leven en de onafwendbare consequentie daarvan: de dood.

Meer is het niet en meer kan ik er niet van maken. Sorry…

© paul

(Het plaatje pikte ik overigens van de site Bosch 500…)

Mega-snel: spaghetti met zalm…

aprilvis met pasta
Zoals ik je in een vorig artikel vertelde kwam er niks van om een hele vis in de oven te bereiden. Ook kwam er niks van de fluwelen saus en die glanzende aardappelpuree met het boterzachte worteltje. Ik moest terugvallen op een stukje visvlees uit de super want een hele vis was er in het dorp niet te krijgen. Het werd een stukje zalm van de staart.

Spaghetti met zalm beschreven we al een aantal keren op deze website, ik achtte het overbodig om dat nog eens te doen. Tot we met vrienden aan de keukentafel bespraken hoe je in minder dan geen tijd een snelle, gezonde, voedzame en lekkere maaltijd op je bord tovert. Als voorbeeld haalde ik de zalmspaghetti aan, waarop het gezelschap besloot dat ik alsnog aandacht aan dat gerecht diende te geven. Vandaar…

Het wordt een losse pols recept. Ik weet wel dat een hoop lezers daar eigenlijk een hekel aan hebben, maar dat zij dan maar zo. Met een beetje gezond verstand kan er werkelijk niks misgaan. Enfin…

Fruit twee fijngehakte sjalotjes in een braadpan, samen met twee gehakte teentjes knoflook, op een zacht vuurtje tot ze mooi glazig zijn. Voeg een paar flinke scheuten room toe en breng dat even aan de kook. Zet het vuur weer zacht en laat de saus trekken, zodat de smaken zich kunnen mengen. Flink wat peper uit de molen erbij en een snuifje zout. Kook in de tussentijd je pasta. Wanneer de pasta nog een minuut of vijf moet gaan doe je de in grove brokken gesneden zalm bij de saus en laat je de vis op een middelhoog vuur garen. Houd in de gaten dat je saus vloeibaar genoeg blijft. Zo niet, dan een klein scheutje witte wijn, of desnoods water toevoegen. Giet de pasta af en stort die vervolgens in de saus. Wat blaadjes groen (spinazie, snijbiet, rucola) erbij en de zaak goed omhusselen. Je maaltijd is klaar.

Wanneer je het een beetje uitkient is de duur van de maaltijd bereiden gelijk aan de tijd die je nodig hebt om water te koken en daar vervolgens je pasta in te garen. Je hebt zelfs tijd om tussendoor een eenvoudige salade te bereiden. Je kunt nog spelen met andere smaakmakers, daar is niks op tegen. Maar de simpele bereiding zoals boven beschreven volstaat. Echt waar…

© paul

 

Aprilvis (met spaghetti)…

aprilvis 1937 Dit is zo ongeveer de bedoeling. Je speldt of plakt in een onbewaakt moment een papieren vis op iemands rug, liefst op de rug van een autoriteit. Het moet voorzichtig en bedachtzaam gebeuren en de uitverkorene mag het niet merken, anders is er geen lol aan. Het slachtoffer tijdens de daad afleiden is daarbij een beproefde methode.

De foto komt uit de Archives de Paris. Ze toont een gastje in actie met een Poisson d’Avril. Het slachtoffer is een agent van de Verkeerspolitie van Parijs en de plaats van handeling heet Saint-Denis, een voorstad van de metropool. Wie de foto maakte werd niet duidelijk, maar ze is gedateerd 1 april 1937.

Fransen en Belgen zijn er druk mee doende, met die Aprilvissen. Ze duiken dezer dagen op in de krant en op televisie, in het straatbeeld en natuurlijk op de rug van talloze slachtoffers. Ik vind het een sympathieke manier van 1 april vieren; afgezien van het fysieke aspect heeft het iets onschuldigs, iets kinderlijks in de goede betekenis van het woord. Een afdoende verklaring heb ik er niet voor, maar de francophone aprilgrap staat me veel meer aan dan ons inheems gedoe met Luizenladdertjes en Plintentrapjes.

Hoe het ook zij, al sinds een aantal jaren wordt er op 1 april op het Ministerie vis gegeten, het is traditie geworden. Ik had me dan ook voorgenomen om een mooie vis uit de oven te toveren, zo een met kop-en-staart er nog aan. En dan een spectaculaire saus erover, een zalvend-gladde aardappelpuree erbij en een boterzacht worteltje. Zoiets lezer…

Enfin, in heel het dorp was geen vis met kop en staart te bekennen; de oudkatholieke traditie van vis op vrijdag bleek aardig aan sleet onderhevig. Fileetjes, Captain Iglo en voorgekookt visvlees, en dat was het dan wel. Uiteindelijk heb ik er dan maar voor gekozen om een spaghettischotel te brouwen met zalm en room. Lekker hoor, daar niet van. Maar toch…

Voor de culinaire doe-het-zelvers onder de lezers: kopiëren, uitknippen, opspelden…

culinaire aprilvis

© paul