De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 7…

luxemburg juli 2008 027

31-03-2014. De etappe liep van Éghezée/Longchamps naar Namen, 15 kilometer.

Zouden de wandelaars zich realiseren dat ze zijn aangeland in hartje Frietland? Naar een achtiende eeuws archiefstuk werd hier in de streek de Pommes Frites uitgevonden…

Het gewraakte citaat luidt: De inwoners van Namen, Andenne en Dinant zijn gewend om uit de Maas kleine visjes te vangen om hun dagelijkse kost te verbeteren, vooral de armen. Maar als het water bevriest en het vissen riskant wordt snijden ze aardappelen in de vorm van visjes en frituren die op dezelfde manier. Ik herinner me dat die gewoonte al honderd jaar bestaat… De tekst stamt uit 1781.

Enfin, dankzij de vriendelijke onbekende uit Longchamps konden de wandelaars genieten van een goede nachtrust en een uitgebreid ontbijt in dat prachtige bed-and-breakfast-pension in Aische-en-Refáil. De Mevrouw des huizes bracht de wandelaars in de vroege ochtend terug naar Longchamps, vanwaar ze de Camina de Santiago weer oppikten. Het traject vervolgde het spoorweg-wandelpad van gisteren, het weer was geweldig, het landschap idyllisch.

De wandelaars verwonderden zich er wel over dat er zoveel minder fietsers waren vandaag. Tot ze zich realiseerden dat het maandag was, iedereen moest werken behalve hullie.

De tocht verliep verder voorspoedig en ergens in de middag marcheerden Ans en Jan Namen binnen. Ze liepen direct door naar het Bisschoppelijk Paleis om een stempel te halen. De bisschop was er niet. (Had die man nu niet even thuis kunnen blijven om onze wandelaars te begroeten?) De symbolische handeling werd dan verricht door de assistente van de bisschop.

Op zoek naar een kop koffie kwamen de wandelaars terecht bij een jeugdherberg. Misschien niet de meest gewenste logeerplaats, maar aangezien de reisinformatie niet repte van verdere overnachtingsmogelijkheden tussen Namen en het doel van de volgende dag, Dinant, besloten Ans en Jan om niet verder te zoeken.

De avond bracht relatieve rust. Douchen, wat schrijven, appen (eppen), lamballen, Maaskijken. Een diner, in de jeugdherberg genuttigd tezamen met 54 kindertjes van een jaar of elf. Men at er groentesoep vooraf en rijst met kip en tomaten in een groentesaus als hoofdgerecht. Daarbij dan nog een salade en uiteindelijk een stuk fruit toe. Goed bezig schrijft Ans. Een paar potten van het bier uit de streek: Gaulloise dubbel, als slaapmuts…

En de lieve groeten aan Ine en Jan…

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen.

Primeur: de eerste asperges van 2014…

eerste asperges 2014

Mede door het geschrijf over Santiago de Compostella, maar ook omdat Ellen even niet meepubliceert op de site, lig ik hopeloos achter. Enfin, je bent dat al wel van me gewend, het lijkt eerder regel dan uitzondering.

Alweer tien dagen geleden, op 20 maart, aten we de eerste asperges van het jaar. Ik schreef al eens over de  familie Van Dinter en hun vriendelijke manier van aspergebedden verwarmen. Zij zijn elk jaar weer de eersten en de kwaliteit is om van te dromen.

Intussen hebben we alweer een aantal aspergemaaltijden achter de kiezen. Als soep, maar ook gegratineerd en idem als snel pastagerecht. De eerste asperges van het jaar dienen klassiek gegeten. Dat is hier op het Ministerie traditie, daar wordt niet van afgeweken.

De asperges gekookt in gezouten water, hard gekookt ei erbij, de beste ham en de beste boter. Voor mij dan nog wat geraspte kaas en een snuifje nootmuskaat. Simpel, maar meer hoeft het écht niet te zijn…

© paul

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 6…

Santiago30-03-2014. De etappe liep van Hoegaarden naar Éghezée, ??? kilometer.

Terwijl de familie Geerts zich opmaakte voor het jaarlijks familiefeest, thuis in de Oudestraat, betraden de wandelaars dan voor het eerst de Camina de Santiago, het échte Pelgrimspad naar Compostella. Vriend Jan bracht hen van de slaapplaats naar de juiste plek en schoot nog snel een foto.

Het pad volgt het voormalig spoorwegtraject van Leuven naar Namen. Over de oude spoorbaan is een fiets- en wandelpad aangelegd. Een lange rechte weg, maar in het geheel niet saai, verzekeren Ans en Jan. Veel fietsers op deze lentezondag. Sommigen stappen af en maken een praatje, wensen behouden vaart. De Schelp maakt veel vrienden schrijft Ans…

Ergens onderweg werd vers water ingeslagen, bij de bedoening van een Oud Vrouwtje. In sappig zuiders Vlaams prevelde het Wijfje dat er wel een slaapplaats was voor die Vent, maar aan vrouwen kon ze niet beginnen. In nog sappiger Oost-Brabants liet Ans fijntjes weten dat ze de pot op kon…

Op enige plaats kruist het pelgrimspad de oude Romeinse Heerbaan die al tweeduizend jaar loopt van Keulen naar Bavay. Aan die weg ligt een grafheuvel, de Tumulus van Hottomont, in archeologische kringen wereldberoemd. De wandelaars zagen hem vanuit de verte. Volgens de legende zou er een Romeins-Germaanse generaal begraven liggen. Otto is zijn naam. Ans vroeg me via de digitale weg of ik wilde uitzoeken hoe het precies zat met die generaal met de Duitse naam. Ik ben er nog niet uit Ans, en ook Vriend Hijn, die aanmerkelijk beter is ingevoerd in de materie, kon geen uitsluitsel geven. Het komt nog Ans, het komt nog… Later…

Enfin, na die mooie tocht brak dan het-gedoe-van-alle-dag weer aan: slaapplaats zoeken, inwendige mens versterken… De plaats van bestemming, Éghezée, had evenwel niks te bieden. Een inwoner van het dorp wees de wandelaars erop dat een stukje verder, in Longchamps een pastoor te vinden was die zich bekommerde om pelgrims. Was daar ook wat te eten?.. Jazeker, volop… Dus sjokten de wandelaars de volgende drie kilometer naar het dorpje Longchamps.

In Longchamps bleek in het geheel geen pastoor meer voorradig, de parochie zat al jaren zonder. Zo luidde althans de mening van een van de gasten in het plaatselijk café. Het zat er overigens goed vol, in dat etablissement. En gezien de staat van de conversatie had men hem al aardig geraakt op deze milde zondagmiddag. Op de achtergrond schetterde de t.v.: de voorjaarsklassieker Gent-Wevelgem werd verreden, en Tom Boonen geraakte weer niet als eerste aan de meet… Afgezien van hun gezamelijke teleurstelling over dit feit waren de cafégasten het op geen enkele wijze met elkaar eens. Wel of geen pastoor? Een busverbinding op zondag naar Namen? Een plaats om het avondmaal te gebruiken? Adequate informatie was niet te verwachten. De wandelaars trokken dan maar verder, belden nog op enkele plaatsen aan, er was evenwel geen plek voor de reizigers. Zelfs het bejaardenhuis wilde hen niet herbergen.

Tot ze dan een allervriendelijkste meneer troffen. Die bracht hen een goede zes kilometer verder,het plaatsje heette Aische-en-Refáil, naar een prachtig optrekje waar bed-and-breakfast werd geboden. De beheerder van het onderkomen zou de wandelaars de volgende ochtend naar het startpunt brengen.

Die stok waar Jan op de foto mee staat te zwaaien, dat is de stok van Zjoske. Maar dat had je waarschijnlijk al begrepen.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen.