Salade, lamskarbonaatjes en gegratineerde aardappeltjes…

 salade

Beetje saai vandaag, ik heb niets bijzonders te melden op eetgebied. Ik heb ook even geen tijd om iets bijzonders te schrijven. En ook al geen bijzondere maaltijd vanndaag. Wel heel smakelijk, maar alles is al eens beschreven…Soms heb je dat…

Toch maar een foto van de salade van vanavond, voor misschien iemand die morgen denkt: “Wat zullen we eten vandaag”. Altijd smakelijk zo’n salade, vandaag wat eikenbladsla, rucolla, tomaten, zwarte olijven, uienringen, een hardgekookt ei en een gebakken gebakken geitenkaasje met spek. Ik maakte een dressing van super olijfolie, een beetje casis-azijn (meegebracht uit Bourgondië) wat peper en zeezout.

gegratineerde aardappeltjes

Daarna een paar  en gegratineerde aardappeltjes. De aardappeltjes even beetgaar gekookt, in een ingevettte ovenschaal met een scheutje room en wat vers geraspte Pecorino-kaas. Een beetje nootmuskaat erover en 10 minuutjes in de voorverwarmde oven op 200 graden.

Kopje espresso toe.

Dit klinkt heel saai misschien maar het ontbreekt ons even aan inspiratie tot … en evengoed was dit een smakelijke maaltijd!

© ellen

Spruiten uit de oven…

kip 015

Spruiten, ach spruiten… De vorst moet er over, dat komt de smaak enorm ten goede, is de gemene mores. Maar wij kunnen niet wachten op de winter. Gisteravond aten we de mini-kooltjes alweer voor de tweede keer dit seizoen. Vorige keer met amandeltjes en spek, nu met walnoten.

Het moet maar eens afgelopen zijn met de verdachtmakingen van deze groente. Ze smaakt gewoon prima. Kindertjes moet je beter maar verschonen van de spruit, ze worden er fysiek onpasselijk van, en daar kunnen ze niks aan doen. En verder heb ik de beruchte spruitjeslucht in ons huis nog nooit geroken. (Die krijg je door, zoals mijn moeder deed, de groente kaki-bruin te koken. Moeder nam altijd zeer ruim tijd om de spruiten te garen.) In overdrachtelijke zin ontstaat er spruitjeslucht door het konsequent bezigen van Nederlandse kneuterigheid. En daar houdt dit Ministerie zich verre van.

Voor twee personen:

  • 1 pond spruiten,
  • 4 eetlepels gehakte walnoten,
  • klont boter,
  • snuif nootmuskaat,
  • zout.

Kook de spruiten met wat zout “al dente”. Gebruik een beetje boter om de bodem van een ovenschaal in te vetten en stort er de spruiten in. Strooi de gehakte walnoten er over en hussel door elkaar. Snipper de rest van de boter in vlokken en verdeel ze over het gerecht. Rasp er een vleugje nootmuskaat over en zet de schaal in een voorverwarmde oven (200 graden). Na tien minuten is het klaar.

We aten er gestoofde karbonade bij in Gorgonzolasaus. De saus krikte de smaak van de spruiten nog eens extra op.

Karbonades met een gesnipperd sjalotje in boter aan beide kanten bruin bakken. Afblussen met wat bouillon of water en ruim een uur zachtjes laten stoven. Dan het vlees uit de pan nemen en warm houden. Een flinke scheut room bij het braadvocht en even in laten koken. 50 gram in blokjes geneden Gorgonzola pikante erdoor smelten en je saus is klaar.

kopje espresso toe.

© paul

Slachtdag in het Boerenbonds museum…

slachtdag 2008 018“>

Het Slachtfeest in het Boerenbonds museum, het is écht een jaarlijks
terugkerend feestje. Dit jaar alweer voor de achttiende keer. Zes varkens hingen
er op de “leer”, klaar om verwerkt te worden. Het doden van de beesten en het
uitnemen van de ingewanden was van te voren gedaan in het slachthuis. Het
ophangen op de ladder heeft dan ook meer een educatief en nostaligisch karakter:
“Kijk, zo ging dat vroeger.”

Het vlees wordt dan vervolgens in grote hompen op de slachtbank gelegd en het
publiek kan kopen. Slager Vogels beent uit en versnijdt naar believen, je zegt
het maar. Het vlees wordt bij verkoop niet op een weegschaal gewogen, maar op de
hand, en de verse worst wordt per meter verkocht. De prijzen zijn vooroorlogs.
Het publiek heeft het er voor over om lange tijd in de rij te staan. Slager
Vogels doet het merendeel zelf en hij is de enige die verkoopt, dat kost tijd.
Zeker ook omdat hij zijn handelingen lardeert met anekdotes en daar dan
uitgebreid de tijd voor neemt.

Het Ministerie koos ervoor om het festijn vroeg op de dag te bezoeken, de
ervaring had geleerd dat het later storm zou lopen. Aldus geschiedde. We kochten
tongetjes (met keelstuk), spek om te koken, hieltjes voor de soep, een
frikando-achtig stuk van ruim één kilo, bloedworst en gehaktbrood. We lunchten
samen met het Kind in één van de schuren van het museum. Uitgebakken kaantjes
aten we, bloedworst en gehaktballen. Er was nog veel meer te eten, maar je kunt
niet alles…

Aan bezoekers ook dit jaar weer geen gebrek. Onze dorps- en streekgenoten
waren er, maar ook veel Limburgers en ook een aantal Randstedelingen hadden de
moeite genomen naar Brabant af te reizen. Al met al ging het over ruim duizend
bezoekers.

Ik zit dit stukje in zeven haasten te maken, het kan best zijn dat ik het in
de loop van de avond nog aanpas. Ellen zal straks een link zetten naar de
fotoreportage die ze maakte.

slachtdag 2008 012   slachtdag 2008 017  slachtdag 2008 020

© paul

spaghetti met kip, artisjokkenharten en tomatensaus

pasta met kip, artisjokken en tomatensaus

Ik was vandaag laat thuis en Paul moet weer vroeg werken, dan moet er dus een
snelle maaltijd op tafel komen. Ik ben niet zo dol op kipfilets, een beetje saai
stukje vlees vind ik eigenlijk, maar wel ideaal om een snelle maaltijd te maken.
Kipfilet gaart snel en is op veel manieren te verwerken. Koop wel biologische
kipfilets, anders smaakt het helemaal nergens naar. Deze maaltijd kun je
bereiden in 15 minuten!

Voor twee personen:

  • 2 biologische kipfilets, in repen gesneden
  • olijfolie
  • 1 ui, 1 teentje knoflook, fijngesneden
  • 1 blik tomatenstukjes
  • een paar artisjokkenharten, in parten gesneden
  • wat gedroogde oregano
  • wat verse basilicum

Bak de stukjes kip in de olijfolie even snel om en om bruin. Voeg ui en
knoflook toe en bak ze even mee. Doe er dan de tomaten bij, de artisjokkenharten
en de oregano. Voeg wat zout en peper toe en laat het geheel 15 minuten stoven.
Doe er dan de basilicumblaadjes bij en dien snel op. de spaghetti.

Wij aten vooraf een gemengde salade, kopje espresso toe.

© ellen.

Risotto ai porcini, Risotto met eekhoorntjesbrood

risotto met paddestoelen 006

Het is al een paar dagen prachtig mooi herfstweer, prima voor een flinke
wandeling. Natuurlijk lopen we dan niet zomaar doelloos rond in dit jaargetijde.
Er moet verzameld worden voor de winter! De tijd van de bessen en bramen is nu
voorbij maar er staan nog paddestoelen. Gisteren plukten we de laatste boleten
van dit seizoen en we hadden geluk, er stond vooral eekhoorntjesbrood. Dat vind
ik toch de lekkerste van de wilde paddestoelen. De meesten liggen nu te drogen.
Een paar bewaarde ik om vandaag nog een keer verse paddestoelen te eten met
risotto. Calorierijk, dat wel, maar we eten dit heerlijke romige gerecht maar
een paar keer per jaar.

Risotto met eekhoorntjesbrood voor vier
personen:

  • 400 gram arboriorijst
  • een klein handjevol gedroogde paddestoelen
  • 250 gram verse paddestoelen, in plakken gesneden
  • 100 gram gerookt spek in kleine dobbelsteentjes gesneden
  • 75 gram boter (Italianen uit het Noorden gebruiken boter, de rest van
    Italie olijfolie. Ik prefereer in dit geval boter.
  • 2 tenen knoflook, fijngehakt
  • een glas witte wijn
  • 1 ui ragfijn gesneden
  • ongeveer 2 1/2 liter bouillon
  • 2 eetlepels verse gehakte peterselie
  • Voor de mantecatura:
  • 75 gram koude boter in kleine blokje
  • 100 gram fijngeraspte Parmezaanse kaas.

Week de gedroogde paddestoelen in wat water tot ze zacht zijn en hak ze fijn.

Smelt 20 gram van de boter en bak daarin de knoflook en de spekblokjes. Voeg
de verse paddestoelen toe en bak ze op een laag vuur om en om. Doe de wijn erbij
en laat dit zachtjes een paar minuten stoven. Doe een deksel op de pan en zet
even weg.

Zet de pan bouillon op het vuur en houdt de bouillon tegen de kook aan. Smelt
de rest van de boter en doe de fijngesneden ui erbij. Smoor ongeveer vijf
minuten, doe de geweekte porcini erbij en dan de rijst. Roer goed totdat alle
korrels met wat boter bedekt zijn. Voeg dan de bouillon toe. Telkens twee grote
soepopscheplepels per keer. Roer goed over de bodem en de zijkanten van de pan.
Als de bouillon helemaal opgenomen is voeg je nieuwe bouillon toe. Ga zo, al
roerend, ongeveer 16 minuten door. De rijst moet gaar zijn maar van binnen nog
wat ‘beet’ hebben. Draai het vuur uit en voeg de gebakken verse porcini toe en
de peterselie.

Meng voor demantecatura met een houten lepel de blokjes
koude boter en de Parmezaanse kaas door de rijst. Ik had vrij veel gebakken
paddestoelen dus heb ik een deel door de risotto gemengd en met de rest een plak
ham gevuld. Dien de risotto op met voor ieder een gevulde plak ham.

Wij aten een salade vooraf en natuurlijk, espresso toe.

© ellen.

Heksenboleten in het pannetje…

netstelige heksenboleet 006

Gisteren was weer eens zo’n dag. Ik was vrij, maar door allerhande
omstandigheden had ik het razend druk (of ik dacht in ieder geval dat dat zo
was…). Het was puur toeval, maar niet geheel onlogisch dat ik door het laantje
reed. Het was een snelle verbinding tussen A en B, maar ik had evengoed voor een
stuk of vier andere mogelijkheden kunnen kiezen. Die waren net zo snel geweest.

Ik kan het nu eenmaal niet laten om in dit soort laantjes met één oog op de
weg te kijken en met het andere in de berm. Op dit soort laantjes bevindt zich
gelukkig nooit verkeer, slecht een enkele landbouwtrekker komt men tegen, dus
mijn rijgedrag brengt nauwelijks gevaar met zich mee. En daar stonden ze, wel
een hele plantage. Heksenboleten. Ik wilde doorrijden, want ik had het druk,
druk en ik zou later wel terug komen. Maar een paar meter verder trapte ik dan
alsnog op de rem en bracht mijn voertuig tot stilstand. Ik vroeg me oprecht af
of ik nog wel goed bij mijn hoofd was. Die prachtige boleten werden me zo in de
schoot geworpen, en ik zou geen tijd hebben om ze te plukken? Belachelijk!

Ik plukte ze lezer, het waren er een hele boel. Ik ben vervolgens naar huis
gegaan en heb de paddestoelen in de relatieve rust van de echtelijke stee schoon
gemaakt en deels versneden om ze te drogen. De rest van de dag verbleef ik
genoegzaam in huis, dronk een glas wijn en schreef een artikel voor het web-log.
Het viel erg mee met de drukte…

‘s Avonds verwerkte Ellen de restanten tot een mooi stoofpotje. Ze bakte een
gesnipperd uitje en wat dobbelsteentjes spek in de hapjespan. Toen de ui glazig
werd en het spek bruinde gingen de paddestoelen erbij. Die bakten even mee. Door
een kelin beetje vocht toe te voegen kon het geheel daarna rustig een goede
twintig minuten stoven. Op het laatst ging er een scheut room in de pan. Ze liet
het geheel nog even doorpruttelen tot de room begon te binden. Wat gehakte
peterselie maakte het schoteltje af.

We aten verder Kemper Landhoen uit de oven, salade en
gegratineerde aardappeltjes. We dronken een hele mooie wijn, daar kom ik nog
over te schrijven.

paddestoelen in roomsaus

© paul

Noodransoen

omelet 006

Drukte, uitmondend in een drankgelag stak een stokje voor onze culinaire
aspiraties van gisteravond, we wilden niet nog eens geruime tijd achter de stoof
staan. En aangezien de afhaalchinees om de hoek de hele maand november met
vacantie is bleef er weinig over dan om te improviseren. Eieren bieden gelukkig
altijd uitkomst.

Ellen smolt een flinke klont boter in de oude plaatstalen koekenpan en bakte
daar wat spek en een goede handvol gesnipperde cantharellen in. Daaroverheen
stortte ze vier geklutste eieren. Ze bakte de omelet tot hij aan de buitenkant
mooi goudbruin was en van binnen nog net een tikje vochtig. Prima maaltijd.

We waren witte wijn aan het drinken en zijn daar maar mee door gegaan. Maar
het blijft problematisch, wijn en eieren…

© paul

En hoe het verder ging met “die naam”…

espresso

Het artikel “What’s in a name…” maakte wél een en ander los.
Zoals je terug kunt zien is er volop gereageerd. We zijn onze lezers dankbaar
voor hun reacties, en met name ook voor de hartverwarmende
solidariteitsverklaringen, tips en aanverwanten. Ed Starren van de Wijnerij
zocht contact met de Haarlemse organisatie om zijn ongenoegen te uiten, en er
ontstond een kleine briefwisseling. Ik wilde die eerst gebruiken voor dit
artikel, maar intussen heeft één van de organisatoren uit Haarlem ook gereageerd
op dít web-log. Ik laat de correspondentie van Ed maar even voor wat het is,
want de strekking van de reactie op ons web-log komt er in grote lijnen mee
overeen. En die reactie was de volgende:

Beste Webmaster en bezoekers van deze prachtige site,

Wat een heftige reactie op ons beursinitiatief en wat jammer dat we niet
een beetje het voordeel van de twijfel krijgen.

Ik steek geheel de hand
in eigen boezem wat betreft de naam. Alhoewel iedereen van me aan moet nemen dat
ik die naam, dacht ik, origineel bedacht hebt aan het zwembad van mijn
vakantiehotel afgelopen zomer.

Ik kwam op deze naam omdat ik erg
gecharmeerd ben van de naam ʽHouse of Orangeʼ van een bekend visagisten team.
Daarmee verder filosoferend kwam ik via de naam Minestry of Sound (dancefeest in
het verleden) op de naam Ministerie van Eten en Drinken. In mijn enthousiasme
niet gegoogled maar wel de vrije webnaam geregistreerd en dat is zeker slordig.

Graag wil ik heel graag uit de wereld helpen dat we deze naam door
ordinair jatwerk of kopiegedrag hebben gekozen . Wij zijn geen grote organisatie
of mediathycoon maar een gewoon, mooi Concertgebouw in Haarlem die, naast de
ʽCulinaire Winterʼ, ook een culinair idee van ons, en Phils Kooktheater, een
avond vol lekker eten, drinken en muziek, gewoon het plan hadden om mensen met
een passie voor de goede dingen des levens samen te brengen op een
zondagmiddag.

Gisteren hebben wij naar aanleiding van een mail van een
van uw lezers via via contact opgenomen met de webmaster om te laten weten dat
het echt niet de bedoeling is/was om wie dan ook voor het hoofd te stoten.

We hebben de webmaster direct 100 vrijkaartjes aangeboden voor
leden/bloggers van de site en een gratis stand aangeboden om de site te promoten
bij ons publiek.

Nogmaals ik schrik erg van de heftige reacties op de
site en zal na de beurs zeker nogmaals in contact treden met de webmaster om te
zien hoe wij juist kunnen bijdragen aan het zo wijd mogelijk verspreiden van
onze gezamenlijke passie: eten en drinken en genieten.

Met culinaire groet!

Marc Schultheis

Tsja, denk je dan na het lezen van de brief, tsja…

Laat ik maar beginnen bij het begin. Marc Schultheis schrok van de “heftige”
toon van het artikel. Maar hoe had hij dat dan anders verwacht? Onze naam wordt
gebruikt voor zaken waar wij niks mee van doen hebben, dat is niet niks. (Er
bestaat écht zoiets als intellectueel erfgoed!)

Voorts schrijft Marc Schultheis dat hij contact heeft gehad gehad met de
Web-master. Dat is niet zo, hij heeft contact gehad met Ed Starren van het
wijnweb-log De Wijnerij. (Ed heeft hem gisteren al op zijn fout gewezen.) Zit Ed
nu met honderd kaartjes? Wij weten vooralsnog van niks.

Dan is er de verklaring over het ontstaan van de Haarlemse naam. Die vind ik
geloofwaardig, ja zelfs aandoenlijk. Ik geloof Marc Schultheis. Blijft staan dat
onze naam al ruim drie jaar gebruikt wordt (en midden jaren negentig werd
uitgevonden door de Keizer van Monera ). “Willem” stelt terecht in een reactie
dat een (merk)naam in beginsel niet hoeft te zijn vastgelegd om beschermd te
zijn. “Anton” wijst erop dat er zoiets bestaat als synchroniteit. Bijvoorbeeld:
twee mensen komen op verschillende plaatsen en tijden tot dezelfde oplossingen.
Ik ben het volkomen met Anton eens, dat gebeurt, dat bestaat. Nou en?

De honderd vrijkaartjes die Marc Schultheis (aan Ed) aanbiedt, dat lijkt heel
genereus. Maar het is natuurlijk flauwe kul. Hoe zou je op zulke korte termijn
überhaupt iets kunnen organiseren (zou je dat al willen)? En hoe dan? Onze
lezers zitten letterlijk over de hele wereld. En verder gebruikt Marc zijn
verhaal heel slim om nog wat reclame te maken…

Ach lezer, wij gaan ons erop beraden óf en hoe we ons verder zullen
beschermen tegen toekomstig gedoe. Ik geloof dat ik het hierbij moet laten, ik
heb er geen zin in dat het allemaal eindeloos gaat voortslepen. Overigens Frans,
de foto bij het vorige artikel toont de visitekaartjes van ons allereigenste
Ministerie. En oh ja, bedankt Ed.

© paul

What’s in a name?…

visitekaartjes

Via de mailbox werden we er al op attent gemaakt, en vandaag ook via een
reactie van Sandrina op het web-log. HET MINISTERIE VAN ETEN EN DRINKEN (niet
ons Ministerie!) organiseert een culinair publieksevenement in de Philharmonie
in Haarlem. Of iemand anders organiseert het en noemt het Ministerie van Eten en
Drinken… Het betreft een beurs waar producenten en leveranciers van bijzondere
culinaire producten zich direct kunnen presenteren aan publiek, en wel op 9
november a.s.

Wij weten van niks, wij hebben er niks mee van doen.

Wat ik kon achterhalen is dat het een nieuw evenement betreft. De organisatie
is ons verder onbekend. Hun internetadres verschilt een paar letters van het
onze, maar de namen zijn gelijk.

Gut, denk je dan, welke creatieve Haarlemse geest bedenkt zo’n leuke naam? En
wat een toeval, dezelfde als de onze… Of zou het misschien toch één van de
554.772 bezoekers zijn die de laatste jaren op ons Ministerie langs kwamen? En
dat die man/vrouw dan dacht: web-logje uit de provincie, leuke naam, kan ik goed
gebruiken, fluit geen boer naar…

En hoe meer ik er over nadenk, hoe meer ik neig naar dat laatste. Gewoon onze
naam gejat, gewoon gejat. Niet even het fatsoen hebben om te vragen of dat wel
kan, of dat wel mag. Misschien is de naam wel gejat door een buro, en dat de
culi-organisatie er dan ook nog een som gelds voor heeft moeten neertellen.
Heling heet zoiets… Ach lezer, je weet het niet, je weet het niet. (Heb ik
ongelijk, ik trek onmiddellijk het boetekleed aan en bestrooi mijn kop met as,
bestrijk mijn lendenen met pek en wentel me in veren! Het zal waarschijnlijk
niet nodig zijn…)

Natuurlijk is het zo dat onze naam niet ergens als onvervreemdbaar eigendom
staat geregistreerd, we zijn Philips niet. En wat we er verder mee aan moeten?
Niks. Het waait wel weer over. Bij Google staat dat andere ministerie op pagina
3, al het andere daarvóór zijn wij. En na a.s. zaterdag hoor je waarschijnlijk
weer een jaar niks van hullie en misschien wel helemaal nooit meer. Het zal wel
loslopen.

Overigens hangt het Ministerie ook als link aan allerlei startpagina’s en
web-site’s, meestal zonder onze toestemming. Ook daarvoor geldt dat we er weinig
aan kunnen doen. Je hebt er een dagtaak aan om alles in het gareel te houden.
Die tijd hebben we niet en willen we er ook niet aan besteden. Komt je echter
ter ore dat we grof worden geschonden in onze belangen en integriteit, dan horen
we dat graag van je.

Ons Ministerie blijft gewoon doen wat het al jaren doet. Wees gegroet lezer,
en blijf lezen…

© paul

Domaine La Capitaine Grand Cru…

kaas en wijn 004

Sinds ik de laatste keer een wijn beschreef op dit web-log zijn er al weer
heel wat flessen gepasseerd op het Ministerie. Ik schrijf nu eenmaal niet zo
makkelijk over wijn, ik laat het liever over aan Ed vande Wijnerij en Mariëlla van de
Wijnkronieken
. Maar eigenlijk is het schandalig, want dit web-log is
er niet alleen voor de lezer, het dient ook als persoonlijk archief voor ons
zelf. En al dat heerlijks, wel gedronken maar niet beschreven, zinkt nu
langszaam weg uit herinnering die we er nog vaag aan hebben. Dat moet anders
lezer, dat moet anders. Ik neem me maar weer eens voor om het allemaal beter bij
te gaan houden.

Van de zomer waren we, zoals elk jaar, op de Kermis van Ansembourg. We genoten er van
allerlei etenswaardigs en ik dronk de prachtige, goed gekoelde cider van de
Bretonnen. Wat later op de dag streken we neer bij de Zwitserse afvaardiging. De
maaltijd die zij verzorgden bestond uit een traditionele kaasfondu met grof
boerenbrood. En daarbij schonken ze een koele witte wijn die perfect smaakte bij
de maaltijd. Eén glas was bij de prijs inbegrepen, maar was dat leeg dan was er
altijd wel iemand in de buurt die het opnieuw vulde.

Indrukwekkende wijn was het, uit de thuiskantons. Ik had nog nooit Zwitserse
wijn gedronken. De drankenbaas was er ook trots op. Hoewel er nog een ruime
voorraad aan flessen lag kostte het me de grootste moeit om er een aan te
schaffen. Ik moest er speciaal tegen de avond voor terug want toen pas wist men
hoeveel wijn men nog nodig had voor de resterende maaltijden. Uiteindelijk kreeg
ik dan een fles mee, ik betaalde vijf euro.

Domaine La Capitaine Grand Cru, zo stond er op het etiket.
De datum, horend bij de jaargang, ben ik kwijt. De druif die de grondstof
leverde heet Chasselas. Het is de meest aangeplante druif van Zwitserland. Het
Domein van La Capitaine ligt in het kanton
Vaud, ingeklemd tussen het meer van Genève en het meer van Neufchatel. De
volledige productie van La Capitaine (11 hectaren) is biologisch.

Vorige week besloten we om kaasfondu te eten, gewoon thuis. Dit was hét
moment om de Capitaine open te maken. We hadden de fles speciaal voor een
dergelijke gelegenheid bewaard en we waren benieuwd of de wijn in de huiselijke
sfeer nog steeds zo briljant zou smaken. (Je wist maar nooit, het gras is altijd
groener in den vreemde…)

De geur die opsteeg bij het inschenken noem je bloemig. Niet uitbundig zoals
bij een Gewürztraminer, maar delicaat bloemig. En de smaak toonde zich vol en
rond, en toch fris met een heel klein zuurtje. Een beetje familie van de
Elzaswijnen, van de Jurawijnen. Gewoonweg lekkere wijn, vonden wij. Maar in
combinatie met de kaasfondu werd het een groots feest. Het gebeurt helaas maar
zelden dat wijn en spijs echt helemaal op elkaar zijn afgestemd, maar als dat
dan zo is dan heb je iets goddelijks. En dit was nú het geval.

Daar wij nog vaker kaasfondu zullen eten ga ik naarstig op zoek naar deze
wijn. En over Zwitserland kom ik binnenkort nog wel te schrijven.

© paul