Spruiten, ach spruiten… De vorst moet er over, dat komt de smaak enorm ten goede, is de gemene mores. Maar wij kunnen niet wachten op de winter. Gisteravond aten we de mini-kooltjes alweer voor de tweede keer dit seizoen. Vorige keer met amandeltjes en spek, nu met walnoten.
Het moet maar eens afgelopen zijn met de verdachtmakingen van deze groente. Ze smaakt gewoon prima. Kindertjes moet je beter maar verschonen van de spruit, ze worden er fysiek onpasselijk van, en daar kunnen ze niks aan doen. En verder heb ik de beruchte spruitjeslucht in ons huis nog nooit geroken. (Die krijg je door, zoals mijn moeder deed, de groente kaki-bruin te koken. Moeder nam altijd zeer ruim tijd om de spruiten te garen.) In overdrachtelijke zin ontstaat er spruitjeslucht door het konsequent bezigen van Nederlandse kneuterigheid. En daar houdt dit Ministerie zich verre van.
Voor twee personen:
- 1 pond spruiten,
- 4 eetlepels gehakte walnoten,
- klont boter,
- snuif nootmuskaat,
- zout.
Kook de spruiten met wat zout “al dente”. Gebruik een beetje boter om de bodem van een ovenschaal in te vetten en stort er de spruiten in. Strooi de gehakte walnoten er over en hussel door elkaar. Snipper de rest van de boter in vlokken en verdeel ze over het gerecht. Rasp er een vleugje nootmuskaat over en zet de schaal in een voorverwarmde oven (200 graden). Na tien minuten is het klaar.
We aten er gestoofde karbonade bij in Gorgonzolasaus. De saus krikte de smaak van de spruiten nog eens extra op.
Karbonades met een gesnipperd sjalotje in boter aan beide kanten bruin bakken. Afblussen met wat bouillon of water en ruim een uur zachtjes laten stoven. Dan het vlees uit de pan nemen en warm houden. Een flinke scheut room bij het braadvocht en even in laten koken. 50 gram in blokjes geneden Gorgonzola pikante erdoor smelten en je saus is klaar.
kopje espresso toe.
© paul