Op gezette tijden bezochten wij de Zwarte Markt in Cuijk. Zo ook laatstleden zaterdag. We hadden er niet veel meer te zoeken, de jus was eraf. Vroeger, ja vroeger, toen stond het er nog vol met kraampjes met goed bedoelde rotzooi. Er viel wat te ontdekken en de prijzen waren van menselijke maat. Dat was voorbij… De reden waarom het Ministerie de markt ‘n paar keer per jaar bleef bezoeken was de volgende: er stond een handelaar in kruiden en specerijen. De aangeboden waar was van topkwaliteit, het assortiment nagenoeg alles omvattend, de prijs goed. Van Bombay naar Boeda-Pest, van Parma naar Peking. De hele mediterrane keuken, maar ook Zuidoost Azië. Het Middenoosten, maar ook Zuid Amerika. Nooit was de waar stoffig en “over de datum”, altijd tip-top. Waar vond je de keuze uit zes soorten paprikapoeder of vijf verschillende kerrie’s? Enfin, die handelaar stond er zaterdag niet meer. Verdwenen,weg! De directie van de Zwarte Markt kon ons niet vertellen waar de kruidenkoopman gebleven is, geen adres, niets. Wat overbleef was een flauwe markt en veel “vette hap”. Wij hoeven niet meer naar Cuijk.
© paul