ZWARTE DAG OP ZWARTE MARKT…

Op gezette tijden bezochten wij de Zwarte Markt in Cuijk. Zo ook laatstleden zaterdag. We hadden er niet veel meer te zoeken, de jus was eraf. Vroeger, ja vroeger, toen stond het er nog vol met kraampjes met goed bedoelde rotzooi. Er viel wat te ontdekken en de prijzen waren van menselijke maat. Dat was voorbij… De reden waarom het Ministerie de markt ‘n paar keer per jaar bleef bezoeken was de volgende: er stond een handelaar in kruiden en specerijen. De aangeboden waar was van topkwaliteit, het assortiment nagenoeg alles omvattend, de prijs goed. Van Bombay naar Boeda-Pest, van Parma naar Peking. De hele mediterrane keuken, maar ook Zuidoost Azië. Het Middenoosten, maar ook Zuid Amerika. Nooit was de waar stoffig en “over de datum”, altijd tip-top. Waar vond je de keuze uit zes soorten paprikapoeder of vijf verschillende kerrie’s? Enfin, die handelaar stond er zaterdag niet meer. Verdwenen,weg! De directie van de Zwarte Markt kon ons niet vertellen waar de kruidenkoopman gebleven is, geen adres, niets. Wat overbleef was een flauwe markt en veel “vette hap”. Wij hoeven niet meer naar Cuijk.

© paul

WAT ATEN WE GISTEREN?

Het is, geloof ik, voor het eerst sinds het web-log operationeel is dat het Ministerie een eetdag niet beschreven heeft. Het was dan ook zo’n rommelige dag waarop van regulier eten geen sprake was. En ook aan schrijven kwamen we niet toe. Toch hebben we redelijk ontbeten en tussendoor was er dim sum. En ‘s middags op het feest was er natuurlijk gebak. Gaande de dag snackten we verder (worstenbroodjes, saucijzenbroodjes en wat er zo verder aan je neus voorbij schuift). Mary en Bram hadden Jägertee gemaakt en vooral de obstler is me daar van bij gebleven. Bij thuiskomst (het was nog vroeg) nodigde de Jongste Bediende ons uit een afzakkertje te nemen in nabij gelegen Horécaf. En toen was het ineens laat. Redmiddel op dit soort dagen is de overbekende noedelsoep uit ‘t zakje. Water aan de kook brengen, noedels erbij, na 2 minuten de specerijen toevoegen en klaar is de soep. Het stelt weinig voor en het is zoute kledder, maar het maakt dat je niet met een hol gevoel in je maag naar bed hoeft. Plaatje vanavond “Moet je dat nu zo langzamerhand niet eens zelf leren?!” “Ja, ja…”

© paul

KONIJN MET TOMAATJES EN ZWARTE OLIJVEN…

Op zaterdag is het altijd een beetje moeilijk met het eten, veel bezoek en weinig tijd. Een kwestie van vooruit kijken en koken. Dat lukt niet altijd perfect. Sinds we bijna alleen nog vlees van de Sumiranboerderij eten, moeten we goed plannen wat er uit de diepvries gehaald dient te worden. Vanmorgen vergeten, toen nog maar eens een uitstapje gemaakt, en toen was het te laat om nog iets te ontdooien. Dan zit er niet veel anders op dan te kiezen uit het assortiment van de grootgrutter. Vis was een optie, maar die zag er zo beroerd uit dat dat geen alternatief was. Varkensvlees lusten, en, willen we niet meer van AH. Het alternatief was konijn. Een beetje flauw Hollands konijn; maak er iets lekkers van met het recept van de oma’s uit Napels…

Een konijn in stukken, olijfolie, 1 flinke ui, 2 tenen knoflook in fijne snippers gehakt, een halve winterwortel in kleine stukjes, 50 gram gedroogde tomaatjes, 1 glas witte wijn, zelfde hoeveelheid tomatenpulpo (uit een fles, zónder toevoegingen), 1 laurierblad, 1 tak rozemarijn, zout, peper 10 zwarte olijven, 5 ansjovisjes in kleine stukjes gesneden. Het konijn rondom bruin braden, de ui, de knoflook en de wortel erbij doen en even meesmoren. De kruiden toevoegen en de witte wijn. Alles aan de kook brengen en de tomatenpulp erbij. Even voorzichtig roeren en het vlees zo, ongeveer 1 uur, zachtjes laten stoven. Voeg zonodig nog wat bouillon toe. Dan de stukjes gedroogde tomaat, de ansjovis en de olijven erbij doen. Opdienen met een beetjes gehakte  platte peterselie.

Wij aten een salade vooraf en bij het konijn gnocchi di patate. De gnocchi waren niet zelfgemaakt, helaas, deze waren een beetje plakkerig. Volgende keer maak ik ze zelf. Niet moeilijk en veel smakelijker. Een stukje kaas toe. En espresso met een stukje chocolade.

© ellen

RUNDERSTOOFVLEES MET DILLESAUS…

Vandaag heeft Paul gekookt en eigenlijk wilde hij ook zelf een stukje schrijven, maar er is ook een feest waar hij naar toe wil. Snel, snel, jasje, pasje, sjaaltje, shag… De jongste bediende staat al te toeteren op de stoep, die speelt even voor taxi. Goed, de rust is weergekeerd en aan mij de taak om het recept op te schrijven: 500 gram runder ribstuk, boter, laurierblad, rode wijn, 2 theelepls paprikapoeder, zout en peper, 1 bekertje zure room, 1 klein bosje verse dille, fijngehakt.

Bak het vlees rondom bruin en voeg wat rode wijn toe. Dan het laurierblad en paprikapoeder erbij doen en het vlees in ongeveer 2 ½ uur gaar stoven. Het vlees op een voorverwarmde schaal leggen en warm houden onder folie. Het laurierblad verwijderen en de zure room en dille bij de jus voegen. Naar smaak nog wat zout en peper erbij doen en de saus over het vlees scheppen. Wij aten er gestoofde prei bij en voor mij wat pasta, rotelle. Espresso toe.

© ellen

Bakkerij van Bragt…

Van zondag 6 tot en met dinsdag 7 februari worden in de RAI in Amsterdam de Nederlandse Bakkerijdagen gehouden. Daar wordt dan onder andere bekend gemaakt welke bakker en banketbakker de beste van Nederland zijn. Bakkerij van Bragt uit Geldrop is één van de kandidaten. Dit bericht lazen wij vanmorgen in de krant. Zo dicht bij een supergoede banketbakker, daar wilde het Ministerie meer van weten en natuurlijk proeven. Dus even op Google gezocht naar het adres van de bakker en daarna snel naar Geldrop. Bakkerij van Bragt heeft overigens een mooie, smakelijke site

De winkel ziet er prima uit, modern, sober ingericht. Vriendelijk personeel, met tijd en aandacht voor de klanten. Het was heel moeilijk om te kiezen, al het gebak zag er prachtig uit. We kochten bij bakker van Bragt een Gran Gouva; chocolademouse gevuld met caramelbavaroise en toffeefudge en een caramel biscuit gebakje. En voor de toevallige passant (het Kind) nog een Christoffelgebakje. Thuis een kopje espresso gemaakt en geproefd… Het gebak was werkelijk heerlijk! Het caramel gebakje deed me denken aan die van de grote Weense taartenmakers; in laagjes opgebouwd met vloeiende caramel. De Gran Gouva, mooie bittere chocolade aan de buitenkant met een kern van zoete caramel en toffee. De moeite waard om even voor naar Geldrop te rijden.

© paul

TOEVAL…

 

{“Toeval? Toeval? Onze hond, thuis, die kreeg ‘n toeval!” (Jules Deelder) }

Tja, hoe het ook zij, er zijn van die dagen , dan gebeuren er dingen die het toeval op z’n minst verdacht maken. Thuis gekomen van werk en andere verplichtingen bracht het Ministerie nog snel een bloemenstruis naar Evert en Neel ter gelegenheid van hun huwelijksdag. Het Ministerie was per slotte 16 jaar geleden “Best Man” en “Best Woman” bij die ceremonie. Niemand thuis, dus de rozen werden gedropt bij de buurvrouw, die ze op gepast moment zou afleveren. Op donderdag is de vooravond doorgaans gereserveerd voor het oplossen van de puzzel van Vrij Nederland. Dit dient in onze optiek te gebeuren vóór 18.00 uur! Zoals te doen gebruikelijk overschreden we ook vanavond weer ruim de tijdslimiet. Het gevolg was, zoals vaker, dat er op het Ministerie niet meer gekookt werd. Een tamelijk voor de hand liggend alternatief in ons dorp is dan de gang naar “de Griek”. Nauwelijks binnen gekomen werden we verrast door de indringende stem van de Jongste bediende. Toeval? Hij wist ons meteen te vertelen dat het bruidspaar in aantocht was. Toeval? Enfin, Evert en Neel hadden geen idee van het toeval, en wij ook niet. We hebben onze tafeltjes aan elkaar geschoven en samen de maaltijd genoten. Evert at Mousaka, Neel en Ellen lamskarbonaadjes en ik een stoofschotel van rund en uitjes. Alles besproeid met heerlijke, simpele landwijn en als toetje “bergwater”, een Griekse Eau de vie de marc , op smaak gebracht met anijs. Fantastische avond.

© paul

LELIJK KAASMOLENTJE. (KAASMOLEN 2)

Het Kind was het geklaag zat! Altijd dat gemopper over niet werkende kaasmolens. Het Ministerie heeft er in haar bestaan een fors aantal versleten, stuk gemaakt of afgedankt. En nooit was het goed. Het Kind schonk dus het Ministerie het afgebeelde exemplaar in de overtuiging een eind te maken aan het geweeklaag. Dat was schrikken… Het molentje van de firma Tupperware is uitgevoerd in een stijl die al weer enige jaren terug opgang deed in het disign- en kunstwereldje: Memphis. Alleen dan slecht gedaan. De “gezellige” kleurenknallen de keuken uit en ook van het materiaalgebruik wordt je niet vrolijk. Wat een lelijk ding! Eén pluspuntje: het molentje werkt. Het geheel bestaat uit 7 delen die gemakkelijk te monteren zijn en na gebruik als losse onderdelen in de vaatwasser kunnen. De kaas druk je met een plastic blokje op de rasp terwijl je aan de zwengel draait. Onder de container zitten anti-slip nopjes zodat ook bij fors kracht zetten (harde kaas) het geval niet over het werkblad wegglibbert. De trommelrasp (enige metalen onderdeel) is schuin geplaatst, zodat hetgeen je raspt in een ruime container valt. Na gedane arbeid haal je het bovenstuk eraf en sluit je de container met bijgeleverde deksel. Zelfs een stompje Parmakaas, achteloos vergeten in de koelkast en zo hard geworden als een kei, weet het molentje te verwerken. Ook geschikt voor het raspen van noten en chocolade. Het Ministerie maakt al weer geruime tij gebruik van het apparaat. Eén onderdeel wisten we toch stuk te krijgen, het werd kostenloos vervangen door de fima Tupperware. De prijs bedraagt anno vandaag: ongeveer 35 euro. Het aanzien van het ding doet pijn aan je ogen, daarom bergen we het na gebruik dan ook direct op. Zie ook log 30 januari 2006.

© paul

SNEL ETEN (SPAGHETTI EN SALADE, ‘N BEETJE SIMPEL)…

De Chef van het Ministerie stort zich in het nachtleven van de Grote Stad. Ze wordt daarbij vergezeld door de Vriendin van de Jongste Bediende, de Overbuuv en háár Jongste Bediende. Ze beginnen vroeg, zo rond acht uur, dus op het Ministerie is er weinig tijd voor rustig tafelen. Snelle hap: Olie en een ui in de pan, knoflook erbij. Na even volgt een forse tomaat. Alles op smaak gebracht met oregano en een gedroogd pepertje. Begint het allemaal mooi te glanzen, dan het gehakt erbij en flink doorbakken. Is het gehakt bruin dan kan de massa even stoven. Voldoende vocht krijg je door wat tomatenpassata toe te voegen. Hoe langer het stooft, hoe fijner de smaak, maar het kan ook onmiddellijk gegeten worden. Op smaak brengen met zout en eventueel wat peper. Pasta koken in ruim water (gezouten), afgieten en opdienen. Vers geraspte Parmakaas en de maaltijd is klaar.

Daarbij simpele salade met kropsla, ringetjes ui en schaafjes Parma. Een beetje truffelolie maakt het af. Moeierziel alleen, maar met veel smaak, heb ik daarna een stukje Epoisse en een geitenkaasje genuttigd. Espresso en een stukje chocolade toe. Ik dronk een Barbera uit Alba. De Chef niet, die moet nog de hele avond…

© paul

CHRISTELIJKE SPIJSWETTEN EN PAARDENVLEES…

 

Uitsneeuwende mist, dat was vanochtend het item bij de weerberichten. En verdomd, net voordat ik Eindhoven in reed zag ik het. Heel fijne stofsneeuw, ten gevolge van bevriezing van de mist. Het zorgde voor een dun wit laagje over het landschap en het oogde mooi. Het verschijnsel kende ik al wel, nu had het dus een naam: uitsneeuwende mist. Voor vertrek naar Eindhoven had ik de krant al uit (geen grote intellectuele prestatie en het kost nauwelijks tijd met het Eindhovens Dagblad). Eén bericht bleef me bij. In Schotland wordt vandaag de jaarlijkse herdenking gevierd van de kolonisatie van de Shetlandeilanden door de Vikingen, pakweg 1200 jaar geleden. En dat bracht me dan weer op het volgende: In het weekend las ik de studie van Annemarieke Willemsen van het Centraal Museum in Utrecht over de invallen van de Vikingen in het Rijnland en Maas- en Scheldestreek. Om een einde te maken aan de alles verwoestende invallen die tussen de jaren 800 en 1050 met grote regelmaat plaats vonden probeerden de Frankische koningen verdragen af te sluiten met de Noordse volkeren. Kerstening (bekering) was daarbij een belangrijk hulpmiddel. Nu had het nogal wat voeten in aarde om van de traditionele Scandinavische godenverering over te gaan tot het christendom. Een heleboel mocht in een keer niet meer. De Roomse kerk was slim genoeg om een overgangsregeling aan te bieden, een verhusselde versie van beide godsdiensten. Maar uiteindelijk kwam het dan toch zo ver dat de Noordelingen één god moesten aanbidden, minder mochten moorden, minder verkrachten, geen vlees op vrijdag mochten nuttigen en de vastendagen moesten respecteren (en die waren er veel in de middeleeuwen). Én: géén paardenvlees meer eten! En dat laatste riep een hele trits aan vragen bij me op. Aten Christelijke volkeren toentertijd geen paardenvlees? En wanneer is daar dan verandering in gekomen? Wordt er heden ten dagen in Scandinavië paardenvlees gegeten, en zo ja vanaf wanneer dan? Hoe zit het met al die ressentimenten hier ten lande? Mij wordt aldoor verteld dat het te maken heeft met het nobele karakter van het edele ros, maar zijn het niet de laatste restanten van de vroeg-christelijke spijswetten die het voor veel mensen onacceptabel maken om paardenvlees te eten? Ik heb nog geen enkel antwoord gevonden. De afbeelding toont een nagebouwde voorraadkamer van de Vikingen. Die hoort bij Scandinavisch-Britse experimentele archeologie. Of er ook paardenvlees in deze provisiekast hangt valt te betrwijfelen. De link leidt naar een artikel van diezelfde groep over Vikingen en eten.

Het boek waaraan ik refereerde: Annemieke Willemsen Vikingen! Overvallen in het stroomgebied van Rijn en Maas. Uitg. THOTH, Bussem/ Centraal Museum Utrecht, 2004