Gemberpotjes 2…

Vgemberpot 004

Zoals ik in een eerder artikel schreef  hebben de Chinese gemberpotjes oorspronkelijk altijd dienst gedaan als verpakkingsmateriaal. Ook nu worden ze nog te koop aangeboden met als inhoud Chineese stemgember, het zij als bolletjes, het zij als snippers. Wanneer het precies gebeurde kon ik niet achterhalen, maar ergens in de achttiende eeuw is men begonnen met het standaardiseren van het eenvoudige type, het overbekende groene potje. In de negentiende eeuw zette zich dat voort, en in de twintigste eeuw was de standaard een feit voor heel China. Overal dienden vorm, decoratie en inhoud gelijk te zijn. Het productieproces gaat als volgt: je hebt een standaardmal, in heel China dezelfde. Daarin vorm je de pot. Als die goed droog is bak je hem bij een lage temperatuur. Daarna gaat er een pap van houtas en water op de pot en wordt er opnieuw gebakken, nu bij een hogere temperatuur. De huid van grauw-grijs houtas verandert in groen translucent glazuur. Het bakken gebeurde tot voor kort in hout gestookte ovens, soms waren kolen en olie de brandstof. Nu is China een reusachtig land met verschillende klimaatzones en grote geologische verschillen. Eenvoudigweg wil dat zeggen dat de klei in het noorden volkomen anders van samenstelling is dan die in het zuiden, westen of oosten, en daarom op verschillende manier krimpt. Ook bevat houtas uit het noorden andere mineralen dan die uit het zuiden, dus treden er kleurverschillen op bij het glazuren. Enzoverder, enzovoort. De temperatuur en “vervuiling” door het stoken van de oven zijn in de praktijk natuurlijk nooit voor honderd procent in de hand te houden. Het is een dynamisch proces waarin toeval altijd een rol speelt. Het Ministerie bezit een rijke collectie gemberpotjes. Niet één is gelijk aan een ander. Overal treden kleurafwijkingen op, nergens is er eenheid van inhoud. Sommigen zijn te hard gebakken en dan is het glazuur geheel of gedeeltelijk omgeslagen van groen naar konigsblauw. En dat maakt de potjes zo fascinerend, elk exemplaar is anders. Wel is de decoratie van de potjes in oorsprong gelijk, maar door voornoemde productie krijg je automatisch weer de meest fantastische afwijkingen. Slechts één potje is versierd met andere afbeeldingen. Het is het enige in zijn soort dat ik ken. Ik heb lang moeten zeuren vooraleer ik de vorige eigenaar er van kon overtuigen dat dat potje in onze collectie thuishoorde en niet in de zijne. Paulus is namelijk ook een kenner. Het hierboven vertelde betreft de kleine maat potjes. Bij de grotere vind je vaker afwijkingen in decoratie, afhankelijk van de ouderdom. Niet zo lang geleden schafte het Ministerie een “modern” potje aan. Vervaardigd met moderne mothoden, gestookt in een gasovern, met chemisch gestandaardiseerd glazuur. Alle potjes in de winkel zagen er hetzelfde uit. De charme is weg, en de gember die in het potje zat was ook al niet te best…

Zie ook Gemberpotjes 1.

© paul

Gemberpotjes 1…

 

In China zijn ze al zo’n duizend jaar in gebruik, die potten die wij gemberpotten noemen. Ze waren gevuld met lekkernijen en werden cadeau gegeven. De inhoud kon gember zijn, maar ook ander geconfijt fruit of thee. De potten werden als nieuwjaarspresent geschonken. De oorspronkelijke afbeeldingen waren pruimenbloesems, die het komend jaar verbeeldden. Het craqulé stelde krakend ijs voor, de rivier afdrijvend, en gaf het einde van de winter weer. Het Chinese nieuwjaar valt later (eind januari-begin februari) en wordt ook Voorjaarsfeest genoemd. Vandaar. Toen de Chinese export in de 17e eeuw, richting Europa en met name richting Holland, op gang kwam werden de potten almaar fijner, de decoraties al maar kunstiger. Gelukkig bleven de meer boerse potten een substantieel marktaandeel behouden. Bijzonder fraaie exemplaren van de dure burgerlijke stijl zijn o.a. te vinden in het nationaal keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden. De boerse stijl vind je op het Ministerie, de pot op de foto kregen we lang geleden van Ome Put. De overlevering wil doen geloven dat onze pot ooit daadwerkelijk als verpakkingsmateriaal heeft gediend. Over de over-bekende groene gemberpotjes in een volgend artikel.

© paul

 

Gegrild spek met taugé…

27 juni 2007 003

Zou ik nog bijna vergeten op te schrijven wat we vandaag gegeten hebben. Nou dat was niet bijzonder. Geen zin, geen tijd, gewoon lui, in ieder geval bij de Chinees wat gehaald; gegrild spek met taugé en voor mij bami erbij. Het enige wat ik ervan kan zeggen is dat het snel en makkelijk is en dat ik er altijd geweldige dorst van krijg. Morgen maar weer eens iets lekkers bedenken met veel groente.

© ellen

Terug naar de vorige eeuw…

Gans met rode kool in 1999.

Al eerder heb ik beloofd af en toe iets over te schrijven uit de schriftjes 1999. Vandaag is zo’n dag dat er verder weinig te melden is;
26 november 1999.
Een vrije dag vandaag, we hebben zin in een autoritje en komen in Kleef (Duitsland) terecht. Een gezellig klein stadje om zomaar wat rond te lummelen. We kopen maanzaadkoeken voor Hendrikje. Rond 13.00 komen we toevallig langs een “goed burgelijk” restaurant. Een groot schoolbord prijst het dagmenu aan; Gans met rode kool voor 15 Mark. (nog vóór de euro!) We krijgen dus acuut grote honger en besluiten maar eens binnen te kijken. De buitenkant ziet er niet bijzonder uit, van die afschuwelijke ‘Duitse’ groene ramen.
Binnen blijkt het restaurant veel groter dan we dachten, en echt gemütlich. Er zitten zeker 50 mensen gezellig keuvelend te eten. We bestellen de gans van het dagmenu en mogen kiezen of we er aardappelen of Knödel bij willen, Knödel natuurlijk! We krijgen ook heerlijke verse rode kool, eigengemaakte appelmoes en een peertje gevuld met Preisselbeeren. Een groot glas Duitse witte wijn erbij en koffie toe. (het schrift vermeld niet welke wijn) Een heerlijke maaltijd voor weinig geld.
Gewoon een ganzenpoot, niet zo’n onbestemd, gefileerd lapje. De rekening DM 36,- !

De foto is een improvisatie, ik had in 1999 nog geen digitale camera.

 

Voetbal…

Als ik nou ergens helemaal geen verstand van heb, dan is het wel voetbal. Zeer ongebruikelijk om hier een stukje te vinden over deze sport. Vandaag de enige uitzondering ooit; Onze club GVV heeft een nieuwe voorzitter; Jan van der Veen! En die kennen wij. Jan gefeliciteerd met je verkiezing tot voorzitter. En GVV gefeliciteerd met Jan. Ik mag dan niets over voetbal weten, ik weet wel dat Jan een prima voorzitter zal zijn.

 

Biefstuk…

gegrilde entrecôte met Fleur de Sel
Vandaag een snelle maaltijd. We moeten weer werken en dan hebben we niet altijd zin om uitgebreid te koken. Ik houd van biefstuk, paul niet zo. Paul at vanavond sausijsjes en ik een biefstuk. We kochten eerder entrecôte bij de Sumiran boerderij maar die vonden we niet zo mals. Ik denk verkeerd gesneden. Dat is eigenlijk ook het enige wat ik aan te merken heb in al die tijd dat we daar vlees kopen. Ook bij andere slagers hier in Nederland, wil de entrecôte nogal eens te grof zijn of verkeerd gesneden. En bijna altijd ontbreek de vetrand die er beslist extra malsheid en smaak aan geeft. Ik vind zo’n knapperig gebakken vetrandje lekker, maar je kunt het er ook na het bakken afsnijden. Dit keer waren er haasbiefstukjes. Ik besloot het nog eens te proberen, en goed gedacht, want deze biefstuk was prima. We aten er snijboontjes bij, (het molentje “logeert” nog even bij ons) en voor mij vlaamse frieten.

© ellen

Feest!!!

hemelvaart 020
Moeilijk om nu nog een heel nauwkeurig verslag te doen van het feest bij Evert. Maar het was heel gezellig, we hebben gezongen, gedronken, gedebatteerd, de hondjes hebben gespeeld en gevochten, de kinderen speelden een nieuw computerspel met webcam, en allemaal samen nog soep en broodjes gegeten. Dat was al een mooie afsluiting, daarna begon het feest nog eens opnieuw met de komst van zus Jet. We hebben in ieder geval nu enig inzicht gekregen in de de teksten van het volgend programma van de Zusjes van Eenbergen; De dames Mik. Dit jaar, dat mag ik alvast wel verklappen, helemaal into Harry Bellefonte, watergolf, mobieltjes en pinautomaten.

Dubbele Croy…

Een kilometer of 10 van ons dorp ligt het landgoed Croy, op het grondgebied van de gemeente Aarle-Rixtel, richting Stiphout. Een wonderschoon gebied. Het kasteel Croy is in oude luister hersteld en wordt onder anderen gebruikt als conferentiecentrum. En sinds vorig jaar staat Croy ook weer voor het beroemde bier uit vervlogen dagen. Op het kasteel zijn grote hopvelden aangelegd en boeren uit de directe omgeving leveren het benodigde graan. Het eigenlijke brouwen vindt plaats in een kleine brouwerij in de buurt van Gent, Vlaanderen. (Welke?) Maar wel met de Aarlese grondstoffen. Gemikt wordt op de Nederlandse markt, met uitstapjes naar het buitenland bij gelegenheid. De opbrengst dient dus niet te klein te zijn, maar moet wel exclusief blijven. Momenteel worden twee bieren gebrouwen, een blond en een dubbel. Ik had van de zomer al eens een glas gedronken bij vriend Jan, maar bijzonderheden waren me ontschoten. Gisterenavond deed ik samen met de Keizer van Monera de proeverij serieus over. Wij dronken het Dubbel. De Keizer was bijzonder gecharmeerd van het mooie flesje (dikbuikig, beetje bol, maar mét statiegeld). Waarlijk, een groots bier dronken wij. Mooi donker, bijna zwart van kleur. De smaak is vol, rond en zacht. Het bier is licht gezoet, maar niet te veel. De afdronk is spectaculair. Het bier geurt heel vriendelijk naar hop en karamel, uiterst beschaafd. Onze andere nationale Dubbel, die van Koningshoeve (zo fantastisch verpest door Bavaria) kan op geen enkele manier in de schaduw staan van Croy. Kopen en genieten! Ga even kijken op de mooie site.  

© paul