Pörkölt van rundvlees…

Pörkölt

Nog steeds is het koud, het vriest overdag, en ons hele dorp is al dagen wit van de sneeuw. Overal wordt geschaatst, op kleine ondergelopen veldjes, op de visvijver, en zelfs op de kasteelgracht werd vanmiddag geschaatst. Ik maakte vanmiddag een flinke wandeling met Hond Max in deze mooie winterwereld. Hond Max geniet, hij blijkt een echte koud-weer-hond. Thuisgekomen had ik zin in echte winterkost.

Gisteren kocht ik runderstooflappen en nadat ik vanmorgen op de radio een programma hoorde over de Hongaarse opstand besloot ik om het vlees maar op de Hongaarse manier klaar te maken; een stoofpot met veel uien en paprika.

Wij noemen deze stoofpot vaak ten onrechte goulasch. Goulasch is soep, een stoofpot heet Pörkölt.

pörkölt voor vier personen (of twee dagen voor twee personen)

  • 1 kilo rundvlees (riblap of succadevlees) in blokken gesneden
  • 2 grote uien, in kleine stukjes gesneden
  • 1 eetlepel olijfolie
  • 2 tenen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 2 eetlepels paprikapasta (ik kreeg een potje, bijzonder smakelijk, je kunt ook verse paprika in stukjes snijden
  • 2 eetlepels paprikapoeder (edelsüs)
  • 1 theelepel chilipoeder
  • 1 theeleple komijnzaadjes
  • 1 theelepel oregano
  • 1 laurierblad
  • een kop bouillon
  • zout en peper

Verhit de olijolie en bak daarin de uien met de knoflook zachtjes lichtbruin. Schep ze uit de pan en bak dan het vlees in dezelfde pan rondom bruin. Doe de uien er weer bij en voeg de paprikapulp toe en alle kruiden. Bak alles nog even en roer goed om en om. Voeg de bouillon toe en laat het vlees zo ongeveer 2 1/2 uur zachtjes stoven. Voeg zo nodig af en toe wat bouillon toe. Het moet een mooie smeuige stoofpot worden. Bind eventueel met wat maizena of Johannesbroodmeel.

Wij aten er aardappelpuree bij en zuurkool. De zuurkool even zachtjes stoven met een paar spekjes.

Een stukje kaas toe en koffie.

© ellen.

Stifado (maar dan toch weer helemaal anders)…

stoofvlees van paul

Het is met stifado precies zo als met bolognesesaus of met erwtensoep. Puristen weten heel zeker hoe het moet, zó en niet anders… Het merendeel van de kokende bevolking trekt zich daar evenwel weinig van aan. Het kan, wat hen betreft, alle kanten op met zo’n recept. Men gebruikt wat men in huis heeft.

Stifado is een Griekse stoofschotel, vaak uit de oven, maar dat hoeft niet per sé. Doorgaans wordt hij gemaakt van runderstoofvlees, maar kalf of lam kan ook. Er zijn varianten met inktvis, zowel pijlinktvisjes, alsook de grote octopus. Ik maakte een dergelijk gerecht wel eens met varkensvlees, ik durf het gerust stifado te noemen.

Onontbeerlijk aan stifado zijn de kleine uitjes (een soort van zilveruitjes), en Mavrodaphne, een zware, zoete likeurwijn. Ik had beiden niet in huis en moest de wijk nemen naar andere grondstoffen. Ik beschrijf het recept, zoals ik het maakte. Zou je het na willen koken, maar heb je nét weer andere spullen in huis, laat je niet tegen houden. Met een beetje nadenken en combineren kan het eenvoudigweg niet fout. Het recept is voor vier personen.

  • 50 gram boter,
  • 800 gram ribstuk van het rund,
  • 25 stuks hele kleine uitjes,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 blik tomatenblokjes,
  • 2 verse tomaatjes,
  • 1 groot glas stevige rode wijn,
  • 1 borreltje likeur (Bénédictine),
  • 2 laurierblaadjes,
  • 1/2 theelepel kaneel,
  • 1 theelepel mild paprikapoeder,
  • zout en peper.

Smelt de boter in een stoofpan en bak daarin het in dobbelstenen gesneden vlees aan alle kanten bruin. Doe er de uitjes en de gesnipperde knoflook bij en laat ze even mee fruiten. Dan de tomatenblokjes en de versneden verse tomaten. Breng het even aan de kook en voeg dan de wijn en likeur toe. Daarna de laurierblaadjes, de kaneel en het paprikapoeder. Een paar flinke draaien met de pepermolen en zout naar smaak. Roer het geheel goed om en laat het weer even aan de kook komen. Daarna kan de schotel op een laag vuurtje stoven. Ik reken op twee uur. Op het laatst liet ik de saus even op hoog vuur inkoken.

We aten er aardappelpure bij (lekker rul uit de knijper) en we dronken een goed glas wijn. Groente lieten we (o schande) gisteren achterwege…

Mooi kaasje toe, koffie sloegen we over.

© paul

Een sneetje merg…

schenkel 002

En zo was het dan toch weer een nieuw jaar geworden. Het Ministerie wenste een ieder in een eerder artikel al het allerbeste toe, maar voor hen die dat even niet gezien hadden: Gelukkig Nieuwjaar, Lezer…

Ik werkte van Oud op Nieuw, dus voor ons geen gezamelijk feest. Wel had Ellen een lekkere maaltijd gemaakt voor oudjaarsavond, zo werd het toch nog een beetje leuk. Ze maakte Ossobuco Milanese naar beproefd recept Erbij brood en een bord sla. En een glas voortreffelijke witte Bourgogne.

Ellen gebruikte grote kalfsschenkels, wat automatisch inhield dat ook de botten fors uitvielen. En die botten zaten boordevol merg. Ik kan me nauwelijks iets lekkerders voorstellen dan rundermerg. Goed gegaard heeft het alle smaken opgeslorpt van de bouillon die je ermee trok, of in dit geval van de gestoofde smaakmakers van de ossobuco. En dat samen met het eigene van het merg, wat zoetig, vol en vet. Dat merg eten we dan apart op een stukje brood, liefst besmeerd met goede boter. Een snuifje zout erover, en daarna een flinke draai met de pepermolen.

Het zijn calorieënbommen, dat wel. En ook als cholestorolleverancier worden ze slechts naar de kroon gestoken door gebakken hersenen. Maar je eet het dan ook niet dagelijks, en voor af en toe zal het wel geen kwaad kunnen…

In mijn jeugd was het merg altijd voorbestemd voor het gezinshoofd. Bij Ellen thuis was dat niet anders. Op het Ministerie wordt eerlijk gedeeld, wij hebben geen gezinshoofd…

© paul

Sucadelapjes met zilveruitjes en rode wijn…

sucadelapjes met zilveruitjes en rode wijn

Wij hebben het deze weken verschrikkelijk druk en dan blijkt maar weer eens dat je goed moet organiseren als je toch iets lekkers wil eten én ook nog een beetje verantwoord wil inkopen. Wij eten meestal biologisch vlees, dat bewaren we in de diepvries. Dat betekent dus dat we s’morgens al moeten nadenken wat er s’avonds gegeten moet gaan worden. In drukke tijden gaat dat nogal eens mis. Gewoon vergeten, geen zin om er vroeg in de morgen al over te denken en ga zo maar door…

Soms wordt het dan maar afhaalchinees, pizza. Andere keren snelt een van ons naar de slager en koopt maar iets snel te bereiden. Lamskarbonaadjes, een entrecôte.

Zo had ik dat ook vandaag bedacht. Deze vrijdag was voor mij een extra werkdag. Op mijn weg naar huis even naar de super en de slager…Wat groenten, wat snel te bereiden vlees. Jammer, helaas, waren de lamskarbonaadjes op en moest ik een andere keuze maken. Zonder goed na te denken kocht ik sucadelapjes. Een smakelijk stukje vlees daar niet van, maar dat moet wel zeker anderhalf uurtje stoven! Stom want ik had verschrikkelijke honger. Thuisgekomen dus snel het vlees aangebraden, wijn erbij, kruiden erbij enzovoorts. En tegen de honger een stukje worst, een stukje kaas dan maar vast, en een glas wijn erbij om te onthaasten, Feierabend ten slotte!

Voor vier personen;

  • vier sucadelapjes, aan één kant ingesmeerd met grove mosterd
  • wat olijfolie
  • 1 glas stevige rode wijn
  • 1/2 kop bouillon
  • 20 zilveruitjes, gepeld
  • laurier, kruidnagel, peper en zout

Verhit de olie en bak het vlees even snel aan beide kanten bruin. Blus af met de wijn en voeg de kruiden toe. Laat het geheel zo 1 uurtje zachtjes sudderen. Doe er dan de zilveruitjes bij en stoof nog ruim 30 minuten door. Haal de deksel van de pan en stoof nog even zodat de saus wat kan indikken.

Wij aten er vandaag brocolli en gekokte aardappeltjes bij.

En natuurlijk een kopje espresso toe.

Ik vraag me wel eens af hoe anderen dat doen, werken, boodschappen, plannen, koken en dat alles toch smakelijk en een beetje verantwoord, zonder al te veel gestress???

@ ellen.

Entrecôte met Siciliaanse saus…

bief saua 007

Een typisch voorbeeld van snel klaar en toch lekker vandaag; een gegrilde entrecôte, een ferme salade met een gebakken geitenkaasje, een restje pasta uit de oven en een pittige tomatensaus. Alles bij elkaar vergt dat niet veel tijd, genoeg vitaminen, vezels en wat we allemaal nog meer nodig hebben. Bovendien kost dit, ondanks de flinke entrecôte, stukken minder dan zo’n kant-en-klaar-bakje uit de super!

Voor de saus;

  • 1 eetlepel olijfolie
  • 4 gedroogde chilipepertjes
  • 75 gram pancetta, in kleine stukjes gesneden
  • 1 teen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 doosje biologische kastanjechampignons
  • 1/2 courgette, in kleine blokjes gesneden
  • 1 blik tomaten, stukjes of kleine tomaatjes
  • 10 zwarte olijven
  • wat gedroogde oregano
  • wat vers gehakte basilicum
  • eventueel peper en zout

Bak het spek met de pepertjes even uit. Doe er de paddestoelen bij en de knoflook en bak die even mee. Dan de courgetteblokjes nog snel om en om meebakken en vervolgens de tomaten, de olijven en de oregano erbij doen. Dan het geheel zo’n 15 minuutjes doorstoven. Eventueel een scheutje bouillon of water toevoegen. Het geheel moet een mooie dikke saus worden. Vlak voor het opdienen wat peper, eventueel zout en de verse basilicum erbij doen.

En natuurlijk espresso toe.

© ellen.

Ossenstaart uit de oven; slow food

ossenstaart uit de oven

Vandaag aten we ossenstaart, een beetje “vergeten vlees” zou ik bijna zeggen. Ik hoor er nooit iemand over, ik lees er bijna nooit recepten over. Jammer, want het staartvlees van een goed rund is lekker mals en smakelijk als je het op een goede manier klaarmaakt. Omdat er in de staart veel kraakbeen en botten zitten blijft het vlees heerlijk smeuig en zacht.

Ik schreef al eerder recepten met ossenstaart, ossenstaartsoep, maar ook ossenstaart uit de oven beschreef ik hier al eens, en klik dan nog even door naar het filmverhaal om helemaal in de sfeer te komen.

Ik las bij Janneke een recept voor ossenstaart, langzaam gegaard in de oven. Dat leek me wel iets. Ik veranderde wat, iets erbij, iets eraf, zoals dat gaat met recepten…

Het was er ook echt zo’n dag voor, beetje regenachtig, boodschappen in huis, mooi boek..en dan iets lekkers dat langzaam in de oven staat te garen. Je bakt het vlees en de groenten even aan en je hoeft er eigenlijk niets meer aan te doen. Tijd genoeg over om een mooi boek uit te lezen!

Ga naar een goede slager en vraag hem de ossenstaart in stukken te snijden van ongeveer 4 cm dik. Er mag wel wat vet aan zitten, maar niet teveel. Snijd dat eraf, of laat dat de slager doen.Zet de oven aan op 140 graden. Neem een pan die mét deksel in de oven kan.

  • een ossenstaart in stukken van 4 cm,
  • een lepel olijfolie, klontje boter
  • 2 flinke uien, grof gesneden
  • 5 teentjes knoflook, gepeld, geplet en grof gehakt
  • 1 grote winterwortel, grof gesneden
  • 1 flinke schijf knolselderij, grof gesneden
  • 1 rode peper, zonder zaad fijngesneden
  • 1 fles volle rode wijn
  • 3 blaadjes laurier, een flinke pluk tijm
  • 1 blikje tomaten
  • 1 eetlepel tomatenpuree
  • peper en zout

Maak een mengsel van bloem en peper en zout en wentel daar de stukken vlees door. Schud overtollige bloem af. Bak de stukken vlees rondom bruin. Voeg de uien, de knoflook en de het pepertje toe en bak ze een paar minuten mee. Doe er de rest van de groenten bij en smoor die ook even zachtjes. Voeg dan de wijn en de kruiden erbij en breng alles aan de kook. Doe de deksel op de pan en zet de pan in de oven. Na ongeveer twee uur kan het blik tomaten erbij en de tomatenpuree. Zet de pan terug in de oven en laat het vlees nog ruim 1 1/2 uur langzaam stoven.

Geef er grof brood bij en eventueel een salade.

Kopje espresso toe.

© ellen.

Sukadelapjes met mosterd

sucadelapjes 023

Gisteren begon de dag hier in ons dorp mooi zonnig. Ik besloot snel de
weekboodschappen te doen, later op de dag zou het gaan regenen. En inderdaad, ik
was net klaar met alles op te bergen of het begon te miezeren. Heel aangenaam
eigenlijk als je de deur niet meer uit hoeft. Somber donker weer, de kaarsjes
aan, een spannend boek, kop sterke koffie met een stuk chocolade erbij. Zo’n dag
wordt dan volgens mij helemaal aangenaam als er een pan met stoofvlees zachtjes
staat te pruttelen. De bereidingstijd van stoofvlees is wel lang, maar na het
aanbraden hoef je alleen maar af en toe je boek weg te leggen om te roeren!

Ik koop meestal sukadelappen als ik runderstoofvlees maak. Het is wat minder
droog, het dunne peesje dat door het vlees loopt houdt het sappig. Je moet dit
vlees wel heel langzaam en zachtjes laten stoven. Ik maak dit soort stoofpotten
altijd van minstens 1 kilo vlees. Teveel voor twee personen, maar de rest is de
volgende dag prima te verwerken of in te vriezen voor haastige tijden. Twee
lapjes in een pannetje werkt niet.

  • 1 kilo sukadelappen
  • grove mosterd
  • olijfolie/boter
  • 1 flinke ui, fijngesneden, 2 tenen knoflook, geplet en fijngehakt.
  • 1 glas rode wijn
  • wat bouillon of water
  • peper, zout, 1 laurierblad, een flinke pluk tijm, 3 kruidnagelen, een lepel
    tomatenpuree

Smeer het vlees aan één kant in met de mosterd en braad het snel aan beide
kanten bruin in de olijfolie met boter. Voeg ui en knoflook toe en braad ze even
mee. Blus dan af met de wijn en voeg de kruiden toe. Voeg nog wat water of
bouillon toe. Draai het vuur heel laag en laat het vlees zo zeker 3 uur heel
zachtjes stoven. Alleen af en toe roeren en ruiken en op het laatst de
tomatenpuree erbij. Wij aten er wat korte pasta bij en een salade van witte
kool, tomaten en olijven.

Kaasjes en kopje espresso toe.

© ellen.

Tagliata zonder truffel

bief 007

Niet veel tijd om te koken vandaag. Paul gaat morgen nog even naar zijn oude
afdeling terug om afscheid te nemen van de mensen daar en hij wil ze op iets
lekkers bij de koffie trakteren. Ik maak vanavond  Siciliaanse cake. Onze
avondmaaltijd moest dus een beetje snel en simpel. Janneke beschreef vorige week op haar weblog
een mooi gerecht; Tagliata. Een kalfs entrecôte met rucola en Parmezaanse kaas.
ik gebruikte vandaag een entrcôte van rund, één grote voor twee personen.
Eigenlijk moet er ook nog vers geschaafde truffel over, maar die heb ik even
niet op voorraad. Maar toch, even snel zo’n grote entrecôte grillen, wat ruccola
en goede kaas…snel en toch lekker, dat leek me wel wat.

Voor twee personen;
een grote entrecôte van ruin 400 gram
twee handjes
rucola
wat Parmezaanse kaas en daar mooie krulletjes van schaven
een
scheutje supergoede olijfolie
grofgemalen zeezout en zwarte peper.

De entrcôte zeker een uur op kamertemperatuur laten komen en dan aan beide
kanten grillen of bakken tot het vlees de juiste gaarheid heeft. ( de één wil
dit vlees rood de ander wat minder)
Laat het vlees dan een minuut of vijf
rusten en snijd het in reepjes. Strooi er de rucola de krullen kaas en peper en
zout over. Een scheutje olijfolie en klaar!
Wie in het gelukkige bezit is van
een truffeltje schaaft er dan ook nog wat dunne plakjes truffel over. Dat is
vast nóg lekkerder, maar het kan niet elke dag feest zijn.
Een heerlijk
gerecht, ook zonder de truffel, en supersnel klaar.

Ik ga weer verder met het bakken van de cake.
Misschien nog een verslagje
daarvan later op de avond.

© ellen.

Kalfskarbonaden en cantharellen

kalfskarbonaden 007

De markt in Helmond was zaterdag het een ware explosie van verse groenten, fruit.                                                                                                                                                          Tot mijn grote vreugde verkocht onze groentenhandelaar ook cantharellen, de eerste van dit

jaar. Ik kocht 100 gram en we aten ze vandaag bij een karbonade van het kalf.
Voor diegene die gruwen van vette drelletjes ziet deze karbonade er
waarschijnlijk verschrikkelijk uit. Maar laat dat vet er tijdens het bakken toch
eens aanzitten. Het vlees blijft dan heerlijk sappig.

Per persoon
een karbonade, wat geklaarde boter, peper en zout

Bestrooi  de karbonaden met peper en zout en bak ze in de boter mooi bruin
aan beide kanten. Afhankelijk van de dikte ongeveer 18 minuten. Neem ze uit de
pan en houd ze warm.

Poets de cantharellen goed schoon met een
borsteltje (niet wassen dan wordt het snot)
Snijd een ui heel fijn en een
paar reepjes spek. Bak die even snel glazig in wat boter. Voeg de cantharellen
toe en bak ze 5 minuten mee. doe er dan 125 ml room bij en laat dat even
inkoken.
Roer de aanbaksels van het vlees los met wat vocht (witte wijn of
een lepel bouillon) en giet dit bij de cantharellen. Laat de saus nog even
inkoken en strooi er wat versgehakte platte peterselie over.

Wij aten er een paar gekookte aardappeltjes bij en postelijn.

En espresso toe!
© ellen.

Kalfsschnitsels met citroen

kalfsschnitsels met citroen 008

Na de salade nog een stukje vlees en
een paar gebakken krieltjes. Ik maakte kalfsschnitsels, vrij naar een Italiaans
recept.

Voor vier personen;
(voor twee personen de hoeveelheid gewoon
halveren)

4 kalfsschnitsels (natuurlijk een kalf van onbesproken gedrag, leuker voor
het beest, lekkerder op je bord!)
2 citroenen
peper
6 eetlepels
olijfolie
1 eetlepel boter
wat zout
2 eetlepels versgehakte platte
peterselie

Klop de schnitsels zo plat mogelijk. Rasp de schil van 1 citroen. Pers daarna
het sap uit de citroen en roer dat door 4 eetlepels olijfollie. Meng de
citroenrasp erdoor en marineer daarin de schnitsels ongeveer 1 uur.

Verhit de rest van de olijfolie in de koekenpan. Haal de schnitsels uit de
marinade en dep ze goed droog. Bak ze vervolgens 2 minuten in de hete olie.
Schep ze uit de pan en houd ze warm.

Giet de marinade in de pan en pers nog een citroen uit. Giet het sap in de
pan en breng het samen met de marinade snel aan de kook. Doe er de eetlepel
boter en de peterselie bij en breng het geheel op smaak met peper en
zout.
Leg de schnitsels in de saus en warm ze nog even goed door.

Schep de schnitsels op voorverwarmde borden, schep er wat van de saus over en
dien snel op.

Een paar krieltjes erbij of gewoon wat brood is lekker.

Een stukje kaas toe en natuurlijk espresso!
©
ellen.