De kanaaltjes van de blauwschimmelkaas…

 gorgonzola

Laatst kregen we het er weer over met ons bezoek. Die eigenaardige rechte kanaaltjes in de blauwschimmelkazen, wat doen die daar?  In Danablu, in Stilton, in Gorgonzola, in al die andere blauwschimmelkazen (want er zijn er nogal wat). 

De romantiek van de grotten waar kazen spontaan worden bevrucht door een blauwe schimmel ligt al lang achter ons. Misschien is er nog iets van terug te vinden in de grotten van en om Roquefort in het Franse departement Aveyron, maar ook daar wordt de kaas “geholpen” (en dat al honderden jaren…).

Aan het begin van het proces wordt de kaas-in-wording met een grove injectienaald geïnfecteerd met de blauwe schimmel, de Penicillium roqueforti. De schimmel verspreidt zich dan heel langzaam vanuit het centrum van de kaas naar de buitenkanten. Om dat proces te begeleiden en in de hand te houden wordt er tijdens de rijping een of meerdere malen met een aantal naalden in de kaas geprikt. Le fromage est piqué, zeggen de Fransen. Op deze manier creëert de kaasmaker holle zuurstofrijke banen in de kaas, die er voor zorgen dat de schimmel zich beter en evenwichtiger verspreidt. En dat nu is wat je terugziet wanneer je je kaasje aansnijdt.

Het kaasje van de foto luistert naar de naam Gorgonzola. We hebben het samen met ons bezoek tijdens het geleuter over blauwschimmelkazen opgepeuzeld.

Er blijven mensen die het idee onverkwikkelijk vinden schimmels te moeten eten. Fransen hebben daar doorgaans weinig last van en ze noemen dingen graag bij de naam. Eigenaardig genoeg vonden ze voor de blauwschimmelkazen een veel poëtischer naam uit: fromage à pâte persillée (kaas met peterselie-zuivel). Vreemd toch?

© paul

Canarejal, ‘n lepelkaasje uit Spanje…

canarejal

Het kaasje wordt onder anderen aangeboden bij AH. Ellen zag het liggen in het schap en vroeg me of ik het misschien kende. Nee dus (maar intussen weet ik beter…).

Een rond schapenkaasje is het, afkomstig uit de provincie Valladolid in de autonome regio Castilië, noordwest Spanje. Met een doorsnede van een goede 8 centimeter, en een hoogte van 4. Het gewicht beloopt 180 gram. Een kleintje dus…

De melk zou zijn unieke smaak krijgen van het feit dat de schapen vooral snoepen van de wilde varianten van rozemarijn, salie, tijm en lavendel. De melk wordt rauw verwerkt op traditionele manier. Als stremsel wordt een extract van de distel gebruikt. En met name die distel zorgt voor het unieke karakter van de kaas: vloeibaar van binnen

Nou ja, helemaal uniek is dat nu ook weer niet. We kwamen vloeibare kaasjes tegen in Frankrijk, in Italië. En met name dat ene kaasje op dat terras in de Jura (kom, hoe heet het ook alweer?), dat kaasje dat je at met een lepeltje, samen met wildvreemde tafelgenoten, want het werd per tafel geserveerd… Dat kaasje maakte dat Ellen nu deze Spaanse wilde proberen…

De bedoeling is dat je de bovenkant (het kapje) van de kaas verwijdert. En met het aldus ontstane tonnetje kun je aan de slag. Gewoon uitlepelen, al dan niet gebruik makend van knapperig brood.

De smaak is zondermeer verfijnd. Dat typische van schapenkaas, maar heel zacht, heel mild. Licht kruidig, een tikkeltje bitter (van de distel). Kaasfondue zonder verhitting. Een feest aan tafel.

Ik liet Ellen lepelen. Zelf beperkte ik me tot de dikke korst. Die is ook prima te eten. En hij is net wat pittiger dan de zachte zuivel.

We betaalden voor het kaasje zes euro. Het lijkt misschien wat veel, maar met een blaadje sla erbij en een stuk brood heb je er een heerlijke lunch aan voor twee personen. Een fout broodje gezond bij Kootje op de hoek is duurder…

Het kaasje won in 2008 goud op de World Cheese Awards (voor wat het waard is). Het prestigieuze restaurant elBulli bouwde enige jaren terug rond het kaasje een complete maaltijd.

© paul

 

Geska: zoek de verschillen…

geska strooikaas

Op de een of andere manier blijft het de gemoederen bezig houden, dat artikeltje over de Zwitserse strooikaas van Geska. Het dateert van 23 maart 2010, maar er komen nog regelmatig reacties op.

Nu hadden we al vernomen dat het kegelvormige doosje gerestyled was, maar ik had het zelf nog niet gezien. Tot ik dan die nieuwe verpakking aantrof in de plaatselijke super. Voor de goede orde: het linkse doosje is het nieuwe…

Was de afbeelding al oubollig, ze is het nog steeds. Het meisje heeft paarse lippen gekregen. Heeft ze het koud? Is ze ziek? Ze is er in ieder geval blonder op geworden (kleurspoeling?). De zwartbonte koetjes zijn in de nieuwe versie paarse milkakoeien geworden.

De belettering is moderner en wat zorgvuldiger gedaan, maar of ik het nu mooier vind?… De malle zin: [ ] met échte Alpenkruiden is gehandhaafd.

Farah vraagt zich in een reactie af waar het potje is gebleven met de kaas mét Lactulose, want op de nieuwe verpakking staat uitdrukkelijk vermeld dat de inhoud nú lactulosevrij is.

Ik nijg naar de veronderstelling van een andere lezer, Dinja, die denkt dat het altijd zo is geweest, maar dat Europese regelgeving voorschrijft dat de lactulosevrije status moet worden vermeld.

Een blinde proeverij biedt geen uitkomst: de strooikaas uit beide verpakkingen smaakt me hetzelfde, ik proef geen verschil. Wel meldt de nieuwe verpakking dat de calorische waarde iets is terug gelopen: van 240 K. cal per ons naar 227. Vet is verminderd van 1,3 gram naar 0,7 gram.

We weten, dank zij de nieuwe verpakking, nu ook wat de echte Alpenkruiden zijn: Trigonella meliotus-caerulaea oftewel Zevengetijdenklaver.

Enfin, ondanks de nieuwlichterij van de firma Geska blijft het een noodzaak deze kaas in huis te hebben. De smaak is geweldig, de toepassingen eindeloos. Ga maar kijken in je super (bij ons: AH), het doosje kost een goede euro…

© paul

Ps.; ik krijg geen foto geplaatst, dat komt dus vanavond als Ellen weer thuis is…

Ps, ps. (Ellen): …het duurde even met die foto. Flickr deelt terrabites uit aan zijn vaste klanten, leuk maar het gevolg is dat de Flickr site bijna niet bereikbaar is!

Tommette de Savoie…

Kuierend over de donderdagse weekmarkt in de Schoone stad Aarle, hoofdstad van Belgisch Luxemburg, liep ik er zomaar tegenaan (nou ja, niet letterlijk, maar toch…).

Het kraampje kende ik van eerder bezoek. Prachtige bergkazen werden er verhandeld. Halfharde Morbier’s met het typische aslaagje door het hart. Gerijpte Comté’s, als wagenwielen zo groot. Een enkele keer een Tarentais met z’n zachte pâte. En altijd was er de trots van Alpen en Jura: de Tomme de Savoie. Alle handel van de beste kwaliteit en betrokken van de boerderij, dan wel van de artisinale kaasmaker. Altijd stammend uit de bergen van Oost-Frankrijk.

Alle waar lag ook deze donderdag te lonken op de schappen en ik wist allang dat ik weer voor de bijl zou gaan. Ik kon niet voorbij die kraam zonder een stuk van de welriekende zuivel van eigenaar te doen wisselen.

Er was een apart hoekje ingericht voor het kleine zusje van de Tomme de Savoie. En omdat het klein was heette het niet Tomme, maar Tommette… En het was een aanbieding. Een kaasje met een doorsnee van ongeveer 10 centimeter kostte € 5,-. Het was geen geld. Ik had sterke aandrang om er meteen vier te kopen, maar die zouden we met geen mogelijkheid opkrijgen. Ik hield het dan maar bij het bovenstaand exemplaar.

Tomme (of Tommette) de Savoie is een verzamelnaam. Meestal worden de kazen vernoemd naar het dorp of de streek waar ze vandaan komen. (Tomme de Bauges, Tomme Alpage de la Vanoise, Tomme de Lindarets enzoverder…) Mijn kaasje heette ook iets, ik had het netjes genoteerd. Ik ben echter mijn aantekening kwijt, je bent het van me gewend…

De korst van de kaas is hard en grijs-bruin. Het is een schimmelkorst, hij geurt heerlijk naar paddenstoelen. De pâte ruikt naar kelder en schimmel (paddenstoelen) en de smaak is stevig en mild tegelijk.  

Mijn kaasje heeft een stevige pâte, wat erop wijst dat hij is geperst. Er werd rauwe melk gebruikt, dat proef je en dat ruik je. (Industriële Tomme’s bestaan ook, die zijn doorgaans zacht van binnen, erg mild en wat vlak. Zoek als je de kans hebt altijd naar kazen met de status fermier of artisinal. Dat zijn de beste…)

Zo meteen ga ik het laatste stukje oppeuzelen. Ellen heeft nog een aardige Bourgogne onder de kurk, die past er voortreffelijk bij. Reken maar van yes

Misschien schrijf ik binnenkort een wat uitgebreider artikel over Tomme de Savoi (maar ja, zoiets beweer ik ook al jaren over Orvalbier…)

© paul

 

Lasagne voor 8 personen

lasanga

Je hebt nog wat recepten tegoed beste lezer. Het was hier in het weekend zo druk dat er van schrijven niet veel terecht kwam terwijl er toch een aantal gerechten zeker beschreven moeten worden, zoals deze Zaterdagse Lasagne bijvoorbeeld; makkelijk te maken en genoeg voor een flink gezelschap. Op zaterdag is het hier ‘bezoekdag’, Het Kind, vriend Andy, De Jongste Bediende en vriendin Marleen en niet te vergeten de Keizer van Monera en wie er zoal nog meer even langskomt. We kletsen wat, we borrelen wat en een hapje eten is altijd welkom. Voor mij leuk om ideeën voor meer dan twee personen uit te proberen. Deze zaterdagse maaltijd moet niet te ingewikkeld zijn, niet te duur en aan te passen voor het aantal personen dat te gast is. Zaterdag was ik van plan om een soort Hachis Parmentier te maken met raapsteeltjes maar op de Helmondse markt waar we de boodschappen deden was het zo snijdend koud dat ik de helft van de boodschappen vergeten ben. Het is kermis in Helmond, dat betekent dat de kermis opgebouwd wordt op de plaats waar de markkooplieden normaal staan. Zij moeten dan verhuizen naar de weg langs het kanaal. Ik had oprecht medelijden met de marktmensen; ze stonden daar in de snijdende wind, zonder enige bescherming, brrr. Wij waren in ieder geval zo weer thuis, zonder raapsteeltjes. Dan maar iets zonnigs op tafel, we kunnen wel erwtensoep blijven eten… Lasagne met verse spinazie.

lasanga

  • voor de bechamelsaus
  • 60 gram boter
  • 40 gram bloem
  • ongeveer 500 ml melk
  • nootmuskaat, peper en zout.

Smelt de boter in een kleine pan. Voeg de bloem in een keer toe en roer goed tot de bloem loslaat van de bodem. Voeg er dan de melk met beetjes tegelijk bij en roer tot je een gladde saus hebt. kook even zachtjes door en breng op smaak met peper, nootmuskaat en zout.

  • Voor de vulling
  • 1 kilo verse spinazie
  • 2 uien en 4 teentjes knoflook, fijngesneden
  • 1 kilo gehakt, half om half
  • 3 blikken tomatenstukjes
  • 300 gram lasagne (De Cecco no 112)
  • 200 gram Parmezaanse kaas (of een mengsel van oude Goudse en Parmezaan) geraspt
  • een bolletje buffelmozzarella
  • olijfolie, peper, zout nootmuskaat

Ik had geen zin om zelf lasagne te maken; op zich niet veel werk maar ik koos voor een keertje makkelijk en kocht De Cecco no 112. Mooie dunne vellen die je niet eerst vóór hoeft te koken. Ik gebruikte een bakblik van 39x28x5cm, daar paste alles precies in.

Bak de spinazie in een heel klein beetje olie met een deel van de knoflook en uien tot het geslonken is. Hak de spinazie grof. Giet de bechamelsaus in het bakblik en strooi er wat kaas over. Beleg met een laag lasagnevellen. Bak het gehakt los met de rest van de uien en knoflook. Schep de spinazie op de lasagnevellen en verdeel de helft van het gehakt hierover. Leg hierop weer een laag lasagnevellen. Voeg bij het overgebleven gehakt de tomatenstukjes en kook in tot een mooie saus. Schep de helft van de saus op de lasagnevellen en strooi er met gulle hand kaas over. Leg nog een laag lasagnevellen en bedek die met de rest van de tomatensaus. Leg daarop de mozzarella die je in kleine stukjes verdeelt. Strooi er de rest van de kaas over en zet de schaal 24 minuten in een warme oven (180 graden) .

Geef er een groene salade bij. Genoeg voor 6 tot 8 personen.

Kopje espresso toe.

© ellen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Flammenkueche

flammenkeuche
Gisteren een echte zaterdagmaaltijd, Flammenkueche! Een ideaal gerecht voor een informele maaltijd met vrienden of familie aan de keukentafel.

Flammenkueche is een gerecht uit de Elzas. Het is daar  een goed gebruik om ‘s avonds een glas wijn te gaan drinken in een Winstub en er dan een Flammenkueche bij te eten. Een soort pizza, een dunne laag deeg met daarop een mengsel van kwark en  room, belegd met  ui, spek en kaas. Een gezelschap bestelt een fles wijn en een paar Flammenkueche. De koeken komen één voor één op tafel. Ze worden op houten planken geserveerd, in 8 of meer stukken gesneden. Ieder eet dan een paar stukken en als de koek op is wordt er een volgende geserveerd. Zo is wat je op tafel hebt altijd lekker warm. Als je thuis deze Kueche maakt moet je dus tijdens de maaltijd wel even de volgende Kueche beleggen, maar als je zorgt dat alles klaar staat is dat zo gebeurd. Echt een keukentafelgerecht dus!
Dit is mijn versie van de Elzasser Flammenkueche;

  • Voor ongeveer 8 stuks (8 personen)
  • 1000 gram bloem
  • 2 zakjes gedroogde gist
  • 1 eetlepel olijfolie
  • zout
  • water

Laat de gist even weken in lauwwarm water. Meng dat door de bloem, voeg zout en olie toe en zoveel water tot je er een mooi soepel brooddeeg van kunt kneden. Kneed ongeveer 100 slagen en laat het deeg onder een doek rijzen op een warme plaats.
Na ongeveer 1,5 uur kneed je het deeg nog een keer goed door en verdeel je het in 8 porties. Laat de porties nog even rijzen.
Zet de oven op 220 graden en het bakken kan beginnen.
Voor de vulling gebruikte ik:

  • 400 gram volle kwark
  • 200 ml crème fraiche
  • peper en zout
  • 300 gram ontbijtspek in kleine reepjes
  • 5 flinke uien in ringen gesneden
  • 400 gram Munsterkaas in dunne plakjes gesneden.

Rol het deeg per portie uit tot een hele dunne lap. Vet de ovenbakplaten in met olie en beleg de bakplaat met het deeg. Smeer daarop een dunne laag van het kwark/crème fraiche mengsel. Verdeel daarop de uienringen en spekjes en schik de plakjes kaas zó dat ieder deel wat kaas heeft.
Schuif de bakplaat in de oven en bak ze in ongeveer 15 minuten mooi lichtbruin. Snijd de Kueche in 8 stukken en serveer ze dan op een houten plank. Begin meteen met de volgende Kueche.
De laatste Kueche belegde ik met partjes appel met wat honing en kaneel en een scheutje whisky.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Hartige taart met spinazie en drie soorten kaas

spinazie/kaas taart
We waren vandaag van alles van plan; museumbezoek, lekker eten, film kijken… Het Museum dat lukte nog… Vanmorgen vroeg reden we binnendoor naar Tilburg. Onze Franse Tomtom Dame (heeft zo’n mooie zwoele stem) navigeerde ons langs mooie dorpjes en smalle wegen naar Tilburg, naar het Museum De Pont. We bekeken daar de tentoonstelling van Anish Kapoor. Geweldig; bijzonder, boeiend!

Lunch in het museum met een kop verse courgette/tomatensoep en goed brood voor een redelijke prijs.

Op de terugweg wilden we ook nog de brouwerij van de Trappistenpaters Koningshoeve bezoeken, maar helaas; Paul voelde zich niet echt fit en we besloten naar huis te rijden. Ook de gegratineerde oesters die we in gedachten hadden waren geen optie. Paul had even geen honger. Jammer! Ik besloot de spinazie, bedoeld voor de gegratineerde oesters, dan maar te verwerken in een soort hartige taart. Een bodem is snel gemaakt:

  • Het deeg
  • 110 gram ijskoude boter
  • 175 gram bloem met wat zout
  • ongeveer 100 ml ijskoud water

Hak de boter in kleine stukjes en werk ze dan zo snel mogelijk door de bloem, voeg water toe tot je een mooi gelijkmatig deeg hebt. Pak het deeg in folie en zet de deegbal een half uur in de koelkast.

Probleem was de vulling. Meestal gebruik ik dan ricotta, of creme fraiche… maar helaas, niet in huis. Het werd dus een geheel andere hartige taart dan anders; gewoon met wat er wél in huis was:

  • 400 gram verse spinazie, even blancheren en goed uit laten lekken. dan grof hakken
  • 200 gram vers geraspte Parmezaanse kaas
  • 125 gram buffel mozzarella, in kleine stukjes gesneden
  • een restje Bleu d’Auvergne, in kleine stukjes
  • 4 eieren
  • peper, zout, nootmuskaat

Blancheer de spinazie heel kort in een klein beetje water. Laat goed uitlekken en hak de spinazie grof. Meng in een grote kom de stukjes mozzarella met de geraspte Parmezaanse kaas. Klop de eieren los en roer ze door het mengsel. Schep het spinaziemengsel erdoor en breng het mengsel verder op smaak met peper, zout en nootmuskaat.

Haal het deeg uit de koelkast en rol het op een met bloem bestuifde aanrecht uit tot een plak van ongeveer 3 mm dik. Vet een bakvorm (vlaaivorm) in en bekleed met het deeg (ook de opstaande randen). Schep de vulling erin, verdeel de stukjes blauwe schimmelkaas erover en bestrooi met nog wat Parmezaans kaas. Bak de quiche in een voorverwarmde oven 30 minuten op 180 graden.

Lekker met een salade van kleine tomaatjes.

Kopje espresso toe! Toch een welbestede vrije dag!

© ellen.

 

 

Kaasfondu van Vacherin Mont d’Or…

Over het kaasje schreef ik al eens. Ik doe dat nu lichtjes over omdat het gisteravond weer eens op het menu stond. Vacherin Mont d’Or is de naam.

Het is en blijft een tafelkaas. Ideaal als nagerecht, te eten met een lepeltje, want de kaas is onder de korst vloeibaar. Mits hij tenminste de tijd heeft gekregen om op temperatuur te komen. Recht uit de koelkast is de zuivel halfvast en wat taaiïg. En de smaak wordt door de kou onderdrukt.

De aantrekkelijkste manier echter om het kaasje te consumeren is als kaasfondu uit de oven. Reken daarbij op één kaasje per twee personen. Het gaat als volgt:

Verwarm de oven voor op 180 graden. Verwijder het plasticfoli van het spanen doosje waarin de kaas zit verpakt. Omwikkel het spanen doosje met aluminiumfoli. Maak een kruisvormige inkeping in de korst en sla de puntjes een beetje terug. (Indien de kaas te koud is loop je het risico dat de korst afbreek, maar dat is écht geen probleem.) In het holletje dat nu in het midden is ontstaan doe je een uitgeknepen teen knoflook en je vult het gaatje af met een scheutje drank (cognac, eau-de-vie, of zoals ik deed met wat genever). Op de korst sprenkel je voorzichtig wat witte wijn.

Het kaasje gaat in de oven en blijft daar 40 minuten. Voorheen bakte ik het kaasje korter, maar een langere tijd in de oven garandeert dat de hele kaas vloeibaar wordt en lang genoeg warm blijft om helemaal gegeten te worden. En de reep berkenschors waarmee de spanen doos van binnen is bekleed geeft een heel subtiele smaak aan het gerecht mee.

De kaas kan op tafel. Je eet hem zoals je dat ook met “gewone” kaasfondu doet. Soppen met goed brood aan een vorkje (een aardappeltje kan ook).

We waren het er aan tafel hartgrondig over eens: dit gerecht kan met gemak de concurentie aan met de klassieke kaasfondu!.

De wijn was evenwel de grote verrassing. Witte muskadet uit de Loirestreek is al weer een tijdje onze huiswijn. Fris, fuitig, wat bloemig, doorgaans een allemansvriend. In dit geval was het de ultieme begeleider van de maaltijd. Soms pakken de dingen gewoonweg heel goed uit.

Een eenvoudige salade van rucola voor de broodnodige vitamientjes.

© paul

 

Luxemburgse mozzarella…

Luxemburgse buffelmozzarella
In de wandelgangen van de Cactus supermarché Belle Etoile, vlakbij de stad Luxemburg, worden maandelijkse tentoonstellingen gemaakt; de ene keer staan er allemaal scootertjes, dan weer een verzameling houten voertuigen, of terraria met reptielen en amfibiën. Soms verbeeldt men de geschiedenis van de Portugezen in Luxemburg, de komst van de eerste Italiaanse gastarbeiders of wordt het verhaal vertelt van de Zeven Kastelen van het Aischdal.
Dit keer zijn de Regionale producten aan de beurt; alles uit eigen land, en meestal ook nog biologisch. Veel producten uit het Natuurpark Our. Men verbouwd daar granen, onder andere spelt, tarwe en boekweit op de biologische manier. Er liggen prachtige grote broden, gebakken van het biomeel uit het Naturpark en ook het Ourbier is natuurlijk te koop. Ze brouwen in het Ourpark “Waïssen Ouerdaller” en “Weller Ouerdaller”, een witbier en een amberkleurig boekweitbier. Negen landbouwers uit de regio hebben zich verenigd in de coöperatie BEOLA [(‘Ueleggenossenschaft fir d’Eislek an den Naturpark Our’) (*Luxemburgs is echt een taal!] , die niet alleen hennep, vlas, raapzaad, papaver en zonnebloemen verbouwt, maar de oogst in een eigen oliepers in Kalborn verwerkt tot hoogwaardige, koudgeperste spijsoliën. Voor koude gerechten wordt hennep-, lijn- en zonnebloemolie aangeboden, terwijl de raapzaadolie zowel in koude als in warme gerechten kan worden gebruikt.  Verschillende soorten honing, producten op basis van was, alcohol, enz. kunnen we zien bij de professionele bijenkweker Paul Jungels. En verder zijn ook de stokerijen met hun mooie Marque National Eau de Vie, de wijnproducenten en de mosterdmakers vertegenwoordigd. Maar de man op de foto, Massimo, maakte voor mij de show compleet. Toen hij mijn fototoestel zag gaf hij een demonstratie “mozzarella trekken”, of “spinnen” weg. In het Italiaans heet deze bewerking van de kaas filare. Massimo is mede-eigenaar van de enige echte Luxemburgse Mozzarellafabriek. Zij maken Mozzarella van koemelk, maar ook Ricotta en Scarmoza. Lees hier de successtory van deze symphatieke Italiaanse  Luxemburger

Een prima mozzarella, verkrijgbaar in diverse maten en vormen, met liefde en passie gemaakt!

20 april 2007 008

*) deze foto is van een eerder gemaakte salade, zónder kappertjes, maar wél met Luxemburgse Mozzarella.

Wij aten gisteren als voorafje een salade Caprese; tomaten, mozzarella een paar blaadjes basilicum en kappertjes. Mooi schikken op een schaal. Wat van de allerbeste olijfolie erover en wat versgemalen peper en zout.

© ellen.

 

 

Bloemkool mét een papje…

bloemkool met een papje

Vandaag was ik voor mijn werk in Den Bosch, ik nam deel aan de Bouwdag, zoals wij dat noemen. Alle Fontys Pabo’s in Brabant ( Eindhoven, Tilburg, Veghel, Den Bosch en iets buiten de Brabantse grenzen, ook Venlo) gaan voortaan samen in een groot geheel; De Hogeschool Kind en Educatie. Een prachtig project! En om tot een goed samenwerkend geheel te komen worden er Bouwdagen georganiseerd. Op die Bouwdagen leren we elkaar kennen en de methodes en de diverse curricula op elkaar af te stemmen. Ook het onderwijsondersteunend personeel, waartoe ik behoor, neemt deel aan die Bouwdagen. Tot nu toe werden de Bouwdagen vooral in mijn standplaats Eindhoven gehouden; dit keer waren we te gast in Den Bosch. Leuk, zo kom je nog eens ergens. Behalve dan dat ik ditmaal op het openbaar vervoer aangewezen was… Geen punt, 9292 biedt uitkomst voor al uw reisvragen… Ik plande dus keurig mijn reis… en dat liep helemaal in de soep! Bussen sloten niet aan, de chauffeur wist van niets, (op internet opgezocht? Ja dat klopt tocht nooit!!!) Kortom, ik kwam bijna een uur te laat aan op de plaats van bestemming. Heel vervelend, maar intussen was ik zo lang onderweg dat mijn reis bijna een heus uitstapje werd. Nooit geweten dat er zoveel wegen naar Den Bosch leiden. (Maaskantje bestaat echt! Ik kwam erlangs) Ik ga hier verder niet vertellen over onze Bouwdag; ik vond het heel gezellig en heb weer veel bijgeleerd en mijn reis naar Den Bosch was ook heel verrassend. Terug mocht ik met een collega tot Busstation Veghel meerijden dus dat scheelde alweer een hoop getrubbel, ware het niet dat de bus naar Gemert pas na 45 minuten zou vertrekken… Tijd om eens te shoppen in Veghel dus… Geluk bij een ongeluk bijna; ik vond een Turkse slager en kocht er de lamskarbonaadjes waar ik al weken zo’n zin in had!

Lamskarbonaadjes dus vandaag en bloemkool, mét een papje, want daar had Paul zin in. En over dat ‘papje’ gaat het vandaag dan maar eens. Een hele trouwe lezer, maar niet zo’n echte  ‘keukenprins’, vroeg me laatst eens om ook eens wat simpele recepten te beschrijven; “Bechamelsaus, leuk, maar daar staat dan verder weinig uitleg over op je weblog. Schrijf dat nou eens op; een papje over de bloemkool, zonder klonten”.

  • Oké, bij deze:
  • een eetlepel boter (BOTER!)
  • een eetlepel bloem
  • kookvocht van de bloemkool (voor een bloemkoolpapje, of anders bouillon)
  • wat melk
  •  naar wens bijkruiden met peper, zout of nootmuskaat

bloemkool met een papje

Zet een pan water op met zout. Laat het water aan de kook komen en pocheer daarin de bloemkool ongeveer 10 minuten. (de bloemkool in roosjes gesneden)
Smelt de boter in een pan met dikke bodem. Voeg de bloem toe en roer snel tot alle bloem opgenomen is. Houd het vuur heel laag en laat de bloem zo even garen. Voeg dan lepel voor lepel het kookvocht van de bloemkool toe en roer met een garde tot de vloeistof helemaal opgenomen is. Voeg vocht toe tot de saus de gewenste dikte heeft. Echt heel simpel! Je kunt voor een bloemkoolpapje ook nog wat melk toevoegen om de saus wat romiger te maken. Proef de saus en voeg naar behoeven zout en peper toe, en eventueel wat versgeraspte nootmuskaat. Ik deed er vandaag ook nog ongeveer 50 gram versgeraspte oude kaas bij. De kaas even laten smelten en goed doorroeren. De afgegoten bloemkoolroosjes in een ovenschaaltje en de saus erover gieten. Een beetje geraspte kaas voor de decoratie erop en tien minuten in de oven.
Kopje espresso toe.
© ellen.