Alla Rietveld…

onthulling van A la Rietveld

Ter gelegenheid van de oplevering van de nieuwe wijk Oliemolen, vrij dicht tegen het centrum van ons dorp, kreeg de Keizer van Monera de opdracht een monument te vervaardigen. En afgelopen zaterdag werd dat onthuld in het bijzijn van de nieuwe buurtbewoners, hoogwaardigheidsbekleders en wat los-vast volk, waaronder de familie van de Keizer en het Ministerie van Eten en Drinken.

Het is een stalen Modern Art Piece geworden, in monumentale afmeting het eerste in zijn soort. Het object kreeg de naam à la Rietveld mee. Kenmerkt het meeste werk van Gerard van Lankveld zich door een nadrukkelijke mate van figuratie en techniek, toch nemen de modern art pieces een serieuze en gelijkwaardige plaats in in zijn oeuvre. Ze kunnen plat zijn, maar ook ruimtelijk en normaal voert Gerard die modern art pieces uit in min of meer maquettevorm, geschikt om als kleinnood te plaatsen in een besloten ruimte. Nu maakte hij er dus eindelijk ook een in het groot.

Het werd al met al een feestje. Er was een tent, er waren hapjes en drankjes, er was een barbecue. Men vermaakte zich.

Het merendeel van het volk was te voet gekomen, een enkeling met de auto. De Keizer kwam gewoon op de fiets.onthulling van A la Rietveld

Later op de dag schoof de Keizer aan aan onze keukentafel. Het was per slot zaterdag, en de Keizer houdt er niet van om af te wijken van zijn gewoonten. Ellen kon het niet nalaten om te vragen naar die rare electriciteitskabel aan zijn pakkendrager: Valt je fiets soms uit elkaar?

Nee, nee, verklaarde de Keizer. Hij had bij het sloopafval van een bouwplaats een balk gevonden. Prachtig hout, hij had het met de fiets naar huis getransporteerd. Het tuigage liet hij nu maar even aan zijn fiets zitten, er zou nog meer gesloopt worden, dus…

© paul

 

Groenten op Facebook…

skukhorzel

Ik verstuurde vandaag mijn allereerste Facebook bericht ooit. Ik feleciteerde Walter met zijn verjaardag, en stelde hem gerust; vijftig worden is niet eng…

Ik gebruikte Ellen d’r ding, want ik zit niet op Facebook. De rest van de wereld wel, geloof ik. Teun zit op Facebook, en Constant ook. Neel, Anita, PaulO, Lotte, het Meisje van de Slijterij, allemaal zitten ze op Facebook.

Boer Skukhorzel, die zit er ook op. En via die weg liet hij vandaag weten dat hij zijn eerste peultjes (hááwkus in mijn dialect) oogstte. En even later vervolgde hij zijn bericht met de mededeling dat de kapucijners in bloei staan.

Ach, de groenten van Boer Skukhorzel, is mis ze wel een beetje. Ondanks alle foodmiles die het met zich mee zal brengen overweeg ik om af te reizen naar het verre Noorden. Het zou so-wie-so gezond zijn om weer eens enige tijd samen door te brengen. En wie weet kan ik nog wat scoren

© paul

 

Feest…

DSC_0063

Vanavond is het Grote Feest bij de buren. En het Ministerie verzorgt het buffet. Er worden een goede vijftig gasten verwacht.

Het verzamelen van ingrediënten begon al in Luxemburg. En ook de afgelopen dagen sjouwden we van hot naar her om alles bij elkaar te sprokkelen. Koken is ten slotte in hoge mate een logistieke bezigheid.

Vanochtend bezochten we nog even de Helmondse zaterdagmarkt en om klokslag 10.00 uur stonden we aan de stoof. We liggen op schema, zoveel is zeker.

Eén tip van de sluier willen we wel lichten: de inktvissalade is klaar. Hij smaakt voortreffelijk.

© paul

Lamskarbonades…

DSC_0026

Verveelt dat nou nóóit, altijd weer die lamskarbonades?

Eh.., nou nee, eigenlijk niet. Gisteravond aten we ze nog, net als enkele dagen eerder. En de week daarvoor stonden ze ook een paar maal op het menu.

Voorwaarde is wel dat je zorgt dat je goed vlees inkoopt, anders is de lol er zo vanaf. Dat hoeft gelukkig geen probleem te zijn. Zowel in Luxemburg als hier in de buurt kun je topkwaliteit krijgen. Tegen zeer schappelijke prijzen.

Deze keer gebakken in boter. Erbij een eenvoudige bonenschotel en knapperig brood, meer hoeft het niet te zijn…

© paul

 

Aardappelsalade van Alfred Walterspiegel…

DSC_0045

Het is alweer even geleden, maar Duitsers en aardappelen, ik mag er regelmatig met liefde over schrijven… In elk Bundesland en in alle mogelijke variaties vind je de aardappel. In de Rijke Keuken, in de Burgerkeuken, in de Boerenkeuken, in de Imbis. Er zijn restaurants die zich specialiseren in de aardappel, wij kennen er een in Trier. Niet een restaurant voor culinaire hoogstandjes, maar we hebben er lekker gegeten.

Ellen vroeg gisteren om aardappelsalade, dus kreeg ze aardappelsalade. Ik maakte een variant op het meesterstuk van Alfred Walterspiegel, kok en restauranthouder in Berlijn tijdens het interbellum. In een ver verleden al eens beschreven, maar nu geactualiseerd voor de nieuwe lezertjes.

  • 1 kilo vastkokende aardappelen,
  • 1 kwartliter bouillon,
  • 4 eetlepels spijsolie,
  • 1 eetlepel wijnazijn,
  • 2 eetlepels gehakte peterselie,
  • 2 eetlepels gehakte bieslook,
  • 1 eetlepel gehakte dragon,
  • 1 fijngehakte sjalot,
  • 2 flinke theelepels mosterd (met zaadjes)
  • peper en zout.

Kook de aardappelen in de schil en zorg dat ze niet overgaar worden. Giet de aardappelen af en laat ze wat koelen tot je ze in de hand kunt nemen. Peuter de schillen eraf en snijd ze in schijven van twee à drie millimeter dik. Meng alle overige ingrediënten goed door elkaar in een mengbeker. Giet vervolgens een klein beetje van het mengsel op de bodem van een platte schaal. Leg hierop schijven aardappel en bestrijk de bovenkanten met het mengsel. Dan volgt weer een laag aardappelen, die ook weer bestreken wordt, tot alles gestapeld in de schaal ligt. Vervolgens stort je het restant van het mengsel over de schotel uit. Zorg dat je de salade een half uur voor de maaltijd klaar hebt, zodat de aardappelen de tijd hebben om het mengsel op te slobberen. Je kunt eventueel voor het opdienen het mengsel nog een keer voorzichtig omscheppen, mar het is beslist niet noodzakelijk. In vroeger dagen werden dit soort schotels op de hoek van de fornuisplaat bewaard tot het opdienen. Je kunt je schotel evengoed voor en half uur in een op 50 graden voorverwarmde oven plaatsen. Uiteindelijk zal je schotel lauw van temperatuur zijn, en zo dien je hem te eten. Zeker niet gekoeld.

Ik was alweer vergeten hoe simpel het gerecht te maken is. De verse kruiden heb je natuurlijk in je tuin of in een bak in je vensterbank. En de rest heeft een normaal huishouden gewoon altijd op voorraad. Het resultaat is heerlijk, ultiem troosteten. Je kunt het werkelijk iedereen voorzetten. Ik heb in ieder geval de smaak weer te pakken. Vanavond maak ik een aardappelsalade uit de Pfalz.

We aten er gisteren gegrild rund bij, vanavond gaan we voor het varken.

© paul

Alweer terug…

kalfslever balsamico

We verbleven een lang weekend in Luxemburg. Aangezien de internetverbinding dit keer in het geheel niet werkte, miste je een aantal dagen verse artikeltjes. We maken het de komende tijd wel weer goed…

Evert en Neel waren er ook, en Ellen loste een reeds langlopende belofte in. Ze maakte voor Evert en mij kalfsniertjes in whiskysaus. Zelf hield ze het bij lamskarbonaatjes, zo ook Neel. Enfin, ik kan geen foto’s van terug vinden van die nietjes. Misschien heeft Neel nog iets. Zo ja, dan volgt een dezer dagen het recept.

Intussen dan maar een plaatje van wat intussen een vaste lunch is geworden op onze buitenlandse stek. Ten minste één maal eten we kalfslever. Kort gebakken, krokant van buiten, roze van binnen. Spekjes erbij, uienringen en een paar blaadjes salie. Het bakvocht afgemaakt met balsamicoazijn. En peper en zout natuurlijk.

Zo simpel kan het leven zijn in den vreemde…

© paul

 

Bottarga di Muggine… update.

Bottarga di Muggine

Enfin, Alex aan de voordeur, het gebeurt vaker. En dat-ie dan geen tijd heeft om binnen te komen, het gebeurt vaker. Kwestie van oppasopa zijn en een kleinkind hebben dat ineens iets moet (of de ouders die…). Enfin, hij stond dus op de stoep en had een kadootje voor het Ministerie.

Ans en Alex waren weer eens in het verre Italië, heel zuidelijk. Een goed oog (en neus en tong) voor lokale culinaire specialiteiten leverde ook dit keer iets opmerkelijks op: Bottarga di Muggine.

Bottarga is gezouten, geperste en gedroogde kuit. Komt-ie van de harder dan heet het Muggine, is het tonijn dat zeg je Tonno. De Bottarga van de harder wordt in culinaire kringen het meest gewaardeerd. Hij is ook zeldzamer, er is veel meer aanvoer van tonijnkuit. Evenwel zegt onze referent Giorgio Locatelli dat het hem niet uitmaakt. Hij heeft geen voorkeur, het smaakt hem allemaal even goddelijk.

De bottarga van de harder wordt aangeboden in pakketjes van 50 à 100 gram. De kiloprijs is goudgeld en beloopt een goede tachtig euro. Buiten het zuiden van Italië zijn de prijzen nog aanmerkelijk exorbitanter…

De Bottarga di Muggine heeft een oranje-bruine kleur. Hij wordt geraspt of in dunne plakjes opgediend. Met wat goede olie, met een tikkeltje citroensap. Op de pasta, of op een geroosterd stukje brood. Zonder iets erbij eten mag ook… Wij gaan vanavond een pastaschotel maken met Bottarga di Muggine. Je leest er nog over.

De smaak van Bottarga doet denken aan kaviaar. Heb hem eenmaal geproefd dan blijf je er je leven lang naar uitkijken, zo schijnt. Net zoiets als met truffel.

Die harder, ik kom er nog op terug. Het was de vis uit onze studententijd. Spotgoedkoop, altijd voorradig op de zaterdagse Helmondmarkt en je kon er vanalles mee doen. Al vijfentwintig jaar eten we hem niet meer. Waarom? Ik zou het niet weten…

We nodigen Ans en Alex op de harder. En ik heb al in gedachten wie er nog meer worden uitgenodigd. Dat wordt een feestje…

© paul

Chinese snacks…

luxemburg april 2013 Luxemburgse vlooienmarkten kenmerken zich door het ruime aanbod van bier, champus en vlees van de gril. In de Walen is het bier, frieten en wafels. Ach, het snackt allemaal lekker weg, daar niet van. Maar soms wil je wat anders.

We waren dan ook aangenaam verrast toen we, kuierend over een marktje in een Zuid-Belgisch stadje, een oude Chinese dame troffen die daar haar waar stond uit te venten.

De oude dame bood snacks aan, per zeven stuks. Zeven verschillende gefrituurde hapjes. Twee soorten loempia, een spiesje met kip, twee pakketjes met varkensvlees en twee brokjes soja in een gekruid manteltje van deeg.

Het merendeel van de hapjes zou komen uit eigen keuken. (Het merendeel? Welke dan niet? We kwamen er niet achter, het Frans van de oude dame was nog belabberder dan dat van ons…)

De saus was ook van eigen fabricaat en een beetje laf. Op verzoek kregen we er echter een pepersaus extra bij geserveerd. Een pepersaus waarvoor Madame Jeanette zich in haar graf zou roeren…

Enfin, we betaalden € 4,50 voor zo’n bakje. Het was een complete lunch en het smaakte zeer behoorlijk…

© paul

Salade met daslook…

couscous en salade met daslook 

In een vorig artikeltje vertelde ik je van mijn bezoek aan Flora’s tuin en de plantjes waar ik uiteindelijk mee thuis kwam. De daslook werd nog diezelfde dag gebruikt, Ellen maakte er een salade mee.

De verhouding was ongeveer een kwart daslook en driekwart kropsla. De daslook in dunne reepjes, het blad van de kropsla grof. Wat uienringen erover, een paar plakjes tomaat en een paar eieren in partjes. En een simpele vinaigrette van mosterd, olie, azijn, peper en zout. De bloemetjes van de daslook om het geheel mee af te werken en de salade was klaar.

© paul

Daslook…

 daslook

 Op zaterdag ging ik even langs bij Flora. Ik trof haar zittend tussen de kruidenbedden, bezig zaailingen te verspenen. Flora beheert al lange tijd een heemtuin. Honderden verschillende soorten inheemse eetbare planten kweekt ze. Parate kennis heeft ze over een goede zeshonderd soorten, allemaal van hier, allemaal eetbaar. Ik ken in Nederland niemand met zo’n expertise. De tuin van Flora heet De Wilde Bertram. Flora doet in zaden, planten en kennisoverdracht.

Ik was daar die zaterdag omdat ik nog een plaatsje in onze eigen tuin over had. Ik wilde er Scharlei planten, die uit de kluiten gewassen saliesoort. Flora had wat mooie stekken staan, de koop was zo gesloten. En nu ik er toch was kreeg ik en passant een potje zaailingen kado van de Hertshoornweegbree. Of ik ze goed wilde verzorgen, en of Ellen er over een week of vier mogelijk mee zou willen koken. Flora was heel benieuwd wat het op zou gaan leveren.

En waarom was ik dit jaar niet op tijd daslook komen halen? Nu was het eigenlijk te laat, de kracht was al een beetje uit de planten. Maar enfin, besloot Flora, Ik zal nog wat voor je uitsteken. Alles van de plant is eetbaar. Bloem, stengel, knolletje én blad. Het blad is het lekkerst, maar het dient het beste gegeten te worden voordat de bloemen uitkomen. Want daarna gaat de plant alle energie stoppen in de bloem en verliest het blad fors aan smaak.

Het mocht dan zo zijn dat de plantjes over hun hoogtepunt waren, ik was toch blij dat ik ze mee had genomen. Je kunt daslook op allerlei manieren verwerken in de keuken. In soepen, sauzen en salades. Gekookt, gestoomd of gebakken. De plant rauw verwerken is evenwel het beste. Bij verhitting verdwijnt namelijk nogal wat van de delicate smaak. Ellen maakte er die avond een salade van. En daar was niks mis mee…

Alle plantendelen hebben een lookachtige smaak, net milde of verse knoflook. De stengels zijn licht bitter. Je vindt daslook in Nederland en Vlaanderen, hoewel mondjesmaat. Bij onze Oosterburen komt hij veel vaker voor en staat de plant al sinds mensenheugnis hoog aangeschreven. Bärlauch heet-ie daar. En zoals dat gaat bij populaire zaken zwerven er talloze andere benamingen door de diverse Bundesländer: Hexenzwiebel, Waldherre, wilder Knoblauch,Zigeunerlauch en zo kun je nog wel even doorgaan. Tegenwoordig koop je daslook in Duitsland steeds vaker als tuinplant. Maar je kunt hem ook volop in het wild plukken. Wel opletten. Er zijn wat andere soorten waarmee je daslook zou kunnen verwisselen zoals herfsttijloos, gevlekte aronskelk en lelietjes der dalen. Soorten die beslist niet op je bord thuis horen. Ondanks alles vallen er ieder jaar weer slachtoffers in Duitsland ten gevolge van onkundig plukken en verzamelen.

© paul