We hadden wat te vieren dachten we. Terwijl er eigenlijk niks feestelijks op de kalender stond. Gewoon zo’n dag dat je ‘s morgens opstond en tegen elkaar zei: Vanavond is het feest… Zomaar. Enfin, Ellen kookte die avond een maaltijd (en dat deed ze met verve) en ik verzorgde de toespijs, zeg maar het toetje.
Nou zijn traditionele Nederlandse toetjes in dit huishouden de stiefkinderen van onze keuken, we doen er zelden iets mee. Een kopje espresso toe is eigenlijk wel het dagelijks hoogtepunt. Maar ja, die kazen, die kazen willen zich nog wel eens opdringen als toespijs, en niet geheel ten onrechte. Dát indachtig deed ik het dan maar klassiek voor deze gelegenheid, mét kaas, mét wijn, en wat er zo’n beetje bij hoorde.
Die brokkels kaas op de foto ogen als hompjes barnsteen uit de Oostzee, kostbaar en bijzonder. Het is echter Goudse kaas lezer, ván de boerderij en een forse drie jaar oud (dus zeldzaam en bijzonder en zo verschrikkelijk lekker). Daar hoort dan walnotenvlees bij, gewoon geplukt uit de schelp. En dat samen met een goede fles Bordeaux vormt een complexe smaakrijkdom die zijn weerga niet kent…
Enfin, de beste kaas, de beste wijn en noten die al een beetje belegen zijn (te jonge noten zijn de dood in de pot). Da’s pas een toetje lezer, reken maar…
© paul