De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 16…

druif

11-04-2014. De etappe liep van Épernay/Mardeuil naar ???, ergens aan de D399, 30 kilometer.

De wijnstokken laten hun eerste groen zien, frèle blaadjes aan de druivenstruiken. Het is voorjaar dus er moet gewerkt worden in de wijngaarden. Ans en Jan zagen de boeren iets aan draden hangen. Voor of tegen Vlinders? schrijft Ans.

Ik was er niet bij, ik zit hier thuis aan de keukentafel maar wat voor me uit te filosoferen. Maar dat verschijnsel met die potjes aan de kop van een druivenrij ken ik wel uit Duitsland. Men gebruikt lokdozen waarin een stofje zit dat schadelijk insecten aantrek. En er zijn dan weer andere dozen die nuttige insecten naar de wijngaard lokken. De bloemen die je steeds vaker rond wijngaarden ziet aangeplant dienen ook zo’n doel. Veel Franse wijnboeren zijn het zat om zoveel gif te moeten gebruiken bij de druiventeelt. Ook in  Frankrijk is men naarstig op zoek naar alternatieven.

Na een stevig ontbijt op het logeeradres, de camping, reed Vriend Jan de wandelaars terug naar het dorpje Mardeuil. Daar pikten Ans en Jan de Camino de Santiago, het Pelgrimspad, weer op. Het was intussen 08.00 uur.

Ook vandaag voerde de tocht langs wijngaarden, maar ook hele stukken woud dienden doorkruisd te worden. Begon de dag met een lentezonnetje, al snel werd het warm. Extra ingeslagen water was dan ook geen overbodige luxe. En ook vandaag liet de bewegwijzering  de wandelaars in de steek. Ruim twee uur zwerven door bosgebied zonder enig Santiagobordje heeft iets onaangenaams. De wandelaars hadden dan wel een idee welke kant het op moest, maar enige bevestiging was ze toch welkom. (Fransen zijn meesters in het zoekmaken van bordjes, schildjes, bewegwijzering…)

Ach, uiteindelijk kwam het goed. En in de buurt van de vesting van Montmort-Lucy plooide het landschap zich open en waren er weer volop aanwijzingen, zodat Ans en Jan het laatste stuk van de etappe met een gerust hart konden lopen.

De tocht eindigde deze dag ergens in het vrije veld. Vriend Jan stond de wandelaars op te wachten aan de weg D399. Ze hadden die dag 30 kilometer in de benen. Moe maar voldaan, en blij dat ook deze dag niet voor onderkomen gezorgd hoefde te worden. Vriend Jan bracht de wandelaars terug naar de camping in Sézanne

Terwijl Vriend Jan een maaltijd prepareerde maakten de wandelaars kennis met Peter aus Hamburg. Op enkele logeeradressen hadden ze al enig levensteken van de man gevonden. Deze collega-pelgrim liep enkele etappes voor onze wandelaars uit. Hij maakte elke dag afstanden van een goede dertig kilometer en had gepland om half juni in Santiago de Compostella te eindigen. Gezamenlijk werd de maaltijd gebruikt en natuurlijk werd er gedronken…

Intussen arriveerde Zoon Bert. Hij was naar het Champagneland afgereisd om één dag met moeder en oom op te trekken. (En vervolgens met zijn vader een snuifje Franse cultuur op te doen. Ach nee toch…).

En Ans, je vroeg om informatie over dat Chateau de Montmort… Ik heb van alles teruggevonden. Bij thuiskomst, over een paar maanden, zal ik het je doen toekomen. Zoveel is zeker: de grote Franse auteur Victor Hugo verbleef er korte tijd. Hij schreef in 1838 aan een vriend dat hij het maar en radje-toe van torens, torentjes, pinakels en schoorstenen vond. (Hij schreef er nog veel meer over, terug te lezen in: Le Rhin, lettre à un ami, Juillet 1838.)

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen en voor het overzichtskaartje volg deze link

<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>