De mars naar het einde van de Wereld; het slot…

IMG-20140704-WA0000
30-06-2014. De etappe ging van Logoso naar Finisterre, 30 kilometer.

Bewerking van het laatste stukje van Ans…
Ans schrijft (min of meer):

Voor de laatste keer werden we om 06.00 uur gewekt door het alarm van de wekker. Veel van de dagelijkse dingen van de afgelopen drie maanden doen we vandaag voor het laatst. Het geeft een dubbel gevoel, maar uiteindelijk zijn we heel tevreden.

Evenals de laatste twee dagen hebben we ook deze dag heerlijk gewandeld. De route trekt door een heerlijke vriendelijke omgeving en het is rustig op de Camino. Het landschap verandert weer; de dennenbomen zijn lager, het is rotsachtiger en we komen minder dorpjes tegen. We lopen de hele dag door open natuur. Op enig moment menen we de zee te zien…

Er staat een man aan het pad, onder een zeil want het regent een beetje. Hij verkoopt koffie, thee en snuisterijen. Het is een welkome ontmoeting, want na enige uren wandelen zijn we toe aan een verversing. Met elke kilometer neemt de behoefte aan sterke koffie substantieel toe. En nee zegt de man, dat wat jullie menen te zien is niet de zee…
IMG-20140630-WA0008

We hebben dus nog een aantal uren te gaan. Onderweg proberen we overal om verbinding te krijgen met het thuisfront, maar er is nergens een WIFI.

Om 04.00 uur lopen we moe maar voldaan Finisterre binnen. We halen gelijk maar ons diploma op, want ja, ook de Korte Camino van Santiago naar Finisterre lopen wordt beloond met een officieel document.

We duiken een café in en onder het genot van een glas Overwinningsbier keuvelen we na over die lange, lange tocht. Als snel gaat het gekeuvel over in een emotionele bespiegeling over drie enerverende en geweldige maanden. En eindelijk kan er gejankt worden…

En nog is de tocht niet over. De laatste drie kilometer van het plaatsje Finisterre naar het puntje van het Einde van de Wereld moeten nog geslecht worden. Op naar kilometerpaal NUL.

Broer Theo komt ons te gemoed, hij loopt de laatste drie kilometers mee. Het begint te miezeren, maar niets kan nu de pret nog drukken. Dan, op de plaats van de eindbestemming, staat Marianne ons op te wachten met Champagne. En alles voelt geweldig…
IMG-20140627-WA0003

De rugzakken liggen al in het bagagevak van de camper. Het voelt heel vreemd aan om de laatste kilometers te hebben gelopen. Het is volbracht, maar écht beseffen doen we het nog niet.

We zien je binnenkort lezer, onze thuisreis neemt een aanvang…

Groet en liefs, JAns Lopez.

 

Mierlose Zwarte…

kersen Ik werd door een leugenachtige middenstander onder valse voorwendselen naar Mierlo gelokt. Een half uur in de auto, bij tropische temperaturen. Mijn Oude Schicht bezat geen airco en met de ramen open waaiden de haren van mijn kruin.

Nee, het beloofde artikel had de Krentenweger niet, maar of ik misschien iets anders wilde proberen? Nee, ik wilde niks anders proberen. En ik liep met een kwaaie kop de deur uit…

Op de terugweg, nog voordat ik aan het eind van de bebouwde kom was, zag ik het bordje staan: Kersen € 4,–.
“Mierlose Zwarten”, schoot het door mijn hoofd. Ik stopte meteen, mijn sjacherijn verdween als sneeuw voor de zon.
Half ruraal Nederland mag dan aanspraak maken op de titel, ik ken maar één Kersendorp. En dat is Mierlo! (Voor mijn streekgenoten: de Udense Zwarte is niets anders dan een Mierlose Zwarte met een andere naam…)
Ik volgde de pijl die wees naar het zandpad langs een arbeiderswoning. Op de achteruit stonden een stuk of zeven hoogstam-kerselaars. Ik wilde al aankloppen bij het schuurtje, maar ik werd door een vriendelijke bromstem gesommeerd om door te lopen naar de bomen. Toen pas zag ik de man en vrouw, op houten ladders bezig met kersen afhalen.
Als ik wilde kopen, dan klauterde de kwieke zestiger wel even naar omlaag, zo gaf hij me te verstaan. Ik liet de man naar beneden komen. Ik sprak het woord kersen uit in mijn eigen dialect. De man moest lachen: “Gij bent nie van hier!” En Mielose Zwarten? Nee, daar kon hij me nog niet aan helpen.
“Kijk, hier hangen ze,” zei hij, “proef maar eens.” En hij plukte wat en stak me een handje kersen toe. Ze smaakten voortreffelijk. Honingzoet met een heel fijn zuurtje op de achtergrond en ze oogden diep karmijnrood.
“Nog een dag of vijf in de volle zon, dan zijn ze pas écht zwart.” zei de man, “voor die tijd verkoop ik ze niet…”
Wel kon ik Late Meikersen krijgen, die moesten er nu af. Het was het type kersen dat ook wel morellen wordt genoemd, of krieken. Prachtig donker rood-bruin. Klein van vorm, maar zoeter dan zoet en vol van smaak. Met de hand gelezen, er zat niet één fout exemplaar bij. En natuurlijk kocht ik…
Onderweg snoepte ik volop van het fruit, en bij thuiskomst zaten mijn handen onder de paarse vlekken. Dat was me geloof ik al in geen vijftig jaar meer overkomen.
En in Mierlo bidt het Kersenechtpaar elke avond een rozenhoedje. Dat er toch in godesnaam de komende dagen géén regen mag vallen. “Want dan zijn ze naar de klote, beste man…”
© paul
*Dit is een bewerking van een artikel uit 2010.

De mars naar het einde van de Wereld, etappe 2…

IMG-20140630-WA0006
29-06-2014. De etappe ging van Negreira naar Logoso, 36 kilometer.

Deze voorlaatste dag laat ik Ans zelf aan het woord. Ans schrijft:

Gisterenavond met Peter een pelgrimsmaal gebruikt en met hem een laatste drankje gedronken. Gezellig.

Vanmorgen vroeg uit de veren en na een simpel ontbijtje op pad. Hele mooie route door bossen en over onverharde paden. Heuvel op en heuvel af. Niet de meest makkelijke paden, maar wel erg mooi. Veel dennenbossen en eucalyptusbomen, ruikt lekker. Grote veehouderijen en maisvelden. Ook kleine dorpjes met keuterboeren.
IMG-20140630-WA0003

Het weer is wisselvallig en soms moet de regencape aan. Onderweg enkele onbekende medepelgrims ontmoet. Een lekkere bocadillo omelet gegeten en bikkelen maar. De omgeving verandert, meer stenen en rotsen, ook weer meer vergezichten.

In Olveiroa besloten we om nog vier kilometer verder te lopen naar Logoso, het ging goed en het scheelt morgen een uur.

In Logoso een bed geboekt in een herberg genaamd O’ Logoso, heel prima. Ons Peregrinabiertje gedronken, kei lekker. Daarna een restaurant opgezocht, een stukje verder, en een heerlijk pelgrimsmaal gegeten. Gezellig nog wat zitten buurten met Belgen en een Duitse jongen.
IMG-20140629-WA0000

Voetbal kunnen we niet zien, want ze hebben geen abonnement of zoiets. Jan houdt ons van thuis uit op de hoogte van de stand. In onze herberg nog een overwinningsbiertje gedronken en dan gauw naar bed. De laatste nacht met z’n tweeën in een herberg!!!! Wel vreemd allemaal, maar het voelt goed. Morgen Finisterre…

Wordt vervolgd…

(© paul)

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Melk is vurrukkulluk…

Een grote, zware en witte M, geplaatst in een rond blauw vlak. Eenieder die de jaren vijftig en zestig een klein beetje bewust heeft meegemaakt herkent het onmiddellijk. Melk! Een beeldmerk, sterk als een zeesleper. En associaties met: Joris Driepinter, Melkbrigadiertjes, mouwinsignes, schoolmelk en de slogan: “Ach moet het, drie glazen melk per dag dat doet het!” (Wij zijn altijd een volk van dichters geweest…)

Het affiche, hier afgebeeld, herinner ik me evenwel niet. En dat, terwijl het toch wonderschoon is. Eenvoudig, maar effectief. Ontworpen in de grafische traditie van Sandberg en Bruna. En hoogst modern. Josef Horsman maakte het in 1965. Ik weet verder niks van de man. Ik houd me aanbevolen voor welke informatie dan ook!

Wel weet ik iets over dat vreemde rode woord dat van het papier knalt. Het leven is vurrukkulluk heet de roman van Remco Campert uit 1961. Het boek is een fraaie beschrijving van het levensgevoel van jongeren in die dagen en werd een groot succes. Dit affiche wil op dat succes meeliften door het typerende woordje “vurrukkulluk”.

Na publicatie van de roman kreeg Campert veel aanbiedingen van reclamebureaus. Hij zegt daar zelf over: “Dat had iets verleidelijks, omdat er ontzettend veel geld omging in die wereld. Maar ik dacht: als ik dat doe, ben ik reddeloos verloren. Godzijdank heb ik het niet gedaan, al heb ik het woord “vurrukkulluk” kunnen verkopen. Voor driehonderd gulden, aan de Nederlandse Melkactie. Belachelijk mee opgelicht natuurlijk.” Pas later, in de jaren negentig, verkocht Campert de hele zin aan Brands Bieren. Er verscheen een televisiespotje dat eindigde met: “Het leven is vurrukkulluk.”

Ik heb voor dit artikeltje fors gecopiëerd uit de bronnen van Geheugen van Nederland. Klik even door naar hun site voor nog een paar juweeltjes.

© paul