De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 83…

IMG-20140620-WA0005
19-06-2014. De etappe ging van Vega de Valcarce naar Fonferia, 24 kilometer.

Ergens onderweg kwamen Ans en Jan dit plaatje tegen. Het moet heel recent geschoten zijn, want het type huisjes, zoals op de achtergrond komt nauwelijks buiten Galicië voor en daar waren ze pas met deze etappe aangekomen.

Het lijkt alsof de afbeelding is uitgebeiteld uit een plaat steen, maar ze zou ook van metaal kunnen zijn, gegoten in een mal. In dat laatste geval mag je ervan uitgaan dat de afbeelding eerst in klei is gemaakt.

Het mannetje op de voorgrond speelt op een doedelzak, een Gaita. Een eenvoudig instrument vergeleken bij dat Oorlogskanon van Jan. Het heeft maar één muziekpijp, één bardon en een eenvoudige inblaaspijp met een beperkt fluitmechanisme.

Ik heb op zolder nog een Gaita liggen, ik kreeg hem lang geleden van Vriend Hijn. Hij ziet er klassiek Spaans uit: gele zak, rode franjes. Die van mij komt uit het Baskenland. Eigenlijk dient een Gaita van geitenvel te zijn gemaakt, overtrokken met een fijne stof. Het heeft iets primitiefs, maar ook iets romantisch. Bij die van mij echter bestaat de blaaszak uit de binnenband van een automobiel. Ik heb er nooit geluid uit gekregen. Tsja…

Ans en Jan maakten deze dag wél geluid. Puffen deden ze, hijgen en steunen, op zoek naar hun tweede adem. Er moest deze dag gewerkt worden. Ik geef je het etappedraaiboek van Ans.

Na 2 kilometer begint de klim op 620 meter. Na 6,5 kilometer op 920 meter, na 9 kilometer op 1150 meter, na 12 kilometer op 1250 meter, na 18 kilometer op 1270 meter, na 21 kilometer op 1340 meter, schrijft Ans…

Er werd dus een hoogteverschil geslecht van 720 meter. Dat is op zich al niet niks, maar je dient erbij te bedenken dat na elke klim er een afdaling volgde waarbij de pelgrims onvermijdelijk en noodgedwongen weer een fors aantal geklommen meters prijsgaven. En ach, het lijkt welhaast ondenkbaar, maar het verslag van deze dag, inclusief die rotklimmen was een blijmoedig verslag. De wandelaars hadden zelfs ruim tijd om flink wat cultuur op te snuiven onderweg.
IMG-20140620-WA0004

Om 07.00 uur waren ze vertrokken en al na twee kilometer begon de klim. Door het dal van Valcarce ging het eerste stuk en dan omhoog naar de top van de Cebreiro, op 1250 meter. De beloning was echter een overweldigend vergezicht, afgeboord met hoge bergruggen. De wandelaars staken er de grens over, verlieten Castillië en trokken Galicië binnen. Er was  een grenssteen geplaatst. Nog 152 kilometer naar Santiago stond erop.

Evenals het Baskenland en Catalonië was Galicië een autonome staat binnen de Spaanse grenzen. Men koesterde de eigen cultuur, men sprak er de eigen taal, een taal eerder gelieerd aan het Portugees dan aan het Spaans. Galicië had de hoogste bevolkingsdichtheid van Spanje en het gold tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw als een van de armste gebieden van West-Europa.

Ans en Jan namen de kans waar en bezochten een Palloza en bekeken binnen-en buitenkant. Die Pallozas gingen qua type en bouw direct terug naar Keltische tijden aan het begin van onze jaartelling. Je vond ze overigens in grote delen van Europa, deze bouwwerken. Maar dan slechts als archeologische site, slechts het grondplan was overgebleven. Hier, in Galicië, stonden ze in het echt. Ze waren tot voor kort nog in gebruik als overwinteringshutten voor het vee. In wat vroeger dagen huisde er ook het volk van Galicië in. Heden ten dage werden de Pallozas gekoesterd, gerestaureerd, opnieuw gebouwd.
IMG-20140620-WA0001

Een aardigheidje: toen aan het eind van negentiende eeuw de Etnografie in zwang kwam werd er uiteraard ook volop onderzoek gedaan naar het toen nog achterlijke deel van Europa. De Pallozas werden voor het eerst wetenschappelijk beschreven door de volkenkundigen; Duitsers en Britten waren daar goed in. Toen ze dan uit hoofde van hun onderzoek vroegen naar de naam van de bouwwerken kregen ze te horen dat het Pallozas waren. Wat de wetenschappers niet wisten was dat Palozza in de Galicische taal staat voor het woord Paleis; de authentieke naam voor de bouwwerken was Casa de Teito. En zo kwam dan de benaming Paleis in de wetenschappelijke analen van de historie van deze primitieve bouwwerken. De Galiciërs koesterden de naam tot aan vandaag als een geuzennaam.

In O Cebreiro werd dan de kerk bezocht. De pelgrims vonden er de Galicische Graal en nog ander wonderlijk zilverwerk uit de hoogtijdagen van de middeleeuwen. Met lede ogen zagen de wandelaars aan hoe de toename van de drukte en het toerisme aan de Camino de Compiostella O Cebreiro langzaam veranderde in een soort Efteling. Jammer, maar waarschijnlijk onvermijdelijk.
IMG-20140620-WA0003

De hoogvlakten en dalen in het vervolg van de etappe waren dan weer oogstrelend. Het goede open weer maakte dat de reizigers onwaarschijnlijk ver konden kijken, Galicië oogde nog groen. En toen dan de top van de Alto de Poio, op 1340 meter, werd bereikt trakteerden Ans en Jan elkaar op koel schuimend bier. Het was de ultieme beloning na deze klimtocht. De laatste vier kilometer naar Fonferia liepen naar beneden.

De Pelgrimsherberg in Fonferia bleek een aangenaam onderkomen. Er werd gezamenlijk gegeten. Daarna volgde een gezellig avondje voetbal. En de wandelaars gingen wéér te laat naar bed.

En dan was er onderweg nog dat mannetje, laten we hem Don Q. noemen. Hij had een ateliertje waar hij stokken en staven maakte voor de pelgrims naar Santiago. Je kon ze bij hem kopen, ze waren niet duur. Ans en Jan raakten aan de praat en mochten zijn werkplaats bekijken. De Staf van Zjoske vond hij maar niks, die dikke knobbel aan het eind was hem te onpraktisch.
IMG-20140620-WA0000

Ach lezer, allemaal naijver en achterklap. Wat denkt zo’n mannetje wel niet. Onze Staf van Zjoske niet goed? Nou ja…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 82…

IMG-20140618-WA0010
18-03-2014. De etappe ging van Cacabelos naar Vega de Valcarce, 25 kilometer.

Mogelijk is het je opgevallen lezer, maar van die Kabouters hoor je weinig meer. Toen Ans en Jan eenzaam liepen te zwerven door de wouden van Frankrijk, soms dagen verstoken van enig menselijk contact, ja toen wel…

Dezer dagen is het waarschijnlijk te druk, té veel pelgrims op de Camino, om de fantasie de vrije loop te laten. De noodzaak om via hallucinatoire visioenen weerstand te bieden aan ontbering en verlatenheid zijn ver op de achtergrond geraakt.

Ook al is nu de bewegwijzering van het Pelgrimspad vele malen beter dan in Frankrijk, de dag hiervoor liepen de pelgrims dan toch weer eens hartstikke verkeerd, het kostte hen zomaar een aantal kilometers extra sjouwen. Waarom riepen ze nu niet de hulp in van die Kleine Mannen?

Duende noemen ze hem in Spanje. Het is duidelijk een etnisch afwijkend type, vergeleken met de Noord-Europese Dwerg. Hij (en zij ook) staat de mensheid ten dienste als wegwijzer. De Duende brengt het grotemensenvolk thuis wanneer dat verdwaald is in het bos.
Goya

En er is meer bekend over het Duendevolkje. Zo wonen ze in de muren van oude gebouwen en huizen, en het liefst in de buurt van de slaapkamer van kleine kinderen. Ze houden er de gewoonte op na om ‘s nachts de teennagels van de kindertjes te knippen. Op zich is daar niks mis mee, maar de Duendes bezitten een tamelijk gebrekkige fijne motoriek, zodat een en ander nogal eens leidt tot de amputatie van een teentje. Zeggen ze in Spanje

Fransisco Goya maakte de afbeelding, dus zal ze betrouwbaar zijn. Het is een ets-auqatint en ze behoort tot een serie van 80 prenten, allen met als onderwerp het bijgeloof, onwetendheid en onkunde. Los Caprichos was bedoeld als een artistiek experiment waarmee Goya de universele dwaasheden van de Spaanse gemeenschap waarin hij leefde wilde uitbeelden. Hij maakte de serie in 1797 en 1798, een paar jaar voordat hij zich ging toeleggen op het uitbeelden van de verschrikkingen van de Napoleontische Oorlogen die zijn land in verderf stortten. Als modern kind van zijn tijd hing Goya de Verlichting aan. Een deel van de prenten is dan ook ronduit antiklerikaal.

Of Goya de Grootste Spaanse Kunstenaar Ooit is, ik weet het niet. Ik zou zomaar nog een stuk of vijf Grootste Kunstenaars kunnen opsommen. Maar zijn belang is evident; zowel politiek als artistiek…

Enfin, de wandelaars hadden aan het begin van de dag andere zaken aan hun hoofd. Hier kun je alleen maar slapen schrijft Ans, dus zonder ontbijt op pad…

Gelukkig deed zich al na drie kilometer een mogelijkheid voor om de valse start goed te maken. In een klein eethuis nam men gebakken eieren met spek, een eenvoudig maar effectief pelgrimsontbijt. Pieros heette het plaatsje waar de herberg stond.

Als snel na de vroege maaltijd liepen de wandelaars Villafranca del Bierzo binnen, een in de 12e eeuw gestichte stad. Klein Santiago werd ze sinds de vroegste tijden ook wel genoemd, als gevolg van de aanwezigheid van talloze kerken en kloosters en andere voorzieningen voor de pelgrims. Al vanaf het begin vestigden zich veel Fransen in de stad, aangemoedigd door de Franse overheden. De naam van de stad verwijst ernaar…
IMG-20140618-WA0005Verder ging dan de tocht door een glooiend landschap. Vriendelijke dalen, kabbelende beekjes,hooggelegen akkers en wijngaarden. Een groot deel van de tocht, zo’n 15 kilometer, trok langs een brede asfaltweg. Het was evenwel niet écht vervelend, de omgeving maakte veel goed. En het was dan wel heet en er was weinig schaduw te bekennen, de gedachte aan koel bier bij een laatste stop voor het einddoel van de dag maakte alles draaglijk.

De slaapplaats werd geboekt in de Gemeentelijke Herberg van Vega de Valcarce. Snel douchen, een maaltijd bereiden, gezamenlijk eten en het was alweer tijd om een café met televisie op te zoeken. Dat was in Spanje geen enkel probleem, álle café’s hadden een televisie. Om 18.00 uur begon de wedstrijd en de rest werd al snel geschiedenis.
IMG-20140618-WA0014

We beseffen steeds meer dat het eind in  zicht komt schrijft Ans, en dit geeft ondanks dat het bijna afgelopen is ook een heel goed gevoel.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Blikvlees…

vakantie juli 2007 007

Vlees uit blik, ik ben er altijd huiverig voor. Niet omwille van de methode van bewaren, die is prima. Het is veeleer dat ik vrees voor de kwaliteit van de inhoud van zo’n blikje. Het vlees komt nagenoeg altijd van grote fabrieken en de prijs is laag. Ergo: je krijgt batterijvarken, ophokkip of kistkalf. Bij ingeblikte vis ligt het iets genuanceerder, maar ook die komt uit de “grote” industrie, dus ook daar is enige terughoudendheid op z’n plaats.

In een Franse supermarkt vond ik het blikje met Bretonse terrine, wij zouden zeggen paté. Het opmerkelijke hieraan is natuurlijk dat het blikje het keurmerk Label Rouge draagt. Dat label staat garant voor de kwaliteit van het gebodene en de diervriendelijke bejegening van de beesten die de grondstof leveren.

De terrine voldeed aan de verwachting. Heel smakelijk vlees, maar niet te vergelijken met de huisgemaakte potjes lekkers die je overal op Franse markten kunt kopen. Nee, het leek eerder op de betere paté, zoals die in Nederlandse supermarkten wordt aangeboden. Niet al te vast van structuur was de terrine, en het vlees was niet tot pulp vermalen. Ik zei het al, heel smakelijk vlees. De moeite waard om naar uit te kijken.

Overigens, wist je dat het inblikken van voedsel al zo’n tweehonderd jaar oud is? In 1809 ontwikkelde een Fransman genaamd Nicolas Appert de conserveringsmethode. Hij gebruikte evenwel glas als verpakkingsmateriaal. Het was de Engelsman Peter Durand die één jaar later startte met het verpakken in blik.

© paul

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 81…

IMG-20140618-WA0012
17-06-2014. De etappe ging van Molinaseca naar Cacabelos, 24 kilometer.

De Orde van de Tempeliers blijft tot de verbeelding spreken, ook vandaag de dag nog. De Tempeliers duiken op in moderne internetgames, in speelfilms, in romans, en dat terwijl de Orde slechts tweehonderd jaar als organisatie bestond. Legendarisch zijn de verhalen over grote schatten goud en zilver die de Tempeliers verborgen zouden hebben en die nooit terug zijn gevonden.

De Orde werd opgericht als een legertje binnen het grote leger van Kruisvaarders op Jeruzalem, de leden waren allen tot de ridderstand verheven edelen. De Tempeliers werden officieel erkend door de Paus van Rome in 1129. Het oorspronkelijk doel was de Pelgrims naar het Heilige Land te beschermen. De Tempeliers stonden bekend om hun religieus fanatisme en hun excessief geweld. (Elke moslim mocht door de ridders worden gedood, maar hij die een christen doodde vloog uit de Orde.)
tempeliersDe Orde was gemodelleerd naar bestaande kloosterorden, ook de ridders legden de gelofte van armoede en kuisheid af. De Orde verspreidde zich over heel Europa en de Levant, maar was toch vooral een Franse zaak. Ook in de Lage Landen was de Tempelorde actief. Aangezien alle leden uit de hoogste stand kwamen was het intellectueel niveau heel behoorlijk, men had onderwijs genoten, men kon lezen en schrijven. Door de contacten met de bovenlaag van bestuurders en wetenschappers in de Levant (het huidige Syrië, Israël, Palestijnse gebieden) droegen de Tempelridders bij aan de verspreiding van kennis en wetenschap over heel Europa. (En behielden een deel van de wetenschap voor zichzelf, kennis is macht…)

Nog belangrijker was dat het de Orde ook economisch bijzonder voor de wind ging. Aangezien de Tempeliers persoonlijk bezit afzworen vervielen hun erfenissen aan de Orde. Ook het aantal legaten en schenkingen beliep ongekende hoogte. Langzaam aan ontstond er een structuur waarbij de Orde de belangrijkste geldschieter in Europa werd. Een Europese Bank avant-la-letre.

Kennis is macht en geld maakt nog machtiger. De wereldlijke gezagsdragers zagen het met lede ogen aan. En ook het Vaticaan begon zich serieus zorgen te maken. De Tempeliers bouwden heel Europa door hun kloosters in de vorm van onneembare burchten en vormden zo hun eigen staatjes in de verschillende koninkrijken. Dat kon natuurlijk niet goed gaan.
tempeliers

De Franse koning Phillips de Schone bond de strijd aan met de Tempeliers en hij verzekerde zich van de steun van de Paus van Rome. Talloze Tempeliers werden gearresteerd en onder marteling gedwongen bekentenissen af te leggen van godslasterlijke praktijken. (Afzweren van Christus, verspreiden van heidense geschriften, openlijke sodomie, kontkussen, kortom ketterij…) Een vooraanstaand deel van de Tempeliers eindigde op de brandstapel.

Phillips de Schone, die lekkere heer, had het aardig voor elkaar. Politiek spon hij er garen bij en zijn lege schatkist werd rijkelijk aangevuld met alle bezittingen van de Orde binnen zijn grondgebied. In 1309 werd de Orde officieel dood verklaard, maar er doen nog steeds verhalen de ronde over het ondergrondse voortbestaan van de Orde, ook vandaag de dag nog…

Ans en Jan bezochten deze dag de Tempelburgt van Ponferrada, een indrukwekkend complex uit de 12e eeuw. Ook de rest van de stad liet indruk na, de Tempeliershistorie werd er levend gehouden. Dat de wandelaars het Jacobsspoor bijster raakten en pontificaal de verkeerde route namen mag bijzaak heten, het kostte hen wel een paar extra kilometers…

Deze ochtend vertrokken de pelgrims weer in alle vroegte om de hitte van de dag enigszins voor te blijven. Na een goede vier kilometer deed zich de mogelijkheid voor om een ontbijt te nemen. dat was in het plaatsje Campo. Na weer eens vier kilometer kwam dan die Tempeliersburcht in zicht, tijd om een culturele stop in te lassen.
IMG-20140618-WA0004

De verdere tocht bood glooiende landschappen; men trok door de wijgaarden van de Bierzo. Aan de route lag een keur van uitspanningen zodat er nog een paar keer werd afgestapt voor koffie en een versnapering. Het brood at men op een grasveldje in de verkwikkende schaduw van een paar bomen.

Van Narda en Ad hadden de wandelaars de aanbeveling meegekregen om te boeken bij de herberg van Cacabelos. een gouden tip bleek het te zijn. De herberg was ondergebracht in een voormalig pelgrimsziekenhuis. Het complex was gebouwd rond een laat-barokke kerk, de Iglesias Las Augustias.
IMG-20140618-WA0006

De herberg telde een aantal chambrettes, elk met twee bedden, maar een mogelijkheid om zelf te koken was er niet. Er werd dan besloten om samen met wat andere pelgrims een restaurant op te zoeken. Het werd een samengestelde maaltijd die avond, een soort tapastafel, gedeeld met Wil, Karin en David uit de Verenigde Staten en nog een jong koppel, ook uit Amerika.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Kabeljauw met ham, aardappeltjes en saffraan

kabeljauw met saffraan, ham en aardappeltjes
Ans appte gisteren: Hier in Spanje is het nasi-dag’. Paul had voor ons eigenlijk iets gepland met kabeljauw en trompette de la mort maar de vertaling van het recept dat hij gevonden had was zo onleesbaar dat hij de moed maar opgaf. “50 gram gedroogde trompetten van de dood, 1 pr witte wijn, peper, zout en 1 regionale sjalot…”  Nou ja, uiteindelijk wilde Paul toch wel iets van het voetballen zien en besloot ik dan maar een Spaans schoteltje te maken met de kabeljauwfilets. Er waren nog vier plakjes mooie serranoham en vier gekookte aardappelen over van dinsdag, daar moest iets van te maken zijn.

  • voor twee personen
  • 2 kabeljauwfilets
  • 2 kleine sjalotten, fijngesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • wat olijfolie
  • een plukje saffraan, van te voren in een vijzel even weken en in wat water oplossen
  • 4 plakjes serranoham
  • 4 gekookte aardappelen, in niet te kleine stukjes gesneden
  • wat water
  • scheutje droge witte wijn
  • peper en zout en wat gehakte peterselie

Verwarm de oven voor op 180 graden. Verwarm de olijfolie en smoor de sjalotten en de knoflook even aan. Giet er een scheutje witte wijn bij en wat water. Neem dan een ovenschaal en schik daarin de stukjes kabeljauw. Leg de stukjes aardappel en de plakjes ham erbij en strooi er wat kappertjes of, als je die hebt, wat zwarte olijven tussen. (olijven waren hier helaas op) Kruid de vis met peper, zout en wat peterselie en giet er dan de sjalottensaus over. Laat de visschotel 20 minuten garen in de voorverwarmde oven. Geef er een groene salade bij of een salade van tomaten.
kabeljauw met saffraan en aardappeltjes
Ik dronk mijn kopje espresso in de tuin met een mooi boek erbij onder luid gejuich van de buren die genoten van de voetbalwedstrijd, terwijl Paul binnen via de laptop de wedstrijd volgde en een minuutje later ook de doelpunten bejubelde. Het kan vreemd gaan op de digitale snelweg!

© ellen.

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 80…

IMG-20140617-WA0000
16-06-2014. De etappe ging van Rabanal del Camino naar Molinaseca,

Cruz de Ferro noemt men dit monument tegenwoordig. Het is opgetrokken uit een grote houten paal, met daarbovenop een ijzeren kruis. Het werd geplaatst in de vroege elfde eeuw door ene Gaucelmo, abt van een nabijgelegen klooster. Een replica van het oorspronkelijk kruis wordt nu bewaard in het Museo de los Caminos in Astorga. Het kruis diende als baken voor de pelgrims naar Compostella, maar evenzeer bediende het de talloze seizoensarbeiders die vanuit het zuiden door dit gebied trokken op weg naar de landbouwgronden van Castillië en León.

Het verhaal wil dat er al in Keltische tijden een stenen monument stond op deze plek, die men Montes de Mercurio noemde. De plaats markeerde de strategisch gelegen kruising van een aantal belangrijke wegen. Na de kerstening van het gebied lag het voor de hand om een kruis als symbool te gebruiken. Het Cruz de Ferro (IJzeren Kruis) geeft ook aan dat men zich op het hoogste punt van de Camino de Santiago de Compostella bevindt, te weten op 1504 meter.
IMG-20140617-WA0003

Tijdens de bouw van de Kathedraal van Santiago de Compostella werd de pelgrims een bijdrage gevraagd om het werk te kunnen klaren. Rijke pelgrims doneerden een som geld of andere waardevolle zaken, maar voor arme drommels, die ook in grote getalen naar de Jacobsstad trokken, was dat niet weggelegd. Ze deden dan een gave in natura, ze namen van thuis een steen (steentje) mee en schonken dat aan de bouwheren van Santiago, als symbolische bijdrage aan de bouw van de kerk. Toen de bouw van Kathedraal voltooid was raakte het ritueel in Santiago in onbruik.

Maar op een of andere manier zette het ritueel zich voort op die eenzame hoogste plek van de Camino. En sinds jaar en dag leggen pelgrims een meegebracht steentje van thuis aan de voet van het Ijzeren Kruis. Op symbolische wijze laten ze het verleden achter en kunnen zich nu openstellen voor hun wedergeboorte op het laatste deel van het pelgrimspad. Door de jaren is er een serieuze heuvel van keien en keitjes ontstaan.

Ook Ans en Jan namen deze dag deel aan het ritueel. Ans schrijft: de diverse steentjes die we er om diverse reden hebben neergelegd zorgden wel dat het een emotionele gebeurtenis was. Ook was er een goed gevoel van dankbaarheid en blijdschap. Heel bijzonder om op deze plek te zijn…
IMG-20140617-WA0002

Die ochtend waren de wandelaars om 07.00 gestart en ze zouden aan een stuk doorlopen tot 15.30 uur. Slechts twee maal werd er een half uur gepauzeerd voor koffie en een broodje.

Het was een overweldigende tocht, van het begin tot het eind. Het ging over onverharde weggetjes, voetpaden en uitgesleten beekbeddingen. Struikgewas, heide, brem, nu en dan een akkertje en overal die fantastische vergezichten. De pelgrims zagen de groene heuvels in de verte, en nog iets verder de besneeuwde toppen van het hooggebergte. Er werd geklommen, en werd gedaald, men trok door prachtige oude dorpjes, men passeerde kuddes schapen en geiten.
IMG-20140617-WA0001

De dag hiervoor ontmoeten Ans en Jan een pelgrim uit Friesland, Wil was haar naam. Ze liep deze dag met de wandelaars op.

Het bleek een onvergetelijke dag, maar de vermoeidheid gebood om vroeg te gaan slapen. Maar toch niet vooraleer er een pelgrimsmaal werd gebruikt, samen met nog 17 andere wandelaars…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Radijs van de Witte Brug…

zaterdag canon
Wat een mooie knolletjes hè. Radijsjes zijn het en ze komen uit de tuin van Marleen en de Jongste Bediende, de eerste paarse oogst. Al eerder kregen we bossen rode radijs, ook kakelvers, maar deze oogden wel héél aantrekkelijk. Hoe het ras heet weet ik niet.

De smaak was prima; knapperig, sappig, licht peperig, schillen was niet nodig. Gewoon in flinterdunne schijfjes gesneden en met een snuifje zout erover, zo aten we ze.

Het staat er overigens allemaal florisant bij daar aan de Witte Brug. Binnenkort worden de eerste aardappelen geoogst, de bonen klimmen tegen de ranken, de peterselie groeit als kool (?!). En er is nog een hoop meer te verwachten. Je zult erover lezen…

© paul

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 79…

IMG-20140615-WA0008
15 -07-2014. De etappe ging van Astorga naar Rabanal del Camino, 20 kilometer.

De broers en zussen van de pelgrims lagen nog op één oor, ergens in Zandvoort. De Kouwe Kant overigens ook. Kwestie van een heftig familiefeest op zaterdagavond. Geloof maar niet dat iemand van hen al wakker was op het moment dat Ans en Jan aanstalten maakten om een nieuwe etappe te slechten. Het was 07.00 uur.

De route trok door het land van de Maragatos. Een klein gebied, bewoond door een etnisch afwijkende bevolking. Modern DNA onderzoek toonde aan dat de Maragatos een genetisch geïsoleerde groep vormden, met een verre verwantschap aan de Noord-Afrikaanse Berbervolkeren. Maar die verwantschap dateerde uit de Steentijd en had niks van doen met de bezetting van Spanje door de Moren in veel latere tijden. Het bleef een fascinerend fenomeen dat een groep het duizenden jaren volhield zich te isoleren van zijn omgeving…

Een sterk afwijkend dialect bezigden ze, en een geheel eigen cultuur drong zich op. De huizen zagen er anders uit dan elders, de dorpsstructuur was anders. Zelfs culinair waren er grote verschillen met de Spaanse buren. Het meest in het oog springend was de klederdracht. In vroeger dagen door iedereen in gebruik, maar ook nu werd ze nog door een substantieel deel van de bevolking gedragen, op zon- en feestdagen wel te verstaan.
Maragatos

Ans en Jan kregen de tip van een medepelgrim om een stukje om te lopen via het dorpje Castrillo de los Polvazares. Het was een typisch Maragatosdorp. De huizen waren er van steen in tegenstelling tot de lemen huizen uit de omgeving. Ook de grote zware houten deuren waren typisch voor de eigen architectuur. Castrillo de los Polvazares was wereldberoemd in Spanje. De Iberische versie van Goede Tijden-Slechte tijden werd er opgenomen, naast nog een aantal televisiedramastukken.

Van klederdrachten zagen Ans en Jan niets, ze waren eenvoudigweg te vroeg in het dorp. Iedereen sliep uit op deze zondagochtend. Evengoed was het een welbestede omweg geweest.

Alles is hier rood schrijft Ans, de grond, de wegen, de huizen. Slechts het groen van de steeneiken vormt een uitzondering
IMG-20140615-WA0011

En even verder schrijft ze: We hebben sinds kort de goede gewoonte om tijdens onze laatste stop een biertje te drinken. De laatste kilometers gaan dan als een speer.  Deze dag heette de afstap Bar Meson Cowboy, in het gehucht El Ganso.

Om 14.00 uur liepen de wandelaars Rabanal del Camino binnen. Er werd snel ingecheckt in de gemeentelijke herberg; men douchte zich, verzorgde lijf, leden en rugzak en was dan alweer klaar om de ingrediënten voor het avondmaal in te slaan. Ditmaal werd het pasta.

Gegeten werd er in de rustige tuin van de herberg. Terwijl de reizigers nog zaten na te genieten van hun maaltijd kwam er een man bij hen zitten, een Portugese pelgrim. De gast was een gewezen politieman, voor zijn beroep werd hij in het verleden door de Portugese Staat uitgezonden naar verre oorden. Er ontspon zich een gesprek en de man vertelde een deel van zijn levensverhaal. Twee jaar geleden verloor hij zijn moeder en zijn zoon bij een ongeluk. De wonden van het verlies wilden niet helen en daarom liep de man een pelgrimage. Hij trok van Lourdes naar Santiago de Compostella, in de hoop zijn gemoed te verlichten…
IMG-20140615-WA0010

Deze dag leverde de wandelaars weer onvergetelijke avonturen op. Een prachtig landschap, pittoreske dorpjes en een bijzondere ontmoeting in de avond. In de verte zagen Ans en Jan de eeuwige sneeuw liggen…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Tortillas española

tortilla simple

Bij zo’n tapas-maaltijd hoort natuurlijk een echte Spaanse aardappel omelet. Het is niet echt moeilijk om ze te maken, maar je moet wel geduld hebben. De aardappelen moeten heel zachtjes garen (niet bruin bakken); geduld, geduld, geduld dus. Een heel zacht vuurtje en een goeie koekenpan. Liefst een gietijzeren of plaatstalen, mooi glad en toch vaak gebruikt.

Als voorgerecht voor 4 personen, als tapas voor 8 personen. Ik bakte zaterdag twee tortilla’s.

  • Voor één tortilla:
  • 4 flinke aardappelen, geschild en in plakjes gesneden
  • 1 flinke ui, schoongemaakt en in dunne ringen gesneden
  • peper en zout; eventueel wat verse tuinkruiden
  • 4 grote eieren
  • olijfolie

Schil de aardappelen en snijd ze in fijne plakjes. Neem een goede gietijzeren koekenpan en schik daarin de aardappelschijfjes. Giet er zoveel olijfolie over dat de aardappelschijfjes helemaal onder de olie staan. Frituur de aardappelschijfjes héél langzaam tot ze goed gaar zijn, maar ze mogen niet bruin of knapperig worden. Een geduldwerkje dus. Frituur vlak voor de aardappels gaar zijn, de uienringen even zachtjes mee en strooi er wat zout over. Giet het geheel dan door een zeef. Vang de olie op in een kom en laat de aardappels  afkoelen. Klop intussen de eieren los met wat peper en zout en eventueel wat verse tuinkruiden. Schep de afgekoelde aardappelschijfjes erdoor en roer zachtjes om tot alles goed gemengd is.

Maak de pan goed schoon en giet er twee eetlepels van de opgevangen olijfolie in. Verhit de olie en giet er het ei/aardappelmengsel in. Bak de tortilla op een heel laag vuur; geduld, geduld… Dek de pan af zodra de bovenkant begint te stollen. Als de bovenkant helemaal is gestold wordt het tijd voor het spannendste gedeelte van de tortillabak; het omkeren! Nou ja, wees niet bang, gewoon doen! Zorg dat de tortilla overal los van de bodem is. Neem een deksel of een bord dat net iets groter is dan de koekenpan. Laat de tortilla vanuit de pan op de desksel/bord glijden. Keer de deksel om boven de pan en klaar! Bak nu de andere kant van de tortilla tot ze stevig aanvoelt en stort de koek op een bord. Snijd de tortilla in punten als begeleiding van de maaltijd, of verdeel de koek in blokjes en eet ze als tapas bij een glas wijn.
© ellen.

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 78…

toernooi
14-06-2014. De etappe ging van San Martin de Camino naar Astorga, 20 kilometer.

Ende de Dame zeide: Mijn Heer, gij zijt enen Flapdrol.

Het zal je maar gezegd worden lezer. Door de Vrouwe die jij bewondert, aanbidt, verafgoodt, de allerschoonste vindt, wat zeg ik: die de allerschoonste ís!

Het overkwam Suero de Quiñones, Spaans edelman in het begin van de 15e eeuw. De door hem verkozen middeleeuwse Dreamgirl wees hem af. Ze vond hem er wel aardig uitzien, maar enig wapenfeit prijkte er niet op zijn blazoen. Een soort Royke Donders was het; zijn haar zat goed, maar zijn toernooiuitrusting was niet meer dan een Juichpakje.

Als hoofs geschoold ridder kon je bij zulke aantijgingen dan slechts een paar dingen doen: je trad in in een Strenge Kloosterorde en je begroef je voor de rest van je leven in afgezonderde dienstbaarheid. Of je reisde af naar het Heilig Land om er deel te nemen aan een, vanaf aanvang , verloren oorlog, óf je stelde een daad, in het zicht van de aanbedene… Onze Suero koos voor de laatste optie!

In het voorjaar van 1434 vroeg Suero toestemming aan de Spaanse koning om een toernooi te mogen organiseren rond de datum van de naamsdag van Sint Jacobus, te weten 25 juli. Maar hij pakte het meteen wel grondig aan; hij liet de brug afsluiten bij Hospital de Orbigo, een brug waarover in de zomermaanden duizenden middeleeuwse pelgrims trokken. Het was de enige manier om in Santiago de Compostella te geraken.

Alleen dié pelgrims kregen vrije doorgang, die een paspoort of getuigenisbrief hadden van de eigen parochie in hun thuisland, alle andere reizigers werden tegen gehouden. Het credo was dat elke edelman die de brug wilde passeren zijn weg moest bevechten. Het betrof dan een toernooigevecht tussen edelen. Er werd bezijden de brug speciaal een toernooiveld aangelegd. Brak men de lans van de tegenstander dan was de kamp over en werd degene met de ongeschonden lans overwinnaar, er hoefde verder niet gemoord te worden.

Aangezien de aankondiging van het toernooi al in het voorjaar plaats vond deed zich alle gelegenheid voor om ambitieuze jongelingen vanuit elk deel van Europa aan te trekken; en aldus geschiedde.

Op 11 juli anno Domino 1434 ving het toernooi aan. Suero werd bijgestaan door negen getrouwen, de rest van de wereld was de vijand. In totaal werden er 724 wedstrijden gestreden, de meeste bleven onbeslist. Op 9 augustus besloot Suero dat het welletjes was, er waren intussen 165 lansen gebroken. (Onder ons gezegd en gezwegen, hij had ook niet zoveel keus. Hij en zijn negen maten hadden ieder een goede 70 wedstrijden gevochten, ze waren allen geschandaliseerd tot op het bot, nauwelijks in staat om nog pap te zeggen..)

Om een en ander voor de Vrouwe en het nageslacht vast te leggen huurde Suero een notaris in met schrijverstalent. Behalve dat de notaris netjes bijhield wie er wanneer vocht, deed hij ook met een aan sadisme grenzende nauwkeurigheid verslag van de verwondingen die deze en gene opliep. Rechterbiceps doorboord en schade aan de kaak. Been gebroken, klokkenspel ingescheurd en aars gepenetreerd (de vertaling is van mezelf, hij zou zomaar kunnen kloppen…). Uiteindelijk leverde de toernooimaand één dode edelman op.

Toen dan Suero besloot dat het toernooi over was trokken alle deelnemers, vriend en vijand, gezamenlijk op naar Santiasgo de Compostella. Suerto schonk bij aankomst het halsdoek van zijn Teerbewonderde Vrouwe aan de kathedraal, en daar hangt het heden ten dage nog te verstoffen.

Ach lezer, wat een waardeloos scenario voor een verhaal. Of Suero ooit nog trouwde met zijn Dreamgirl vind je niet terug op Google. Of ze ooit seks hebben gehad net zomin. Daar is toch geen film van te maken…

Google liet me so-wie-so in de steek, ik heb het hele verhaal zelf bij elkaar moeten puzzelen. Wel kwam ik een alternatieve versie tegen, onderzocht en onderbouwd door Duitse historici, niet de minste… (Welke historici dan? vraag je. Ja lezer ik kijk wel uit. Sinds die Tilburgse professor en die Nijmeegse Hoogleraar kijk ik wel uit, ik houd me op de vlakte…)

Suero werd veroordeeld door het Koninklijk gerecht voor een of ander vergrijp en was de Spaanse Staat een forse som gelds schuldig bij wijze van genoegdoening. En hoewel zijn adellijke familie bijsprong, het geëiste bedrag was niet op te brengen. Suero besloot zich dan te bekeren tot het aloude handwerk aan de pelgrimsroute naar Compostella, struikroverij. Hij sloot de brug van Hospital de Orbigo af en eiste tol van iedere passant die wilde oversteken. Het zal hem goed zijn afgegaan, want de geschiedenis rept niet van enige vervolging in later tijden door het Spaanse hof, kennelijk kon Suero zijn schulden voldoen. Zand erover..

Hier, bij deze brug, vond een waargebeurd verhaal plaats schrijft Ans. Ja meid, maar welk? (Er is ook  nog een derde versie…).
IMG-20140615-WA0000

Ans en Jan staken die brug ook over, deze dag. Of Ans zich hoofs heeft uitgelaten: Flapdrol, ik weet het niet. En of Jan zich al vechtend een weg moest banen over die lange baan, de berichtgeving rept er niet over. Maar ik mag hopen van niet, hij wás al zo geschandaliseerd: kwestie van zijn mond niet kunnen houden tijdens die voetbalwedstrijd waarbij de Spaanse Furie een nachtmerrie werd opgedrongen.

Enfin, Olga uit Moskou was intussen geschiedenis. En of de wandelaars haar nog ooit terug zouden zien was maar de vraag. Het afscheid was innig en Olga reisde af, terug naar huis. Ans en Jan gingen na het afscheid op pad en liepen regelrecht naar Hospital de Orbigo, dat dorp dat werd ontsloten door die fenomenale brug met zijn negentien bogen, de indrukwekkendste middeleeuwse brug van Spanje. Indachtig de Hoofse Heldendaden van Suero de Quiñones werden er tegenwoordig weer ridderspelen gehouden, de voorbereidingen waren volop in gang.

Het landschap was deze dag weer aangenaam afwisselend. Geen lange asfaltwegen vandaag, maar een geaccidenteerd terrein met wisselende zichten. Men diende wel wat meer werken, maar dat was vele malen te prefereren boven de eentonigheid van min of meer vlak lopende paden langs autostrades. En ach, wanneer je dan vanaf een hoogvlakte je reisdoel ziet liggen, ach wat een genot…
IMG-20140615-WA0001

Om 14.00 uur liepen de wandelaars Astorga binnen. Ze gingen direct door naar het pelgrimshuis, ondergebracht in het voormalig klooster de Siervas de Maria. Al sinds de middeleeuwen herbergt het klooster pelgrims. Klik op Siervas de Maria en bekijk waar Ans en Jan deze dag  logeerden..

Ze hadden er een kamer voor vier; er woonde een belegen Australiër en er huisde een belegen Fransman, een aardige garantie voor nachtelijke rust. Na het normale dagelijkse gedoe was er nog alle ruimte om de stad beter te verkennen.

Vreemde gasten hebben er ooit domicilie gekozen, maar het waren de Kelten die van de plaats een belangrijk woonoord maakten. En weet je een beetje van geschiedenis dan voel je al aankomen hoe het verder ging. De Romeinen kwamen de omgeving koloniseren, je kunt er een precieze datum aanhangen, 17 voor Christus, en ze maakten van Astorga een belangrijke handels- en vestingplaats. Daarna kwamen de West-Gothen, gevolgd door de Moren en dan weer de Spaanse koningen uit andere streken. En dat volk uit Astorga paste zich almaar aan, ze hadden weinig keus.
IMG-20140615-WA0003
Ans en Jan vermaakten zich best in de stad. Ze bezochten het neo-gotisch kasteel dat Antonio Gaudi daar neerplantte. [Wat wordt die man toch overschat, PV.] Het was een opdracht van de plaatselijke bisschop en deed nu onder anderen dienst als kunstmuseum. De kerkschatten waren erin onder gebracht, met een nadruk op kunst uit de 16e eeuw.

Men profiteerde van de mogelijkheden die een stad biedt aan Tapasbars en deed wat boodschappen voort de volgende dag. Op het terras van de pelgrimsherberg genoten Ans en Jan nog een tijdje van het overweldigend uitzicht op het achterland van Astorga. De laatste honger en dorst werd er gestild.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>