Ik weet niet of dit ‘ding’ ook echt bedoelt is voor dit gebruik of dat dit mooie stukje gereedschap voor iets heel anders ontworpen is, maar het werkte voor mijn idee perfect!
© ellen.
Ik weet niet of dit ‘ding’ ook echt bedoelt is voor dit gebruik of dat dit mooie stukje gereedschap voor iets heel anders ontworpen is, maar het werkte voor mijn idee perfect!
© ellen.
Eigenlijk ben ik veel te verkouden, grieperig en vervelend om een stukje te schrijven… maar één van de goede voornemens was om dit jaar weer wat trouwer gewoon verslag te doen van ons ‘eten van alledag’. Dus ben ik nu toch maar even achter het toetsenbord gekropen om onze maaltijd van vandaag te beschrijven. Een visje vandaag, daar hadden we zin in na al het wild, grote stukken vlees en stoofpotten. En omdat ik me te beroerd voel om boodschappen te doen putten we vandaag uit de diepvriesvoorraad. Ik kocht vóór de kerst twee mooie tongscharren op de markt. Schoongemaakt, van vel ontdaan, maar niét gefileerd en kraakvers. Ik vroor ze thuis meteen in om te gebruiken op zo’n dag als vandaag…
Paul schreef hier al eerder eens over tongschar. Een smakelijke vis met eigenschappen van de tong. Wat minder verfijnd van smaak misschien, maar ook stukken betaalbaarder en van een minder miezerig formaat dan de bekende sliptong. Die sliptongen zijn erg klein en bovendien zou het beter zijn om die sliptongen gewoon te laten groeien tot volwassen vissen…
Om de tongschar te pocheren maakte ik een courtbouillon van water, witte wijn, een ui wat selderie, peterselie, peper, wat zout en een blaadje laurier. Dat alles verwarmen en even laten trekken. Een deel van die bouillon gebruikte ik voor de
Nu wacht ik op een kopje espresso… en dan ga ik weer op de bank liggen met mijn boek.
© ellen.
Je streeft er naar om zo divers mogelijk te koken, tenminste, ik neem aan dat dat ook voor jou geldt. En toch gebeurt het je met tijden dat één bepaald recept, één bepaald gerecht voortdurend op je tafel verschijnt, ten koste van de variatie die je je eigenlijk wenste.
Zo zijn wij weer helemaal in de aardappelpuree. Gegratineerde aardappelen soms, aardappelsalade zelden, rijst zo nu en dan én, voor onze doen, opmerkelijk weinig pasta de laatste tijd. Aardappelpuree, dat is het!
Het is dan ook een ideale begeleider bij heel veel gerechten. En het is zo klaar. En je kunt het zo lekker maken als je wilt.
Je kunt de puree maken door met de hand de aardappels te stampen. Elk Nederlands en Vlaams huishouden heeft wel een stamper in de keukenla liggen. Je kunt ook je mixer gebruiken. In dat laatste geval echter kom je gegarandeerd uit bij aardappelbeton. En dat is jammer en niet smakelijk naar ons idee.
Ik gebruik al sinds jaar-en-dag een pureeknijper. De puree komt in sliertjes uit dat apparaat. Een beetje olie of hele kleine vlokjes boter op de massa en een snuif nootmeskaat en dan heel voorzichtig omwerken met een grote vork. Niet kloppen, slechts een paar maal scheppen. Want anders ben je de luchtigheid van de sliertjes helemaal kwijt.
Soms gaat er truffelolie door de puree, soms knoflookpasta of vers gehakte kruiden. Maar altijd heel voorzichtig omwerken, eerder te weinig dan te veel. De smaakmakers ruik en proef je toch wel, al zijn ze niet optimaal verdeeld over de massa. Het is eeuwig zonde wanneer je door je geklop en gemeng die goddelijke rulheid van de massa verliest.