Piet had iets nieuws gezien in Duitsland; een nieuwe hype zelfs, vertelde hij enthousiast. Een Schlemmertopf, een stenen vorm om broodjes in te bakken. Ik mocht de ‘pan’ wel even uitproberen, zei Piet. Paul en Piet hadden een levendige discusssie over stenen vormen enzoverder. Maar ik moet eerlijk zeggen dat het hoe-en-waarom van deze stenen bakvorm mij even ontgaan is. Maar het ding staat al een paar weken hier in huis en ik besloot er vandaag maar eens een paar rozijnenbollen in te bakken. Een mooie vorm, dat wel. Het recept voor het deeg is een beetje van Lien, een beetje van mijzelf. Bijzonder geslaagd, de broodjes waren in mum van tijd op. Het bakte ook wel mooi in zo’n stenen vorm. Maar vooral het kneden met/door mijn nieuwe keukenmachine was een aangename ontdekking. Het was nog een beetje aftasten vandaag; “kan zo’n machine dat wel?” “Hoe lang moet dat”. “In welke stand?” Ik moet zeggen dat het Machien mijn stoutste dromen overtrof. Het kneed beter dan ik zelf kan. Voorlopig een tien voor het Machien!
- Voor 9 of 10 rozijnenbollen;
- 500 gram bloem
- 225 gram melk
- 3 theelepels droge gist
- 70 gram boter
- 1 ei
- wat zout
- 40 gram suiker
- 1 eetlepel rasp van sinaasapelschil
- 250 gram rozijnen
- 50 gram krenten (ik had er niet meer, Lien schrijft 100 gra krenten
- 2 eetlepels bigarreaux, in kleine stukjes gehakt
- 1 losgeklopt ei
Verwarm de melk en de boter tot de boter gesmolten is. Meng dan het ei, gist en de bloem door het lauwe melk/botermengsel. Voeg suiker, zout, sinaasappelrasp toe. Roer dit door elkaar tot je een mooi deeg hebt.. Laat het deeg onder een doek een half uur staan.
Kneed het deeg dan mooi soepel (in de machine of met de hand).
Mooi op de Paasontbijttafel!
© ellen.