Een goed jaar geleden schreef ik over de natuur die aan de late kant was.
Rond de eerste mei was het nog niet mogelijk om Meiwijn te maken, want het lievevrouwenbedstro was er nog niet klaar voor. Afgelopen weekend,
ruim twee weken eerder dus dan vorig jaar, stond het kruid er al zodanig bij dat
het nog slechts enkele dagen zou duren vooraleer je ermee aan de slag kon.
Meiwijn hoort thuis in de traditie van het Duitse Moezel- en Rijnland, van
Luxemburg en van de zuid-oostpunt van België. De stad Arlon (de Schoone Stad
Aarlen) bombardeerde zich al in de jaren vijftig van de vorige eeuw tot
Maitrankstad en sinds die tijd wordt dat gevierd met een groots opgezet,
jaarlijks festival in het midden van de meimaand. Er bestaat een Maitrankgilde
en een Maitrankbroederschap. Er vloeit tijdens de feestelijkheden zelfs Maitrank
uit een stadsfontijn.
Er was evenwel een tijd dat Meiwijn veel verder verbreid was over het
westelijk halfrond. En ook in ons land kwam je het tegen. Er zijn geschreven
bronnen die verhalen van: “Des woensdach op meydach die Heren ende Raet
vergadert in mijns Heren Hoff van Gelre, dair gedroncken werd iiij (sic) quart
Meydrank.” Dat was in Arnhem, in het jaar 1448. (Gegevens van het Nederlands
Centrum voor Volkscultuur.) Mariëlla Beukers van Wijnkronieken
heeft ook onderzoek gedaan naar Meiwijn en zij vertelde ons dat je tot in de
jaren dertig van de twintigste eeuw nog flessen Meiwijn kon kopen bij de
Nederlandse wijnhandel. Het heette dat Meiwijn vernieuwde kracht zou geven.
Lievevrouwenbedstro zou een zuiverende invloed hebben op het lichaam. Kortom, dé
manier om het voorjaar te begroeten.
Het blijft een goede gewoonte in Luxemburg om zelf je Maitrank te maken, ook
in de horeca. Er was echter nog geen kastelein te vinden die zijn Maitrank al
klaar had, het was nog een week te vroeg. Commercieel geproduceerde Maitrank
vind je het hele jaar door. Tot voor kort kon je alleen nog die van Feller uit
Arlon kopen en die van een enkele klein wijnboer aan de Moezel. Intussen wordt
er weer op meer plaatsen op wat grotere schaal Maitrank vervaardigd, maar wij
vonden ze niet. We hebben besloten dan maar naar het festival in Arlon te gaan.
Dat zal gehouden worden op 19 en 20 mei van dit jaar. Daar zijn in ieder geval
een aantal wijnmakers aanwezig. Hopelijk vinden we daar ook de mysterieuse
Maitrank-rosé.
Terug reizend uit Luxemburg moest er in zeven haasten nog een en ander
ingekocht worden in Martelange. We waren al klaar met de boodschappen toen ik de
toren groene kratten zag staan van de wijncoöperatie Caves St.
Martin. “Vin spécial pour Maitrank” stond er met grote letters bij.
Voor de prijs hoefde ik het niet te laten: € 1,42 voor een hele liter.
Modernisten gebruiken tegenwoordig Cremant of een andere chique wijn voor de
Maitrank, maar dat is ronduit flauwe kul. De toegevoegde smaken zoals
Lievevrouwenbedstro, cognac, honing, suiker en sinaasappel zorgen er heus wel
voor dat je van het fijns van die “betere” wijnen niets meer terug proeft. Nee,
Elblingwijn moet het zijn, of Rivaner. Vooral ook omdat die wijnen een zuurgraad
hebben die juist uitermate geschikt is als tegenhanger voor al dat smaakgeweld.
Je drinkt Maitrank overigens als apperatief, of op het terras. Er is beslist ook
een passende maaltijd bij te bedenken.
Ik vind een Rivaner van enige kwaliteit nagenoeg altijd geschikt om bij welke
maaltijd dan ook te drinken. Ik kocht in dit geval pinnig drie flessen in, want
ik ging er vanuit dat de Rivaner nauwelijks geschikt zou zijn om onverwerkt te
gebruiken. Wat zou je ook willen voor dát geld? Aangezien ik thuis niet
beschikte over Lievevrouwenbedstro heb ik vanavond toch maar een fles ter
keuring voor consumptie geopend. Nou, dat viel dus absoluut niet tegen. Geen
briljante wijn, maar een keurige tafelwijn houden we eraan over. Stom hè,
slechts drie flessen inkopen…
© paul