Door een wat veranderd eetpatroon blijft er hier op het Ministerie voortdurend een en ander over van de maaltijden. En ik heb gruwelijk de pest aan eten weggooien. Nu deden we altijd al aan restverwerking, maar de laatste tijd werd dat tot norm verheven.
De aardappelsalade van vandaag was zo’n veredelde kliekjesmaaltijd. De aardappelen zijn van gisteren, het soepvlees bleef over van de zelfgetrokken bouillon. En de rest van de ingrediënten kwam uit kelder of koelkast. Voor twee personen en het ging zo:
- 300 gram gekookte aardappelen,
- 150 gram gekookt soepvlees,
- 1 bosui,
- 5 cocktailaugurkjes
- scheut bouillon,
- mayonaise,
- 1 eetlepel crème fraiche,
- peper en eventueel zout.
Snijd de aardappelen in blokjes en snijd het soepvlees fijn. Hak het bosuitje en ook de augurkjes. Meng in een kom de ingrediënten dooreen met een scheut bouillon. De aardappelen zullen de bouillon opslobberen. Gebruik niet te veel bouillon, je wilt niet dat het aardappelsoep wordt. De bouillon mag lauw zijn, maar koud kan ook. Meng wel een beetje voorzichtig, want anders blijft er niks van de aardappelblokjes heel. Klop mayonaise naar smaak door de crème fraiche en geef een flinke draai met de pepermolen. Kijk uit met zout, aardappelen, soepvlees en bouillon zijn namelijk al voorzien. En het wordt snel teveel. Werk de saus rustig door de andere ingrediënten en je aardappelsalade is klaar.
Het is heel eenvoudig en snel klaar, dat moge duidelijk wezen. En je kunt er naar believen andere restjes doorwerken. Boontjes, gekookte worteltjes, kappertjes, kip, sjalotje, knoflook, een appel of een ei. Laat je fantasie maar werken…
Je kunt ook naar een geheel andere smaak gaan door wat ansjovisfilés te pureren, of een maatjesharing in stukjes gehakt door de salade te werken. Gerookte makreel misschien?
© paul