NA EEN DAG ZWARE ARBEID…

Na een dag van hard werken wil je wel weer eens niet koken, en gewoon een lekkere pizza halen. Voor Marleen een groente pizza, voor de jongste bediende zelf gewoon een vier jaargetijde pizza. Niks zo lekker om hem voor de buis gewoon uit het karton te eten, ik laat hem altijd snijden waardoor je hem lekker uit de hand kunt eten. 

© vincent

ETEN OP DE BOUW…

Vanmiddag wat eerder naar huis gegaan van mijn werk, om te werken op de bouw. Lekker weer dus veel werk verzet. Voor het eten hebben we friet gehaald en deze heerlijk gegeten onder het nieuwe terras. Helaas geen foto erbij, heb mijn toestel op de bouw laten liggen. Hopenlijk komt deze later! 

© vincent

Kersenbloesem…

Ik heb ze zondag ochtend gepikt. Ze hingen over een schutting tussen het parkeerterrein van AH en de tuin van het nichtje van Marleen. Wel zo handig dat ik altijd een zakmes bij me draag. Zo heb ik ook rododendron gestolen uit de Gemeentetuin, en krententakken uit het parkje, en natuurlijk forsythia uit de tuin van de Gynaecoloog. Maar appel- en kersenbloesems blijven toch het allermooist. Buiten dat is het eten-in-wording. In onze omgeving komen beroemde oude hoogstam kersensoorten zoals de Mierlose Zwarte en de Udense Zwarte nog steeds voor. Mooie vette, vlezige kersen. Het duurt nog een paar maanden, maar dan worden ze weer volop aan de boerderij aangeboden.

© paul

De salie van een Italiaanse Heer…

Op de hoek bij het eerste huis in de kom van Septfontaines (Lux) staat een enorme Saliestruik te groeien. De tuin ligt een stuk boven de weg, zodat de takken van de struik ook mooi afhangen, en ‘s zomers bloeit-ie overdadig. De struik stond er al toen we voor het eerst in Septfontaines kwamen, en dat is toch alweer zo’n vijfentwintig jaar geleden.

Het huis, een voormalige boerderij, behoorde tot voor kort aan een Italiaanse familie wiens naam me nu even ontschiet. (Italianen waren de eerste gastarbeiders in Luxemburg, zij maakten net na de oorlog kapitaal in de mijnen en zware industrie.)

Twee maal per jaar verblijven we met 18 vrienden en vriendinnen in het plaatsje, het Ministerie zorgt die dagen voor de inwendige mens. Op zekere dag vereiste de receptuur van de te koken maaltijd verse kruiderij, en in het bijzonder verse salie. Het lag voor de hand bij de Italiaanse familie aan te kloppen ten einde wat van het kruid te mogen plukken. De oude heer des huizes vond het maar vreemd. Hij sprak geen Luxemburgs, geen Duits en slechts een handvol Frans. Wij konden met moeite onze bedoelingen duidelijk maken. Uiteindelijk mochten we wat blaadjes plukken.

Later op de avond kwam de oude heer onze camping opgewandeld met een stek van zijn salieplant. Omstandig bood hij excuus aan voor zijn terughoudendheid  van die middag. Zijn kinderen (die we regelmatig in het plaatselijk café troffen) hadden hem duidelijk gemaakt wie we waren en waartoe we het kruid nodig hadden. Sinds die avond groette de oude heer ons iedere keer wanneer we langs zijn huis slenterden.

De stek hebben we achter onze oude Castle geplant. Hij staat daar alweer een jaar of vier te groeien, en later in het jaar uitbundig te bloeien. Ik had hem in het najaar terug willen snoeien, het is er niet van gekomen. Zoals je ziet zit het blad van vorig jaar er nog ongeschonden aan, maar als je goed kijkt dan zie je de frèle nieuwe scheutjes er al tussendoor piepen. De plant levert krachtig blad, steviger en geuriger dan onze salie thuis. De jonge loten zijn het lekkerst (dat is altijd zo), maar deze variant (of ras, of hoe dat ook heet) blijft smaak en geur geven, ook in de winter. Verder is het blad groot van formaat en daarom uitermate geschikt om te frituren. “Muisjes” heet dat op z’n Italiaans, maar daar zal Ellen nog wel eens over schrijven. Overigens is de moederplant echt Italiaans, meegebracht door de oude heer uit zijn geboortedorp. De oude heer is terug naar Italië. Hij heeft domicilie gekozen in zijn geboortedorp, ergens in Calabrië.

© paul

ACHTERSTALLIG ONDERHOUD…

Voor het archief van het Ministerie en ook een beetje voor de lezer. Het afgelopen weekend moet nog voor een deel beschreven worden. Donderdag was de Chineesdag (zie log 18 april 2006). Vrijdag kookte Hijn. Hij maakte een eenvoudige, maar smakelijke spaghettischotel. De saus had als basis de klein tomaatjes, pommedorini. Schaafje Parmakaas en wat ruccola maakten het af. (Zie foto). Salade erbij en een goed glas Nebbiolo. Afzakkertje in het café. Zaterdag op restaurant. De Portugees in Wandhaff. Ans kreeg gegrilde dorade, Hijn nam kalfsmedaillons in een adembenemende knoflooksaus, Ellen en ik aten rundsvlees met zwarte bonen. Rijst en aardappeltjes erbij en salade. Espresso toe. Paaszondag maakte Ellen kip met zwarte cantherellen (Trompette de la mort). We hadden een mooie Lalande-kip gekocht en een nieuwe voorraad gedroogde paddestoelen. Boontjes erbij en in de schil gekookte aardappeltjes. We dronken een spotgoedkope maar smakelijke witte wijn uit Portugal. Afzakkertje in het café. Paasmaandag kwam het er niet van ordentelijk te eten. Op de terugreis namen we “vette hap” en ‘s avonds een mooie broodmaaltijd. Elke dag hebben we uitgebreid ontbeten. De lunch werd bij elkaar “gesneukeld.

© paul

PAASLAM…

Het is dus niks geworden met m’n Paashazenartikel. En nu is het te laat, mosterd na de maaltijd. Maar let op lezer, volgend jaar, zo rond 8 april….

Overigens is een van de mogelijke verklaringen voor de oorsprong van de Paashaas de volgende:
In delen van Duitsland, Luxemburg en de Elzas wordt al sinds de middeleeuwen het Paaslam gebakken, in stenen, maar tegenwoordig nog alleen metalen vormen. Die mallen bestaan uit twee delen. Het wil nogal eens fout gaan, ze lekken makkelijk op de naden, zodat het uiteindelijk product dan ook meermaals getooid is met rare uitsteekselsaan kop en rug. Het gebak kan dan ook in veel gevallen beter met een haas dan met een lam worden geassocieerd. Verklaring? Tja, ik heb het niet zelf verzonnen…

Bakstuff heeft overigens niets van doen met wietkeek. Stuff is het Luxemburgs woord voor oven of stoof. Bakstuff is een vereniging van bakkerijen die gelieerd is aan de Cactussupermarktketen (21 letterwoord!) Ze maken prima brood, waaronder een aantal traditionele varianten. Hun gebak is van goede middelmaat

© paul

ZHENG…

luxemburg oktober 037

Kort verslag van wat we zoal gegeten hebben in het Paasweekende;

Donderdag na het werk zijn we meteen vertrokken naar Luxemburg. Na een voorspoedige reis snel de caravan geïnspecteerd, gelukkig geen muizen bij ons, Max even in het bos laten hollen.
Hij ruikt al op grote afstand waar we heen gaan en begint dan te kwispelen.
Ans en Hijn komen pas laat.
We willen niet al te ver weg gaan om te eten. Zelf koken gaat niet want we hebben nog niets in huis. We besluiten in het dorp te blijven en naar Chinees restaurant Zheng te gaan.
Ik schreef er al eerder over; een bijzonder Chinees restaurant. Mooi ingericht met Chinees antiek, bijzonder aardige bediening en een originele kaart. Geen gerechten met de hier zo bekende kledderige rode eenheidssaus, maar mooie uitgebalanceerde smaken.
We kregen een welkomshapje; stukjes gegrilde kip met noten gewikkeld in een slablad en een kommetje paddestoelenbouillon.
Daarna kozen we voor Dim Sum, vijf verschillende soorten in een mooi stoommandje met een sojasaus erbij. Op de bodem van het mandje een citroenblad wat een heerlijke geur gaf.
Paul at vervolgens gegrilde eend met pruimensaus, perfect gegrild, lekkere eend. Ik koos gefrituurd lamsvlees. Kleine stukjes lamvlees in een deegkorstje met stukjes rode en groene peper. En rijst.
We dronken er een Pinot Gris bij uit Schengen van de Markusberg.
Een kopje espresso toe.
Ik zou willen dat er hier in de buurt zo’n Chinees restaurant te vinden was.

En voor de fans; Olaf, de oude RTL weerman was er ook!

Biervatenstootkussentje…

Vol trots presenteerde ik het prachtige Duitse woord: Osterkaninchennasenbeutler. Maar liefst 26 letters (zie log 12 april 2006). Onze Oosterburen zijn meesterlijk in het aan elkaar plakken van woorden.

Ellen nam een snapshot van een wekelijkse, maar daarom niet minder belangrijke gebeurtenis bij Restaurant Ribatejo in Wandhaff (Lux.). Brouwerij Mousel was doende met het afladen van de nieuwe voorraad bier. De vaten worden van de vrachtwagen gekanteld en men laat ze vallen op een juten kussentje, zodat stoep noch vat beschadigt. Daarna worden de vaten naar de bierkelder gerold. Ellen verzon een naam voor het gereedschap: Biervatenstootkussentje. Tweeëntwintig letters! Ellen is goed in skrebbel..

© paul