Troosteten…

Gefrituurde wonton...
Je laat je in een artikeltje ontvallen dat enige ongesteldheid jou deel is (snotverkoudheid, bibbergriep, kriebelhoestexplosies, kleffe zweterigheid) en de beterschapswensen stromen binnen. Niet op deze website, maar op Ellen d’r Facebookpagina. (Hoezo? Zij was toch niet ziek!!). Enfin, ik ben er uiteindelijk wel verguld mee; zoveel aandacht, zoveel medeleven, zoveel menselijkheid…

Tussen de schappen van de buurtsuper sprak een trouwe lezer(es) me aan. Of het wel goed ging, of ik niet in bed hoorde te liggen en of ik mijn jas goed dicht wilde knopen, er stond een guur windje. Ach, ik werd er verlegen van…

Maar lezer, het mag allemaal geen grote naam hebben. Ik lijd aan de naweeën van een lichte griep en een forse verkoudheid. En als ik weer eens in oorverdovend gebulder losbarst, snakkend naar adem, mezelf en de wereld in de meest grove bewoordingen vervloekend, dan zet mijn omgeving me snel weer op mijn plaats. Of ik lijd aan het syndroom van Gilles de la Tourette vragen Het Kind en Ellen me met gepast cynisme. En ik bind in…

In tijden van ongesteldheid zorg ik evenwel prima voor mezelf. Niet ben ik het type gast dat wagonladingen roze koeken gaat zitten wegkanen, of pondspakken Engelse drop, of dikke tabletten gevulde chocolade. Liever prepareer ik voor mezelf een portie troosteten; eenvoudige pasta met een teentje knoflook, wat verse peper en een schaafje truffel. Een geroosterd sneetje witbrood met een schijfje ganzenleverpaté en een lik pruimenmousse. Of een vers soepje, liefst gevuld…

De kopfoto toont een van mijn troostmomenten. Gefrituurde Wan-tan (gevulde deegkussentjes) met een gefermenteerde vissaus en een zoet-zure pepersaus. En hoewel ik deegkussentjes liever gestoomd eet, smaken de gefrituurde exemplaren me ook prima. Bijkomend geluk is de overdaad aan pepersaus. Die opent alle holtes in mijn kop, het grote snotteren kan beginnen. En dat lucht op…

© paul

Het laatste woord…

carnaval 2017 optocht

Een gevaarlijke mix van vilein en charmant… Enfin, de foto spreekt voor zich. En de Carnavalsvertellingen dienen een einde te nemen.

Ons gezelschap heeft het overleefd en iedereen verheugt zich op de volgende editie van het Feest der Feesten. Dat moet toch voldoende zeggen. Voor enkelen van ons dienden er tussentijds nog wat serieuze zaken afgehandeld te worden(o.a. plakte Willy voor zijn broodheer nog snel een muurtje nieuwbouw, volgde Julia een college over enge dierenziekten en werd Flora na het weekend alweer verwacht op de Campus van Wageningen.)

Die maandagavond viel het Heintje Davidscollectief met de deur in huis en gaf een afscheidsconcert ten beste op het Ministerie (ze geven al tien jaar afscheidsconcerten en deden daarmee hun naam eer aan). Dinsdag rond de klok van twaalf werd er gebrunched in het Café Met / Zonder Ruis (gebakken eieren, bloedworst met appeltjes, balkenbrij, aardappelkroketjes met gehakt, balletjes in tomatensaus, salades, broden en worsten). Later die dag concerteerde de Zwarte Kabouter Bende met het ZAB-orkest op het podium van etablissement De Keijzer. En tussen al die bedrijvigheid door maakte men her en der opwachting. Enfin…

En het feit dat een gemene griep mij ergens in de dinsdagavond velde en ik vervolgens bij het Woensdagfeest van Marleen en de Jongste Bediende verstek moest laten gaan om de dag trippend in mijn bed door te brengen mag dan een domper voor mij wezen, voor de andere honderd gasten mocht het de pret niet drukken.

De Voedselvoorziening:

  • Een goede 36 liter soep werd er omgezet, er bleef geen druppel over. Bonensoep, vegetarische linzensoep, ossenstaartsoep en natuurlijk de kerriesoep van Anita.
  • 4 kilo Zoer Vleisj maakten Neel en Evert, en erbij ging 5 kilo aardappelpuree en 2 kilo uien.
  • 80 haringen slobberde men weg op het Woensdagfeest en daarbij nog van Marja een Molukse hoeveelheid gehaktballetjes in pindasaus (en dat is heel veel!).
  • 90 broodjes voor de Maandagavondband, rijk belegd met ham kaas en worst.
  • De ruim 3 kilo drop van Diny naschte men weg alsof het niks was.
  • Een bananencake met chocolade en kokos, een ovenbladgrote vruchtenvlaai met kruimel en een batterij cakejes van Maartje. (Een flink deel van de cakejes werd ontvreemd door armlastige studenten en schielijk afgevoerd naar d’r lui vrijgezellenkamertjes boven de Grote Rivieren, enfin…)
  • Bij de hoeveelheden brood en beleg ben ik definitief de tel kwijtgeraakt.
  • Ruim 1 kilo roomboter verdween als sneeuw voor de zon (de broodeter wil ook wat…). Het kuipje margarine dat ik voor de (infame) liefhebber aanschafte staat nu, ruim tien dagen later ongeopend in mijn keukenkastje. Wie het hebben wil komt het maar halen…
  • En ook 1 kilo zure zult van Hijn was geen lang leven beschoren.
  • Voor 49 gekookte eieren (en een enkel gebakken exemplaar) draaide men z’n hand niet om.
  • Ik vergeet nog enkele zaken, ik ben ervan overtuigd, maar het wil me nu niet te binnen schieten.
  • Dranken in overvloed: een badkuip Bavariapils, rode wijn uit Italië, witte uit Frankrijk. Bieren uit België en borrels uit Schiedam. Fijne spiritualiën uit Schotland, Spanje en Venezuela. Minder fijne spiritualiën uit Friesland en Rusland, en zo nu en dan een glaasje ranja. Een enkele Spa schonken we ook. En containers koffie en sloten thee…

Nou ja, dat was het wel zo’n beetje. Het merendeel van de foto’s is intussen op onze foto-site geplaatst. Je vind ze hier : Flickr, Ellen Bouckaert

Hoogste tijd om weer eens over gewoon eten te schrijven, vindt je ook niet?

© paul

Soep, soep en nog eens soep…

Soep voor Rosenmontag...
Meestal lukt het mij niet om een exact receptverslag te geven van wat wij zoal nuttigen hier met de carnavalsdagen. Dit keer schreef ik bijna alles op, vandaar een bijna zorgvuldig verslag van wat men zoal eet in het diepe zuiden tijdens de feestdagen…

Voor mij is het ieder jaar weer vooral een logistiek probleem; hoe kunnen veel mensen, in ons relatief kleine huis, tegelijk aan tafel of in ieder geval enigszins comfortabel eten. Voor onze vaste groep, zo’n 22 personen en wat aanhang is dat nog wel te doen, maar de overigens zeer welkome aankondiging dat de Heintje Davidsband ook dit jaar weer graag bij ons op Visite zou willen komen, maakte toch dat we even goed moesten denken wat en hóe we al dat volk te eten en te drinken konden geven… 22 kabouters, wat vrienden en een 20 koppige band… En dan ook nog een beetje op de tijd letten terwijl Carnaval toch eigenlijk een feest zonder vaste tijden of wat dan ook is…Lang leven de lol, maar de soep moet wel op tijd klaar zijn… Toch?

Mijn oproep aan de Foodbloggers om adviezen leverde niet echt veel constructieve ideeën op; leuk een dikke soep met hele worsten die de gasten dan met een lepel doorbreken… Hoe moet een beetje aangeschoten gezelschap in een kleine ruimte worsten doorbreken met een lepel… ik zag het al voor me… Leuke tapashapjes is prima, maar niet voor 50 personen (ik had ook een feestje!) Verschillende stamppotjes, leuk, maar voor 50 mensen verschillende stamppotjes… mijn oven is wel groot, maar niet zó!

Ik besloot dus soep te maken, mooie gevulde soep met veel verse groenten en broodjes er bij. Maandagmorgen vroeg kwamen Evert en Neel om nog even mee te denken hoe we alles het meest praktisch konden organiseren. Broodjes smeren, een buffettafel maken, wat salade erbij. Dat zou moeten lukken. Ik ging dus rap naar onze grootgrutter om 90 broodjes te kopen… stom, had ik moeten bestellen! Ze hadden 50 broodjes klaar, 40 moest ik zelf afbakken. Nou ja, dat was ook eigenlijk zo gebeurd!

Intussen maakte ik soep met genoeg vitaminen om weer een Carnavalsdag door te komen;

voor 10 liter soep:

een krachtige bouillon van

  • 1 flink lamsbot (bovenkant van de bout met nog wat vlees er aan. (met water, een ui, wat selder, wortel, peterselie, laurier, tijm, peper en zout opzetten) Trek rustig een mooie bouillon, zeef de bouillon, haal het bruikbare vlees van het bot en geef de rest aan de hond.
  • klaar de bouillon en voeg het vlees toe
  • 300 gram kalfsvlees, in kleine stukjes
  • 1 Morteau worst of andere mooie gerookte worst, in kleine stukjes gesneden
  • vervolgens de groenten:
  • 6 grote blikken canelliboontjes  de boontjes in een zeef doen en even afspoelen onder stromend water
  • een knolselderij in kleine blokjes gesneden
  • 2 preien, in kleine stukjes
  • 2 wortels, in blokjes
  • 2 uien, fijn gesneden
  • een flinke handvol diepvrieserwtjes
  • 2 blikken tomatenpulp
  • een lepel harissa
  • flink wat oregano
  •  peper en zout ( and the wonderful, wonderful soupstone natuurlijk)
  • nog een flinke lading fijngesneden peterselie en selderie en wat gedroogde oregano.

De pan verder afvullen met water. alles rustig laten garen. Proeven, eventueel zout of peper toevoegen. Soep!

Erbij dus 90 broodjes, met veel liefde gesmeerd en belegd met jonge en  oude kaas, ham en worst. Een paar schalen salade met tomaat, komkommer en uien.

Geen espresso toe!

© ellen.

 

 

 

 

Het Feest der Feesten nam aanvang…

 

statiefoto bij ons nieuwe huis

Zoals je ziet is de ZKB (Zwarte Kabouter Bende) intussen weer op volle sterkte. Het jongste lid telt twee jaren levenservaring, het oudste lid is de zestig allang gepasseerd. En tussen die twee uitersten kun je alles van je gading vinden. Welkom bij Carnaval jaargang 2017.

Het moest geruime tijd duren voordat je weer een levensteken van ons zag op deze website. We zouden ons kunnen verschuilen achter de gedachte dat er een hoop voorbereidingen dienden te worden gedaan om vlekkeloos het Carnaval in te schuiven, maar dat is niet eerlijk. We waren er eigenlijk allang klaar voor. Van schrijven kwam gewoon even niets. Daarover zaten we ons een tijdje gepast te schamen en ging vervolgens over tot de orde van de dag…

De tijden dat het Feest der Feesten voor ons zijn aanvang nam op donderdag en eindigde op Aswoensdag ‘s weeks daarop, die tijden liggen achter ons. De leeftijd en gezondheid gebieden een matiger invulling van het Feest. We beperken ons nu tot vijf dagen.

Gisteren ving het dan écht aan, en wel met een bijzonder evenement. Terry werd zestig en zijn geliefde organiseerde een weergaloos feest voor hem. De ZKB maakte er haar (zijn?) opwachting en ook het Heintje Davidscollectief trad in vol en volledig ornaat aan. En verder waren er een hele bubs familie, goede vrienden en vage kennissen.

Of het nou zo’n gelukkige keuze was om dat 60jarig jubileum te vieren op de eerste avond van het Carnaval, daarover waren de meningen verdeeld. Voor de ZKB was het in ieder geval een gelegenheid om mensen te ontmoeten, liederen te zingen, lol te maken en in te drinken voor de slemptocht later die avond. Karin en Terry, bedankt… Het was een mooi feest.

Na afscheid te hebben genomen van de zestigjarige jubilaris begon het Carnaval dan echt. We trokken het dorp in en deden ons ding op de bekende afwerkplekken. Van het Bejaardencentrum naar de Keizer, en dan via het Ridderhof naar de Engelenburght. In de meeste gevallen werden we verwacht.

De ZKB huldigde haar tradities maar liet zich er niet door verstikken. Er diende zich elk kwartier wel een kantelpunt aan in de vooraf bepaalde conventies van de groep. Hoogtepunten vormden de huilaria van Neel bij de Laotbloeiers en een weergaloos optreden van Toon op het bugeltje.

Enfin, ik wilde je nog meer vertellen, maar de eerste gasten druppelen binnen en daarmee is het uit met de rust en relatieve stilte in dit huis. Mijn concentratie ontglipt me en ik tikt vortdudent faautennn… Ik stop ermee!

Zo meteen trekt de Grote Optocht voorbij. Het huis zal dan weer bomvol zitten met gasten, voornamelijk kabouters, en wanneer de laatste praalwagen zijn achterkant laat zien trekt de ZKB er weer op uit.

Je hoort nog van ons lezer…

© paul

Nederland is vol… met gastvrije mensen die vluchtelingen een warm hart toedragen.

tram
Een aantal weken slingerde het Ministerie van Eten en Drinken zich piepend en knarsend door de hoofdstad Amsterdam. Kijk naar op de foto linksboven. Rechts aan de bovenkant van het rode lampje kun je ons vinden. (Ellen staat aan de andere kant van de lamp.)

Het zit zo: vorig jaar riep Vluchtelingenwerk Nederland op om tegen een geringe geldelijke vergoeding je naam te laten plaatsen op een tram. De slogan heette: Nederland is vol… met  gastvrije mensen die vluchtelingen een warm hart toedragen. En door je deelname gaf je in ieder geval blijk van je afkeuring van al het gehurk en gehork van een deel van je landgenoten die grenzen wilden sluiten, torenhoge muren wilden bouwen en ons kikkerland wilden behoeden voor een andere kleur dan blank (zelfs wanneer het leven van vluchtelingen letterlijk aan een zijden draadje hing…). Enfin.

Het was de bedoeling dat die tram (of twee) rond Prinsjesdag door Den Haag zou gaan toeren, maar om een of andere reden was de stad waar onze regering zetelt niet van die actie gediend. Het zal wel met politiek te maken hebben, de Hagenezen die ik persoonlijk ken zijn de gastvrijheid zelve…

Gelukkig was dan nog Rotterdam, en zo ook onze hoofdstad Amsterdam. En al is het volk daar in die metropolen in de optiek van de rest van Nederland tamelijk overtuigd van hullie suprematie, ze zijn ook gul, vriendelijk en gastvrij. Noodgedwongen, maar uiteindelijk naar ieders tevredenheid, week Vluchtelingenwerk uit naar die twee steden.

En zo hobbelde dan het Ministerie een aantal weken door de hoofdstad. Prominent geposteerd tussen al dat andere gastvrije volk op de flank van Tram 1. De foto kregen we toegestuurd door Vluchtelingenwerk, waarvoor onze dank…

© paul

Zoals moeder kookte…

Porkölt (goulasch)...

Jij hebt ongetwijfeld ook die ervaring: dat ene gerecht van je moeder, waarvan jij de receptuur heel zorgvuldig noteerde en dat je minutieus nakookt, smaakt altijd anders dan wanneer je moeder het klaarmaakte. En hoe je ook je best doet, het lukt je eenvoudigweg nooit om die unieke smaak uit je jeugd terug te halen…

Een paar verklaringen zijn daarvoor wel te bedenken. Op de eerste plaats zou je bij je falend geheugen te rade moeten gaan. Verdichtung is geen uitzondering, het is juist regel. Je geheugen verdicht je herinneringen tot een bruikbaar concept, een concept waar je de rest van je leven mee vooruit kan. Dat daarbij de waarheid of werkelijkheid geweld wordt aangedaan zal je geheugen een worst wezen; alles voor de bruikbaarheid.

Iets wat in de buurt komt van Verdichtung is nostalgie. Je wilt je iets anders herinneren dan er in werkelijkheid was; je wilt die beschermde wereld van je kindheid terug, de warmte van het ouderlijk nest, het eenvoudige en eenduidige wereldbeeld van toen. En daarbij horen de geuren en smaken uit je moeders keuken. Maar dan wél in de kontekst van je verlangen. (En zo ben je weer terug bij Verdichtung…)

Een reden van meer technische aard is de veranderde kwaliteit van producten. Tomaten smaken heden ten dag anders dan vijftig jaar geleden. En dat geldt voor een hele boel andere groenten ook, en ook voor het merendeel van het vlees en voor de vetstoffen die je gebruikt.

Ach, er valt op mijn redeneringen heus wel een en ander af te dingen, ik weet het. En er zullen best nog andere verklaringen voor het fenomeen denkbaar zijn. Feit blijft dat iedereen er wel eens mee te maken krijgt en dat niemand, bij mijn weten, een afdoende oplossing heeft voor het debacle. Enfin, genoeg gefilosofeerd op een late zondagmiddag. Hoewel…

Ik schenk me een glas Laphroaig in, die voortreffelijke Whisky van dat eiland voor de Westkust van Schotland (Island of Islay, hoofdstad Port Ellen). Die whisky met z’n geur van jodium en verbrande turf, z’n teer- en fenolsmaak, ziltig en een tikkeltje zoet. Die whisky die sommige drinkers hemels vinden en andere het grootst denkbare bocht. (Ik behoor tot de eerste categorie, dat mag duidelijk wezen.)

Ik word altijd wat bedachtzaam, wat beschouwend, wat stilletjes van die drank. (Tot ik natuurlijk aan mijn zoveelste glas nip: dan ga ik praten. Tegen die tijd lezer, zoek je maar een ander tafeltje.) Enfin…

Gegroet lezer, het Ministerie sluit haar burelen. Vergeet niet vanavond naar Tatort te kijken.

(Lees ook: Landlord of Islay…)

© paul

Knoflooksoep tegen griep en andere ongemakken!

soep uit La Macha
Half Nederland loopt te snotteren en te sniffen, (ik schrijf expres niet snuiven, dat heeft hier in het Zuiden tegenwoordig een andere betekenis), men heeft griep, is verkouden of hoe je het ook noemen wilt. Ook wij ontkwamen er niet aan, een fikse verkoudheid met rillingen en een onbehaaglijk gevoel. Je kunt dan naar de huisarts gaan maar die hebben het al druk genoeg met ernstige gevallen. Beter is om deze soep te maken en te eten, je zult zien, soep helpt! Ik maak deze soep altijd flink heet met spaanse pepers, dán kun je snotteren!

Voor vier personen:

  • De oven voorverwarmen op 200 graden.
  • 4 flinke sneden oud witbrood, of oud stokbrood, in kleine stukjes gesneden
  • 1 liter bouillon
  • 75 gram gerookte ham in kleine sliertjes
  • 1 theelepel paprikapoeder mild
  • 1/2 theelepel chilipoeder
  • eventueel, voor de echte liefhebbers, een Spaanse peper in reepjes gesneden
  • 4 eetlepels olijfolie
  • zeker 8 ferme tenen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 eetlepel vers gehakte platte peterselie
  • 4 eieren

Verwarm de olijfolie en bak daarin het brood goudbruin. Voeg de knoflook toe en de reepjes ham en laat ze even meebruinen. Doe er het paprikapoeder de chili en eventueel de Spaanse peper bij, roer even goed om en giet de bouillon er bij. Laat de soep zo ongeveer 20 minuten zachtjes pruttelen.

Verdeel de soep over vier ovenvaste kommen of schaaltjes en laat in elk schaaltje voorzichtig een ei glijden. (zonder de schaal natuurlijk!) Zet de kommen dan 10 minuten in de hete oven, strooi er wat peterselie over en dien meteen op. Deze soep moet gloeiend heet gegeten worden. De bedoeling is dat het eiwit gestold is en het geel nog wat zacht en vloeibaar.

Kopje espresso toe, en beterschap!

© ellen.

Gelukkig Nieuwjaar lezer…

Crémant Poll - Fabaire, cuvée 2010 brut

De wandklok tikt iets te luidruchtig in de richting van het volgende uur. Een nieuwe dag heeft z’n aanvang genomen: woensdag 4 januari 2017. Ik vergeet intussen alweer om de mensen die ik ontmoet een Gelukkig Nieuwjaar te wensen, zo snel gaat dat.

We doorstonden de jaarwissel gedrieën; Hond Jaros, Ellen en ik. Hond Jaros was de hele dag al gespannen, hij schrok van elk vuurwerkgeluid en liep rusteloos in hoog tempo door het huis te draven, luid blaffend naar elke knal. We hebben hem dan maar onder een pharmaceutisch dekentje gelegd. ‘s Avonds tegen tienen stuikte hij om en werd het aangenaam rustig op het Ministerie. We openden een fles Pommery, genoten van de wijn en van Claudia de Breij en schoven zo zoetjes het nieuwe jaar binnen.

Op Nieuwjaarsdag was het feest op het Ministerie. Jop kwam zijn opwachting maken, samen met zijn ouders, hij schoot onmiddellijk aan de oliebollen die Ellen de dag daarvoor had gebakken. Ans en Vriend Jan waren er, Marleen en de Jongste Bediende en ook Evert en Neel. De Keizer van Monera kwam zijn felicitaties al eerder op de dag brengen. Hij was er vroeg bij, ik zat nog in mijn kamerjas…

We dronken champagne en crémant, stokoude Orval en bieren van het Kapittel. Er was uitgelezen gerookte zalm en Canadese kreeft met zachte, lobbige mayonaise, er was worst, er was ham en op het eind die heel intens smakende ossenstaartsoep. Het oude jaar werd becommentarieerd, het nieuwe werd alvast besproken en we namen ons voor om er ook dit jaar weer het beste van te maken…

En nu dus is het nieuwe jaar alweer een paar dagen oud. Met weemoed namen we gisteren afscheid van de Kerstboom, de sporen van de voorbije feestdagen zijn nagenoeg gewist. Maar toch lezer, uit de grond van ons hart wensen we je alsnog alle gezondheid en geluk voor het jaar dat we 2017 noemen.

Bonne année, Glückliches neues Jahr, Happy New Year an e gudde Rutsch an d’neit Joer…

Ellen-Paul…

In Flanders Fields…

unike Poppykrans...
Duizend maal excuus voor de tijdspanne tussen dit artikel en het vorige,  want juist in deze dagen voor de Kerst bezoekt men het Ministerie massaal (ruim twaalfhonderd unieke bezoekers per dag..). En dan staat er niks nieuws op de site…

Enfin, eerlijk is eerlijk, ik nam een slag om de arm en verwittigde je van het feit dat we het razend druk hadden (zie vorig artikel). Simpelweg komt het erop neer dat we er even niet waren. We verbleven in de Westhoek, het deel van Vlaanderen dat de Eerste Wereldoorlog in z’n meest heftige vorm te verduren kreeg. Met name de stad Ieper en de dorpjes daaromheen moesten het in ultimo ontgelden. Alles ging plat, geen steen stond meer op de andere…

En in dat stadje Ieper verbleven wij, honderd jaar na dato; we waren er met Ans en Vriend Jan. We woonden in een appartement, gelegen op een paar honderd meter van de Grote Markt en elke avond werd er de Last Post geblazen aan de Menenpoort bij ons om de hoek. We verbleven er omwille van het raadsel van de Eerste Wereldoorlog, maar er was meer…

Het beroemde (beruchte) bieretablissement De Twaalf Apostels was gevestigd aan de kop van onze straat, we werden er stamgast. Verder aten we er van alles in die stad en de kwaliteit was Vlaanderen op z’n best: van goedburgerlijke maaltijden tot exquise gerechtjes…

We zwierven door de Westhoek, deels op aanwijzing van (andere) Ans en Alex en we bezochten al die plaatsen die deel uitmaken van dat schuldig landschap (quote Armando); Langemark, Poelkapelle, Zonnebeke, Sint Jan, Poperinge…

Enfin, natuurlijk deden we ook Westvleteren aan. En bij uitzondering ging het daar niet over die Gruwelijke Oorlog, maar was het de verlokking van het Beste Bier ter Wereld, die ons oponthoud bepaalde. Maar daarover later meer.

Een verblijf in de Westhoek, in Ieper, is een onvergetelijke belevenis. Het kan niet anders dan dat je geïmponeerd, geëmotioneerd, gedesoriënteerd en geïndoctrineerd raakt. En passivist wordt. Het was heftig en wij werden er stil van…

Ps.: de foto toont een krans van kunststof klaprozen, hét symbool van het respect voor, de herdenking van, en het eerbetoon aan al die gevallenen in The Great War (La Grande Guerre, Der Grosse Krieg).

(Voor de goede orde: vanaf morgen volg je op deze web site ons gedoe met het aanstaand Kerstdiner en de festiviteiten daar omheen. Het gaat allemaal goed komen, zoveel is zeker…)

© ellen en paul…

Sinterklaastaart en andere genoegens…

Sinterklaastaart...Op 6 december vieren we de verjaardag van Sinterklaas, zo dacht ik mijn hele leven. Maar nu blijkt die datum in werkelijkheid te corresponderen met de sterfdag van de Goedheiligman. Nou ja…

Maar ach, dat speelde zich allemaal zo’n 1800 jaar geleden af, dus zoveel maakt het intussen niet meer uit. De avond van 5 december is natuurlijk veel interessanter. Dan vieren we Pakjesdag (niet te verwarren met pèkskesdag, want dat is een lokaal carnavalsgebruik van de Zwarte Kabouter Bende…). Gisteravond was het bij Jop thuis Pakjesdag. Met twee oma’s, twee opa’s, twee ouders en natuurlijk de Kruimel zelf.
Jop en z'n oma-oma...

Voor de gelegenheid had Jobs moeder (het Kind) een taart gebakken. Een taart met een kruimelige kruidnootachtige bodem, en heftige roomvulling en versieringen van chocolade en kruidnootjes. Een ware calorieënbom, maar verrassend en heel smakelijk.
De taart vond gretig aftrek bij het klein gezelschap, Jop echter taalde er niet naar. Hij had zich, behalve aan wat zandkoekjes en een pepernoot, tegoed gedaan aan échte Brabantse worstenbroodjes, hij kaande er zo twee weg. ‘n Beetje brood bleef over, maar de worst verdween onverbiddelijk in zijn gestel. Het jong is een ras-carnivoor, dat zit in z’n genen ingebakken. Dat heeft-ie van zijn vader en van z’n oma.

Rest me nog te vertellen dat Jop het merendeel van de avond doende was om zogenaamde kopjes thee en koffie uit te schenken uit zijn nieuwe serviesje. Met zogenaamde melk. En als je hem dan heel lief aankeek kreeg je een zogenaamd suikerklontje. Eén slechts, Jop is niet zo van zoetigheid, maar dat was je al wel duidelijk…

© paul