CITROENTAARTJE…

Op het Ministerie wordt weinig gebak gegeten. Dat heeft allerlei oorzaken, en de belangrijkste is misschien wel het feit dat het zo moeilijk is om goed gebak aan te komen.
Vorige week nog deden we een poging. We bezochten in een nostalgische bui de banketbakkerij van De Swart in Helmond. In vroeger dagen kochten van onze karige studiebeurs eens per maand een boek in de boekenwinkel van Meneer en Mevrouw Belle. Een kleine winkel, maar qua literatuur de beste van
Zuid-oost Brabant. Bij de aanpalende bakkerij van De Swart namen we dan twee gebakjes en maakten dat we thuis kwamen. Dat was ons feestje.
Meneer en Mevrouw Belle zijn gepensioneerd, de boekhandel bestaat niet meer. En De Swart (vroeger toch lid van het prestigeuse Pattiserie College) had weinig te bieden. Niet meer het mooie assortiment van weleer, en we hadden enige twijfels over de versheid van de uitgestalde waar.

Nee, dan Bakker van Bragt in Geldrop. We hebben er al eens over geschreven. (Zie log 3 februari 2006.) Het is fors omrijden voor ons, maar het loont de moeite. Gisteren kochten we een citroen taartje. Het voldeed aan alle verwachtingen.

Een dunne plak cake met daarop een crème van room en dan tot een rol gevormd. De room was nauwelijks gezoet, maar op smaak gebracht met citroen. De zoetigheid zat aan de buitenkant,. Een schuimachtig jasje, gegarneerd met gesuikerd amandelschaafsel. Een hard buitenlaagje (maar niet te hard) en roomzacht aan de binnenkant. Bestaat er zoiets als “fris” gebak? Ja, lezer, dat bestaat, we proefden het gisteren.

Kijk, hier wordt het Ministerie nu vrolijk van.

© paul

PIZZA TIME…

De omstandigheden maakten dat onze maaltijd gisteravond beperkt bleef tot een pizza. Mèt extra kaas, artisjokkenhartjes en heel veel knoflook.

En dan is het zo ver. Vandaag is het de voorlaatste dag van het aspergeseizoen. Overmorgen is het over en uit. Het Ministerie vriest géén asperges in en ook niet worden ze op een andere manier geconserveerd. We eten alleen asperges in het seizoen!

En vanavond dus voor de laatste keer dit jaar.

© paul

GEEN ETEN WEGENS VERHUIZING…

Ellende alom. Ik dacht even snel de nieuwe lay-out te veranderen, te bekijken hoe en wat, maar dat valt tegen. Ik ben bang dat ik hulp nodig heb. Vervelend want ik heb het al druk met andere dingen en kan eigenlijk ook de tijd niet nemen om alles eens rustig te bekijken. Nog erger is; waar dit weblog over gaat; Eten…. Dat schiet er bij in vandaag.

Paul heeft snel wat soep gemaakt; er was kippenbouillon, een kilo asperges ( stukjes) erbij gaar koken en pureren. (haal een paar mooie stukjes uit de bouillon en voeg die na het pureren weer toe. Strooi er voor het opdienen wat kaas over.

Zelfs geen espresso toe vandaag.

Morgen beter hoop ik, blijf kijken en lezen, het komt vast weer goed. Ik rommel nog wel een uurtje door.

© ellen

PEPERKOEKMUSEUM…

Overal ter wereld bestaan er cullinaire musea. Over het algemeen zijn ze klein, en meestal in particuliere handen. Ze vertegenwoordigen doorgaans de specialiteit van een dorp, stad of streek. En meestal zijn ze gekoppeld aan deze of gene neringdoende die zo trots zijn spulletjes kan slijten. Ondanks het amateuristisch karakter van de meeste uitstallingen blijft het leuk om ze te bezoeken. Afgelopen zomer kwamen we op de terugreis van onze vacantie door het plaatsje Gertwiller, een piepklein stadje aan de oostelijke kant van de Elzasser wijnstraat, ter hoogte van Barr. Daar bevindt zich het Musée du Pain d’Epices. En de familie Lips bakt er haar kruidkoeken sinds een paar generaties. De streek is er beroemd om. Aan het begin van de 20e eeuw waren er maar liefst 9 koekenbakkers in het stadje. Voor het eerst werden de koeken beschreven in het jaar 1453 door cisterciënzer monniken uit het naburige klooster van Mariethal. De koeken behoorden oorspronkelijk bij de kersttraditie. Heden ten dage worden ze het hele jaar door aangeboden. Ze smaken heel behoorlijk, die pains d’epices. Te vergelijken met onze traditionele kruidkoeken, maar dan iets droger. En niet zo zoet. Wel is er een overdaad aan kruiden en specerijen gebruikt. Dat proef je terug en vooral ruik je het. De koeken geuren fantastisch. In het museum vind je een hoop oude bakkersrommel, maar ook een collectie Elzasser aardewerk die de status “museaal” waardig is. Vooral de beroemde Moules à Kugelhopf (stenen tulbandvormen) hebben ze in alle maten en soorten, de meesten oud en allemaal schitterend versierd. In de winkel van het museum kochten we hartvormige koeken voor het Kind en de Kids: Groeten uit de Elzas.

© paul

BAKLAVA-OORLOG…

 

“Grieks-Turkse strijd om nationaliteit van de Baklava”, kopte zaterdagochtend het Eindhovens dagblad. Het blijft geknoei tussen Grieken en Turken. Met de grootst mogelijke regelmaat verschijnen er artikelen in de pers over onenigheid tussen de twee volkeren. Het gaat over belangrijke zaken; handelsrechten, grenscorrecties, emi- en immigratie. Ook gaat het voortdurend over zaken die van ondergeschikt belang lijken. Maar niet voor Turken en Grieken. Op de nationale feestdag op Cyprus gaven de Grieken een boekje uit met informatie over hun cultuur. En daarin werd Baklava als een Grieks desert genoemd. Dat schoot Turkse baklavabakkers in het verkeerde keelgat. De woedende bakkers gingen de staat op, een heus protest. En daar bleef het niet bij. Het gedoe is intussen uitgegroeid tot een politieke kwestie tussen de beide landen. De Turkse minister van Justitie heeft fel uitgehaald naar de Grieken en beschuldigt hen van cultuurdiefstal. En dit was voorwaar niet de eerste diefstal. De Grieken hebben zich zo ook al de tasiki (cacik in het Turks) toegeëigend en ook het Turks fruit (lokum). Vinden de Turken. Het Ministerie van Eten en Drinken zou graag als onpartijdig bemiddellaar optreden. Het schort ons echter aan internationale erkenning en politiek hebben we al helemaal niks bij te zetten. Wij denken dat baklava eerder Turks dan Grieks is. In ieder geval is het woord onmiskenbaar Turks, en de Grieken hebben er geen eigen naam voor. In het geval van tasiki ligt het wat ingewikkelder. Die yoghurtsaus kom je al tegen in beschrijvingen uit de Griekse oudheid, uit de tijd dat er nog geen Turken in Turkije waren. Of de oorsprong daadwerkelijk Grieks is is nog maar de vraag. Wina Born vermeld een soortgelijke saus in haar boek over Oudtestamentisch eten. (Culinaire Bijbel, Kampen, 1998). Lokum heet het Turks fruit in Turkije, de Grieken noemen het lokumi. Het oorspronkelijk recept zou mogelijk uit de Perzische keuken komen (zoals nagenoeg al het verfijnde in de ruime regio). Hoe zit het met Fèta kaas vroeg ik me af. Die heeft elk Turks restaurant op de kaart staan, en bij onze Turkse slager ligt die kaas prominent in de vitrine. Ik belde mijn taalbegaafde collega Gulistan en die beweerde met stelligheid dat het woord feta niet voorkomt in het Turks, en ook niet in het Koerdisch. Het wordt als leenwoord gebruikt om soortgelijke kaas aan te duiden voor Nederlanders of het gaat gewoon over Griekse kaas. Turken zijn niet zo éénkennig. De foto komt van Google. Je ziet de etalage van een Baklavabakker in Amstelveen. We gebruikten hem al eens eerder.

© paul

PIROSJKI…

Vanavond krijgen we bezoek; de algemene jaarvergadering van de Stichting Sientje van Loon i.o. , wordt bij ons gehouden. De Stichting Sientje van Loon i.o. is een vriendenclub met als doel gezellig samenzijn. Vakanties in Luxemburg, etentjes, zingen, kerstvieringen, verjaardagen, verbouwingen, verhuizingen en wat dies meer zij. Natuurlijk alles onder het genot van een hapje en een drankje. Vandaag voor de vergadering maar weer eens pirosjki gemaakt. Een recept uit het boek Prijatnogo Appetita, van Diana Dubois. Ik schreef er hier al eerder over, het recept voor deze lekkere hapjes kun je daar vinden.

© ellen

PATISERIE NAMUR….

Ik schreef eerder over Patisserie Namur in oktober van het vorig jaar, toen over de kastanjegebakjes. Die waren dit keer bij ons bezoek aan de winkel helaas op en dus kozen we iets anders. . Paul koos voor een chocoladebavarois met een mooie saus van vanille en room, mijn keuze viel op een sinaasappelbavarois met biscuitdeeg. Het was toevallig ook nog koninginnedag dus het oranje lintje is wel heel toepasselijk Ik ben helemaal niet zo’n zoet-eter maar dit soort heerlijk gebakjes, daar wil ik wel een stukje voor om rijden. Prima kwaliteit en eerlijke grondstoffen. De winkel in Luxemburg stad is zeker een bezoekje waard. En de prijzen zijn niet eens exorbitant hoog.

 

BROOD…

 

Het was druk op het Ministerie, druk met bezoekers. Er moest wijn geproefd worden, wel of niet geschikt voor een grote Autobusbeurs. Het Ministerie deed haar best, alleen moesten de flessen leeg, want die dienden dan weer als aankoopreferentie (?!). Voor de verwachte drukte maar vast een brood gebakken. Na zoveel dagen vakantie was er eigelijk niets meer in huis, maar met gedroogde gist, bloem en olijfolie kun je nog veel doen.

Vanmiddag al brooddeeg gemaakt en er meteen voor een bijzonder smaakje 2 lepels pesto uit een potje door gemengd; 1 kilo bloem, 2 zakjes gedroogde gist, 1 lepel olijfolie, 2 eetlepels pesto, water, zout. De gist even laten weken in wat lauw water. De bloem vermengen met het zout en de olijfolie. De opgeloste gist erbij doen en goed kneden. Dan beetje voor beetje de pesto door het deeg kneden. Ongeveer 10 minuten, met de hand, kneden. Het deeg op een warme plek laten rijzen. Dan het deeg opnieuw kneden en in een mooie vorm, bijvoorbeeld gevlochten, op een bakplaat leggen en nog 30 minuten laten rijzen. De oven intussen voorverwarmen op 200 graden. Bak het brood in ongeveer 30 minuten gaar. (als het brood hol klinkt als je erop tikt is het gaar) We aten het brood met biologische boter uit de buurt van Luik en Bretonse fleur de sel uit Guérande. Later meer over het bijzondere zout én over de wijnproeverij!

© ellen

PIZZA HALEN…

Niet gekookt, wel gegeten. Ellen at een pizza naar beproefd recept: ham, veel kaas, artisjokken en extra knoflook, altijd goed. Paul hield het bij pizza calsone, en die viel wat tegen. Daarna een stukje Cheddar, stukje Comté, stukje Koningslander. Espresso toe.

© paul

PAASLAM…

Het is dus niks geworden met m’n Paashazenartikel. En nu is het te laat, mosterd na de maaltijd. Maar let op lezer, volgend jaar, zo rond 8 april….

Overigens is een van de mogelijke verklaringen voor de oorsprong van de Paashaas de volgende:
In delen van Duitsland, Luxemburg en de Elzas wordt al sinds de middeleeuwen het Paaslam gebakken, in stenen, maar tegenwoordig nog alleen metalen vormen. Die mallen bestaan uit twee delen. Het wil nogal eens fout gaan, ze lekken makkelijk op de naden, zodat het uiteindelijk product dan ook meermaals getooid is met rare uitsteekselsaan kop en rug. Het gebak kan dan ook in veel gevallen beter met een haas dan met een lam worden geassocieerd. Verklaring? Tja, ik heb het niet zelf verzonnen…

Bakstuff heeft overigens niets van doen met wietkeek. Stuff is het Luxemburgs woord voor oven of stoof. Bakstuff is een vereniging van bakkerijen die gelieerd is aan de Cactussupermarktketen (21 letterwoord!) Ze maken prima brood, waaronder een aantal traditionele varianten. Hun gebak is van goede middelmaat

© paul