Het was restjesdag. En dat is heus geen staf! We aten vandaag wat er over was van de kippenpasteitjes van gisteren en daarbij een enorm bord sla met een deel van het kippenvlees, over van de soep van zaterdag. Glas … Continue reading
Author Archives: Ellen Bouckaert
Pasteitje met kippenragout…
Ik had geweldige zin in pasteitjes. Gewoon gevuld met eigengemaakte ragout, liefst van kip. Ik had een flinke biologische kip in de diepvries. ik liet de kip langzaam ontdooien en trok er gisterenavond bouillon van. Vandaag de afgekoelde kip netjes uit elkaar geplukt. Velletjes en drelletjes zijn natuurlijk voor Hond Max. Aandoenlijk hoe trouw zo’n viervoeter opeens is als ik met dit soort dingen bezig ben. Hond Max zit dan aan mijn voeten, te wachten, te wachten, misschien laat ze iets vallen…Af en toe stuift hij even blaffend naar het raam om langslopende honden en mensen op een afstand te houden. Ze mochten eens binnen komen en mee willen eten…Geen paniek Hond, er blijft altijd wel wat over van zo’n kip. Deze kip was zelfs zo groot dat ik de helft van het borstvlees apart bewaard heb om morgen in een salade te verwerken.
- voor vier personen;
- 60 gram boter plus een klontje om de champignons en de ui te bakken
- 5 eetlepels bloem
- 1 uitje, fijngesneden
- 250 gram biologische kastanje-champignons
- bouillon
- gaar kippenvlees, fijngesneden, flink wat versgemalen peper, een handjevol vers gehakte platte peterselie, eventueel wat zout.
De champignons in partjes snijden en met het uitje even aanbakken in het klontje boter.
Dan in een pan met dikke bodem de rest van de boter smelten en de bloem toevoegen. Roer goed over de bodem en laat even zachtjes garen.
Voeg er de bouillon beetje voor beetje bij tot de ragout de juiste dikte heeft en roer tot alle klontjes weg zijn. Laat de roux 20 minuten heel zachtjes garen en doe er dan het kippenvlees bij, de peper en peterselie. Ik heb pasteibakjes gekocht in de supermarkt, die moeten 10 minuutjes in de oven op 160 graden. Je kunt de bakjes natuurlijk ook zelf maken.
© ellen.
Carpaccio van rode biet met balsamico en gerookte forel…
Van de week gezien op tv, een Duits programma over kerstmenu’s. Dit gerecht leek me wel wat. Simpel, en weer eens iets heel anders. Ik besloot dit recept eens uit te proberen. Zo gezegd zo gedaan. Ik kocht rode bietjes en gerookte forel. Balsamico had ik nog in huis, hele lekkere zelfs. De bietjes worden eerst gaargekookt en gepeld. Daarna moeten ze heel dun gesneden worden. Je moet er als het ware door heen kunnen kijken. Ik gebruikte daarvoor de truffelschaaf, die is heel dun in te stellen.
Voor twee personen (met flinke honger)
- 2 middelgrote, liefst biologische, bietjes, gaargekookt en gepeld
- 5 pimentkorrels
- 8 witte peperkorrels
- 3 jeneverbessen
- wat grof zeezout
- 1 eetlepel appelzaijn
- 1 eetlepel oude balsamicoazijn
- 2 eetlepels goede olijfolie
- 125 gram gerookte forel
Schaaf de bietjes flinterdun en schik ze in een schaal. Maal de kruiden en het zout in een vijzel en meng ze met de olie en azijn. Giet deze marinade over de bietjes en schep ze voorzichtig om. Laat de bietjes zo een paar uurtjes marineren. Schik de plakjes biet op een mooi groot bord en leg er de gerookte forelfilets op. Bestrooi met wat grove peper.
Ik vond het achteraf niet mooi zoals de forel hier op de bordjes ligt. Verdelen in wat kleinere stukjes was beter geweest. Bovendien gebruikte ik nogal veel vis voor een klein voorgerecht. Ik denk dat het lekker is als er wat minder vis gebruikt wordt, het gaat echt om de bietjes. Volgens mij zou er ook wat dressing over het geheel gesprenkeld mogen worden en misschien nog een paar druppels balsamico aan de rand van het bord als garnering. En voor de Kerst, om het extra feestelijk te maken wat zalmkaviaar. Niettemin waren wij heel tevreden over de smaak. Een mooie combinatie! weinig gedoe en veel effect.
Binnenkort krijg je een verbeterde versie met een mooiere foto.
*) misschien heb je wel zo’n leuke vijzel of een truffelschaaf gekregen van Sinterklaas, die kan dan meteen gebruikt worden!
*) Trek wel plastic handschoenen aan bij het pellen en schaven van de bieten, anders zit je met rode vingers aan het kerstdiner.
© ellen.
Wildzwijnragout met morielles…
We aten het vorige week al een keer, ragout van wilzwijn. Dat beviel zo goed dat we dit gerecht in een iets andere versie gisteren nog eens aten. Een feestelijk etentje vanwege Sinterklaas, maar deze wilragout zou heel goed op het Kerstmenu kunnen staan. Niet echt veel werk. Er kan weinig aan mislukken, niet moeilijk klaar te maken en, echt feestelijk.
Ik kocht het vlees bij Lidl, niet bepaalt een winkel waar je zoiets zou verwachten. Maar de prijs was heel redelijk en wildzwijn is hier in de buurt nergens te koop, dus ik dacht ik probeer het gewoon een keer. Het vlees is verpakt in porties van 400 gram. Op de verpakking staat ‘Wildzwijn medaillons in rode wijnmarinade’. De wijn was nergens te ontdekken op de ingrediëntenlijst.Gelukkig maar, voor mij hoeft dat niet. De marinade bestaat volgens de verpakking uit; glucosesiroop, water, sacharose, zout, kruiden en specerijen. De verpakking bevat vijf á zes flinke stukken wildzwijn. De bereidingswijze zegt het vlees kort te bakken op een vrij hoog vuur. Baktijd rosé: 5-6 minuten. Dat leek me niet slim. Voor je het weet zit je met een taai stuk wild op tafel. Achteraf bleek dat reuze mee te vallen. Het vlees was mooi gesneden en lekker mals maar dat wist ik niet van te voren. Ik besloot er de marinade af te vegen en er een stoofpotje van te maken. Ik sneed het vlees in wat kleinere stukken. De hoeveelheid is genoeg voor twee personen.
- 400 gram wildzwijnvlees in kleine stukjes gesneden
- wat boter
- 1 kop bouillon
- 1 glas stevige rode wijn
- 1 sjalot, fijngesneden
- 5 pimentkorrels, 3 kruidnagelen, 1 laurierblad, peper
- 10 á 15 verse zilveruitjes, gepeld
- 1 handjevol gedroogde morielles
- een scheutje rode port, ruby
Week de morielles 20 minuten in wat water. Verhit de boter en bak daarin het vlees rondom bruin. Doe de gesnipperde sjalot erbij en laat even meebruinen. Blus dan af met de bouillon en voeg de kruiden toe en het glas rode wijn. Laat het vlees zo een uurtje zachtjes stoven. Doe er dan de zilveruitjes, de morielles en een scheutje port bij en stoof nog een half uurtje.
Dit vlees was, waarschijnlijk mede door de marinade, heel mals. Het is gekweekt wild. Heb je echt wildzwijn dan moet je goed weten van welk deel het vlees gesneden is. De stooftijd kan aanmerkelijk langer uitvallen.
Serveer met aardappelpuree of een puree van aardappels en knolselderij en spruitjes of rode kool. Een mooi glas wijn erbij en je hebt een feestelijke maaltijd.
© ellen.
Heerlijk avondje…
De M, maar niet van Ministerie. Ik kreeg de chocolade M gisteren van mijn baas, Fontys Mediavoorzienigen. Een bijzonder lekkere letter, prima chocolade. Dank u Sinterklaas! Straks bij de espresso eten we nog een stukje!
Ik kan vandaag niet zeggen dat de Sint ons huisje voorbijgaat. Vanmiddag stonden er al zes grote zakken cadeaus in ons huis…Voor de kinderen van vrienden, voor de buurkinderen…Zojuist is alles afgeleverd op de plaats van bestemming. De Jongste Bediende haalde drie grote zakken op en vervulde even de taak van hulppiet. Daarna was het aan ons om flink aan te bellen en op het raam te bonzen bij onze buren en natuurlijk de cadeaus op de stoep te zetten!
Sint bracht voor ons een hele mooie fles wijn, daar gaan wij nu van genieten…
Voor u allen; een Heerlijk Avondje gewenst vanuit Het Ministerie!!!
© ellen
Lang leve de “Kitchen Sink”…
Ik vroeg me de hele ochtend al af waarom, bij het zien van de foto, de woorden “kitchen sink” almaar door mijn hoofd dwarrelden. Ik heb zelden de neiging om dingen anders te benoemen dan in de Nederlandse taal, en soms in mijn Brabants dialect. En als ik al eens buitenlands bezig, dan is dat doorgaans het Duits. Ten leste ben ik maar gaan Googelen op “kitchen sink”, en verdorie, ik had het meteen. Het kwam door de Kitchen Sink Press, de uitgeverij waar Robert Crumb zijn werk deels heeft onder gebracht. Gisteren heb ik nog lopen rommelen met een paar van zijn albums, vandaar! Mens, mens, je associeert onbewust toch wat af op een dag…
Enfin, terug naar onze “kitchen sink”. Je begrijpt het waarschijnlijk wel lezer, ik geef hier een demonstratie van het vernietigen van wat eens nobele wijn is geweest. De flessen van Mieke zijn intussen voor het merendeel gekeurd, en meteen maar overgeheveld naar de gootsteen. Van de écht belegen flessen was er niet één nog drinkbaar. Ook die mooie Pinot gris van Boeckel had het helemaal gehad, Je kon achter het bederf nog proeven wat voor een mooie wijn het ooit was. Wat zonde toch.
Ook van de jongere sloeberwijn konden enkele exempels linea recta de gootsteen in. Rest ons nog een fles rode Côtes du Ventoux en de twee zoete Bordeaux’s (Hoe schrijf je het meervoud van Bordeaux?) Aangezien die laatste twee flessen enige overlevingskans hebben bewaar ik ze maar voor een “gelegenheid”. Wie weet…
In the mean time Fowks:
© Robert Crumb/ Kitchen Sink Press
© paul
In den beginne…
De openingszin van een verhaal, essay of roman is de belangrijkste zin uit het werkstuk, zei ooit Willem Frederik Hermans. Ik geloof hem graag (hoewel?).
Gisterenavond pakte ik een boek uit de kast, ik wilde Ellen iets laten zien of voorlezen. En op de eerste pagina van het eerste essay van die bundel stond: In den beginne was er cornedbeef in blik.
Het is de enige beginregel in de literatuur (die ik ken) die opent met eten of drinken. Hij is geschreven door Joseph Brodsky en kan gevonden worden in de essaybundel Het Verdriet en de Rede (Bezige Bij 1997). Brodsky verhaalt over zijn jeugd tijdens het beleg van Leningrad en de onvermijdelijke hongersnood die daarvan het gevolg was. Tegen het einde van het beleg was daar dan cornedbeef uit Amerika. Van het merk “Swift”. Het moet een hoop Russen het leven hebben gered. Als kind vergaapte hij zich aan het ingenieuze systeem van openen. “Dat sleuteltje waaromheen zich een smal reepje metaal oprolde ter opening van het blik was een openbaring voor een Russisch kind; wij zouden er een mes in gezet hebben.” ( ) “Ik keek destijds met grote ogen hoe mijn moeder het sleuteltje lostrok, het lipje omboog en in de opening van het sleuteltje stak en vervolgens het sleuteltje keer op keer om zijn as draaide, en was verbijsterd.”
Niet alleen voor een Russisch kind was dat wondertje een openbaring, ik herinner me eenzelfde ervaring toen mijn moeder aan de slag was met een blik boterhamworst.
Overigens, mocht de inhoud van de blikken Swift belangrijk zijn voor de inwoners van Leningrad, de blikjes “als object” gingen volgens de herinnering van Brodsky een eigen, tweede leven leiden. Het werden opbergplaatsen voor potloden, spijkers, filmrolletjes. Mettertijd nam hun waarde toe. In het ruilverkeer kon je voor één blikje een Duitse bajonet krijgen, een gesp van een matrozenriem, een vergrootglas.
Ik zocht naar een plaatje van een blik Swift Cornedbeef (het merk bestaat nog steeds), maar ik vond niks bruikbaars. Wel zag ik bovenstaand ding van keramiek. This small narrow slab would have been used to display and slice the Swift’s brand of Corned Beef, aldus het bijschrift van de antikwaar die het object via internet te koop aanbiedt. Het zal wel zo zijn…
Ik draai de verwarming een graadje hoger en ga Brodsky lezen. Het boek ligt nu toch voor me op tafel.
© paul
Eendenborst met rode wijnsaus..

Vandaag is voor Paul een beetje Feierabend, zijn vrije week begint vandaag. Tijd voor een mooi glas wijn en iets lekkers te eten. Die wijn, mijn beste lezer, je hoort er nog van… ik kan alvast wel verklappen dat de experimenten met de flessen van Mieke…nou ja,…Paul zal er nog wel over schrijven denk ik zo…
Dan maar iets lekkers te eten; eendenborst met rode wijnsaus (de rode wijn was gewoon uit onze eigen kelder).
Voor twee personen:
De eendenborst;
- Een mooie eendenborst, ruim op tijd uit de koeling gehaald
- zout en peper
- wat olie
De saus;
- 1 flinke sjalot, ragfijn gesneden
- 1 klein klontje boter
- 1 takje tijm
- 1 kop bouillon
- 1 kop rode wijn
- 1 theelepel appelstroop
- peper
De sjalot even zachtjes laten bruinen in de boter. Giet er dan de bouillon bij en de tijm. Laat dat inkoken tot zeker de helft van de hoeveelheid. Dan de rode wijn erbij en weer laten inkoken. Zeef de saus nu door een fijne zeef en voeg de appelstroop toe. Laat het geheel nog even inkoken en breng op smaak met wat peper.
Snijd de eendenborst kruislings op het vel in. Wrijf de velkant in met peper en zout en bak (de velkant eerst) mooi bruin in wat olie. Draai het vlees dan voorzichtig om (niet in prikken, gebruik een spatel ofzo) en bak de andere kant. Baktijden zijn moeilijk te zeggen. Dat hangt af van de dikte van het vlees, gewicht enzovoorts. Reken voor een flinke eendenborst ongeveer 10 minuten.
Laat het vlees dan zeker 5 minuten rusten, onder folie of in de warme oven, en snijd het in dunne plakjes. Serveer de plakjes eendenborst met de saus.
Wij aten er vandaag witlof bij en aardapppelpuree en gelukkig was er in ons eigen keldertje nog een mooi flesje wijn.
Kopje espresso toe met een stuk superpure chocolade.
© ellen.
Sonnie, de weggelopen roti-pannenkoek
Ik schreef al eerder dat er een flink aantal nieuwe kookboeken in onze brievenbus belandden. Eén ervan is dit prachtige pannenkoekenboek van Diana Dubois. “Sonnie, de weggelopen roti-pannenkoek” is een omdraaiboek. In het ene deel kun je lezen over de avonturen van Sonnie, een rotie-pannenkoek. Draai je het boek om dan kom je bij het receptendeel; Sonnie’s bakboek.
In het eerste deel gaat Sonnie op reis. Van Suriname reist hij helemaal naar Nederland. In het bijna fabelachtige verhaal ontmoet Sonnie onder andere de beroemde spin Anansi, de kraai Karel, de vos Bart en nog veel meer dieren. Eekhoorn Koos vertelt hem dat er een pannenkoekenwedstrijd wordt gehouden in de grote stad en Sonnie besluit dat hij daar naar toe wil. De pannenkoeken die hij aan het einde van zijn reis ontmoet zijn vanuit de hele wereld samengekomen. Galette, Blin, Crespelle, Baghrir en Okonomiyaki, allemaal zijn ze op weg naar de grote wedstrijd. Een mooi verhaal om voor te lezen of, voor de wat oudere kinderen om zelf te lezen.
Draai je het boek om dan kom je in het receptengedeelte, Sonnie’s bakboek voor de hele familie.
Dit deel opent met een voorwoord van Ronald Giphart. Vervolgens een reisleiding door het receptendeel, tips voor de kleine kok in de keuken en zelfs wat tips voor kleine koks met voedselallergie. Daarna de recepten, allemaal recepten voor pannenkoeken. Ik wist niet dat er zoveel soorten pannenkoeken bestonden! De pannenkoekenrecepten zijn ingedeeld in groepjes. Natuurlijk eerst de roti-pannenkoek en wat recepten met bijgerechten, daarna hoofdstukken met poffers, pannenkoeken, flensjes enzovoorts.
Diana Dubois heeft werkelijk uit heel de wereld pannenkoekenrecepten verzameld. En dat is wat dit boek ook zo bijzonder maakt. We eten allemaal, over heel de wereld pannenkoeken. Maar een kookboek met recepten voor pannenkoeken heb ik nog nooit gezien en al helemaal geen kookboek waar kinderen mee aan de slag kunnen.
Ieder hoofdstuk begint met een stukje geschiedenis een wetenswaardigheden. Zo weet ik nu dat het wereldrecord roti-pannenkoekenbakken op naam staat van de monnik Das uit India. Hij verzorgt samen met de Akshaya Patra Foundation maaltijden voor arme schoolkinderen. Zij bakken elke schooldag in één uur tijd 10.000 roti-pannenkoeken!
Bij elk recept een duidelijk lijstje met wat je klaar moet zetten; een koekenpan, maatbeker, beslagkom enzovoorts. Dan een lijsje met de ingrediënten en dan het recept, mooi en duidelijk omschreven.
Achter in het boek nog een lijstje met maten en gewichten, temperaturen, een lijst met moeilijke woorden en het receptenregister. Waren alle kookboeken maar zo duidelijk!
Heel mooi zijn ook de tekeningen van Diana van Dijk. Snoezige pannenkoekjes met Chinese hoedjes, op Oostenrijkse skies of met een lasso en cowboyhoed, ze zien er allemaal vertederend uit. Een bewuste keuze van Diana Dubois om het boek te illustreren met tekeningen in plaats van, vaak ontmoedigende glossy foto’s van de gerechten. “Mislukt je pannenkoek de eerste keer? Dat is helemaal niet erg. Begin dan gewoon opnieuw. Zo hebben beroemde koks het ook geleerd. Kom mee naar de keuken, bak en proef!”
Ik vind het altijd een beetje vervelend om boeken te verdelen in “kinderboeken” en “boeken voor volwassenen”. Alsof volwassenen geen plezier zouden kunnen beleven aan een kinderboek. Noem je dit een boek voor kinderen, ík heb het in ieder geval met veel plezier gelezen en zal er ook zeker wat recepten uit gaan maken. Kinderen vanaf ongeveer 12 jaar kunnen zelfstandig aan de slag met dit boek. Jongere kinderen kunnen met begeleiding ook al een heleboel van deze gerechten klaarmaken.
Kortom, een prachtig boek voor kinderen én volwassenen. Ik zou zeggen, hollen naar de winkel, die zijn toch weer eens op zondag open, en koop dat boek nog vóór Sinterklaas!
Sonnie de weggelopen roti-pannenkoek geschreven door Diana Dubois met illustraties van Diana van Dijk. Uitgeverij Dubois. ISBN 9789075812039. Te koop voor € 19,90.
© ellen.
Rode kool met appel…
Er wordt de laatste tijd veel geschreven over verdwenen groenten en dan gaat het over pastinaak, schorseneren enzovoorts. Er dreigen echter nog veel meer groenten in het vergeetboekje te raken. Kool bijvoorbeeld. Je ziet ze al bijna niet meer in de supermarkt, gewoon een hele kool. Ze worden alleen nog voorgesneden aangeboden, verpakt in plastic zakjes. De meeste kinderen weten al niet meer hoe een hele kool eruit ziet. En ze zijn nog wel zo mooi die kooltjes. Ik kocht een kleine biologische rode kool op Bronlaak en stoofde het kooltje vandaag met wat appel en kruiden. We aten er een ragout bij van wilzwijn. Een mooi glas wijn erbij en we waren het samen helemaal eens; dit was een vorstelijke maaltijd. Dit kun je gerust met de kerstdagen aan je gasten voorzetten!
Rode kool voor vier personen;
- een kleine rode kool
- een klein klontje boter
- 1 flinke goudreinet
- 5 pimentkorrels
- 3 kruidnagelen
- 1 blaadje laurier
- 1 theelepel kaneel
- peper en zout
- 2 eetlepels azijn, liefst appelazijn
- 1 kop water
- eventueel een lepeltje suiker
Verwijder het buitenste blad van de kool en snijd hem in vieren. Rasp dan de stukken kool heel fijn. Schil de appel, verwijder het klokhuis en snijd er dunne plakjes van. smoor de plakjes appel even zachtjes in de boter. Voeg de rode kool toe en de kruiden. Roer alles goed om en giet het water erbij. Laat de kool zo zeker anderhalf uur stoven.
© ellen.











