Sjieke Skrewsaus, hu? Dat vraagt wat uitleg voor de lezers buiten Brabant.
Vroeger was er in veel Brabantse gezinnen geen geld om elke dag vlees te eten. Geen kwestie van zelf gekozen vegetarisme maar pure armoede. Om de maaltijden toch wat op te leuken maakte men een dikke voedzame saus met gestoofde uien. Die uien moesten gesneden worden en daar ga je van huilen, skrewen zeggen ze hier. Hoe groter de armoede, hoe meer er geskrewd werd.
Nou ja, eigenlijk is er natuurlijk niks mis met een stevige uiensaus, maar elke dag…
Die uiensaus maakte men zo:
- 50 gram reuzel of boter
- 50 gram bloem
- 3 flinke uien
- zout, peper
- water of bouillon tot de saus de gewenste dikte heeft
Snijd de uien fijn en bak ze in de verwarmde boter of reuzel mooi bruin. Strooi de bloem er over en smoor die even mee. Doe er beetje bij beetje het vocht bij en roer tot je een mooie gladde saus hebt. Zout en peper om de saus verder om smaak te brengen. Kook de saus nog even op een zacht vuurtje en serveer bij een stamppotje. Op z’n Brabants heet dat dan Petazzie met Skrewsaus.
Nu had ik op de markt van die prachtige sjalotten gekocht, van die grote paarse en daar wilde ik iets mee; “Skrewsaus”, riep Paul, “maak skrewsaus!” Het werd dus skrewsaus, maar dan een deftige variant.
- 40 gram boter
- 40 gram bloem
- 2 grote sjalotten, heel fijn gesneden
- 1 teentje knoflook, geplet en fijngehakt
- scheutje witte wijn
- wat bouillon
- 2 ansjovisjes, gesneden en in de vijzel tot pasta gestampt
- een eetlepel kappertjes
- peper en eventueel zout
Verwarm de boter en smoor daarin de sjalot en de knoflook zachtjes gaar. Voeg de ansjovispasta erbij en roer goed. doe dan de bloem erbij en smoor even. Blus af met de witte wijn en voeg bouillon toe tot je een mooie gladde saus hebt. Even door laten koken en dan de kappertjes toevoegen. Proef of er nog zout bij moet en breng verder op smaak met peper. Dien op met een kapperappeltje. Lekker bij lamskarbonaadjes.
Kopje espresso toe1
© ellen.