Ik schreef vorige week al over de smakelijke kleine aardbeitjes die ik kocht op de zaterdagmarkt in ons dorp. Ik bakte er een taartje mee en het Zaterdagbezoek werd er blij van… Ik vroor de rest van het Foncee-deeg in, dus déze zaterdag was een aardbeientaartje snel gemaakt! Kwestie van deeg ontdooien en even uitrollen en verse aardbeien kopen… Ik vroeg Paul om na zijn wandeling met Hond Jaros langs het kraampje te lopen en nog wat van die lekkere vruchtjes te kopen. “Hoeveel?”, “Veel”.
Paul kwam thuis met een blije Jaros en véél teveel aardbeien. Genoeg voor een taartje maar dan bleef er nog ruim een kilo over. Als Paul inkopen doet, doet hij dat altijd goed!Je mocht eens iets tekort komen…
Ik besloot dan maar met de rest van de aardbeien wat jam te maken.Ik gebruik voor jam vaak geleisuiker. Dat bindt nét wat sneller en je hoeft de vruchten niet zo lang in te koken. Omdat aardbeien alleen wat laf of zelfs saai smaken voeg ik er altijd iets bij. In dit geval een scheutje Limoncello uit een bijna vergeten fles en wat groene muntblaadjes. Het resultaat is mooi; een frisse zachte aardbeiensmaak met een lekkere opkikker.
- 1250 gram aardbeien, schoongemaakt, kroontjes verwijderd en in stukjes gesneden
- 500 gram geleisuiker extra
- 1 borrelglas Limoncello
- 10 blaadjes munt, fijngesneden
Meng aardbeien en de geleisuiker in een grote kom en laat de massa zo een paar uur staan. Schep alles dan in een grote koperen jampan of, als je die niet hebt, in een wijde pan met een dikke bodem. Voeg de limoncello en de munt toe en breng de massa aan de kook. Kook drie minuten en schep dan de jam in schone potten. Doe de deksel er op en zet de potten even ondersteboven.
Wij vinden de jam lekker. De limoncello en munt geven een frisse toets. Geen jam voor onze kruimel Jop! Die krijgt jam zónder alcohol!
©ellen.