V
Zoals ik in een eerder artikel schreef hebben de Chinese gemberpotjes oorspronkelijk altijd dienst gedaan als verpakkingsmateriaal. Ook nu worden ze nog te koop aangeboden met als inhoud Chineese stemgember, het zij als bolletjes, het zij als snippers. Wanneer het precies gebeurde kon ik niet achterhalen, maar ergens in de achttiende eeuw is men begonnen met het standaardiseren van het eenvoudige type, het overbekende groene potje. In de negentiende eeuw zette zich dat voort, en in de twintigste eeuw was de standaard een feit voor heel China. Overal dienden vorm, decoratie en inhoud gelijk te zijn. Het productieproces gaat als volgt: je hebt een standaardmal, in heel China dezelfde. Daarin vorm je de pot. Als die goed droog is bak je hem bij een lage temperatuur. Daarna gaat er een pap van houtas en water op de pot en wordt er opnieuw gebakken, nu bij een hogere temperatuur. De huid van grauw-grijs houtas verandert in groen translucent glazuur. Het bakken gebeurde tot voor kort in hout gestookte ovens, soms waren kolen en olie de brandstof. Nu is China een reusachtig land met verschillende klimaatzones en grote geologische verschillen. Eenvoudigweg wil dat zeggen dat de klei in het noorden volkomen anders van samenstelling is dan die in het zuiden, westen of oosten, en daarom op verschillende manier krimpt. Ook bevat houtas uit het noorden andere mineralen dan die uit het zuiden, dus treden er kleurverschillen op bij het glazuren. Enzoverder, enzovoort. De temperatuur en “vervuiling” door het stoken van de oven zijn in de praktijk natuurlijk nooit voor honderd procent in de hand te houden. Het is een dynamisch proces waarin toeval altijd een rol speelt. Het Ministerie bezit een rijke collectie gemberpotjes. Niet één is gelijk aan een ander. Overal treden kleurafwijkingen op, nergens is er eenheid van inhoud. Sommigen zijn te hard gebakken en dan is het glazuur geheel of gedeeltelijk omgeslagen van groen naar konigsblauw. En dat maakt de potjes zo fascinerend, elk exemplaar is anders. Wel is de decoratie van de potjes in oorsprong gelijk, maar door voornoemde productie krijg je automatisch weer de meest fantastische afwijkingen. Slechts één potje is versierd met andere afbeeldingen. Het is het enige in zijn soort dat ik ken. Ik heb lang moeten zeuren vooraleer ik de vorige eigenaar er van kon overtuigen dat dat potje in onze collectie thuishoorde en niet in de zijne. Paulus is namelijk ook een kenner. Het hierboven vertelde betreft de kleine maat potjes. Bij de grotere vind je vaker afwijkingen in decoratie, afhankelijk van de ouderdom. Niet zo lang geleden schafte het Ministerie een “modern” potje aan. Vervaardigd met moderne mothoden, gestookt in een gasovern, met chemisch gestandaardiseerd glazuur. Alle potjes in de winkel zagen er hetzelfde uit. De charme is weg, en de gember die in het potje zat was ook al niet te best…
Zie ook Gemberpotjes 1.
© paul