Gestoofde prei met sinaasappel en frikandeau met gorgonzolasaus

prei met sinaasappel

Vandaag hebben we natuurlijk de preitjes van Flora gegeten! Het klaarmaken van de prei kostte weinig moeite, maar het schoonmaken… Het is een van de gemakken van groenten kopen in de winkel: iets of iemand heeft dan al het zand al verwijderd. Nu moest ik de preien wassen, wassen en nog eens wassen. Maar niet geklaagd, ze waren heerlijk! Onbespoten, onder deskundige leiding geteeld, dat kan haast niet verkeerd. Lang leve de schooltuin!!!

Paul wilde wel eens iets anders met de prei, maar ik had zin in varkensvlees en een mooie smeuïge saus. Dan combineert de prei met sinaasappel eigenlijk het beste.

Voor twee personen aten we erg veel prei, bijna 750 gram, een pond kan ook. (De rest van de prei gebruik ik morgen in de soep).

  • Voor twee personen;
    500 gram dunne stengels mooie prei, met fris groene uiteinden
  • 1 1/2 eetlepel boter
  • wat versgemalen zwarte peper, eventueel wat zout
  • sap van een halve sinaasappel, de rest van de sinaasappel gebruik je als garnering

Smelt de boter en leg daarop de stukjes prei. Roer voorzichtig tot er een filmpje boter over alle preideeltjes ligt.
Doe de deksel op de pan en laat de prei zo 10 minuten stoven. Voeg dan de peper toe en het sinaasappelsap. Roer nog eens voorzichtig om en laat nog 5 minuutjes stoven.
Dien op met een schijfje sinaasappel.

Wij aten er vandaag frikandeau bij van de Sumiranvarkens. Neem een stukje frikandeau van ongeveer 500 gram en maak met een mesje kleine inkepingen. Stop daarin een teentje knoflook. Het vlees inwrijven met peper en zout en rondom bruinbakken. Reken ongeveer 60 minuten braadtijd per kilo.

  • Ik maakte een saus van:
  • 1 eetlepel boter
  • 1 eetlepel bloem
  • wat bouillon
  • een scheut room
  • 100 gram gorgonzola
  • peper en zout.

De boter smelten en het meel erbij doen. Even goed doorwarmen en dan de bouillon toevoegen. Laat dan even goed doorkoken en giet er een scheut room bij en de kaas in kleine blokjes. Op een zacht vuurtje nog even laten garen. Voeg eventueel wat meer bouillon toe of nog een scheutje room. De saus moet zalvig zacht zijn en niet te dik. Je kunt er op het laatst het braadvocht van het vlees bijvoegen.

Ik had een flinke kom saus. Geen probleem, morgen voeg ik bouillon toe en de prei, dan eten we preisoep!

Kopje espresso toe met een stukje chocolade.

© ellen.

Crottin de Chavignol…

Crottin de Chavignol

Bij onze vaste kaasleverancier in Luxemburg vind ik ze doorgaans wel, hier thuis moet ik er naar zoeken. Naar Crottin de Chavignol, bedoel ik, dat kleine geitenkaasje uit Midden-Frankrijk.

Maar 5 centimeter hoog is het kaasje en het weegt 60 gram. Het is gemaakt op de boerderij van rauwe geitenmelk (lait cru). Chamaillard is niet de naam van de producent, maar die van de Affineur, zeg maar degene die het kaasje bewaart en op leeftijd laat komen.

Je hebt in Frankrijk nogal wat kaasjes die Crottin heten. Maar heten ze Crottin de Chavignol, dan zijn het kaasjes die onder strikt gereglementeerde voorwaarden zijn gemaakt van grondstoffen die moeten voldoen aan vast omschreven regels. Ze dragen het kwaliteitsmerk Appellation d’Origine Controlée (AOC) en dat is in Frankrijk geen flauwe kul, dat betekent echt iets.

Ik beschreef het kaasje al eens in juni 2006, je kunt het hier nalezen. Sprak ik in dat artikel over de scherpte van de kaas, dit kaasje hier smaakte relatief mild. En het lekkerst van al was de geur van de korst. Een kompleet paddestoelenwoud, dat rook je, werkelijk waar!

© paul

Le Malmedy…

Malmedy kaas van rauwe melk

Ik ging Ellen vorige week op haar vakantiestek ophalen. Ik heb dan maar meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt en er een paar vakantiedagen aangeplakt. We bezochten vanuit Luxemburg de Belgische Ardennen rond Stavelot, zo ook de Gaume en eveneens een stukje Frankrijk in de buurt van Sedan. En op donderdag stonden we in de stromende regen op de weekmarkt van Arlon. De handelaar in Corsikaanse hammen verkocht er nu ook allerhande bergkazen. We kochten er een pond Comté-kaas van maar liefst 21 maanden oud.

Nieuw was de kraam van een handelaar in streekproducten uit de buurt van Malmedy in de Waalse Ardennen. Hij verkocht voornamelijk kazen. Ik heb er mijn ogen uit staan kijken, het merendeel van zijn handel was me volkomen onbekend.

Ik kocht er de kaas van de foto. Hij heet Le Malmedy. Hij wordt slechts op één plaats geproduceerd, op de boerderij van de familie Grodent te Burnenville, onder de rook van Malmedy. Van rauwe koemelk, die dan ook nog eens biologisch is. Het kaasje op de foto oogt hard, maar is dat in werkelijkheid niet. Het is een zachte kaas met een gewassen korst. De kaasjes hebben een doorsnede van tien à elf centimeter, en ze wegen 400 gram. Ik kocht een half kaasje. De prijs weet ik niet meer.

Het kaasje smaakt me bijzonder goed. Rauwe melkkazen (lait cru) zijn op geen manier te vergelijken met kazen van bewerkte melk. Zoveel voller, pittiger, zoveel meer smaak… En in dit geval ook nog een prettig tikje bitter. Het best eet je het met een stukje brood.

Ik nam me voor om de familie Grodent eens te bezoeken. Ik ben erg benieuwd naar hun andere kazen.

malmedy_logo

© paul

Rocamadour AOC…

luxemburg juli 2008 006

Op 14 juli schreef ik een artikeltje over Cabécou de Perigord. Ik eindigde met de constatering dat Rocamadour in feite
hetzelfde kaasje is, maar dat het onder strengere regels geproduceerd wordt.
Boekenwijsheid lezer, ik had nog nooit een Rocamadour geproefd. Maar nog geen
week later was ik in de gelegenheid een paar kaasjes aan te schaffen bij onze
vaste leverancier in Luxemburg.

Het productiegebied van de Rocamadour ligt in de Midi-Pyrénées. Het beslaat
slechts een klein (strikt omschreven) gedeelte van het productiegebied van de
Cabécou de Perigord. Op de arme droge grond mogen slechts 10 geiten per hectare
gehouden worden. Van het voedsel dat door het jaar heen wordt gebruikt dient 80%
uit de regio te komen, en gefermenteerd kuilvoer is verboden.

Ook het productieproces is aan strenge regels onderhevig. De kaasjes worden
altijd van volle rauwe geitenmelk gemaakt. In princiepe zouden de kaasjes op hun
best zijn na een dag of zes rijpen, maar van mij mogen ze best iets ouder
zijn.

Een fantastisch kaasje, anderhalve centimeter hoog en zes cenitimeter in
doorsnee. Het gewicht is 35 gram. Heerlijk zacht en romig van smaak. De kaasjes
kregen in 1996 hun AOC merkteken (Apellation d’Origine Contrôlée) en dat staat
in Frankrijk écht ergens voor.

Smaakte de Cabécou de Perigord me prima, de Rocamadour overtrof alle
verwachtingen…

© paul

Kaasje toe…

nagerecht

Mijn vrijgezellen-huishouden komt zo zoetjes aan op orde. Ellen had ervoor gezorgd dat vriezer en koelkast prima gevuld waren. Zo hoefde ik niet elke dag boodschappen te doen en uitgebreid te koken. Een deel van mijn maaltijden lag rustig te sluimeren in de voorraadkast, kwestie van op tijd uitleggen en rustig laten ontdooien.

Zo at ik vanavond het overschot van de ravioli met bernagie en ricotta. Ik had er voor de gelegenheid een rode saus bij gemaakt van tomaat, ui, knoflook en basilicum. Een flinke bak veldsla erbij voor de vitamines.

Mijn toetje bestond uit twee kaasjes en een peer. Een stuk Comté en een stuk Grès de Voges. Over die laatste schreef ik al eens. Raar genoeg heb ik nog nooit een artikel besteed aan de Comté, terwijl dat toch eigenlijk mijn absolute favoriet is. Enfin, komt nog wel.

Het is nog wat vroeg in het jaar voor peren, maar dit Spaans exemplaar mocht er zijn. Ik liet het een paar dagen in de vensterbank rijpen, het was intussen heerlijk sappig geworden. En het combineerde voortreffelijk met de kazen…

© paul

Ravioli met borage en ricotta…

Verse pasta met borage en ricotta

Er komen allerlei reacties binnen, zowel op het web-log als via de mail, op het artikel over snijbiet. Leuk, er zijn dus toch nog meer mensen die deze mooie én smakelijke groenten weten te waarderen. Helaas had ik maar een klein bosje snijbiet en moeten wij even wachten tot de plant weer gegroeid is…Klein tuintje, niet bedoeld om groenten te telen enzovoorts…Vandaag toch weer een nieuwe uitdaging in dat piepkleine tuintje. Wij hebben al jaren borageplanten. Het ene jaar een paar, het andere jaar overvloedig aanwezig. Ze zaaien zichzelf uit. Het zal al zo’n 18 jaar geleden zijn dat ik een paar boragezaadjes in ons tuintje strooide. Alles wat er nu groeit zijn afstammelingen van deze zaadjes! Een succesvolle plant kun je wel zeggen.

borage of bernagie

Dit jaar is de borageplant zeer overvloedig aanwezig in onze tuin. Ik besloot er maar eens iets mee te doen. De bloemetjes gebruik ik al jaren om er gebak mee op te sieren, maar het blad zou ook heel eetbaar en smakelijk moeten zijn. Ik dook in de boeken en kwam een recept tegen in het boek “de Zilveren Lepel”. Het leek een heel bruikbaar recept, maar na nog eens goed lezen kwam ik tot de conclusie dat het recept rare trekjes vertoonde. Ofwel er klopte helemaal niets van. Een geheel eigen versie dus vandaag, met een kleine link naar “De Zilveren Lepel!”

  • Voor vier personen:
  • Voor de pasta:
  • 300 gram pastameel 00
  • 3 eieren
  • wat zout
  • voor de vulling
  • 300 gram borageblad, goed gewassen en de dikke nerven weggesneden
  • 125 gram ricotta
  • 1 teentje knoflook
  • 75 gram Parmezaanse kaas
  • 1 ei
  • zout, peper, wat nootmuscaat

borage of bernagie borage even geblacheerd en fijngehakt

In het boek staat dat er ook nog een saus met walnoten, veel olie, brood, knoflook en Parmezaanse kaas over de ravioli moet. Ik deed een poging. De saus smaakte prima maar geeft geen enkele meerwaarde aan het gerecht, sterker nog, de fijne smaak van de borage werd helemaal weggedrukt door de notensaus. Ik bespaar je dus hier maar het recept van de notensaus en vertel alleen hoe wij de pasta gegeten hebben.

Pluk de mooiste bladeren van de borageplant. Was ze goed schoon en blancheer ze even in kokend water. Laat ze goed uitlekken en hak ze dan heel fijn. Meng het blad met de ricotta, de knoflook, het ei en de Parmezaanse kaas. Breng op smaak met peper, zout en wat nootmuscaat.

Maak wat pastadeeg van pastameel en eieren.

Verse pasta, homemade pastry Verse pasta, homemade pastry

Steek kleine rondjes of vierkantjes uit het deeg en leg er een leegje vulling op, daarop weer een deegplakje. Stevig aandrukken en op een schone doek leggen tot verdere verwerking.

Verse pasta met borage en ricotta Verse pasta met borage en ricotta

Tenslotte kook je de pasta een paar minuutjes in ruim gezouten water. Schep de pasta uit het water en giet er wat gesmolten boter over met wat fijngehakte platte peterselie.

Het recept voor de notensaus geef ik nog wel een keer. De saus lijkt me lekker bij gegrilde kip of, zoals in Georgië, als saus bij karper of andere zoetwatervis.

© ellen.

Gruyère in wijnblad…

roosteren

Ik zit al dagen te broeden op een artikel over “de Jongste Bediende en Marleen in de Grote Stad”, maar het ontbreekt me aan de tijd om er rustig aan te werken. Even uitstellen dan maar. Laat ik het over de knutsels van Ellen hebben…

Het begon er allemaal mee dat Ellen gisteren de tuin een grote beurt gaf. Rond deze tijd van het jaar betekent dat ook het in toom houden van de wijnstokken. Die druivenstruiken woekeren er maar op los en je ontkomt niet aan degelijk snoeiwerk. Je moet voorzichtig om de jonge vruchten heen werken, maar het is verbazingwekkend hoeveel blad er dan af komt. Het merendeel belandt in de groenbak, maar Ellen vindt het nu eenmaal zonde om eten weg te gooien, en zoekt iedere keer naarstig naar mogelijkheden om iets met het blad te doen. En aangezien we die avond vlees en groente zouden grillen op het oude houtskoolconfoor lag het voor de hand om een aanvulling te verzinnen op de maaltijd. Het ging als volgt:

Zoek wat mooie gave bladeren uit, zowel grote als kleinere. Haal er de stelen af. Snijdt de Gruyère in hanteerbare blokjes. Pak de kaasjes in in het kleinere blad. Je maakt een soort envelopjes, waarbij je op moet letten dat je de kaas helemaal afdekt. Vervolgens verpak je de pakketjes in het grote blad. Je kunt de pakketjes nu op het confoor leggen. Het hoeft niet zo lang, een paar minuten aan elke kant is voldoende om de kaas vloeibaar te maken. Daarna peuter je de pakketjes open en lepelt de kaas eruit.

Persoonlijk vind ik het zeker zo lekker om de kaas met blad en al te eten. Wanneer je de pakketjes iets langer op het vuur laat liggen zal het buitenste blad verbranden. Je peutert dat eraf en je houdt een puntgaaf pakketje over. Het binnenste blad is volledig intakt. Gewoon eten met blad en al, dat geeft een aangename smaak en voegt daadwerkelijk iets toe aan de kaas.

roosteren roosteren

Maak je dit hapje later in het seizoen, dan zul je merken dat je de nerven voor een deel uit het blad moet snijden. Die worden dan te grof en hard om nog te kunnen vouwen.

© paul

Gefrituurde risottoballetjes….

septfontaines mei 2009

Risotto, het begint Ellens specialiteit te worden. Ze heeft het helemaal in de vingers. Rijk, smeuïg en ongelooflijk lekker. Tijdens onze vacantie maakte ze een viertal varianten, waaronder de klassieker met kwarteltjes. Al bij eerdere gelegenheid schreef Ellen dat je risotto ook prima kunt gebruiken voor restverwerking. En ik geloof dat ik toen schreef dat er weinig rest te verwerken valt omdat de pan bij ons altijd tot op de bodem wordt geleegd.

Maar goed, het moest er dan toch eens van komen. Ellen maakte wat extra saffraanrisotto, en ik hield me tijdens de maaltijd een beetje in. We hadden dus over, en de volgende dag werden er balletjes gedraaid.

De koude rijst leent zich prima om balletjes van te draaien. Er zit nogal wat boter en kaas in, en afgekoeld houden die de zaak prima bij elkaar. Balletjes draaien dus, en tijdens het vormen een klontje zachte kaas in het hart werken.

De balletjes worden door meel gerold, dan door losgeklopt ei en daarna door broodkruim. Ze worden daarna gebakken of gefrituurd in de hete olie.

septfontaines mei 2009 septfontaines mei 2009, balletjes van de risottoresten

septfontaines mei 2009, balletjes van de risottoresten

Krokant aan de buitenkant, smeuïg zacht van binnen. Er hoeft verder niks bij. Vurrukkulluk.

© paul

Venkelsalade met sinaasappel en Gorgonzola

venkelsalade met gorgonzola en sinaasappel

Het was een stralende lentedag vandaag, jammer dat we dan gewoon moeten werken. Maar in de middagpauze heb ik toch even in het zonnetje kunnen zitten. Heerlijk! Ik denk dat iedereen wel toe is aan een beetje zon en mooi weer. Dan willen we ook geen stamppotten meer, maar lekkere salades en sappige voorjaarsgroenten. Die voorjaarsgroenten laten toch nog even op zich wachten, die willen ook eerst zon. Ook de asperges hebben nog niet genoeg warmte en zon gehad. Als het zo ‘n mooi weer blijft zullen eind deze week de eerste asperges van de verwarmde bedden wel gestoken worden. Onze vaste leverancier stak vorige week al wat van ‘het witte goud’, maar nog niet echt voor de verkoop. Even geduld dus nog. Intussen maar een lentefrisse salade:

Venkel met sinaasappel en gorgonzola. Voor twee personen;

  • 1 mooi venkelknolletje
  • 2 sinaasappelen
  • 75 gram gorgonzola
  • een dressing van citroensap, olijfolie, grove mosterd, peper en zout.

Pel de sinaasappelen, verdeel ze in partjes en verwijder al het wit. Snijd de venkel heel dun en druppel er wat sinaasappelsap over om verkleuren te voorkomen. Maak een dressing van olijfolie, citroensap, een eetlepel grove mosterd en wat peper en zout. Snijd de gorgonzola in blokjes en schik die met de venkel en sinaasappelpartjes op een schaal. Giet de dressing erover en schep alles even voorzichtig om.

Wij aten er een flinke entrecôte bij en wat aardappelpuree. Eigenlijk is de puree wat zwaar bij deze mooie lentesalade. Misschien is het beter om er een stukje aardappeltortilla bij te eten of gewoon een paar gebakken aardappeltjes.

Kopje espresso toe.

© ellen.

Penne met broccoli, tomatensaus en artisjokkenhartjes.

penne met broccoli tomatensaus en artisjok

Vandaag ging het dus al helemaal mis met het lijstje en de planning. Vandaag stond er een visschoteltje uit de oven op het lijstje, maar…”vergeten de vis uit de diepvries te halen”. En, ook “geen zin in vis uit de oven”…”halen we een pizza”…”geen zin in pizza”…”pasta dan?”

Pasta werd het dus, en dan wel “pasta zonder poespas”, maar mét restverwerking! Al met al een smakelijke maaltijd, én snel te bereiden.

  • het restje van de bolognesesaus in een ruime platte pan verwarmen.
  • ( heb je geen restje dan kun je ook een uitje bakken met een teentje knoflook, een blikje tomaten toevoegen en even laten stoven)
  • voeg er een paar halve artisjokkenharten bij (uit blik, waren over van de lunch)
  • kleine portie penne ‘al dente’ koken en afgieten.
  • de broccoli van gisteren bij de tomatensaus voegen
  • de uitgelekte penne erbij
  • strooi er nog wat kleine stukjes Peccorino of andere lekkere kaas over.
  • voorzichtig omscheppen
  • nog even doorwarmen en snel opdienen.

Deze maaltijd kost 15 minuten tijd en weinig geld! Bovendien zijn de restjes weer eens mooi weggewerkt!

En wat er dan nog overblijft; Hond Max, is altijd ‘in’ voor restjes, hij vindt broccoli lekker. Andere restjes-van-onze-tafel krijgt hij met mate. Pasta, daar is hij dol op, en risotto ook. Doorgaans krijgt Hond Max één schepje ‘van ons eten’ door zijn brokken gemengd; hond blij, wij blij. Maar wij willen geen vette hond, één schepje is genoeg!

Ik lees intussen bij de reacties een discussie over het ‘al dan niet stomen van brocolli’. Leuk, dit soort reacties. Leerzaam ook. Mooi dat onze lezers onderling van gedachten wisselen. Het is geen gebrek aan belangstelling dat wij niet op alle reacties antwoord geven maar soms hebben we simpelweg even geen tijd meer over…

Een late maaltijd, voor mij maar geen kopje espresso. Een glas wijn en dan ga ik slapen, morgen alweer een drukke werkdag.

© ellen.